Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label gele stekelzwam. Alle posts tonen
Posts tonen met het label gele stekelzwam. Alle posts tonen

maandag 25 september 2023

Herfst 2023.......Paddenstoelentijd deel 1: Stekelzwammen

 Vandaag mijn eerste post van dit jaar over paddenstoelen. Mijn eerste waarnemingen zijn al van begin augustus. Het was een veelbelovend begin, maar in september zijn die door de aanhoudende droogte weer wat tegengevallen. Na de regen die ongetwijfeld gaat vallen zal dat beter worden. Toch heb ik al voldoende nieuwe soorten  gevonden waar iets over te vertellen valt. Deze post gaat echter alleen over stekelzwammen.

Gele stekelzwam
In 2018 heb ik in paddenstoelentijd deel 4 al iets verteld over deze GELE STEKELZWAM.  
Van bovenaf gezien behoren stekelzwammen niet bepaald tot moeders mooiste. Meestal zijn het stevige, bobbelige vruchtlichamen die, dicht tegen de grond aangedrukt zijn en vaak met elkaar vergroeid zijn  waardoor ze iets weg hebben van "mislukte elfenbankjes". 
Gele stekelzwam
Hoewel ze soms wel iets kunnen vergroeien, geldt dat laatste niet voor deze Gele stekelzwam. Deze wordt trouwens, zoals je hier kunt zien, vaak aangevreten door slakken. Wat stekelzwammen aan schoonheid missen, winnen ze echter weer aan belang als milieu-indicatoren. Tot in de eerste helft van de vorige eeuw werden stekelzwammen regelmatig aangetroffen in grote delen van ons land. Geleidelijk aan namen toen de aantallen waarnemingen af, en sinds de jaren ’70 zijn alle soorten uit deze groep uitgesproken zeldzaam geworden. Veertig jaar geleden zag het er zelfs naar uit dat ze helemaal uit Nederland zouden verdwijnen. Ze zijn dan ook massaal op de Rode Lijst beland, en ook in de nieuwste versie van 2008, worden al onze stekelzwammen nog als bedreigde paddenstoelen beschouwd. Ze kunnen namelijk heel slecht tegen de grote hoeveelheid stikstof die via de atmosfeer op ons neerdaalt. Wat dat betreft zit het dus op de Lozerheide wel snor met de stikstof.

Er zijn echter lichtpuntjes; zolang zij nog in Nederland willen groeien, is onze vergraste en verbraamde natuur nog niet helemaal verloren. Ook al zijn vrijwel alle soorten die in symbiose groeien met Grove den uitgestorven als gevolg van hun grote gevoeligheid voor stikstof, de ca. dertien soorten die samen met loofbomen groeien, kunnen oplettende paddenstoelenliefhebbers in ons land nog altijd tegenkomen.
En dat is wat mij onlangs overkwam. Bij mijn eerste "paddenstoelentocht" vond ik in een oude laan met Amerikaanse eiken op de Lozerheide, zomaar 3 verschillende soorten dicht bij elkaar. Stekelzwammen doen het vooral onder Amerikaanse eiken goed,  omdat de grote bladeren van deze boomsoort  waarschijnlijk makkelijk wegwaaien en daarmee ook niet aan voedselophoping in de plaatselijke bodem bijdragen.
De soorten die ik vond waren: de GEZONEERDE- de BLAUWVOET- en de FLUWELIGE STEKELZWAM. 
Gezoneerde stekelzwam
De GEZONEERDE STEKELZWAM (Hydnellum concrescens) is een schimmel die voor komt op zand en humusarme gronden en ectomycorrhiza vormt met eiken. Het woord mycorrhiza is afgeleid van het Griekse mukès dat zwam betekent, en rhiza dat wortel beduidt. Mycorrhiza is een samenlevingsvorm van schimmels en planten via de wortels. Planten leven ondergronds in symbiose met schimmels. Werken er dus mee samen. De schimmels absorberen bijvoorbeeld mineralen uit de bodem die ze vervolgens afstaan aan een plant, in ruil daarvoor krijgen ze suikers terug voor hun eigen voeding. Dit verschijnsel komt onder andere voor bij bomen als eiken, dennen en berken. De schimmeldraden groeien alleen om de buitenkant van de plantenwortel heen. Ze dringen dus niet door in de cellen van het schorsweefsel van de plantenwortel.

