Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label mossen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label mossen. Alle posts tonen

maandag 6 maart 2017

Mossen

Het is al weer even geleden dat ik een berichtje geplaatst heb. Een noodgedwongen time-out vanwege rugklachten, die het mij niet mogelijk maakten eropuit te gaan....
Niet alleen op mijn blog, maar ook op andere natuurblogs merk ik, dat er in de wintermaanden vaker een pauze wordt ingelast, want dan is er minder te zien en is de natuur in diepe rust. Hoewel......

Gewoon muisjesmos
Deze veronderstelling is natuurlijk maar gedeeltelijk waar, want mossen bijvoorbeeld, trekken zich niks aan van warmte of kou en kun je het hele jaar bekijken en bestuderen. Van deze primitieve sporenplanten, die eerder in de evolutie zijn ontstaan dan varens en paardenstaarten, komen er zo’n 600 soorten voor.
Als je daar de korstmossen ook nog eens bij telt, komen er nog eens ruim 600 bij.
Dus als je ondanks de kou besluit op pad te gaan, dan zul je geheid heel wat soorten te zien krijgen.

donderdag 24 maart 2016

Mossen op Smeetshof

In de nieuwsbrief van de Slobkousjes las ik dat ze een bezoekje zouden gaan brengen aan de Smeetshof in Bocholt. Bijna een thuiswedstrijd voor mij, dus dinsdag de 8e ben ik op tijd opgestaan en ging het richting België. Ook Frans van de Ecologische Werkgroep Weert Zuid was aanwezig.

De Slobkousjes beginnen al om 9:00 uur. Best wel vroeg voor mijn doen, maar als ik eenmaal actief ben, is dat verder geen probleem. Het had die nacht licht gevroren en het was, zoals je ziet op de foto, nog mistig. Een frisse ochtend dus, maar een goede manier om snel wakker te worden…….....

Boomstam met meerdere mossoorten en doolhofzwammen
We bezochten enkele natte percelen en een droog perceel en de aandacht ging met name uit naar (korst)mossen. Maar natuurlijk werd er ook uitvoerig stil gestaan bij de zwammen, die we op ons pad tegen kwamen. Op de foto zie je een boomstam met talloze Doolhofzwammen.

Ook deze betrekkelijk zeldzame wasslakzwam wil ik je nog laten zien. Zelden heb ik die namelijk zo mooi van kleur en zo glanzend gezien. Alsof hij gevernist was. Je kon er bijna je haren in kammen, zo spiegelde hij…..........

Zandhaarmos met de pronkende heren op de voorgrond en de dames op de achtergrond.....
En nu dan over naar het eigenlijke onderwerp: de mossen.......
In de loop van de morgen liet het zonnetje zich steeds meer zien. Dit had vooral effect op het Zandhaarmos dat nu in "bloei" staat en dat we aantroffen op een droog verschraald gedeelte van de Smeetshof. Daar zagen we ook onder andere het Grijs Kronkelsteeltje, Heidestaartje en Bekermos.

Het Gewoon Sikkelsterretje met lichtbruine sporenkapsels wordt vaak op dood hout aangetroffen
Zoals gezegd, ging het niet om de paddenstoelen, maar om de blad- en korstmossen. Toen we tegen 12 uur naar huis togen, hadden we 38 waargenomen. Je ziet de gevonden soorten in onderstaande tabel. Met dank aan de Slobkousjes, die feilloos wisten te vertellen hoe ze heten. Chapeau....

Bleek Dikkopmos
Gewoon Bronmos
Grijze Haarmuts
Kronkelheidestaartje
Bonte Haarmuts
Gewoon Dikkopmos
Groot Dooiermos
Lichtvlekje
Bruin Bekermos
Gewoon Haakmos
Groot Laddermos
Lindeschildmos
Duinsterretje
Gewoon Muisjesmos
Groot Rimpelmos
Melig Takmos
Fijn Laddermos
Gewoon Purperschaaltje
Groot Schildmos
Rijpschildmos
Gaaf Kantmos
Gewoon Purpersteeltje
Heksenvingermos
Vals Dooiermos
Gebogen Schildmos
Gewoon Schildmos
Helmroestmos
Verstop-schildmos
Gestippeld Schildmos
Gewoon Sikkelsterretje
Knotskroesmos
Witte Schotelkorst
Gevorkt Heidestaartje
Grauw Rijpmos
Kopjes-bekermos
Zandhaarmos
Gewone Poederkorst
Grijs Kronkelsteeltje






Uiteraard laat ik die niet allemaal zien. Een aantal fraai gefotografeerde en interessante soorten zie je hieronder. De andere foto's die ik maakte, heb ik in het album Mossen op de site Flickr geplaatst.

