Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label gewone vogelmelk. Alle posts tonen
Posts tonen met het label gewone vogelmelk. Alle posts tonen

donderdag 14 mei 2015

Meimaand, bloeimaand

Mei wordt niet voor niets bloeimaand genoemd. Wie nu de natuur in gaat, ziet een veelvoud aan bloemen. De ene nog mooier dan de andere. Je moet er alleen oog voor hebben en even de moeite nemen om ze eens goed te bekijken. Ik heb er een aantal uitgelicht om ze aan jullie te laten zien.

boshyacint
De boshyacint is een plant uit de aspergefamilie. Daar zal wel een goede reden voor zijn, maar waarom dat zo is, is mij niet duidelijk. Door soorten te kruisen zijn inmiddels veel mooie cultuurvormen ontstaan. De plant die je hier ziet, is dan ook niet meer zuiver van vorm. De bloemen zijn meestal blauw, soms roze of wit.

boshyacint
Opvallend is dat de bloemen altijd naar één zijde hangen. De plant groeit prima onder bomen en kan daar prachtige violetblauwe tapijten vormen. Een prachtig voorbeeld daarvan is het ten zuiden van Brussel gelegen Hallerbos.  Hoewel de soort geschikt is voor verwildering, zaait ze zich vanwege de grote zaden slechts in de onmiddellijke omgeving. Desondanks bloeit deze plant nu massaal.

kruipend zenegroen
Het mooie van een macro is, dat je planten zoals het onooglijk kruipend zenegroen eens goed kunt bekijken en er dan achter komt hoe mooi dit 10-15 cm hoge plantje toch eigenlijk is. Vooral het 1,5 cm. grote lipbloempje vind ik bijzonder. Net alsof iemand met een groot blauw/wit kleed en een vlinder als hoofddeksel, je uitnodigt om binnen te komen...... Of dat kleine miertje linksonder, dat een bezoekje brengt aan een bloem.... Ook zie je nu goed hoe behaard deze plant is.

Door de roodbruine kleur van de bladeren weet je dit een verwilderde cultivar is. De plant komt in Nederland in het wild algemeen voor langs de waterkant en in vochtige bossen, maar je ziet hem toch meestal als bodembedekker in de tuin. De Engelse naam "Carpet bugleweed" is wat dat betreft duidelijker. Hij verwildert gemakkelijk en vermenigvuldigt zich via de uitlopers om zo hele "matten" te vormen.
Behalve door uitlopers, wordt kruipend zenegroen echter ook verspreid door mieren. Aan het zaad zit namelijk een oliehoudend aanhangsel (een zgn. mierenbroodje), waar mieren dol op zijn. Ze slepen het zaadje mee naar hun nest en onderweg blijft er uiteraard wel eens wat achter.

bonte gele dovenetel
Langs de randen van struikgewas en bosschages, en ook in loofbossen op rijke bodem of op buitengoederen is nu vaak de bonte gele dovenetel te vinden. De van nature in heel Europa voorkomende bonte gele dovenetel is sinds vele eeuwen vanwege zijn fraaie bloemkleur geliefd als stinsenplant. Natuurlijke standplaatsen in Nederland zijn echter beperkt tot de heuvelrug bij Nijmegen en Zuid-Limburg. Als je op de bladeren witte vlekken ziet, heb je te doen met verwilderde planten, die afstammen van geplante varianten.

De naam dovenetel komt van de oude betekenis doof = niet werkend, gedoofd. De bladeren, die lijken op die van de brandnetel, zijn namelijk niet bezet met brandharen en veroorzaken geen jeuk en blaren. Hij groeit echter vaak bij de brandnetel en als je je onverhoopt daaraan mocht prikken, kun je de jeuk verminderen door met het zachte blad van de dovenetel over de geïrriteerde huid te wrijven.
Op de onderlippen zitten bruine vlekken (zogenaamde honingmerken), die waarschijnlijk de bezoekende insecten de weg “wijzen”. En passant bestuiven die de bloem door het stuifmeel, dat op hun rug is afgezet bij een eerder bloembezoek, tegen de stempellobben te wrijven.

Nemat (zwaardherik)
De bloemen van de zwaardherik zijn meestal lichtgeel van kleur, maar er is zoals je ziet eigenlijk een grote variatie in kleur (van wit tot licht violet en paars). Een heel veld vol met dit soort bloeiers is natuurlijk prachtig om te zien. De mens gebruikt echter planten niet alleen omdat ze zo mooi zijn, of omdat ze geschikt zijn voor de consumptie, maar ook als groenbemester. Groenbemesters worden gezaaid om o.a. het stikstof- gehalte in de bodem te verhogen, om te zetten in humus, of ongewenste gewassen te onderdrukken.

