Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label brede wespenorchis. Alle posts tonen
Posts tonen met het label brede wespenorchis. Alle posts tonen

maandag 21 juli 2014

Brede wespenorchis

In mijn vorige blog over het Koorsven, vertelde ik dat de kleine plas aan het oog onttrokken wordt door een hoge en dichte bosschage, waar met name vanwege de ruige ondergrond met braam, hop en brandnetel bijna niet doorheen te komen is.

Het was dan ook opmerkelijk dat ik er verschillende forse in bloei staande breedbladige - of brede wespenorchissen tussen de begroeiing aantrof. De brede wespenorchis vind je op beschaduwde plaatsen in bossen en kreupelhout, met onbewerkte en onbemeste, goed doorluchte, humeuze grond.
Hoewel je het niet zou verwachten, zijn deze voorwaarden blijkbaar toch bij het Koorsven aanwezig.

Als je bedenkt dat er ook nog eens bepaalde bodemschimmels in de grond aanwezig moeten zijn om het zaadje te kunnen laten kiemen en tot wasdom te laten komen(symbiose), is het toch een duizendste tref, dat je deze plant bij het Koorsven aantreft. De zaadjes kun je niet eens zien, want ze zijn als stof zo klein.
De natuur blijft me, wat dat betreft, verrassen.
Eenmaal aanwezig, kan de plant zich vaak uitbundig verder verspreiden door het uitgebreide wortelstelsel.

De brede wespenorchis is met zijn kleine bloemen een weinig opvallende, weinig kleurrijke verschijning.
Als je de moeite neemt ze eens goed te bekijken, zie je echter hoe mooi ze is.

De bloemkleur varieert nogal. Sommigen zijn geheel groen, andere hebben een hoofdkleur rood, wit of geel of hebben een ingewikkelde gemêleerde kleuring met rood, lila, wit, bruin en groen.
Het 'brede' slaat op de bladeren, die een stuk breder zijn dan de andere soorten uit het geslacht.

Foto van 30 mei in de kanaalzone aan de Kempenweg
In het begin van het bloeiseizoen is de bloemstengel aan de top omgebogen en bij optimale omstandigheden kan hij een uiteindelijke hoogte van wel 80 cm bereiken.

Foto van 16 juli in de kanaalzone aan de Loozerweg
Het kan wel een jaar of drie duren voor je kunt zien dat er een orchideeënplant aan het komen is en nog meerdere jaren voor de plant voor het eerst tot bloei komt. De schimmels zijn gevoelig voor verandering en verstoring. Vervuiling, in de grond wroeten en kunstmest kunnen alles dan ook bederven. Het zou toch jammer zijn als dat hier ook zou gebeuren, want hoewel het in Nederland de meest voorkomende soort is, zie je ze hier niet zo vaak. Of misschien beter: ze zijn er wel, maar ze vallen niet zo op.

De brede wespenorchis is aangewezen op bestuiving door (de gewone en Duitse) wespen, wat meteen ook zijn naam verklaart. De nectar schijnt gemakkelijk te fermenteren en daardoor lichtjes alcoholisch te zijn. Het gevolg hiervan is, dat de wespen als het ware gedrogeerd raken en met plezier terugkomen naar de plant.

dinsdag 15 juli 2014

Koorsven

Recreatiegebied de IJzerenman ligt globaal tussen de Zuid-Willemsvaart (noorden), de stadsrand van Weert in het oosten, de Diesterbaan (zuiden) en de Herevennenweg aan de westkant.
Behalve de Grote- en Kleine IJzerenman liggen in het gebied nog enkele vennen, zoals het Geurtsven, Eendenven en Zwanenven. Minder bekend is het Koorsven, dat ten zuiden van de Grote IJzerenman in het gedeelte met landbouwgronden ligt. Om precies te zijn tussen de Koorsvenweg en Natuurcamping Wega.

Huidige waterhuishouding IJzerenmangebied
Tot 1850 was het IJzerenmangebied een stuifzand- gebied met hei, moeras en vennen.
Gaandeweg werden stukken daarna beplant met productiehout (voornamelijk dennen).
De grote plas is ontstaan tussen 1910-1913. Het zand is gebruikt voor het maken van de spoordijk Eindhoven-Weert. Alle ‘beken’ en watergangen door het gebied zijn door de mens gegraven, om in eerste instantie de stad en daarna de vennen, plassen en het achterliggende (landbouw)gebied steeds van voldoende water te voorzien.

Omdat bij lage grondwaterstanden de plassen en vennen deels of soms zelfs helemaal droog vielen, is een waterinlaattraject gemaakt, dat water uit de Zuid-Willemsvaart aan- voerde naar het IJzerenmangebied. Het inlaatwater werd gebruikt om de vennen op peil te houden en beken zoals de Meilossing/Weteringbeek in het achterliggende landbouwgebied van water te voorzien.