Bonte haarmuts
Groot Schildmos
Heksenvingermos en Grijsgroene steenkorst
Melig Takmos
Vals dooiermos
Zandhaarmos en Bruin Bekermos
Gewoon Purperschaaltje
Grauw Rijpmos
Groot dooiermos
Heksenvingermos en Groot Dooiermos
het vrij zeldzame en kwetsbare Lindeschildmos

zondag 10 januari 2016

Bladmossen deel 2

In eerste instantie had ik dit gedeelte bij de vorige blog staan, maar ik vond het achteraf gezien te uitgebreid en heb daarom besloten van de laatst genoemde soorten een deel 2 te maken.

Dit grijs uitziend landschap, veroorzaakt door het grijs kronkelsteeltje, vind je op meerdere plekken in de Tungelerwallen. Dat grijze uiterlijk wordt veroorzaakt door de lange doorzichtige glasharen die aan elk blad zitten. Zo'n glashaar weerkaatst het zonlicht en beschermt op die manier de plant tegen uitdroging.
Het mos gedijt hier en daar zó goed, dat het andere mossen, die er eigenlijk thuishoren, dreigt te verdringen. Het is dan ook een gruwel voor de terreinbeheerders.

één groot tapijt met het grijs kronkelsteeltje aan de Telheideweg
Het grijs kronkelsteeltje is in Nederland voor het eerst in 1961 gevonden. Deze van het zuidelijk halfrond afkomstige soort heeft zich sindsdien razendsnel verspreid en is zeer algemeen. Terwijl de zure regen de voortplantingssnelheid van de meeste mossen afremt, bevordert neerslag van stikstof (depositie) en luchtverontreiniging de verspreiding van het kronkelsteeltje.

Foto genomen na herstelwerkzaamheden aan de Telheideweg in december 2012
Soms wordt het ook in de hand gewerkt door beheermaatregelen zoals te ondiep plaggen, frezen, eggen of begrazing door grote grazers. Dit zorgt voor verstoring van de grond, waardoor het kaal humeus zand aan het oppervlak komt te liggen. Dit is mogelijk ook gebeurd bij het natuurherstel aan de Telheideweg in 2012.

De verwachting is dat met een schonere lucht het grijs kronkelsteeltje ook weer op zijn retour zal gaan. Je ziet nu echter de grote tapijten op met name zand, dat direct in de zon staat en op plekken waar de bodem verstoord is. Het mos kan slecht tegen beschaduwing en je vindt het dan ook vooral op open zandgronden in de duinen en op de heide, maar ook op bijvoorbeeld rieten daken. Omdat de zeer dichte grijze zoden de groei van andere soorten vaak onmogelijk maken, heeft het bij ons de bijnaam Tankmos en Mospest gekregen. De Duitsers hebben het over "Heidepest" . Ook dat zegt genoeg.........

gewoon muisjesmos
Een veelvoorkomend mosplantje wat in bolletjes op oudere muren is te vinden, is het gewoon muisjesmos. Het is wel zo dat de muur kalk moet bevatten, want de tegenwoordige specie is zuur (bevat portlandcement). Het plantje wordt ca. 3 cm. hoog. De naam heeft het te danken aan de grijze harige kussentjes, die wel iets op muisjes lijken. Dat wordt veroorzaakt door de glasharen welke uitsteken.

Gewone Haarmuts (li)  en Gewoon Muisjesmos (re) met sporenkapsels
De kussentjes bevatten bijna altijd sporenkapsels. Jong zijn die geelgroen en zitten ze op gekromde steeltjes weggedoken tussen de blaadjes. Rijp steken ze op een rechte kapselsteel net buiten de kussentjes uit en zijn ze bruin.

gewoon muursterretje
Je vindt Gewoon muisjesmos vaak in gezelschap van muurmos. Het muurmos, of gewoon muursterretje is één van onze algemeenste mossen. Je vindt het overal waar menselijke bebouwing in de buurt is. Terwijl het vroeger alleen voor kwam op kalkstenen, groeit het tegenwoordig bijna overal. Het groeit zowel op verticale als horizontale vlakken en heeft een voorkeur voor droge standplaatsen. Het is één van de weinige mossen die zo goed in de blakende zon standhoudt.

