Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label dood doet leven. Alle posts tonen
Posts tonen met het label dood doet leven. Alle posts tonen

maandag 28 januari 2013

Struintocht naar kadavers.

In mijn blog “dood doet leven” van dinsdag 18 december, heb ik al verteld over de belangrijke functie van kadavers in de natuur. Daar hoef ik dus verder niets meer aan toe te voegen, ware het niet dat er helaas amper grote kadavers te vinden zijn in onze natuurgebieden. Meer regels, het opruimen van wilde aangereden dieren, vrees voor het ontstaan van ziekten en onze afkeer van “dood” hebben geleid tot een kwijnend bestaan van de “opruimploegen in de natuur”. Op de poster, die ik op de blog van 18 december heb geplaatst, kun je zien hoeveel dieren profiteren van kadavers en er zelfs van afhankelijk zijn.


Met het project “dood doet leven" laten Ark Natuurontwikkeling en andere natuurinstanties (ook Belgische) ons dit belang zien en ze doen er dan ook alles aan om dit tij te keren en dode dieren in de natuur tot de gewoonste zaak van de wereld te maken. Zo worden regelmatig in grote natuurgebieden, dus ook in Kempen-Broek, aangereden wilde dieren terug gebracht.
Struintochten en media-aandacht, zoals het vastleggen met camera zodat iedereen op internet mee kan kijken, zorgen ervoor dat het interessante verhaal van "recycling in de natuur" verteld wordt.

Gisteren heeft Ark over dit thema een excursie gehouden in Kempen-Broek. Om precies te zijn: bij de Graus en Stramprooierbroek. Interessant genoeg voor mij en ca. 20 anderen om hier aan deel te nemen. Dat gisteren ook nog eens de dooi inzette was eigenlijk wel gunstig, want de kadavers waren de afgelopen weken vanwege de vorst en de sneeuw niet te zien (en te ruiken). Ook niet voor de aaseters. Het was even doorbijten, maar uiteindelijk deerde de regen en modder niet, want “slecht weer bestaat niet, slechte kleding wel” (zoals een Ark-medewerker altijd zegt). Dus dik gekleed en met de laarzen aan gingen we om half 2 op pad onder leiding van Bart en Gaby. Deze twee wisten veel interessants en boeiends te vertellen. Een goed initiatief van Ark.

Als eerste gingen we naar de Graus, waar de das (die ik op 18 december op de blog heb geplaatst!!) er nog zo goed als onaangetast lag. Ook al wilden ze, wat kunnen de (kleinere) aaseters met zo’n diepvriesproduct… Daar zal na het doorzetten van de dooi wel snel verandering in komen. Een stukje verder lag een boommarter, die wel al gevonden was door een dier; hij miste namelijk een oog. Waarschijnlijk volgens Bart een bezoekje van een kraai of buizerd, want deze weke delen worden altijd het eerst aangevreten/uitgepikt.



Daarna gingen we naar het Stramprooierbroek, naar een plek waar men vorige week (?) een ree heeft neergelegd. Dit was echter (nog steeds) niet aangevreten. Een stuk verder (in de Houtbroek), lag een ree dat daar al voor de vorst en sneeuw was neergelegd en daar was nagenoeg niets meer van over. Op de foto's is dat maar al te goed te zien. Bart en Gaby wisten hier weer veel boeiends over te vertellen en wezen verder o.a. op sporen van bezoekende aaseters.
Bij dit dier is een camera opgesteld, waar binnenkort beelden van op de site Dooddoetleven worden geplaatst. Daar zijn ook archiefbeelden op te vinden.

Na afloop werd in brasserie het Vosseven een kop koffie aangeboden en Gaby had, voor wie wilde, voor wat gevriesdroogde meelwormen gezorgd.
Deze boeiende, interessante en leerzame middag werd afgesloten om 16:30 uur. Een bedankje aan Bart en Gaby is wel op zijn plaats; dit waren medewerkers van Ark en Natuurmonumenten die wisten waar ze het over hadden.








Voor degenen die dit ook eens van dichtbij willen bekijken, plaats ik er dit plattegrondje bij.
De witte kruisjes geven aan waar de dieren liggen.
En denk er aan: NIET AANRAKEN....

dinsdag 18 december 2012

Dood doet leven

Terwijl jaren geleden het idee overheerste dat de bossen er mooi opgeschoond bij moesten liggen, is deze tendens gelukkig aan het veranderen. Een opgeruimd bos “leeft” namelijk niet. De terugkeer van dood hout in onze natuur levert veel op: er is niet alleen meer beschutting, maar ook spechten, kevers, mossen, schimmels en nog veel meer dieren en planten profiteren, want het maakt deel uit van een voedselketen.
Er is zo veel meer te zien om van te genieten en onze natuurbeleving neemt toe.

Dode dieren zijn minstens zo belangrijk, maar zijn (helaas) nog geen algemeen gedachtegoed. Het laten liggen van grote dode dieren in de natuur is (nog) ongebruikelijk in Nederland. Mensen ervaren bij het zien en ruiken van een dood dier een heftige reactie. Bah…
Vaak maakt de eerst gevoelde afkeer echter even later plaats voor belangstelling en fascinatie. Er is ook zo veel te zien, want de aasetergemeenschap is best wel groot en divers.

Poster “Kadaverfauna”, getekend door Jeroen Helmer/ARK
Dode dieren zijn onmisbaar in de natuur. Een dood dier vervult de functie van een druk bezocht “restaurant”, waar honderden andere dieren aanschuiven. Imposante soorten zoals raaf, vos of gier, maar ook kleiner grut zoals aaskevers, vliegen en kledingmotjes. Kadavers vormen daarmee de laatste schakel in een ingenieuze voedselketen. De dood van het ene dier, betekent het (over)leven voor een ander. Kijk maar eens op deze poster “Kadaverfauna”.

In het project ‘Dood doet Leven’ wordt getracht om dode dieren, klein én groot, weer een plek te geven in onze natuur. Dit wordt mogelijk gemaakt door steun van de Provincie Limburg en de samenwerking van verschillende Nederlandse- en Vlaamse natuurorganisaties. In de blog "struintocht naar kadavers" vertel ik hier wat meer over.

Met die terugkeer kan een einde komen aan het magere bestaan dat de kadaverfauna leidt. Bij gebrek aan grote kadavers zijn waarschijnlijk de rode wouw, zwarte wouw en raaf uit ons land vertrokken en vermoedelijk eerder ook al de (monniks)gier. Om de belangstelling van grote aaseters te wekken, is een continue aanwezigheid van grote kadavers (o.a. ree, das, wild zwijn, beverrat) nodig. Dit is soms lastig.

Er wordt in het project gekozen voor gezonde dieren die zijn aangereden en door bevoegde personen worden gekeurd. De dode dieren vormen dus geen gevaar voor de gezondheid van omwonenden of omringende dieren. Vervelende, door dieren overgedragen ziektes, worden trouwens meestal door levende dieren overgedragen.

De dode dieren, die er worden neergelegd, liggen op plaatsen buiten de gangbare paden.
Zo heeft men, net voordat de eerste sneeuw viel, bij de Graus, in het Wijffelterbroek, een dode das neergelegd. Mocht je willen kijken, dan is niet aanraken en afstand houden het advies. Het afbraakproces wordt er dag en nacht gefilmd. Live-beelden zijn te zien op de site van Dooddoetleven.


Grotere kaart weergeven

Blogarchief