Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label kostgangerboleet. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kostgangerboleet. Alle posts tonen

maandag 18 oktober 2021

Herfst 2021.......Paddenstoelentijd deel 1: Boleten

De eerste post van dit jaar over paddenstoelen. Ik ben benieuwd welke nieuwe soorten we gaan vinden.
Deze post wil ik het eerst alleen over boleten hebben. De familie van de Boleten is vrij gemakkelijk te herkennen. De meest bekende is het Eekhoorntjesbrood. Er zijn 3 soorten: Gewoon-, Vroeg- en Bronskleurig eekhoorntjesbrood. De meest voorkomende en gemakkelijkst herkenbare boleet is echter de Kastanjeboleet.

Er zijn 61 soorten boleten bekend in Nederland en België, waarvan er slechts 11 algemeen zijn. In vorige posts heb ik er al iets over geschreven. Dat geldt o.a. voor de laatste 5 soorten in deze post. Door op de rood geschreven naam die er onder staat te klikken, kun je daar meer over lezen.
 

Bittere boleet (Tilopylus felleus)
 De Bittere boleet is een vlezige paddenstoel met meestal een centrale steel en een gewelfde hoed. Hij wordt vaak met het veel voorkomende Gewoon eekhoorntjesbrood (Boletus edulis) verward. Hij is echter zeer zeldzaam en staat op de Rode lijst als bedreigd. Als uniek kenmerk heeft deze boleet een duidelijke, donkerbruine nettekening over het hele oppervlak van de buikig verdikte, lichtbruine steel.
Hoewel veel boleten eetbaar zijn, geldt dat niet voor deze; hij is niet giftig, maar heeft een onaangename geur en dankt zijn naam aan de zeer bittere smaak van het roomkleurige niet verkleurend vlees.

Bij veroudering breekt bij veel boleten de hoedhuid open in kleine, onregelmatige plakjes (craquelé).
Onder de hoed zitten geen plaatjes, maar buisjes. Deze buisjeslaag is gemakkelijk van de hoed los te trekken. Verder is deze groep zeer divers, vandaar ook het groot aantal geslachten dat onder de naam “boleten” valt.  

Het vlees van boleten verkleurt vaak bij beschadiging. Het al dan niet verkleuren en de kleur van de verkleuring is vaak kenmerkend voor een bepaalde soort. Hier zie je de verkleuring bij een Rode boleet (li.) en een Kastanjeboleet (re.). Geur en smaak zijn bij het determineren minder bepalend, behalve bij de Peperboleet en de Bittere boleet. Belangrijk voor de determinatie is het feit dat ze bijna allemaal gebonden zijn aan een bepaalde boom of struik. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de Berken- en Rosse Populierboleet,
aangevreten Rode boleet (Boletus Rebellus)
Fluweelboleten hebben een droge, viltige (fluwelige) hoed. Ze worden in 2 groepen onderverdeeld:  Fluweelboleet (X. subtomentosus) én Roodstelige fluweelboleet (X. chrysenteron). De Fluweelboleet is variabel van kleur, wat aanleiding heeft gegeven tot het onderscheid van verschillende soorten en vormen. Behalve de Gewone fluweelboleet moet je dan bijvoorbeeld denken aan soorten als deze Rode boleet en de Bruine- en Okerbruine fluweelboleet. Voor wie meer wil weten over Fluweelboleten is er op het internet een "Sleutel tot de fluweelboleten". Een kenmerk van de meeste Fluweelboleten is in elk geval dat de opperhuid in tegenstelling tot de Roodsteelfluweelboleet zelden of heel laat barst en ook de roze kleur onder de opperhuid ontbreekt.

