Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label inktzwam. Alle posts tonen
Posts tonen met het label inktzwam. Alle posts tonen

dinsdag 25 oktober 2016

Herfst 2016....... Paddenstoelentijd deel 2

Zondagmiddag 11 oktober verzorgde het IVN Weert e.o. weer haar jaarlijkse paddenstoelendag rond het NMC de IJzeren Man, Weert. Ik ben met een drietal dames van de paddenstoelwerkgroep op pad gegaan. Aangenaam gezelschap, maar bovenal fijn om mee te gaan met kenners, die me weer een en ander hebben bijgebracht. We zijn eigenlijk niet verder gekomen dan de tuin en het pad achter het NMC.
Opvallend veel paddenstoelen waren niet in optimale staat, waren verdroogd en niet “okselfris”. De dames vonden het met 35 soorten een magere "oogst", maar ik ben er uitermate tevreden over en ben weer wat wijzer geworden.In deze blog laat ik jullie een aantal gevonden soorten zien.

Gele korstzwam
De Gele korstzwam is een soort die het hele jaar te vinden is. Zoek bij loofhout wat vaak gestapeld ligt in de bossen. De leerachtige soms grote plakkaten, zijn oker-geel gekleurd.
Korstzwammen vind je op allerlei dood hout, dode bladeren maar soms ook op levend hout. Ze worden ook wel schorszwammen genoemd. De korstzwam lijkt als het ware vastgeplakt op het hout. Veel korstzwammen krullen om en vormen dan waaiers, dakjes of hoedjes. Met mooie kleuren als paars, geel, felblauw, roze, oranje of wit zijn ze veel te vinden tussen kreupelhout en op omgewaaide, langzaam vergane bomen.
Geschubde inktzwam
De Geschubde inktzwam en Grote kale inktzwam zijn de meest bekende en talrijkste van de 100 inktzwammen in ons land. In de "jeugd" is de 5-15 cm hoge hoed van de Geschubde inktzwam ei- tot klokvormig, wit met een lichtbruin, glad centrum en bedekt met licht omgekrulde schubben. De hoed scheurt later vanaf de rand in en vervloeit tot zwart. Ook de lamellen zijn wit in de jeugd, maar verkleuren later vanaf de rand via roze naar zwart. Als langs de randen scheurtjes ontstaan, komen er grote zwarte kleverige druppels uit. Elke druppel (inkt) bevat sporen en trekt vliegen aan, die voor de verspreiding zorgen.

Glimmerinktzwam
Als je de kenmerkende ietwat glimmende spikkeltjes op de hoed ziet, waar je dat we te maken hebben met de Glimmerinktzwam. Die spikkeltjes zijn de resten van het omhulsel (velum), die door de regen meestal al snel worden weggespoeld. Het is een veelvoorkomende inktzwam, met een voorkeur voor vochtige plaatsen en groeiend op dood hout van allerlei verschillende loofbomen.
Glimmerinktzwam
Ze staan vaak in bundels op stronken en bij vochtig liggend dood hout en als je die niet ziet, heb je te maken met zogenaamd “begraven” hout. Hout dus dat zich onder de grond bevindt.

Platte tonderzwam
Een Echte tonderzwam is bij iedereen wel bekend. Het is een zwakteparasiet; een paddenstoel die als parasiet een boom aantast bij een snoeiwond of afgebroken tak en daarna als de boom dood is, als saprofyt verder gaat. Minder bekend is deze Platte tonderzwam. De soort leeft dus ook eerst als parasiet op een levende boom, waar hij witrot kan veroorzaken en als de boom is gestorven leeft de zwam verder als saprofyt. De gegroefde knobbelige en indrukbare waaiervormige hoed kan wel 40 centimeter groot worden en is lichtbruin of kaneel- of grijsbruin tot zwart. Hij heeft een golvende, scherp wordende witte rand.
Platte tonderzwam
Aan de bovenzijde is de hoed vaak bedekt met een laag bruine sporen. Die verlaten het vruchtlichaam uiteraard via de buisjes aan de onderkant, maar luchtstromen die om de hoed heen buigen, voeren ze blijkbaar omhoog, waarna veel sporen op de hoed terechtkomen.