Ook deze zwaardherik-variëteit  is ontwikkeld als groenbemester, maar wordt eigenlijk vooral ingezet ter bestrijding van bepaalde soorten aaltjes. Het bijzondere aan deze zwaardherik is namelijk dat zich gifstoffen ( Glucosinolaten) en enzymen (Myrosinase) in de wortels bevinden. Zodra een aaltje een hap uit de wortel neemt, reageert het Glucosinolaat met de Myrosinase, waarna een gas wordt gevormd en het aaltje ter plekke stikt. De zwaardherik reduceert zo de aaltjes met circa 90 procent en heeft bovendien de voordelen van een gewone groenbemester. En wij kunnen genieten van de mooie bloemen........

gewone vogelmelk (Ornithogalum umbellatum)
De gewone vogelmelk is wettelijk beschermd, maar de gekweekte soort is gewoon te koop in de tuincentra. De bescherming geldt dus alleen voor de wilde vogelmelk.

De Gewone vogelmelk maakt nevenbolletjes aan, zodat elke omwoeling van de grond gunstig is voor de verspreiding. Ze schiet nogal eens op uit tuinafval dat wordt gedumpt langs de weg of in het bos en verwildert daar dan. Ze groeien op vochtige, matig voedselrijke grond in graslanden, bermen en loofbossen.

Met zijn stervormige witte bloemen, tot zo'n 3 à 4 cm in doorsnee, valt de Gewone vogelmelk direct op. Tenminste als ie open staat. De bloemen gaan in de volle zon al vroeg op de dag helemaal open, maar op gure, kille en zonloze dagen blijven ze meestal gesloten en dan wordt het wat moeilijker.
Je kunt goed zien dat er sprake is van 3 buitenste (kelk-) en 3 binnenste bloemdekbladen (kroonbladen), maar qua vorm en kleur zijn ze praktisch aan elkaar gelijk.

gewone ereprijs (Veronica chamaedrys)
Je ziet de gewone ereprijs (Veronica chamaedrys) momenteel overal in bermen en op dijken. Ook komt hij veel in gazons voor, maar omdat ie zich zo snel via een kruipende wortelstok vertakt en vermeerdert, wordt ie meestal (vreemd genoeg), als onkruid beschouwd en daarom bestreden…..

Ereprijs wordt gerekend tot de weegbree-familie. In Nederland alleen al zijn 23 wilde soorten bekend. Hoewel er meerdere verklaringen zijn voor de naam (o.a. dat in de Middeleeuwen de winnaars van grote toernooien een krans, ereprijs of zegepraal, kregen van deze bloempjes) dankt het plantje de naam waarschijnlijk toch aan zijn geneeskrachtige eigenschappen. In de 15e eeuw stond het plantje in het Duitse taalgebied al bekend als "Ehrenpreis"; een wonderkruid tegen bijvoorbeeld long- en darmaandoeningen. En ook : "Eerenprijs es seer goet gebruyckt tot die verstoptheijt ende weedom der nieren. Het is seer nut ende beuaem. " (de 16e eeuwse Vlaamse kruidkundige Rembert Dodoens). Zoiets goeds en moois verdient toch de ereprijs.......

De gewone ereprijs heeft azuurblauwe bloempjes met donkere aderen en een doorsnee van slechts 4 - 8 mm, maar door de rijke bloei en de kleur vallen ze goed op. Aan de buitenkant worden de bloempjes wat lichter van kleur. Het is opvallend, dat er maar twee meeldraden aanwezig zijn en dat de beharing van de stengel in twee rijen geconcentreerd is. Het is een veelvoorkomende plant van matig voedselrijke, vochtige graslanden en lichte bossen, maar het schijnt dat ie in de polders met zware kleigrond niet voor komt.

heksenmelk (Euphorbia esula)
Vanwege de smal-lancetvormige bladeren, denk ik dat we hier te maken hebben met heksenmelk (Euphorbia esula). Dit is een plant uit de wolfsmelkfamilie. De naam wijst op het melksap dat een belangrijk kenmerk van dit geslacht is. Ook de afwijkende bloeiwijze is typerend voor het geslacht.

De planten hebben nl. schijnbloemen die omgeven zijn door schutbladen. Een schijnbloem wordt gevormd door 2 kelkbladen. Daarbinnen bevindt zich één vrouwelijke bloem die wordt omringd door meerdere mannelijke bloemen. Na de bloei springen de zaden weg en hieruit groeien weer makkelijk jonge plantjes.

Omdat velen het decoratieve daarvan inzien, tref je hem vaak ook als cultivar aan in tuinen. Pas echter op, want het sap dat tevoorschijn komt als een blaadje of stengeltje afbreekt, is giftig en kan irriterend zijn voor huid en ogen. De 'wolf' in de betekenis van 'duivel' werd gezien als de veroorzaker. Met dat gif voert ze ondergronds een soort "chemische oorlogsvoering", waardoor ze andere kruiden weghoudt.  De plant doet het goed op alle droge grondsoorten, kalkhoudende grond en zandgrond. Deze vond ik langs de spoorberm.

Blogarchief