Het plantje onderscheidt zich van het ook veel voorkomende gewoon muisjesmos door de lange kapselsteel, waardoor de sporenkapsels hoog boven alles uit steken..... Het kapseltje van het muisjesmos zit, zoals ik al vertelde, in het begin verscholen tussen de blaadjes. In het begin zijn de sporenkapsels van het gewoon muursterretje geelachtig van kleur en bij het ouder worden zijn ze donkerpurper tot bruin.

Mocht je daar mijn posts geïnteresseerd zijn in dit onderwerp, dan moet je zeker eens kijken op de site Flickr. Daar heb ik namelijk bijna 150 foto's geplaatst van zowel blad- als korstmossen. Even klikken op "de site Flickr" en je komt er op terecht. Als je op een foto klikt wordt die uitvergroot weergegeven. De muiscursor is dan verandert in een loepje. Als je dus nog eens op de foto klikt, wordt die nog eens extra vergroot.

dinsdag 5 januari 2016

Bladmossen

Hoewel ik me in een eerdere blog beperkt heb tot de bekendste korstmossen, is me gaandeweg duidelijk geworden hoe specialistisch het "vak" van bryoloog is en hoe moeilijk het is de soorten te determineren.
Zo is bijvoorbeeld de wijze waarop de kapselstelen groeien kenmerkend voor een bepaalde soort. Ook de vorm van het sporenkapsel, huikje, dekseltje en tandjes is bij elke mossoort weer anders. Voor de determinatie zijn dat vaak belangrijke kenmerken. Je krijgt enig idee wat er bij komt kijken, als je deze site opent.

Hoewel mossen sporen vormen, hebben ze bladgroen en "bladeren". Ze verschillen daarin fundamenteel met korstmossen en worden tot de "hogere" planten gerekend. Ze hebben geen wortels en hechten zich met kleine celdraadjes ("rhizoide") aan de ondergrond. Ze kunnen echter snel en gemakkelijk vocht en mineralen opnemen en vasthouden via het bladoppervlak. Een mosblad functioneert dus als blad en wortel tegelijk.
Er zijn 3 groepen: Blad-, Lever- en Hauwmossen.

Gewoon haakmos is een veel voorkomende mossoort in onze gazons
Mens en mos lijken niet goed samen te gaan. Begin over mos en gegarandeerd vraagt iemand wat er aan dat gespuis tussen de stoeptegels of in het gazon gedaan kan worden. Om je te laten zien hoe jammer dat eigenlijk is, moest ik een "diepe buiging" voor enkele mossen maken, maar ik had het er graag voor over.

Mossen vormen een ideale voedingsbodem voor tal van organismen
Ik wil je namelijk laten zien dat mossen een belangrijke schakel in ecosystemen zijn: ze produceren zuurstof, beschermen tegen erosie, houden water vast, scheppen een gunstig klimaat voor het ontkiemen van allerlei soorten zaden en vruchten en bieden leefruimten aan kleine insecten.

Gewoon haarmos aan de rand van de Moeselpeel
Op de site van het Nederlands Soortenregister worden alleen al 430 soorten  Bryopsida of bladmossen vermeld. In deze blog laat ik je kennis maken met enkele haarmossoorten en Gedraaid Knikmos.
Vanwege de losse structuur bieden de haarmossoorten een goed onderkomen aan allerlei kevertjes e.d.

Gewoon haarmos kan gemakkelijk tot wel 20 cm. hoog worden
Hoewel het topje bestaat uit een stervormig groepje blaadjes, is dit geen Gewoon Sterremos, maar het Gewoon Haarmos. Het is een sterke, altijd groene, tot wel 20 cm. hoge plant, die vooral te vinden is aan bosranden en bosbodems met een vochtige zure bodem met een losse structuur. Andere plekken zijn arme zandgronden, veenmosrietland en kanten van beekjes en greppels. Het wordt nogal eens verwisseld met Fraai Haarmos. Gewoon haarmos kan echter tweemaal zo lang worden als Fraai haarmos en heeft vaak een lichtere groene kleur dan het diep donkergroene Fraai haarmos. Het blad van Gewoon haarmos is ook smaller.