Gele aardappelbovist
De meest voorkomende paddenstoel bij de IJzerenman is waarschijnlijk de Gele aardappelbovist. Aardappelbovisten zijn buikzwammen. Dat zijn paddenstoelen die een bol, knol of zak vormen. De sporen zitten dus als het ware in een buik of maag. Vandaar de naam Buikzwammen.
Ze zijn algemeen in loof- en naaldbossen en je treft ze bij voorkeur aan op een zanderige bodem. Ze zijn vanaf de zomer tot diep in de winter door de aandachtige wandelaar te vinden.
Wortelende aardappelbovist
Ik trof er ook deze Wortelende aardappelbovist aan. Die heeft een stevige steel en stevige pseudowortels, geen pantervelletje en schubjes met opstaande randjes aan de zijkant en bovenop het vruchtlichaam. De kleurstelling is zeer variabel; geelbruin, grijsbruin, okerbruin. gelig tot bruin, met bruinige schubben. Er is daarin een enorme variatie.

Baardige melkzwam
Ook melkzwammen zijn veel voorkomende paddenstoelen in de IJzeren Man. Het mooie van een melkzwam is, dat er bij beschadiging "melk" wordt afgegeven. Je weet dan zeker dat het een melkzwam is. Bij een kneuzing of beschadiging gaan ze dus niet bloeden, maar geven melksap. Soms zelfs grote witte druppels.
Het lijkt op echte melk. Bij een aantal melkzwammen lijkt het op een milkshake. Daar is het dikkere melksap oranje, paars of geel. De kleur van melksap, kan iemand al een stuk verder brengen om de melkzwam de goede naam te geven. Oranje is mogelijk de Smakelijke melkzwam, geel de Zwavelmelkzwam, en paars de Peenrode melkzwam. Bij melkzwammen geldt als regel: alle mild smakende paddenstoelen zijn eetbaar. Weet echter wel wat je doet; de meeste soorten zijn giftig, of zijn zo bitter van smaak dat ze oneetbaar zijn. Meerdere soorten lijken ook op elkaar.Zo kan deze Baardige melkzwam worden verwisseld met de Donzige melkzwam. Dus "bezint eer ge begint".........
Baardige melkzwam
Een zo'n oneetbare melkzwam is de Baardige melkzwam (Lactarius torminosus). De Latijnse soortnaam torminosus betekent "kramp verwekkend" en dat is niet voor niks. De kleur van de hoed varieert van een bleke zalmkleurige gele kleur tot een bleek roze-oranjeachtige kleur. De diameter ligt tussen de vier en twaalf centimeter. De hoed is gewelfd tot vlak trechtervormig van vorm. De rand van de hoed krult naar binnen en is afgezet met een wollige en harige structuur. De lamellen zijn wanneer de baardige melkzwam jong is wit. Gedurende de levensloop verandert die kleur en worden ze wijnrood (of wijnrood met een crèmetint) tot oranje en uiteindelijk verbleken ze.Je vindt ze bijna altijd bij berken en in zeldzame gevallen op beuken.

Bruine ringboleet
Een boleet met een ring heet natuurlijk ringboleet! Deze Bruine ringboleet tref je aan op grazige plekken uitsluitend onder dennen. Het is een algemeen voorkomende soort. Hij heeft een halfbolvormige, donker- of chocolabruine tot oranjebruine hoed, die bij volgroeide exemplaren zo’n 12 cm breed kan worden. Bij vocht wordt de hoed vettig en kleverig. De Engelsen noemen hem niet voor niets “Slippery Jack” Oudere exemplaren zijn nogal sponzig en zitten vaak vol met larven.
Bruine ringboleet
Er zijn maar weinig buisjeszwammen met een ring. De Bruine ringboleet is één van de weinige. Die is eerst witachtig en wordt later bruinpaars. Met die prachtig bruinkleurende ring is de naam Bruine ringboleet gauw verklaard. De steel is boven de ring geelachtig.

Eikelbekertje
Als je dit kleine paddenstoeltje aantreft, weet je ook meteen waar het zijn naam aan dankt; je vindt het namelijk op oude, rottende en zwart geworden eikels op droge, zandige bodems. Het Eikelbekertje is een bekerzwammetje. Het vruchtlichaam is schotelvormig tot afgeplat en heeft een doorsnee van 0,5-1,5 cm. Het is op deze foto niet te zien, maar het staat op een donkerbruin steeltje.

Geelbruine spleetvezelkop
De naam "spleetvezelkop" heeft betrekking op het feit dat de hoedhuid tussen de radiaal lopende vezels gaat splijten bij het ouder worden. Dat is hier nog niet het geval. Deze Geelbruine spleetvezelkop is een van de variabelste wat betreft kleur, hoedvorm en grootte. De okergele, geelbruine tot donkerbruine hoed is 3 tot 7 cm breed en heeft een straalsgewijze, vezelige structuur. Bij veroudering spreidt hij zich vlakker uit. Hij is te vinden aan bosranden, langs bospaden, in laanbermen en in beschaduwde parken en tuinen, meestal bij loofbomen.