Op deze foto is ook goed te zien dat deze paddenstoel om takjes, mos. grassprieten e.d. heen groeit. Dus niet (zoals je misschien zou verwachten) dat die dóór de paddenstoel zijn gegroeid, maar dat de zwam er omheen  groeit. Dat zie je overigens ook vaak bij andere soorten.
Na jaren van achteruitgang is de Gezoneerde stekelzwam weer vaker te vinden in met eiken beplante schrale wegbermen en lanen Wellicht verdwijnt de soort zelfs van de Rode Lijst. Het is een nogal compacte zwam waarbij de hoeden op korte stelen staan, vaak in grote aantallen bij elkaar die dan ook nog eens met elkaar vergroeien, waardoor plakkaten ontstaan. 
De bovenkant van de hoed is roodbruin, met concentrische donkere zonering. De hoed is ook onregelmatig van structuur, met allerlei richels, kammen en uitstulpingen. 
Onderop zitten de stekels, die in dit geval hoogstens een paar millimeter lang zijn. Ze zijn bruinig met wittige topjes waar een bruin sporenpoeder vanaf komt.

blauwvoetstekelzwam
De BLAUWVOETSTEKELZWAM (Hydnellum scabrosum) is, zoals je ziet, niet moeders mooiste. Het is een mycorrhizasymbiont van eik en beuk. Hij komt voor in loofbossen op zeer voedsel- en humusarme zandgrond en in zeer schrale wegbermen bij oude bomen. De hoed heeft een diameter 3 tot 10 cm, en heeft een onregelmatig ronde vorm. Het oppervlak is aanvankelijk viltig, vuilgeel, later roodbruin, paarsbruin en bedekt met donkere schubben. Ze zijn dik in het midden van de hoed, fijn en dicht bij de rand. 
De steel heeft een lengte tot 10 cm, dikte tot 3,5 cm, cilindrisch of naar de basis toe smaller wordend. Het oppervlak is in de lengterichting fijn geschubd, bruin tot donkerbruin van kleur, met een grijsgroene, blauwgroene basis, bedekt met witachtig mycelium. 
Het vlees is grijsachtig, lichtroze, en heeft een bittere smaak en een niet erg aangename geur. Hoewel hij in Nederland vrij algemeen voor komt, staat hij op de rode lijst in de categorie "kwetsbaar".

fluwelige stekelzwam
In de tweede helft van de vorige eeuw is de FLUWELIGE STEKELZWAM (Hydnellum spongiosipes) door de stijging van de stikstofdepositie sterker achteruitgegaan dan bijvoorbeeld de Gezoneerde- en Blauwvoetstekelzwam en hij heeft zich ook minder goed hersteld. Zeer zeldzaam dus. 

Deze stekelzwam krijgt een doorsnee van zo’n 10 cm. Is eerst wit, maar wordt al snel licht geelbruin of vleeskleurig met een duidelijk viltig/fluwelig oppervlak. Bij druk krijgen ze roodbruine vlekken zoals je goed op de volgende foto kunt zien. Ze zijn egaal van kleur, ook als ze uiteindelijk kaneel- tot roodbruin verkleuren. Het oppervlak is wel vaak bobbelig ruw, maar niet gezoneerd, of voorzien van radiale richels, zoals je bij de  Gezoneerde stekelzwam kunt zien.
De vruchtlichamen zijn ook “lomper” van bouw en zijn hooguit met enkele hoeden onderling vergroeid. De geur is melig en de smaak is mild, dit in tegenstelling tot de Scherpe stekelzwam (Hydnellum compactum) die er wel wat op kan lijken, maar die ik nog nooit gevonden heb. 
Uiteraard heeft hij ook stekels, maar die kan ik niet laten zien, aangezien er maar 2 exemplaren stonden. Ik heb ze niet geplukt, want het zijn tenslotte zeer zeldzame zwammen en die kun je beter zo laten staan.