  Roodsteelfluweelboleet (Xerocomellus chrysenteron)
De ROODSTEELFLUWEELBOLEET heeft een grijsbruine tot donkerbruine hoed. Hier is het open breken van de hoedhuid in kleine, onregelmatige plakjes (craquelé) goed te zien. De steel is vlammend wijnrood aangelopen. Bij doorsnijden of beschadiging treedt in tegenstelling tot  andere boleten nauwelijks een blauwe verkleuring op. Ook de poriën verkleuren niet bij druk. Dat zie je wel bij bijvoorbeeld de Rode boleet en Kostgangerboleet, de Heksenboleet, de Bruine ringboleet en de Kastanjeboleet (in tegenstelling tot de overige boleten hebben de laatste twee ook nog eens een kleverige hoed bij vocht, bij droogte is die glad).
 Kostgangerboleet (Pseudoboletus parasiticus)
Ook dit (zie pijl)  is een boleet: de KOSTGANGERBOLEET . Het is een soort die parasiteert op een andere paddenstoel. Hij doet dit op één specifieke soort namelijk de Gele aardappelbovist. In Paddenstoelentijd 2016 deel 7 kun je hem beter bekijken en kun je er wat meer over lezen. De soort komt vrij algemeen voor op de zandgronden en de kans dat je ze dit jaar vindt is waarschijnlijk groter, omdat er ook dit jaar heel veel aardappelbovisten zijn. Hoewel ik dat niet kan garanderen……
De kleur is variabel; van bleekgeel tot diep oranjebruin. Vaak is de steel gebogen, onder de Aardappelbovist vandaan omhoog krommend. De buisjes aan de onderkant van de hoed zijn citroengeel tot roestbruin. Het vruchtvlees is gelig tot bruin.

 Goudgele zwameter en Roodsteelfluweelboleet
Ook de GOUDGELE ZWAMETER (Hypomyces chrysospermus) die je hier op de achtergrond ziet, heeft iets te maken met boleten. Daar parasiteert hij namelijk op. Hij "eet" ze als het ware zelfs op. Hier gebeurt dat bij een Roodsteelfluweelboleet. Ook op krulzomen kun je hem aantreffen. Het  is geen boleet, maar een schimmel die behoort tot de ascomyceten (de zakjeszwammen). Ze danken de naam zakjeszwammen aan de sporenzakjes, dat zijn de karakteristieke voortplantingsstructuren die alleen microscopisch waarneembaar zijn.

Goudgele zwameter in de beginfase
 
Als een zwam geparasiteerd wordt, krijgt die eerst een witachtige schimmellaag van schimmeldraden die in korte tijd de hele paddenstoel met een laag bedekt. In een later stadium voelt de aantasting poederachtig aan en krijgt die uiteindelijk een volledig gouden of gele kleur. In die laatste fase heb ik hem helaas nog niet aangetroffen, maar aan die kleur dankt ie dus zijn naam.  De boleet wordt, zoals je ziet, danig misvormd en zacht en gaat ten slotte rotten.
 
En nu dan de beloofde boleten die ik afgelopen jaren zoal waargenomen en gefotografeerd heb.
 
   
GEWOON EEKHOORNTJESBROOD
VROEG EEKHOORNTJESBROOD
BERKENBOLEET sl.
  incl. Gewone, Bruingrijze, Groenwitte, Zwarte, Kleine, Bonte berkenboleet ?
GEWONE BERKENBOLEET
KASTANJEBOLEET
ROODSTEELFLUWEELBOLEET
HARDE POPULIERBOLEET

maandag 5 december 2016

Herfst 2016....... Paddenstoelentijd deel 7

Dit jaar heb ik best veel aandacht besteed aan paddenstoelen. Het was vooral mijn bedoeling jullie te attenderen op de rijkdom van een voor velen onbekend schimmelrijk, waar heel wat in te ontdekken valt. Voor veel mensen mogen paddenstoelen dan wel onverbrekelijk verbonden zijn met de herfst, toch is dat maar deels waar. Paddenstoelen vind je het hele jaar door, ook in de winter. Vorig jaar vertelde ik daar in "Paddenstoelen in de winter" een en ander over, maar voor de meeste paddenstoelen loopt het toch op zijn eind. Ik wil jullie daarom nog één keer een aantal bijzondere soorten laten zien en daar blijft het dan bij.
Het is weer tijd voor wat anders.
Parasietbeurszwammen  op Nevelzwammen
Er zijn paddenstoelen die parasiteren op levende bomen en andere levende organismen, maar er zijn ook soorten die parasiteren op soortgenoten. Echte "kannibalen" dus. Daarvan vond ik er een paar weken geleden twee op Belgisch grondgebied; de Luysen en Smeetshof.

De PARASIETBEURSZWAM (Volvariella surrecta) is een fotogenieke paddenstoel, die je zeker niet elke dag tegenkomt. Hij wordt echter niet meer beschouwd als een bedreigde soort. In de maanden september tot november kun je hem vinden op de hoeden van voornamelijk Nevelzwammen.
De Parasietbeurszwammen op de foto zien er in tegenstelling tot de Nevelzwammen puntgaaf uit. Die zijn vervormd tot ware gedrochten en kunnen ook geen sporen meer vormen.