Gewone krulzoom
Ik vind het vaak moeilijk om een soort te benoemen. Op de kleur kun je in elk geval vaak niet te werk gaan. Ook niet op grootte, want die is erg variabel bij veel soorten. Dat geldt ook voor de Gewone krulzoom, met een doorsnede van 5 tot wel 11 cm. De hoed is wel altijd gewelfd.
Gewone krulzoom
Eé ding hebben al die verschillend uitziende krulzomen wel, namelijk de gekrulde zoom. Op de foto kun je deze ingerolde rand goed zien. Deze was omgevallen, zodat dat goed te zien was. Als je twijfelt kun je het beste met behulp van een spiegeltje even onder het randje kijken. Dan hoef je hem ook niet te plukken......

Kleine bruine bekerzwam (links) en Bruine bekerzwam (rechts)
Soms zie je vormen waarvan je denkt, is dit wel een paddenstoel? Als je dat denkt, is het heel vaak een zakjeszwam. Zakjeszwammen danken hun naam aan de manier van voortplanten. De sporen zitten namelijk in zakjes. Als de top van het sporenzakje open scheurt,worden de rijpe sporen met duizenden tegelijk weggeschoten en door de wind verspreid. Ik heb al eerder zakjeszwammen geplaatst. Denk bijvoorbeeld aan Oranje bekerzwam, Judasoor, Wimperzwammetje, Dodemansvinger, Geweizwam.

Op deze foto zie je 2 soorten naast elkaar. Bruine bekerzwammetjes (rechts) en de Kleine bruine bekerzwam (links). De Kleine bruine bekerzwam, met een doorsnee van ca. 2 cm, heeft veel weg van de Gekartelde bekerzwam. Hij heeft echter geen geen kartels, maar is donkerbruin behaard aan de rand. De binnenzijde is waterig grijsblauw tot crèmewit en de buitenzijde is geelbruin. Je vindt hem van de zomer tot de herfst in loof- en naaldbossenbossen en gemengde bossen tussen bladstrooisel of op kale humeuze grond. De Kleine bruine bekerzwam komt algemeen voor, maar is zo klein dat ie niet vaak opgemerkt wordt.

Kogelhoutskoolzwam of Vergroeide kogelzwam??????????
Ook dit is een zakjeszwam, maar ik heb bij deze soort mijn twijfels. Ik twijfel tussen een Kogelhoutskoolzwam en de Vergroeide kogelzwam. Deze zwam vond ik op een dode boomstronk. Het lijkt wel alsof er brand is geweest. Zoals zo veel zwammen maken ook Kogelhoutskoolzwammen verschillende stadia door. De Kogelhoutskoolzwam begint met een hard bruinrood vruchtlichaam en eindigt als broos "houtskool". Ook de Vergroeide kogelzwam wordt bij rijpheid zwart. Maar deze is kussenvormig omdat de zwammen aan elkaar zijn gegroeid en het oppervlak is knobbelig. Ik neig naar de Vergroeide kogelzwam, maar wie het zeker weet mag het zeggen.
Reuzenzwam
Tot slot nog deze Reuzenzwam, die ik zag op het grasveldje voor het zwembad. Zoals de naam al aangeeft, kan deze zwam heel groot worden. Als hij volledig is uitgegroeid, kan hij wel een meter in doorsnee bereiken. De paddenstoel heeft een sterke voorkeur voor beukenbomen, maar hoewel die aan de Kazernelaan groeien, kon dat hier niet nagaan, omdat hij groeide op een zgn. "begraven" boomstronk. Die onder de grond zit dus. De zwam kan zowel verschijnen op een levende boom (het is dan een parasiet), als op dood organisch materiaal. Dan is het een saprofyt.

donderdag 24 oktober 2013

Herfst 2013…….. Paddenstoelentijd: van alles wat

Sinds 1989 werd in Nederland in oktober niet meer zo'n hoge temperatuur gemeten als afgelopen dinsdag, namelijk 23,1° C. Hoewel we over het weer momenteel dus niets te klagen hebben, gaan de veranderingen, die de herfst in werking heeft gezet, gewoon door. De natuur verandert zichtbaar; bladeren verkleuren, vruchten zoals eikels, nootjes en kastanjes liggen voor het oprapen en natuurlijk zijn er paddenstoelen.

