Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label Zinkfabriek. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Zinkfabriek. Alle posts tonen

vrijdag 30 november 2012

Tungelroyse Beek; schoon water op voorraad

De natuurgebieden in Weert liggen in het grensoverschrijdende Kempen~Broek. Kempen~Broek geeft aan dat het hier gaat over een van oorsprong kletsnat gebied; een laagte, waarin grote en kleinere beekjes vanuit uitgestrekte moerassen hun weg naar de Maas zochten.
Dit moeras werkte als een spons die veel regen- en kwelwater opnam en geleidelijk weer vrijgaf. Door kanalisatie van beken en diepe ontwatering in de afgelopen eeuwen is een groot deel van de natuurlijke sponswerking verloren gegaan. Lang was dit een groot voordeel voor de landbouw, maar door klimaatverandering gaan we vaker te maken krijgen met extreme droogte enerzijds en hinderlijke overstromingen anderzijds. Water vasthouden in de moerassige gebieden aan de bovenloop van beken wordt daarom steeds belangrijker.

Het klimaatproject biedt dankzij de uitbreiding van het natuuroppervlak in het Kempen~Broek , de moge- lijkheid om de afvoer van water te vertragen. De toename van water- en moerasplanten zorgt bovendien voor zuivering van het water, waardoor mens en natuur kunnen genieten van kraakheldere beekjes en plassen.

Weert 1866
Een project dat pas afgesloten is, is de Tungelroyse beek. De Tungelroysebeek is zo’n 34 kilometer lang en de belangrijkste “rivier” in Midden Limburg ten westen van de Maas.

De Tungelroysche beek had oorspronkelijk, zoals op deze historische kaart uit 1866 is te zien, geen bovenloop. Verschillende stroompjes uit het natte achterliggende moerasgebied (doorstroommoerassen) kwamen samen en zo ontstond pas ergens in de buurt van de Heltenboschbrug de Tungelroyse beek.  Ter ontwatering van het natte moerasgebied stroomopwaarts in mijn geboorteplaats  Altweerterheide (Kruispeel, Kalverpeel en Spikke/Spekken), is de Tungelroyse- beek a.h.w. "verlengd" tot onder de Zuid-Willemsvaart door naar het Ringselven, en zijn andere ontwateringssloten zoals de Raam in het Wijfelterbroekgebied gegraven. Dat gedeelte van de beek meanderde oorspronkelijk dus niet, maar was als een rechte beek gegraven. Dat meanderen is pas gedaan na de sanering vanaf 2005. Historisch gezien dus eigenlijk niet correct, maar wel "mooi" voor het totaalplaatje natuurlijk!!

Beek vanaf het Ringselven, gelegen langs de Kempenweg
Vanaf de tijd van het gegraven gedeelte (1877), krijgt de beek water van het Ringselven en stroomt via een duiker onder de Zuid-Willemsvaart door naar de Kruispeel.
Het Ringselven krijgt zijn water via de Hoort  van de Hamonterbeek in Lozen, die op haar beurt via de Lozerheide weer gevoed wordt door (verrijkt) Maaswater.  Maaswater uit kanaal Bocholt-Herentals dat gebruikt werd om de Lozerheide te bevloeien. De Tungelroyse beek stroomt uiteindelijk weer uit in de Maas bij Neer.

Meanderende Tungelroysche beek bij de Bakskesbrug (Heltenbosbrug)

Meanderende beek met het Wijfelterbroekgebied op de achtergrond

Het waterschap heeft sinds 1999 gedurende 12 jaar veel werk verricht aan de beek. Belangrijke waterthema’s die ze in deze beek gefaseerd heeft aangepakt, zijn waterconservering (water langer in het gebied vasthouden om verdroging tegen te gaan), beekherstel, bevordering van vismigratie door aanleg van vistrappen, terugdringen van riool- overstorten, verbeteren van de landbouwstructuur en last but not least de realisering van de Ecologische Hoofdstructuur; de landelijke verbinding tussen natuurgebieden.

Beek met vispassage bij de Diesterbaan
De beek is op veel plaatsen weer slingerend gemaakt en kan weer haar vrije gang gaan. Tegelijkertijd saneerde men de beekbodems en oevers die in het verleden ernstig vervuild waren geraakt met cadmium en zink. In totaal werd over een lengte van 34 km. 430.000m³ zwaar verontreinigde grond afgegraven en uit het gebied afgevoerd. We hebben het hier (schrik niet) over duizenden kilo's zink en cadmium!!
De oorzaak van deze vervuiling was het gedurende ongeveer honderd jaar lozen van vervuild water vanuit de zinkerts verwerkende industrie in Budel en in België. In het verleden was men zich (nog) niet bewust van de gevaren van zware metalen voor mens en natuur. Zoals in die tijd op veel plaatsen gebeurde, loosde de fabriek haar water gewoon direct in de beek en werd, bij met name het verharden van wegen, door iedereen dankbaar gebruik gemaakt van de zinkassen.

