Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label militair oefenterrein. Alle posts tonen
Posts tonen met het label militair oefenterrein. Alle posts tonen

maandag 11 maart 2013

Militair oefenterrein Kruispeel/Achterbroek


Wat een verschil vandaag met het weer van vorige week. De uitdrukking "Maart roert zijn staart" komt helemaal tot zijn recht; vandaag is het hier in Weert -2°C, er is een gure NNO wind met veel bewolking en er valt af en toe sneeuw. De vooruitzichten zijn deze week niet veel beter.
Geen weer dus om er op uit te gaan. Dat was vorige week wel anders tijdens een wandeling op het militair oefenterrein bij de Laurabossen, met een lekker zonnetje en een temperatuur van liefst +15°C.........

Het mil. oefenterrein, Kruispeel/Achterbroek genaamd, ligt aan de Vetpeelweg ( ten oosten van de Laurabossen in Weert). Het vrij toegankelijke gebied is een, duidelijk zichtbare, hoger gelegen, droge "zandkop" en was oorspronkelijk een groot open heide/zandgebied.

Heideterreinen moeten worden begraasd, geplagd en gemaaid om vergrassing en dichtgroeien met bomen en struiken tegen te gaan. Om heide in stand te kunnen houden is dus beheer  noodzakelijk, maar omdat daar geen sprake van is geweest, is er veel verdwenen en is het nog maar een fractie in vergelijking met ongeveer 150 jaar geleden. De grootste afname van de totale oppervlakte aan heide vond plaats in de crisistijd na 1930, maar vooral na de Tweede Wereldoorlog, toen de heide grootschalig werd ontgonnen voor landbouwgrond en bos.

Van het gedeelte dat Defensie in bezit heeft, wordt (werd?) het zuidelijke deel gebruikt als handgranaat- baan en het noordelijke deel is voorbehouden voor bivak en kleine militaire oefeningen.

Om het oefenterrein en de paden toegankelijk te houden, heeft Defensie steeds het gebied open gehouden en ontwatert. Hier en daar is dan ook te zien dat het hele gebied is doorsneden met slootjes, hoewel die vaak, vanwege de overdadige begroeiing, niet meer te zien zijn.

De eerste zijtak Vetpeellossing, een diepe ontwateringssloot langs de schietbaan richting Vetpeel, zorgt voor de afvoer van het water naar de Vetpeellossing, die vervolgens uitmondt in de Raam. De sterke verdroging in het gebied leidt tot vergrassing en is tevens een bedreiging in het voortbestaan van diverse dier- en plantensoorten.  Om de waterhuishouding in het gebied enigszins op peil te houden, moet deze sloot eigenlijk gedempt worden.

Er is door defensie geen natuurbeheer ge- voerd en het gevolg is dat het pijpenstrootje steeds meer is gaan domineren en de heide op heel veel plaatsen is verdwenen. Er wordt nu nog maar sporadisch gebruik van het oefenterrein gemaakt en je ziet momenteel ook steeds meer dennen verschijnen.

Herstel is alleen mogelijk als nog kiem- krachtig zaad aanwezig is, of als dat van elders aangevoerd wordt. Door middel van kleinschalig plaggen wordt de heidegroei weer gestimuleerd en in stand gehouden.
Dit is goed te zien op een aantal plaatsen.

Grootschalig plaggen levert misschien meer heide op, maar dit is vanuit het oogpunt van toename van de biodiversiteit ook weer niet altijd gunstig. Een groot deel van de oorspronkelijke gevarieerde structuur gaat daarmee namelijk verloren, wat ook verlies van bijzondere plant- en diersoorten met zich mee kan brengen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de onlangs gesignaleer- de blauwe kiekendief (een wintergast), die ik hier zag vliegen. Die brengt namelijk de nacht door op de begane grond en vooral een biotoop met veel pijpenstrootje, waar hij zich goed kan verschuilen, is een van zijn favoriete slaapplekken. Het zou toch jammer zijn als zo'n mooi dier weg zou blijven vanwege grootschalig plaggen.

wilde gagel
In totaal is er 270 hectare omrasterd en Natuurmonumenten werkt, samen met het Ministerie van Defensie, door het inzetten van hooglanders, ook aan een begrazingsproject, om zo de groei van het pijpenstrootje binnen de perken te houden en het heidegebied beetje bij beetje terug te krijgen. Je ziet hier en daar op de wat nattere plaatsen ook weer de wilde gagel verschijnen. Gagel voelt zich thuis in een omgeving die in de zomer droog is, maar heeft wel graag  "natte voeten"  in de winter. De soort, die in april/mei bloeit, staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als algemeen voorkomend, maar is sterk in aantal afgenomen.