Paddenstoelen en herfst horen bij elkaar. Toch? Die leven namelijk van de afbraak van levend en dood materiaal en in de herfst is er veel afbreekbaar materiaal beschikbaar. Je ziet dan ook veel paddenstoelen in de omgeving van bomen. Maar je ziet ze ook het hele jaar door in het gras en weer andere soorten leven op dood hout. Paddenstoelen hebben dus niet perse de herfst nodig om te groeien en je vindt ze daarom ook in de lente en de zomer. En zelfs in de winter zijn er soorten die het niet opgeven. Kijk maar eens naar de foto’s van de gele trilzwam en judasoor, die ik afgelopen winter heb gemaakt.

Gele trilzwam
Judasoor
Niets nieuws onder de zon dus, ware het niet dat het opvalt, dat er al zovéél paddenstoelen vanaf de lente tot en met de herfst te zien zijn, waaronder opvallend veel grote exemplaren en veel van dezelfde soort. Je moet er natuurlijk alleen even oog voor hebben. Bij het zien van zoveel paddenstoelen vraag ik me af, of ze misschien profiteren van de veranderingen in het klimaat. Ze groeien namelijk extra goed in warme, vochtige omstandigheden en daar hebben we de afgelopen zomers veel mee te maken gehad.

Zwavelzwam
Reuzenzwam
De grote variatie in natuurlandschappen in onze omgeving en het huidige beleid, zorgt ook voor een grote variatie aan paddenstoelen. Terwijl jaren geleden het idee overheerste, dat de bossen er mooi opgeschoond bij moesten liggen, is deze tendens gelukkig aan het veranderen. Een opgeruimd bos “leeft” namelijk niet.
De terugkeer van dood hout in onze natuur levert veel op: er is niet alleen meer beschutting, maar ook spechten, kevers, mossen en nog veel meer dieren en planten profiteren er van, want het maakt deel uit van een voedselketen. Dat geldt ook voor schimmels.

Geschubde inktzwam
Echte tonderzwam

Gewoon elfenschermpje
Omdat er steeds weer nieuwe soorten worden ontdekt, is het ontzettend lastig om precies vast te stellen hoeveel paddestoelen- soorten we in Nederland hebben, maar al- gemeen kun je er van uit gaan dat het er meer dan 5000 zijn. Het is ook afhankelijk van wat men allemaal onder een padden- stoel verstaat en de meeste soorten zijn zo ontzettend klein en onopvallend, dat ze nog niet eens ontdekt zijn. Bijvoorbeeld het sinds kort ontdekte “grootsporig vriendenschijfje” heeft een doorsnee van 0,75 mm! Dan is dit "gewoon elfenschermpje" dus nog een reus.

Hoewel het dus goed lijkt te gaan, staat op dit moment in Nederland toch één derde van de ons bekende soorten op de Rode Lijst van bedreigde soorten! Dus met andere woorden: er zijn nog genoeg bedreigingen (ik denk dan aan o.a. vermesting en verzuring). In vergelijking met bijvoorbeeld de Rode Lijst 2004 gaat het echter weer iets beter. Dat doet verder niets af aan het feit, dat de herfst toch de meest geschikte tijd is voor de paddenstoel. Terwijl de rest van de natuur langzaam in de ruststand wordt gezet, laten de paddenstoelen zich nog even in al hun glorie zien.

Vliegenzwam
Grote parasolzwam
Dit is een selectie van foto’s,  die ik trouwens niet alleen dit jaar heb gemaakt. Er zijn er ook een aantal bij van afgelopen jaar. Hoewel de prachtige veelvoorkomende vliegenzwam niet ontbreekt, wil ik in deze blog vooral wat andere opvallende soorten laten zien. Waaronder vooral grote exemplaren. Niet alleen omdat die zo opvallend zijn, maar ook omdat mijn camera zich niet leent voor close-ups van de kleinere soorten zoals satijnzwam, vlekplaat of breeksteeltje.

Ruige weerschijnzwam
Door op een van de bovenste foto's te klikken, word je door gelinkt naar een eerder geplaatste blog, of naar de reissite van Columbus Reisreporter, waar ik dezelfde foto's, mét toelichting, heb geplaatst. Door op de onderste foto's te klikken worden die enkel vergroot.

Bundelzwam (januari, Budeler Bergen)
Bundelzwam
Eikhaas
Schubbige bundelzwam
Onderkant grote parasolzwam
Onderkant vliegenzwam
Langsteelfranjehoed
Roodbruine schijnridderzwam
Prachtvlamhoed met reuzenzwammen

Tot zover de paddenstoel. Volgend jaar zullen we hier uiteraard ook weer aandacht aan besteden....

Blogarchief