De beek in het Leudal tussen Heythuysen en Haelen wordt ook wel Leubeek genoemd
In de beek zijn nu meer verschillen in stroomsnelheden, bodemtypen en oevers, waardoor veel verschillende biotopen ontstaan. Er ontstaat nu weer een rijke oevervegetatie en je ziet er o.a. stekelbaarsjes zwemmen, maar ook is de kans groot dat de beekprik, de sneep en het bermpje terugkeren; een teken dat het steeds beter gaat met de waterkwaliteit. Ook de teruggekeerde bever voelt er zich thuis.

De Tungelroyse beek in Neer bij de Friedesse molen. Hier wordt de beek Neerbeek genoemd.
Wat ook niet onbelangrijk is, is het verbeteren van de leefbaarheid en recreatieve mogelijkheden; de verrijking van flora en fauna is namelijk tevens een verrijking voor de mensen die in de buurt wonen, voor natuurliefhebbers, wandelaars en fietsers.



Van de €30.000.000 kostende werkzaamheden aan de beek, heeft het Waterschap een interessant 12 minuten durend filmpje.


woensdag 21 november 2012

Ringselven


Eerste peel of zwempeel
Tweede peel of vispeel
Grenzend aan Weert ligt Dorplein, dat rond 1900 een agrarische gemeenschap met weinig economisch perspectief was. Toch besloot de Waalse familie Dor hier in 1892 een zinkfabriek te stichten. In de omgeving van Luik waren ze niet welkom en ook Weert had weinig trek in zo’n fabriek. 

Een
niet onbelangrijk argument om zich hier te vestigen, was de aanwe-zigheid van water.

Voor een zinkfabriek is voldoende koelwater van wezenlijk belang en het Ringselven, dat eigenlijk uit meerdere vennen in de vorm van een ovale ring bestaat, kon hier in voor- zien. De aanvoer van water, dat indirect van de Maas komt, vindt groten- deels plaats door aanvoer vanuit natuurgebied de Hoort. Onder andere via "'t luuëpke" (vroeger een populaire beek voor de jeugd om te zwemmen).  Ook de Hamonterbeek mondt in de Hoort uit.

De waterkwaliteit van de aanvoerende Hoort is niet zo denderend,maar door verdunning met regenwater wordt de invloed van dit water enigszins beperkt. Er is veel slib, dat sterk verontreinigd is met metalen en in het water is sprake van verhoogde gehalten aan zink en andere metalen. Het ven valt daarom in klasse 4+ (NW4-normering).

't  Luuëpke

Het Ringselven (en ook de Hoort) ligt op één van de hoogst gelegen gebieden van de N.Brabantse Kempen (30 tot 35 m. NAP) in een dalvormige laagte, met ten noorden en ten zuiden ervan hoger gelegen dekzandruggen, die oorspronkelijk begroeid waren met bos en heide.

Deze kaart van 1877 laat  goed de Ring zien.
Het was, zoals je op de kaart van 1877 kunt zien, niet het enige ven op de Loozerheide. Op de oude kaart is ook goed te zien dat het ven eigenlijk bestond uit meerdere plassen, die in een kring (of ring) lagen.
Vandaar de naam Ringselven.

Toen eind 19e eeuw de Zinkfabriek er werd gevestigd, is het Ringselven doorsneden door een dijk, waar de Havenweg en een spoorlijn over lopen. Dat was nodig vanwege de aanvoer van grondstoffen en betere bereikbaarheid. Daardoor is het ven in drieën gesplitst. In Dorplein praat men van Eerste - en Tweede Peel (of Zwempeel en Vispeel) en de Klaarvijver (tegenwoordig Ringselven-Oost genoemd).
Het gebied heeft, zeker tegenwoordig, voor de eigen bevolking een belangrijke recreatieve functie. De locatie was vooral in vroegere jaren een geliefde zwemplas en is ook nu nog een prima visplek.

