Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


woensdag 23 november 2016

Herfst 2016....... Paddenstoelentijd deel 5

Men zegt wel eens dat “paddenstoelen van mensen houden”.... Je hoeft namelijk zelden ver van de gebaande paden te gaan om ze te vinden. Wie met een paddenstoelenkenner op stap gaat, hoeft dan ook niet bang te zijn dat hij grote afstanden moet afleggen. Diep in het bos kom je ze vaak ook niet tegen. De paddenstoelen in deze blog, die we in het Herbertusbos in Heeze vonden, zijn allemaal vanaf de paadjes waargenomen.

Helmmycena en Langsteelfranjehoed
Deze witte plaatjeszwammetjes met hun kenmerkende hoedjes, horen bij de Mycenaceae. De bruine zijn Franjehoeden. Er zijn zo’n 90 verschillende Mycena-soorten, maar ze hebben allemaal die kenmerkende kegel- tot klokvormige hoed en vaak ranke stelen. Op het eerste gezicht is een mycena vanwege dat hoedje gemakkelijk te verwarren met een Franjehoed, maar als je naar de lamellen kijkt, zie je direct het verschil: mycena's hebben witte lamellen die ook wit blijven, omdat het sporenpoeder wit is. De Franjehoeden hebben gekleurde lamellen, die vrij snel donker worden door het bruin(zwarte) sporenpoeder.
De bruine paddenstoelen die je hier tussen de Helmmycena's ziet, zijn Langsteelfranjehoeden.



Helmmycena
De witte hoed van de Helmmycena (Mycena galericulata) heeft een diameter tot 6 centimeter en is in het begin kegelvormig om zich later meer uit te spreiden, waardoor hij vlakker wordt. In het midden zie je dan een stompe umbo (knobbel). Omdat dat bultje op de hoed doet denken aan een soldatenhelm, wordt hij Helmmycena genoemd. De kleur is crème- of bruingrijs tot geelbruin, aan de fijn gestreepte hoedrand is hij altijd iets bleker. De taaie licht bruingrijze steel is wel tot 10 cm. hoog en ongeveer 8 mm. dik. Het is een in Nederland algemene paddenstoelensoort. Je vindt ze eigenlijk wel het gehele jaar door, maar uiteraard vooral in de herfst. De helmmycena vind je uitsluitend op hout. De soort heeft een voorkeur voor loofhout (eik, beuk, haagbeuk, populier, berk) dat al vrij ver is vergaan en is bedekt met mos, maar hij komt ook op naaldhout voor.

Knopschimmel (Spinellus fusiger)
Als je goed kijkt zie je dat op het hoedje van een Melkmycena een doorschijnende beharing zit. Dat is een Knopschimmel (Spinellus fusiger), die op de Helmmycena parasiteert. Jammer dat ik dat pas thuis achter de pc. zag, anders had ik er een close-up van kunnen maken. Het is een piepklein zwammetje waarvan het vrucht- lichaam (1 mm doorsnede) eerst doorschijnend wit is en bij rijping naar zwart verkleurt. De steel is 5 tot 15 mm lang en waterig wit, doorschijnend. Deze schimmel groeit in /op de hoeden van hoofdzakelijk Mycena's en leeft dus ten koste van de paddenstoel.

Dennenvoetzwam_ouder exemplaar
Zo’n 2 jaar geleden plaatste ik deze foto van de Dennenvoetzwam (Phaeolus schweinitzii), die ik in Dorplein aantrof. Ik schreef toen “Als deze sluipmoordenaar verschijnt, heeft hij al bruinrot in de wortels en de kern van de stambasis veroorzaakt en is het lot van zijn gastheer al beslist: die zal nl. het loodje leggen.”
Het is dus een schimmel die parasiteert op stobben en nabij levende naaldbomen, met een voorkeur voor Douglasspar maar ook larix, spar en den. Daarom zijn boseigenaren huiverig als hij in hun bos verschijnt.

Dennenvoetzwam
Wat schetst mijn verbazing, toen we deze zwam aantroffen in Heeze en het dezelfde blijkt te zijn. Tijdens de groei verandert hij dus helemaal van vorm en van kleur. In dubbel opzicht dus een sluipmoordenaar. Op deze foto zie je een nog redelijke jonge soort. Die heeft dan namelijk nog een trechtervorm en is van boven nog viltig tot wollig behaard en geel van kleur.

Dennenvoetzwam
Binnen enkele weken, als de paddenstoel volgroeid is, wordt de hoed kleverig van een uitgescheiden harsachtige substantie en wordt de kleur donkerder, tot zwart, aanvankelijk nog met zwavelkleurige rand.

Dennenvoetzwam eindfase
Uiteindelijk wordt het vruchtlichaam hard en nagenoeg geheel zwart. De hoed die dan nagenoeg vlak is geworden, kan een doorsnee bereiken van wel 30 centimeter.