Het is een gebied met "potentie". Zoveel is wel duidelijk. Nu het doek definitief gevallen is voor de Koninklijke Militaire School in Weert, vraag ik me af hoe het verder zal gaan met de ontwikkelingskansen en - mogelijkheden van de heide.
Om een heideverbinding door het Kempen~Broek te creëren, zal er in de Laurabossen sowieso gekapt moeten worden. Te denken valt aan een strook ten noorden van het oefenterrein, als verbinding naar de Boshover- en Loozerheide en een strook ten zuidwesten tot aan het nattere gedeelte van de Kettingdijk.


Grotere kaart weergeven

vrijdag 8 maart 2013

Driehoornmestkever

Gisteren tijdens een wandeling op het voor iedereen toegankelijke militair oefenterrein "Kruispeel/Achterbroek" (bij de Laurabossen in Weert), zag ik opvallend veel hoopjes zand, met gaatjes van een paar cm. De grootte van dergelijk hoopjes wisselde, maar was gemiddeld zo’n 10 cm in doorsnee.




















Interessant om eens na te gaan, waar we hier mee te maken hadden. Het viel mij op dat er steeds konijnenkeutels in de onmiddellijke nabijheid lagen. Het was me toen snel duidelijk; dit waren holletjes van mestkevers. Niet veel later zag ik inderdaad verschillende exemplaren in de omgeving van zo’n holletje. Aan de hoorntjes kon ik zien wat het was, namelijk de driehoornmestkever. (Typhoeus typhoeus).


De driehoornmestkever, of drietand, is een zwarte, glanzende kever waarvan de dekvleugels diepe ribben hebben. De kever is herkenbaar aan de drie horentjes op zijn halsschild, twee grote en een kleintje in het midden. Vandaar de naam. Vrouwtjes hebben kleinere uitsteeksels.


Deze kever, met een lengte van 12-20 mm. is een typische heidebewoner; de dieren kiezen uitsluitend open, zandige terreinen en met dennen en pijpenstrootje begroeide heidevelden. Opvallend kenmerk is dat ze plaatsen opzoeken waar konijnen- of schapenkeutels in de onmiddellijke nabijheid liggen.
Ze zijn actief van september tot en met maart, dus ook in de winter. Je krijgt ze niet zo gauw te zien, maar op een mooie winterdag, of (zoals nu) in het vroege voorjaar, kun je ze zeker tegenkomen. Het was gisteren toch al gauw 15 graden. Warm voor de tijd van het jaar dus!


De mestkevers brengen veel zand vanuit de diepte naar boven, waardoor de heuveltjes ontstaan. De kleurverschillen van de hoopjes komen door de verschil- lende bodemlagen waarvan het zand naar boven wordt gebracht.

Het vrouwtje graaft een gang van anderhalve meter diep, met nog enkele zijgangen, waar aan het eind in een kleine holte het eitje wordt gelegd. Daarop wordt dan 1-2 cm zand aangebracht. Het mannetje voert de keutels aan en deponeert die in de gang. Het wijfje verkruimelt de keutels ondergronds. Hierna wordt de “broedkamer” met mest gevuld. Het eitje ligt dus uiteindelijk buiten de broedkamer. De uitkomende larven moeten dan ook zelf op zoek naar hun voedsel. Om in de met mest gevulde broedkamer te geraken moeten ze eerst door de 1-2 cm zandlaag. De larven die uit de eitjes komen, leven van de mestvoorraad, die op deze diepte vochtig blijft.
De kevers spelen op deze manier een belangrijke rol in de natuurhuishouding. Samen met andere opruimers van menselijke- en dierlijke uitwerpselen, zetten zij de afvalstoffen snel om en bewerken ze deze weer tot bodemverrijkende humus.

De kevers zelf dienen weer als voedsel voor vogels zoals de boomvalk en uilen, maar ook voor vossen en boommarters. Vooral in de voorzomer vind je nogal eens dode mannetjes.

Een vraag blijft over: waar blijven de vrouwelijke kevers?
Zijn ze na het leggen van het laatste ei in de zelf gegraven gang achtergebleven?

woensdag 9 januari 2013

Baileybrug op de Weerterheide

Ten oosten van het ruim 900 ha. grote natuurgebied de “Weerter- en Budelerbergen” ,ligt (links en rechts van de Geuzendijk) aansluitend de Weerterheide. Het grootste deel is eigendom van het Ministerie van Defensie. Het gebied is vrij toegankelijk.