Kostgangerboleet

Een kostganger is iemand die tijdelijk verblijft in andermans huis. Er zijn ook paddenstoelen die tijdelijk in andersmans "huis" verblijven. Een van deze heeft zelfs die naam: KOSTGANGERBOLEET (Boletus parasiticus).


Deze paddenstoel leeft als parasiet op één specifieke soort, namelijk de Aardappelbovist. Gevolg is dat de Aardappelbovist verschrompelt en geen sporen vormt. De kleur van de Kostgangerboleet is variabel, van bleekgeel tot diep oranjebruin. De buisjes aan de onderkant van de hoed zijn citroengeel tot roestbruin. De steel, die vreemd genoeg bovenaan het dikst is, heeft ongeveer dezelfde kleur als de hoed.

Deze soort is zo sterk in aantal achteruit gegaan, dat hij op de Rode Lijst staat als zeldzaam. Eigenlijk vreemd, want het stikt van de Aardappelbovisten in ons land. Waarschijnlijk is hij erg gevoelig voor veranderingen in de leefomgeving, terwijl zijn gastheer zich daaraan goed weet aan te passen.
Witte kluifzwam
Deze WITTE KLUIFJESZWAM (Helvella crispa) vind je tussen bladeren en wat lichte onderbegroeiing langs paden en open plekken in een vochtige en lommerrijke omgeving . Vooral waar licht de grond nog bereikt. Meestal is dat ook in de nabijheid van eiken. Ik hoorde eens een verhaal over een hond, die in zo’n zwam gebeten had. Zou hij hem echt aangezien hebben voor een bot? Ik betwijfel het, maar de paddenstoel heeft zeker enige gelijkenis met een afgekloven bot.
De steel is hol en gegroefd en gaat over in gebogen en omgeslagen lobben, die een vage en soms bizarre hoed vormen. Het is een zogenaamde zakjeszwam. Geen plaatjes of buisjes dus, maar een lichtbruin- gelig kiemvlies met zakvormige cellen, die de sporen produceren. Bij rijpheid worden die met kracht uit de cel, die functioneert als een waterpistool, weggeschoten.
Rodekoolzwam
Er zijn niet zo veel paddenstoelen die blauw van kleur zijn, of een blauwe schijn hebben. Enkele voorbeelden zijn de Blauwe kaaszwam, die blauw wordt bij kneuzing, de Blauwgrijze satansboleet en de Berijpte russula.
Op de foto zie je de AMATHISTZWAM of Rodekoolzwam (Laccaria amethystina). Vanwege de grote variëteit in kleuren hoort hij bij de groep Fopzwammen. Hoe ouder hij wordt (en onder ideale vochtige omstandigheden) des te meer hij de kleur krijgt van rode kool. Je vindt hem vooral onder beuk en eik, maar soms ook in naaldbossen. De wat vezelige steel heeft ongeveer dezelfde kleur als de hoed, namelijk paarslila tot paarsbruin.
Rodekoolzwam
Bij het rijpen wordt de eerst halfbolvormige hoed plat tot breed en trechtervormig en gaat steeds meer omkrullen, zodat de grote lamellen goed zichtbaar zijn. Die grote lamellen zijn een kenmerk, dat je ook bij andere fopzwammen ziet. Alle soorten fopzwam zijn overigens goed eetbaar. Ik begin er echter niet aan............
Echte kopergroenzwam
De meest blauwe zwam, die ik al op 30 oktober zag bij de Smeetshof, is toch wel deze tot 6 cm grote ECHTE KOPERGROENZWAM (Stropharia aeruginosa). Zoals gezegd is door het licht dat er op valt, de blauwgroene kleur steeds wat anders. Als ik er een dag later een foto van zou maken, zou hij misschien meer naar groen neigen.
Echte kopergroenzwam, foto vanaf een iets andere plaats genomen
Bij het ouder worden, wordt hij overigens licht okergeel van kleur. Aan de bruinzwarte manchet is te zien dat dit de Echte is, want die ontbreekt bij de Valse kopergroenzwam. Voor wie het wil weten: ja, de Kopergroenzwam is eetbaar, maar wie eet nu zo’n prachtige soort.
Onderkant van de Valse hanenkam
De VALSE HANENKAM (Hygrophoropsis aurantiaca) heeft soms van die piekjaren. Of die vooral op warme, droge zomers volgen, is niet zeker, maar het lijkt er dit jaar wel op, want op dit moment zie je een ware explosie in de naaldbossen op zandgrond. 