zondag 11 november 2018

Herfst 2018.......Paddenstoelentijd deel 4: Van alles wat

Ik vind vooral de kleine zwammetjes intrigerend. Zo klein en toch helemaal af.... Soms moet je echter wat geluk hebben om ze te vinden. Dat geldt bijvoorbeeld zeker voor dit onopvallend zwammetje hieronder.

Vorige week startten we met de paddenstoelengroep op het voormalige Ambonezenkamp in de Tungelerwallen en vonden we enkele exemplaren. Toen ik er informatie over zocht op het internet, stond ik versteld hoe vernuftig dit zwammetje zich niet IN, maar UIT de nesten weet te werken……………….

Bleek nestzwammetje
Dit bijzonder zwammetje wordt het BLEEK NESTZWAMMETJE (Cyathus olla) genoemd. Het lijkt me duidelijk waarom het zo genoemd wordt. Het vruchtlichaam is al heel bijzonder, maar nog mooier zijn de details, die je waarneemt als je dit zwammetje van dichtbij bekijkt. Het vruchtlichaampje is slechts 1 tot 1,5 cm hoog en kan tot 1,3 cm breed worden.

Bleek nestzwammetje
In eerste instantie is het bekertje geel vlokkerig en nog bedekt met een vliezig dekseltje. Daarna wordt het kaal en bruinachtig tot geelachtig grijsbruin. Als het openklapt vind je op de bodem zilvergrijze tot bruine eivormige lichaampjes (peridiolen) die als eitjes in een nestje liggen.

Deze “eitjes” zijn schijfjes van ongeveer 2,5 mm. Ze zitten eerst door middel van een wit draadje aan de bodem van het bekertje of aan elkaar vast. Later raken ze los en als het gaat regenen, worden ze er door regendruppels, die tijdens een regenbui in het bekertje terecht komen, als het ware uit geslingerd.
De eitjes met daarin de sporen hebben een stevig omhulsel. Die verstuiven later zoals bij stuifzwammen.

Bleek  nestzwammetje
Het is een vrij algemene verschijning die in groepjes, vaak in een groot aantal, op de grond in bossen en tuinen voor komt. Vanwege het geringe formaat (let eens op de grassprietjes!) heb ik ze nooit eerder opgemerkt, tot nou. Het is een echte saprofiet; hij zet organisch materiaal om in voedingsstoffen. Het is een echte opruimer dus.

Gewone Botercollybia

Gewone Botercollybia
Gewone Boterrcollybia
Dit jaar zagen we in verhouding met andere soorten  “dankzij” het droge weer niet zo veel plaatjeszwammen en die er nu nog zijn, verdwijnen zo stilletjesaan nu de nachten  kouder worden. Paddenstoelen  bestaan voor een groot deel uit water en kunnen daar niet zo goed tegen. De BOTERCOLLYBIA houdt het echter iets langer vol. Je vindt hem nu dan ook nog in zowel loof- als naaldbossen, meestal op zure, zanderige bodems. De soort is sterk hygrofaan, wat inhoudt dat de hoedkleur sterk kan verschillen in vochtige of droge toestand.

Roodbruine botercollybia
De kleur varieert van donkerbruin tot oranjebruin naar geelwit.  De variëteit asema (met een lichtere hoed) wordt ook wel aangeduid als GEWONE BOTERCOLLYBIA, de variëteit butyracea (met een donkerder hoed) als ROODBRUINE BOTERCOLLYBIA. De hoed is vaak ook tweekleurig, heeft een diameter tot 7 centimeter en is eerst gewelfd en vervolgens vlak. Er blijft een opvallende umbo (het bultje) in het midden aanwezig en het oppervlak voelt, als het niet te droog is, vettig (boterachtig) aan.