Het zuidelijk deel bevindt zich achter vakantiepark de Weerterbergen, tussen Geuzendijk en de IJzerenrijn spoorweg. In het noorden van dit gebied, tussen Geuzendijk en A2, bevindt zich de Duitse Legerplaats Budel, met de Nassau-Dietzkazerne. De kazerne is sinds een aantal jaren gesloten, maar het gebied wordt nog steeds door de Nederlandse defensie gebruikt als militair oefenterrein. Behalve zandverstuivingen zie je er vooral strak aangelegde naaldboompercelen, wat heidevelden en met pijpenstrootje begroeide stukken.
Over het gebied verspreid zijn ook kleine heideveldjes. Op deze veldjes en bij de overgangen tussen de heide en bosgebieden zijn veel vlinders te vinden. Op een zonnige dag is de kans groot hier het bont dikkopje en de heivlinder te zien vliegen. In de wat meer gemengde bossen komt de zeldzame grote weerschijnvlinder voor.


Toen ik tijdens een wandeling in het gebied, terecht kwam bij het bosvennetje dat vlak bij de Duitse schietbaan ligt, zag ik tot mijn niet geringe verbazing, dat er een baileybrug lag.
Deze brug blijkt te zijn gebouwd door de genisten van het 11e Pantsergeniebataljon in Wezep en is op 10 februari 2011 in gebruik genomen ter nagedachtenis aan de in Afghanistan gesneuvelde sergeant Martijn Rosier. Sergeant-1 Rosier was groepscommandant van 111 Pantsergeniecompagnie.
Hij sneuvelde op 26 augustus 2007 in Afghanistan tengevolge van een aanslag met een bermbom.

De locatie voor de brug is niet toevallig gekozen, want deze sergeant heeft zijn opleiding genoten bij de KMS te Weert, die veel gebruik maakt van het oefenterrein. Tijdens de opleiding wordt in het kader van de vorming van de aankomend onderofficieren bij de "Martijn Rosierbrug" stilgestaan bij de risico’s die het militaire beroep mee kan brengen.

Als defensie het gebied verlaat kunnen natuurontwikkelingsprojecten worden uitgevoerd. Op het zuidelijk gedeelte tot aan de IJzeren Rijn Spoorweg, worden momenteel al diverse onderhoudswerkzaamheden door Vereniging Natuurmonumenten uitgevoerd in het kader van stuifzand- en heideherstel.

Het gebied behoort tot het Natura 2000-gebied Weerter- en Budelerbergen & Ringselven, dat onderdeel is van een nog groter gebied, namelijk het grensoverschrijdende natuurpark Kempen- Broek. Dat maakt weer deel uit van het landelijke EHS-beleid. Natura 2000 is een netwerk van beschermde natuurgebieden op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie. Dit netwerk vormt de hoeksteen van het beleid van de EU voor behoud en herstel van biodiversiteit. De biodiversiteit (soortenrijkdom) in Europa gaat al jaren achteruit. Planten en dieren trekken zich weinig aan van landsgrenzen, het is dus belangrijk om natuurbescherming in Europees verband aan te pakken. Doelstelling is dat het verlies aan soorten planten en dieren in 2020 is gestopt en zo veel mogelijk is hersteld.



In de komende jaren zal het gebied verbonden worden met aangrenzende natuurgebieden.
Zo wordt er een ecoduct aangelegd over de snelweg A2 en de spoorlijn Eindhoven - Weert nabij wegrestaurant De Wildenberg op de provinciegrens met Noord-Brabant. De Weerter- en Budelerbergen worden hiermee verbonden met het Weerterbos.
Er is al gestart met de aanleg van dit ecoduct, maar de activiteiten liggen momenteel (9 januari) stil. Men zal binnen niet al te lange tijd de werkzaamheden hervatten. De planning is dat het ecoduct in maart 2014 wordt geopend. Hier zal ik nog op terugkomen.

In het zuiden zullen de Weerter- en Budelerbergen verbonden worden met de Laurabossen.
Daarom zal ook een ecoduct/ faunapassage aangelegd worden over de  N564 en de Zuid-Willemsvaart. Wanneer de aanleg van dit ecoduct start is (nog) niet bekend.

Links een kaartje van het gebied met een
uitgestippelde wandelroute.









donderdag 27 december 2012

Weerterheide op Tweede Kerstdag

Gistermorgen, Tweede Kerstdag, was het met momenten heerlijk weer. Zelfs het zonnetje liet zich bij tijd en wijlen zien. Dat heet winter anno 2012...
Een uitstekend moment om even een wandelingetje te maken op het zuidelijk deel van de Weerterheide en wat calorieën kwijt te raken. Het was genieten van het weer, de omgeving en de stilte.