Echt interessant aan de Valse hanenkam vind ik vooral de onderkant. Daar zie je ook het verschil met de Echte hanenkam. Vanwege de gelijkenis wordt hij daar nogal eens mee verward. Bij de Valse zijn de prachtige en opvallend oranje lamellen tot driemaal gevorkt. De Echte heeft geen lamellen, maar meer onregelmatig en minder vaak vertakte plooien, die tot ver in de steel doorlopen. 
Hoewel de Valse hanenkam ook eetbaar is, smaakt hij niet lekker en heeft weinig voedingswaarde. Bij gevoelige mensen veroorzaakt hij een opgeblazen gevoel en diarree.
Blauwgrijze schorsmycena
De BLAUWGRIJZE SCHORSMYCENA (Mycena pseudocorticola) staat bekend als tamelijk zeldzaam, maar in mijn omgeving (Weert e.o.) kom je dit fraaie paddenstoeltje toch geregeld tegen. Vaak tot in januari toe. Meestal is het op vochtige plekjes op de stam, waar ook mossen het naar hun zin hebben. Het zwammetje schijnt een voorkeur voor (knot)wilgen te hebben. Daarmee is overigens niet gezegd dat de Blauwgrijze schorsmycena alleen maar op wilgen voorkomt. Ik kan me niet meer herinneren op welke boom ik ze gevonden heb. Op jonge bomen komt deze paddestoel in elk geval niet voor; de soort heeft een duidelijke voorkeur voor bomen met een schors waarin veel spleten, scheuren en gleuven zitten.
De blauwgrijze kleur en de standplaats zijn vrij goede kenmerken om de paddenstoel met zekerheid op naam te brengen. Er zitten altijd meerdere exemplaren op de stam. Het klokvormige hoedje wordt 2-10 mm groot en varieert in kleur van grijs naar grijsblauw. Als de paddenstoel ouder wordt, bleekt deze wat uit. Het meestal kromme steeltje heeft dezelfde kleur als de hoed en verkleurt in hetzelfde tempo mee.
Gele ridderzwam
Hoewel deze plaatjeszwam, de GELE RIDDERZWAM (tricholoma equestre), op het eerste gezicht onopvallend en niet interessant lijkt, wil ik hem toch laten zien. Het is nl. een zeldzame soort (zie Verspreidingskaartje van NVM), die in onze omgeving voor zover ik weet alleen wordt aangetroffen in de Tungelerwallen. Hij schijnt t.o.v. andere gebieden hier altijd wat later tevoorschijn te komen, maar dit jaar was hij heel erg laat.
Gele ridderzwam
Het is een soort die zéér gevoelig is voor de effecten van vermesting. Deze soort heeft dus een signaalfunctie.
Gele ridderzwam
Ik zag hem 2 weken geleden voor het eerst, maar kwam er nog niet toe hem te plaatsen. Sinds 1980 is de soort sterk achteruit gegaan en staat als bedreigd op de Rode lijst van 2008, De Gele ridderzwam is een forse paddestoel met een tot meer dan 10 cm brede gele hoed (in het centrum meer bruinig tot olijfkleurig), gele plaatjes en een dikke gele steel. Die steel is in verhouding met de hoed erg kort.
Hij is uitsluitend in de nabijheid van dennen (grove den) te vinden op uiterst voedselarm stuifzand, waar een strooisel- en humuslaag nagenoeg ontbreekt, De belangrijkste maatregel voor het behoud van deze soortgroep is het (aanzienlijk verder) terugdringen van de stikstofdepositie.
Gele ridderzwam
In het kader van het vergroten van de oppervlakte actief stuivend zand worden in stuifzandgebieden vaker bomen en bosjes verwijderd. Dergelijke grootschalige herstelmaatregelen kunnen echter een bedreiging vormen voor de gele ridderzwam. Daardoor zouden kostbare groeiplaatsen van de Gele ridderzwam verloren kunnen gaan. Bij oudere dennen is het ook belangrijk dat een situatie zonder strooiselophoping blijft gehandhaafd. Ik denk o.a. ook aan het behoud van open zandige padranden en dergelijke.
Jonge en oude Gele ridderzwam
Mogelijk wordt de soort nog in de Tungeler wallen gevonden door de werkzaamheden van de Ecologische Werkgroep Weert Zuid, die door haar kleinschalig (maar ook arbeidsintensief) natuurbeheer de ophoping van takkenafval, strooisel en humus voorkomt, door die op te ruimen. Een laag takkenhout en humus belemmert namelijk de schrale natuur. Zie: “De verhoudingen op de Tungeler Wallen”

Blogarchief