Weteringbeek bij het Hertenkamp
De Weteringbeek stroomt vanaf het Geurtsven onderlangs Hertenkamp en IJzeren Man richting Meilossing.
(* mei= mede of made en betekent weiland).  Hier watert de beek af op de Meilossing, die zijn oorsprong vindt aan de Kruisbergerweg.
De Meilossing stroomt via de Molsbeereberg door Altweerterheide en watert af op de Dijkerpeelbeek.

Voeding Weteringbeek richting Geurtsven
Door inlaat van kanaalwater, dat rijk is aan voedingstoffen (o.a. stikstof en fosfor), liet de waterkwaliteit in de vennen en plassen steeds meer te wensen over en om dit te beëindigen, is men ongeveer 10 jaar geleden begonnen met het aanpassen van de waterhuishouding; het Eendenven, het Geurtsven en het Zwanenven zijn “autonoom” gemaakt door de aftakkingen vanuit de Weteringbeek en alle onderlinge verbindingen af te sluiten. Het water in de vennen is dus grondwater en regen- water. Als het waterpeil in de vennen te sterk daalt, kan men per ven water inlaten. Ik vraag me af, of het inlaten van het minder voedselrijke water van de CZW (het Blauwe meertje) misschien een optie is?

Ook het Koorsven is afgesloten van de aanvoer van water door een aftakking van de Weteringbeek.  Koor(t)s is afgeleid van het Germaanse * hrîdan , wat rillen of beven betekent. Dit zou er op kunnen wijzen dat het ven vroeger in een gebied lag met een onstabiele en drassige bodem.

Geleidelijke verlanding van de waterloop tussen de Natuurcamping en het Koorsven
Waterloop met rechts het Koorsven en links de natuurcamping
Door de ingreep heeft de watergang tussen Natuurcamping en Koorsven nu geen doorvoerfunctie meer en is als primaire watergang vervallen. Je ziet dan ook dat de waterloop daar langzaam aan het verlanden is.
Het ven is uitgebaggerd en wordt zo voorzien van gebiedseigen grondwater en regenwater.
Het is nu bedoeld als amfibiepoel.

Koorsven achter het maisveld, gezien vanaf de Voorhoeveweg
Koorsven geheel omgeven door een dichte bosschage en mais
Blijkbaar heeft men de grond waarop het ven zich bevindt om de een of andere reden (nog) niet kunnen aankopen. Deze grond wordt al jaren gebruikt om mais of aardappelen op te planten. Niet erg bevorderlijk voor een goede ontwikkeling van het ven. Zeker als je bedenkt dat voor deze gewassen vaak gespoten wordt.

Er is bijna geen doorkomen aan
Het ven is nagenoeg onbereikbaar vanwege de brede rietkraag
Het perceel met het ven is afgemaakt met prikkeldraad en men heeft er beplanting om aangebracht. Het zijn voornamelijk berken en populieren, maar ook groeit er o.a. grauwe wilg, vuilboom en meidoorn. Terwijl het ven voorheen in een weiland lag en met name gebruikt werd als drinkplaats voor het vee, ligt het nu midden in een maisveld en is helemaal aan het oog onttrokken door de hoge en dichte bosschage. Vanwege de ruige begroeiing met braam, hop en brandnetel is er bijna geen doorkomen aan.
Dit alles is niet erg bevorderlijk voor een goede ontwikkeling van het kleine Koorsven.

Het is des te opmerkelijker, dat ik er toch nog verschillende forse in bloei staande breedbladige - of brede wespenorchissen tussen de begroeiing aantrof. In een volgende blog wil ik hier wat meer over vertellen.

In het “Uitvoeringsplan waterplan IJzeren Man" (2004) wordt vermeld dat de begroeiing in het “ven” in 2003 bestond uit onder andere ridderzuring, cyperzegge, tandzaad, pitrus, perzikkruid, lisdodde, bitterzoet, riet, vergeet-mij-nietje en biezen. Door de laatste ingreep is de oever nu voornamelijk begroeid met riet en zie je hier en daar nog wat cyperzegge, mattenbies, zuring en in het water wat plukjes drijvend fonteinkruid.

Er zitten kikkers in, wat hier en daar merkbaar is aan het geplons, maar het is zeker geen “kikkerparadijsje”. Er is mijns inziens door deze ingreep eerder sprake van een verarming dan verrijking.

Om het ven voor de mens, de flora en fauna aantrekkelijker te maken, moet in de eerste plaats de grond er omheen aangekocht en opnieuw ingericht worden en het nodige gedaan moeten worden aan de onaantrekkelijke beplanting om de plas.

Blogarchief