Op onderstaand kaartje (mbv google maps) heb ik aangegeven waar de vis- vijver, koelwatervijver en de klaarvijver liggen. De koelwatervijver krijgt zijn water via de visvijver en de Klaarvijver werd/wordt? gebruikt om het vervuilde koelwater te laten bezinken, voordat het in de Tungelroyse beek werd/wordt geloosd. Vandaar die naam. De oude Klaarvijver wordt nu door Nyrstar Ringselven-Oost genoemd.
kaartje van het Ringselvengebied anno 2012.
Het Ringselven is al lange tijd in erfpacht bij Natuurmonumenten. Het is één van de 26.000 (!) beschermde gebieden in het grote Natura 2000 netwerk; een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie. Het toegewezen gebied is Weerter- en Budeler Bergen en Ringselven. Daartussen liggen de Boshoverheide en de onlangs verkregen zogenaamde Nyrstargronden op de Loozerheide.  Ook het Weerterbos en de Kruispeel met Laurabossen horen bij dit Natura 2000 gebied. Het Natura 2000 netwerk moet de hoeksteen van het beleid van de EU voor behoud en herstel van biodiversiteit vormen en is niet enkel ter bescherming van gebieden (habitats), maar draagt ook bij aan soortenbescherming.
Het uiteindelijke streven is om van het grensoverschrijdende Kempen~Broek één aaneengesloten gebied te maken en het Natura 2000 netwerk met het Ringselven is hierin een onmisbare schakel.

Op onderstaande historische kaart van 1840-1850 kaart is het huidige Natura 2000 gebied aangegeven. Op deze kaart is het zogenaamde "Eiland van Weert" nog heel goed te zien; zoals je kunt zien, werd Weert toen nog nagenoeg geheel door woeste natuurgebieden omringd.  In het noord- oosten  bevinden zich  ook nog o.a. (hier niet zichtbaar) de Groote Peel, Moeselpeel, Roukespeel, Roeventerpeel, Sarsven en de Banen. Je zult ook op deze kaart tevergeefs zoeken naar de Tungelroyse beek, want die was daar toen nog niet...

historische kaart van 1840 met het huidige Natura 2000 gebied.

Dorplein

Het Brabantse Budel-Dorplein past helemaal in het plaatje van natuur rond Weert. Ruim honderd jaar geleden bestond het dorp niet eens en was het een onvruchtbaar gebied, met moeras, heide en vennen.In het Kempen~Broekgebied, waar het deel van gaat uitmaken, ligt het tussen de Hoort, de Boshover- en Loozerheide en de Laurabossen aan de andere kant van de Zuid-Willemsvaart.

Landgoed de "Warande" gebouwd in 1926 door André Dor, is nu een rijksmonument
Budel-Dorplein is pas ontstaan nadat de fabrikantenfamilie Dor en Francois Sepulchre een zinkfabriek bouwden in het vennengebied tussen Budel en Weert. Ze wilden een zinkfabriek stichten in de omgeving van Luik,maar kregen daar geen toestemming voor en zochten toen hun heil in Nederland.

Woonhuis van Dor in Weert. Het latere Hotel Juliana, nu Hostellerie Munten
In eerste instantie vestigde de familie Dor zich in Weert. Ze woonden in het voormalige pand van de burgemeestersfamilie Coenen aan de toenmalige Wilhelminawal (nu hostellerie Munten). Maar ook in Weert kregen ze geen toestemming om een  fabriek te bouwen.  In juli 1892 kochten zij daarom van de gemeente Budel (toen nog een agrarische gemeenschap met weinig economisch perspectief), ongeveer 628 hectare grond. Later is dat terrein uitgebreid tot ruim 900 ha..


Het uitgestrekte gebied werd in de volksmond de "Aauw Heij" genoemd. Zo'n locatie was gunstig, want men had in die tijd een groot "uitwaaigebied" nodig, omdat de zinkproductie met veel rook gepaard ging.  Een ander argument  voor "La Société Anonyme des Zincs de la Campine Dorplein",  was de nabijheid van de spoorverbinding  Antwerpen - Duits Ruhrgebied (IJzeren Rijn) en de Zuid-Willemsvaart. Deze spoor- en waterweg vormden een onmisbare schakel voor de aanvoer van bouwmateriaal, zinkerts en kolen en de afvoer van grondstoffen het zink. Een derde argument was de aanwezigheid van goedkope grond en arbeiders. En tot slot (en niet de minst belangrijke), was er de aanwezigheid van veel water. Voor een zinkfabriek is namelijk voldoende koelwater van wezenlijk belang en  het Ringselven kon hier prima in voorzien. De aanvoer van dat water, dat indirect via de Hamonterbeek van de Maas komt, vindt grotendeels plaats via het zogenaamde "Luuëpke" vanuit natuurgebied de Hoort.

De eerste bewoners waren Waalse arbeiders, die vakkennis en ervaring meebrachten en daarom vooral functies in het middenkader kregen. Tot in de jaren 50 was Frans ook de voertaal onder de notabelen en directie. De arbeiders hadden het aanvankelijk niet gemakkelijk, aangezien de meeste voorzieningen nog gebouwd moesten worden en ze de taal niet spraken. Geleidelijk aan werden er voorzieningen gebouwd. De arbeiderskolonie was in alle opzichten afhankelijk van de Budelse zinkfabriek. Het bedrijf was paternalistisch (het bepaalde wat er in het dorp gebeurde), wat zijn goede en slechte kanten had, en de nederzetting lag afgelegen.