Spekzwoerdzwam
De Spekzwoerdzwam is een buisjeszwam. De dunne, waaiervormige vruchtlichamen doen aan spekzwoerden denken. Ook al klinkt de naam eetbaar, de soort is niet geschikt voor menselijke consumptie.
Ze kunnen tot 10 cm. breed afstaande hoeden vormen, die vaak dakpansgewijs boven elkaar zitten. De bovenzijde is grijswit tot bleek roze van kleur en met name aan de rand zijn de hoeden sneeuwwit en pluizig

Spekzwoerdzwam met sneeuwwitte pluizige rand
De onderzijde van de hoed is okergeel tot vleeskleurig- roze. Bij oudere exemplaren verkleurd die laag naar vleesbruin. De Spekzwoerdzwam is van september tot december te vinden op dode stammen en stronken van loofbomen, met name op beuken, berken, populieren en zo nu en dan ook op naaldhout.

Kleverig koraalzwammetje
Het Kleverig koraalzwammetje (Calocera viscosa) leeft als saprofyt op sterk vermolmde stronken en stammen van voornamelijk naaldbomen. Het is een zeer algemene soort, dus succes gegarandeerd als je op zoek gaat in een naaldbos. Het vruchtlichaam is 4-8 cm hoog en is vrij variabel qua vorm, hij kan bestaan uit rechte vertakkingen, maar komt ook regelmatig voor met vrij veel vertakkingen. De kleur is opvallend oranjegeel. Het brengt kleur in de duistere naaldbossen en is vooral tussen het mos een lust voor het oog.

Kleverig koraalzwammetje
Hoewel hij op een Koraalzwam lijkt, valt hij toch niet onder de koraalzwammen, maar de trilzwammen. Het is een taaie rubberachtige en geleiachtige soort. Dit in tegenstelling tot de Koraalzwammen, die doorgaans niet direct op hout groeien en waarvan de vertakkingen meestal vrij gemakkelijk afbreken. De vruchtlichamen van het koraalzwammetje glippen gemakkelijk tussen de vingers door zonder te breken.

Geel hoorntje
Het Kleverig koraalzwammetje is enigszins te verwarren met het Geel hoorntje (Calocera cornea).
Onder gunstige omstandigheden is het ook glad en kleverig, maar het heeft weinig of geen vertakkingen en onderscheidt zich onder andere daarin van het kleverig koraalzwammetje. Gele hoorntjes groeien bovenal op ontschorste, vermolmde takken en stammen van loofhout. Het gelatineachtige vruchtlichaam van het geel hoorntje is meestal niet hoger dan 1 tot 1,5 cm. Bij nat vochtig weer is het in zijn element en staat het te pronken, maar bij droog weer schrompelen de hoorntjes weer ineen. Een kenmerk dat je bij andere trilzwammen, zoals Judasoor en Gele trilzwam, ook ziet.

Rossig buiskussen
Het Rossig buiskussen (Tubulifera arachnoidea) werd vroeger Tubifera ferruginosa genoemd. Tubulifera = buisjesdragend en Tubifera =buisdragend". Ferruginosa = "vol roest" en heeft dus betrekking op de roestachtige kleur. Het Rossig buiskussen wordt gerekend tot de primitieve slijmschimmels en is feitelijk dus geen paddenstoel. In eerdere blogs liet ik al eens slijmzwammen zien, namelijk Heksenboter en de Boompuist.

Het Rossig buiskussen heeft een voorkeur voor dood hout dat al behoorlijk ver is vergaan en met mos is bedekt. Je ziet echter niet zoals bij paddenstoelen een grote massa schimmeldraden in het hout. Uit de sporen van slijmschimmels ontstaan namelijk amoeben, kleine eencellige organismen die samensmelten en uitgroeien tot één kolonie, het plasmodium. Het voedt zich al voortbewegend met bacteriën, sporen van schimmels, mossen en varens. De hele groep kan een afmeting van 15 cm bereiken, maar blijft meestal kleiner. In jonge toestand is het helder roze tot oranje van kleur, later wordt het grauwbruin.

Gele trilzwam
Zoals gezegd heb ik met de Paddenstoelengroep een bezoek gebracht aan het Herbertusbos in Heeze. Een bos dat nu eigendom is van het Brabants Landschap en waar je veel beuken vindt. Daarom krijg je daar weer soorten te zien die in onze omgeving niet, of minder voorkomen. Dat geldt niet voor deze Gele trilzwam, maar wel voor de Porseleinzwam....

Porseleinzwam
Over deze Porseleinzwam heb ik een aparte post gemaakt. Als je HIEROP klikt kun je die bekijken.
Als je de andere foto's die ik daar genomen heb allemaal wil bekijken, moet je HIER klikken.

4 opmerkingen:

  1. Hoi Geer.

    Prachtige serie laat je weer zien van de Paddenstoelen en de Zwammen.

    Groettie van Patricia.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Bedankt voor de reactie Patricia. Ik hoop dat je weer wat wijzer bent geworden. Misschien eenn optie voor jou om ook eens op zoek te gaan?

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hoi Gerard,
    wat weer een mooi informatief blog over deze verschillende paddenstoelen en zwammen.
    Met interesse ook de info over de Dennenvoetzwam gelezen. Ik heb deze ook nog niet eerder gezien.
    Echt hele mooie foto's en zeer interessante informatie.

    Groetjes,
    Helma

    BeantwoordenVerwijderen

Blogarchief