Levermelkzwam
Nederland kent zo'n vijftig soorten melkzwammen. Ze worden zo genoemd omdat de lamellen een vloeistof afscheiden bij aanraking of beschadiging. Het lijkt bij de meeste melkzwammen op echte melk, omdat het wit melksap is. Soms zelfs grote witte druppels. Bij een aantal melkzwammen lijkt het op milkshake. Daar is, of wordt het melksap geel, oranje of zelfs paars. Wanneer het witte melksap van bijvoorbeeld deze LEVERMELKZWAM (Lactarius hepaticus) opdroogt wordt het geel. De smaak ervan is bitter en scherp.

De hoed van de Levermelkzwam heeft meestal een leverachtige kleur. Maar ook met een roze-, roodachtige kleur of een grijzig-kastanjebruine kleur kun je ze tegenkomen. Hij lijkt enigszins op de rossige melkzwam, maar bij de Rossige melkzwam verkleurt het melksap niet naar geel en deze paddenstoel is voornamelijk te vinden bij de berk. De Levermelkzwam tref je aan bij naaldbomen. Mooi om te weten bij het determineren. Ook de geur en smaak kunnen van belang zijn voor het bepalen van de soort.

Baardige melkzwam
De rand van de hoed van deze melkzwam is ingerold en is bedekt met een wollige en harige structuur. Leuk om te zien met behulp van een loepje of op een (uitvergrote) foto. Het is de Baardige melkzwam (Lactarius torminosus). Het is een soort die de voorkeur geeft aan zandgrond en loofbomen, met name berken en in zeldzame gevallen beuken.

Baardige melkzwam
De kleur van de hoed varieert van een bleke zalmkleurige gele kleur tot een bleek roze-oranjeactige kleur met hier en daar donkere vlekken. De diameter ligt tussen de vier en twaalf centimeter. De hoed is gewelfd tot vlak trechtervormig van vorm. Het melksap is wit en de smaak is scherp en bijtend. Een waarschuwing dus wat betreft giftigheid. De Latijnse naam voor deze melkzwam, Lactarius torminosus, betekent letterlijk vertaald: krampverwekkend!

Harslakzwam
Een spectaculaire zwam die je juist in de zomermaanden tegen komt is de WASLAKZWAM  (Ganoderma pfeifferi). Je moet deze niet verwarren met bovenstaande HARSLAKZWAM. Die vond ik op een Amerikaanse eik bij de Smeetshof in Bocholt. Je vindt hem voornamelijk op de stamvoet van levende Amerikaanse- en zomereiken en beuken, soms ook op andere loofbomen. 

Waslakzwam
Maar dit is dus een zeldzamere WASLAKZWAM. Jong is het een wit, bol kussentje dat wel wat op purschuim lijkt. Zodra het vruchtlichaam groter wordt, wordt hij platter en krijgt hij een roodbruine gladde bovenkant, met witte rand. Als hij niet blinkt moet je hem eens nat maken, dan glanst hij als een spiegel. Dat heb ik dus bij het exemplaar in Bocholt gedaan.
Ze kunnen zo'n 35 centimeter breed worden. De Waslakzwam is verder gemakkelijk te herkennen aan de harde bovenkant, die je niet kunt indrukken. Dit in tegenstelling tot de harslakzwam.

Harslakzwam?????
Deze heeft afwijkende kleuren, waardoor ik twijfel of het wel een Waslakzwam is. Zou het misschien toch een Harslakzwam zijn? Afgaande op de glans toen ik hem nat maakte en de bovenlaag die ingedrukt kon worden, lijkt het me toch de Harslakzwam. Misschien een oud exemplaar?
Denk je het te weten, dan hoor ik graag wat het dan wel is.