De Weerterheide maakt deel uit van het ruim 900 ha. grote natuurgebied "Weerter- en Budelerbergen". Het is een schakel in het oorspronkelijk aaneengesloten Kempen-Broek, dat in de loop der eeuwen versnipperd is geraakt in kleinere, kwetsbare deelgebieden. Een schakel, met aan de ene kant het Weerterbos en aan de andere kant de Boshover- en Loozerheide. De Geuzendijk, de verbindingsweg van Weert naar Budel splitst het gebied als het ware in tweeën. Zowel het noordelijk als het zuidelijk gebied wordt gedeeltelijk gebruikt als militair oefenterrein en bestaat voornamelijk uit naaldbos en stuifzand gebieden.
Op het zuidelijk gedeelte, achter recreatiepark De Weerterbergen tot aan de IJzeren Rijn Spoorweg, worden momenteel diverse onderhoudswerkzaamheden door Natuurmonumenten uitgevoerd in het kader van stuifzandherstel. Door het steeds verder dichtgroeien van het terrein, onder andere door natuurlijke aangroei en bosaanplant, gaan de natuur- landschappelijke- en aardkundige waarden van het terrein namelijk achteruit.



De werkzaamheden bestaan uit het verwijderen van jonge begroeiing van hoofdzakelijk grove dennen in de open terreinen, het kleinschalig plaggen van de vergraste terreindelen en het kappen en dunnen van kleine houtopstanden in het centrale deel van het stuifzandgebied. De bosrand wordt ook uitgedund.


Grotere kaart weergeven

vrijdag 7 december 2012

Urnenveld Boshoverheide

Gisteren is op het urnenveld op de Boshoverheide het boek “Cold case in het stuifzand” gepresenteerd. Hiermee is een eerste stap gezet in het bundelen en ontsluiten van de informatie van het urnenveld. In dit onderzoeksrapport vind je onder andere ook een overzichtelijke inventarisatie van 32 "vergeten" opgravingen en een gegevensbank van de vondsten in de afgelopen veertig jaar. Volgens deze studie is het grafveld veel groter dan altijd gedacht en heel rijk aan grafgiften. Na een lange zoektocht, nationaal én internationaal, zijn er 1100 geregistreerde potten terug gevonden. Waarvan trouwens slechts 13 in Limburg!!!!

De Boshoverheide is een natuurgebied in de gemeente Weert tussen Weert en Budel. De heide is ruim 200 ha groot en ligt tussen de Loozerheide en de Weerter- en Budelerbergen. Tussen dit gebied en recreatiepark "Weerterbergen" loopt het tracé van de IJzeren Rijn, waar de laatste jaren zo veel over te doen is.
Op de heide ligt het grootste en uitgestrektste urnenveld van NW-Europa. Dik vier eeuwen lang, van 1000 tot 500 voor Christus(Laat-Bronstijd), cremeerden en begroeven de inwoners van Weert en Budel hun overledenen daar.

Via losse vondsten was deze plek al ruim 120 jaar geleden bekend, maar er is eigenlijk nooit van overheidswege aandacht aan geschonken en de graven raakten in de vergetelheid.
Het terrein werd pas wettelijk beschermd in 1968 toen de Boshoverheide deel ging uitmaken van een militair oefenterrein en graven en vondsten kwamen bloot te liggen. De sporen werden onderzocht, het gebied werd wettelijk beschermd en de militairen verplaatsten hun oefeningen naar het noordwesten.


Wetenschappers gingen er aan het graven. Veel was toen helaas al verdwenen in privé-collecties van 19e eeuwse urnendelvers en amateur-archeologen van de vorige eeuw. Ook is veel materiaal terecht gekomen bij tal van instituten en musea in zowel binnen- als buitenland. Tot nu toe is slechts 3 ha. van het urnenveld onderzocht.


Op een terrein van ruim 33 ha., zijn in de 404 grafheuvels en langbedden (rechthoekige graven), volgens de laatste schattingen, ca. 3100 mensen begraven. Inmiddels zijn ca. 150 graven gerestaureerd.
Deze plek is waarschijnlijk uitgekozen vanwege de hogere ligging en lag veraf van de woningen en akkers van de levenden. Eigenlijk is het grafveld te groot voor de eigen omgeving en is er nog veel onduidelijk. Bovendien lijken er geen vrouwen begraven te liggen, maar alleen mannen en kinderen!! Een intrigerend gegeven, menen de onderzoekers. Omdat er veel grafgiften zijn aangetroffen, neemt men aan dat het hier een soort “elitegraven” moeten zijn.


Op de luchtfoto's is te zien dat het gebied via een (rolstoelvriendelijk) pad toegankelijk is gemaakt voor wandelaars.

De graven van de duizenden mannen, vrouwen en kinderen die in de prehistorie begraven werden op de Boshoverheide, worden dus al meer dan honderd jaar lang bestudeerd door archeologen. Ook door archeoloog Liesbeth Theunissen van "Cultureel Erfgoed", die de gegevens van dit grootste prehistorische grafveld van Nederland en N.W.-Europa op een rij zette en op onderstaand You Tube filmpje hierover iets vertelt.

Grotere kaart weergeven

Blogarchief