Het oude "Prisonneke"
De stijl en architectuur van de gebouwen is sterk geïnspireerd op architectuur zoals die voorkomt in de Belgische Borinage. Alles gebouwd in rode baksteen volgens de Waalse stijl en met zijn typisch wijze waarop de dakpannen zijn gelegd.

De huizen voor de arbeiders en voorzieningen, zoals kerk en school werden in de nabije omgeving van de fabriek gebouwd. Het dorp had zijn eigen veldwachter ("de Gard") en er was zelfs een gevangenis; het "Prisonneke". Binnenkort begint men met de restauratie van dit bijzonder gebouwtje, dat aan de Theo Stevenslaan ligt. Theo Stevens was een jonge verzetsstrijder uit Dorplein, die op het eind van de Tweede Wereldoorlog met nog een paar andere jongemannen werd gefusilleerd door de Duitsers. Een bijzonder overblijfsel uit de tijd van de Dors is de doorlopende huisnummering. Iets unieks in Nederland. In april 2011 is deze fabrieksnederzetting met de natuurlijke omgeving aangewezen als beschermd dorpsgezicht.Op de site www.historiekzm.nl kun je meer over de historie van de zinkfabriek vinden.

Bij Budel-Dorplein ligt de Loozerheide. Een deel van dat natuurgebied aan Limburgse kant, is onlangs door Nyrstar (sinds 2007 de eigenaar van de zinkfabriek),  aan Ark en Natuurmonumenten overgedragen. Een paar akkers, weilanden en bospercelen (eigendom van particulieren), moet door grondaankoop of grondruil nog eigendom worden.  Het gebied wordt begraasd door Maremmana runderen en Exmoor ponys. Inclusief het Ringselven en de Hoort, maakt de Loozerheide deel uit van het grensoverschrijdende natuurpark Kempen-Broek.

Er zijn een paar mooie wandelroutes uitgezet, die starten bij gemeenschapscentrum "de Schakel".

Er is een "natuurwandeling" (3,5 km.) en een "cultuurwandeling" (7 km.) die gecombineerd kunnen worden tot één wandeling van ongeveer 10 km.

Augustus 2014: De restauratie van het Prisonneke is voltooid.
Alles ziet er keurig verzorgd uit, maar het nostalgische effect, het authentieke van het Prisonneke zoals op de andere foto, ontbreekt in mijn ogen. Het heeft mogelijk ook met de aankleding van de directe omgeving te maken, die saai is ingericht.

Een bord bij het gebouwtje geeft meer duidelijkheid in de historie van het Prisonneke.

dinsdag 20 november 2012

Nyrstar gronden


Aan de Limburgse kant van de natuurgronden van zinkfabriek Nyrstar in Budel-Dorplein, ligt een grotendeels uit heide, bossen en graslanden bestaand gebied, dat in 2012 aan Ark en Natuurmonumenten is overgedragen. Het betreft de Loozerheide.
Nyrstar is een multinational die de zinkfabriek in 2007 overnam. Zij hebben voor de ontwikkeling van het Duurzaam Industrieterrein Cranendonck (DIC) een natuurcompensatieverplichting opgelegd gekregen. Doelstelling is namelijk dat het DIC een industriepark wordt dat toekomstbestendig is voor natuur, mens en milieu. De gronden werden dus zeker niet zomaar door Nyrstar overgedragen.

Het is een gebied waar ik nog nooit geweest ben, omdat het grootste deel altijd verboden terrein is geweest en dat ik nu eindelijk na ruim 60 jaar eens kan bezoeken. Het is een genot om daar rond te kunnen struinen. Hoe zal het er over een aantal jaren uit zien? Men wil daar het waterpeil herstellen en een waterbuffer creëren dat de omgeving ten dienste kan zijn tijdens droge zomers. Zodoende vernatten de gebieden en krijgt bosgroei minder kans.

Behalve naaldbossen vind je er heidegebied en landbouwgronden die (nog deels) in particulier bezit zijn. Inmiddels waren er al enkele landbouwpercelen aangekocht en zie je wat er gebeurt als men de natuur zijn gang laat gaan; de akkers veranderen in kruidenrijke landschappen.
Op het moment dat ik er was, groeiden en bloeiden er vooral Jacobskruiskruid en verschillende cypresgrassen zoals bies, zegge en galigaan.
Vooral de galigaan (Cladium mariscus) is interessant voor dit gebied, want de soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als vrij zeldzaam vermeld.

Blogarchief