Weke aderzwam
De WEKE ADERZWAM (Leucogyrophana romellii) groeit als een rimpelige korst op dode takken of stronken. Meestal is alleen de rand oranje en de rest vleeskleurig of paarsbruin. Hij komt vrij veel voor en je kunt hem van september tot januari vinden. De aderzwam kan zo'n 10 centimeter groot worden en is ovaal of langwerpig van vorm. Hij groeit ook regelmatig over en door mos heen, want hij houdt van een vochtige ondergrond. Hij wordt nogal eens verward met de Oranje aderzwam, die je echter meestal op dood hout aantreft.

Prachtvlamhoed
Deze oranjegele PRACHTVLAMHOED (Gymnopilus junonius) groeit in bundels tot wel 10 exemplaren en meer. Je vindt ze op loofhout in bossen, parken en lanen. De Prachtvlamhoed wordt nogal eens verwisseld met de schubbige bundelzwam, maar we zien hem voornamelijk op boomvoeten of - stronken van beuk en eik. In werkelijkheid groeit het mycelium of zwamvlok echter op de wortels of houtrestanten in de bodem.

Prachtvlamhoed
De aanwezigheid van een ring of manchet is een ander kenmerk dat eigen is voor deze Prachtvlamhoed. Onder de ring is hij vaak bekleedt met bruine vezels en boven de ring is de steel dan weer zichtbaar glad en kaal.

Gele stekelzwam
De GELE STEKELZWAM (Hydnum repandum) is een bijzonder uitziende paddenstoel. Hij is eetbaar, maar staat in Nederland op de rode lijst. Je mag hem dus niet plukken. In Frankrijk bijvoorbeeld is hij veel minder zeldzaam en daar wordt hij dan ook volop geplukt. Hij is hier verkrijgbaar in specialiteitenwinkels en wordt daar "Pied-de-mouton" genoemd. Vertaald is dat "Schapenpootje" . Waarom hij zo wordt genoemd, kan ik niet verklaren. Pied-de-mouton klinkt in elk geval wel deftiger en smakelijker dan Gele stekelzwam, dat wel....

Gele stekelzwam
Hij heet zo omdat er zich onder de hoed geen lamellen of buisjes bevinden, maar stekeltjes, die een beetje aan de stekels van een stekelvarken doen denken. Die stekeltjes, die wel een 1/2 cm groot kunnen worden, produceren de sporen en zorgen voor een zo groot mogelijk oppervlak voor de verspreiding.

De hoed is soms vreemd onregelmatig van vorm, grillig, gewelfd en vaak naar één kant groeiend. Ook zijn de hoeden vaak met elkaar vergroeid. De hoed is roomkleurig tot dooiergeel, maar ook met bruine tinten. De paddenstoel heeft een vrij dikke steel. Je kunt hem vinden in loofbossen. Deze vond ik in het "Zwart Water", een natuurgebied ten noorden van Venlo. Het is een gevarieerd gebied rond de Venkoelen, een oude Maasmeander.

Goudgeel bundelzwammetje
Hoewel je het hier niet kunt zien, staat dit mooie groepje GOUDGELE BUNDELZWAMMETJES ( Pholiota flammans) op dood hout van naaldbomen. Hout dus dat hier onder de grond ligt; zogenaamd “verborgen” hout. In dit geval van een spar. Je vindt ze in bossen op droge tot matig vochtige zandgrond. Hij komt dus ook in onze streken voor, maar deze vond ik in het Duitse Meinweggebied in de buurt van de Dalheimer Mühle. Een prachtig natuur- en wandelgebied.

Goudgeel bundelzwammetje
De hoed is droog en evenals de steel en schubben geel, de schubben zijn afstaand en aan de rand uitstekend.
De soort wordt nogal eens verward met de Schubbige bundelzwam en de Goudvliesbundelzwam. Die hebben echter een slijmige hoed, schubben die donkerder zijn dan de hoed en ze smaken niet bitter.

Blogarchief