sporendoosjes van Gewoon Haarmos
Gewoon haarmos vind je in zeer uiteenlopende biotopen, zoals naaldbossen, broekbossen en vochtige heide. Maar ook langs oevers van poelen en beken. Zolang het maar niet in de volle zon is en vochtig is, want het is een schaduw/halfschaduwminnende plant. Ze zijn over de hele wereld verspreid, met inbegrip van Antarctica.

echt zandhaarmos
In België en Nederland worden haarmossen vertegenwoordigd door een zevental soorten. Het bepalen van enkele soorten haarmos is specialistenwerk. De verschillen zijn soms namelijk lastig te onderscheiden en kunnen alleen met behulp van de microscoop 100% zekerheid geven. Het zijn echter over het algemeen vrij grote, stevige mossen, die grote aaneengesloten tapijten kunnen vormen.

Het echt zandhaarmos vormt losse, stugge zoden met groene tot roodbruine, tot 5 cm lange, rechtopstaande, onvertakte, stevige stengels. Het is een algemene soort die voornamelijk voorkomt op droge heide en zandverstuivingen.

Haarmos in de Tungelerwallen
Haarmos vind je vooral op droge heide, duinen en zandverstuivingen, maar ook op schrale bermen en zandige bospaden. Het Echt Zandhaarmos kan op open plaatsen uitgestrekte, vlakke zoden  vormen en zelfs bij een te grote uitbreiding een bedreiging voor het stuifzand worden.
   
"Bij een bodembedekking van 30% is de wind namelijk nauwelijks meer in staat zand te verplaatsen en is het eigenlijk noodzakelijk om de vegetatie deels terug te zetten, door te plaggen tot op het "blonde" zand. 
Dan wordt door een voldoende onbelemmerde windwerking tenminste het stuifzand in stand gehouden. Om te voorkomen dat populaties van dieren, die gebonden zijn aan pioniersituaties, uit het gebied verdwijnen, is het belangrijk nooit alle pioniervegetaties in één keer tegelijk te bewerken." (Riksen & Goossens 2005).

Een fopzwam heeft een plekje gevonden tussen de antheridiën van het echt zandhaarmos
Antheridiën zijn de mannelijke organen van het ruig haarmos
Hoewel mos niet kan bloeien, lijkt het er wel op. De rode "bollenvelden" van het ruig haarmos en zand haarmos vind je vooral bij nat winterweer en in het vroege voorjaar. Het zijn tweehuizige planten, die vrij gemakkelijk te herkennen zijn aan deze opvallende rode sporenkapsels. De op kleine, rode roosjes lijkende bekertjes (antheridiën), zijn de mannelijke organen van de mosplant. De vrouwelijke organen heten archegoniën.

vrouwelijke organen van ruig haarmos
Echt zandhaarmos
Op deze foto zie je de prachtige vrouwelijke 'flesvormige' organen van het echt zandhaarmos.
Na bevruchting (de zaadcellen worden door regenwater getransporteerd naar de eicel onderin de 'fles') groeit dit uit tot een sporendoosje, dat openspringt als de sporen rijp zijn. Het doosje is bedekt door een huikje. Dit huikje kan kapvormig zijn, of als een mutsje met slippen over het doosje heen zitten. Het valt na verloop van tijd af. De wind zorgt voor de verspreiding van de duizenden minuscule sporen.

vrouwelijk gedraaid knikmos
Gedraaid knikmos is een algemeen mos dat niet kieskeurig is op zijn standplaats. Deze vond ik in een nat gedeelte aan de rand van de Moeselpeel. Het enige gedraaide, waarop dit mos betrekking heeft, zijn de blaadjes die bij droogte verschrompelen en spiraalsgewijs om de stengel of om hun as draaien. Dan heeft de plant iets weg van een kurkentrekker.

De sierlijk doorknikkende, doorschijnende lichtgroene sporenkapsels staan op rode steeltjes. Die sporenkapsels vind je dus op de vrouwelijke planten. Het gedraaid knikmos is tweehuizig. Als een mosplant alleen mannelijke of vrouwelijke geslachtsorganen heeft - en dus niet beide organen op dezelfde plant - spreek je van een tweehuizig mos.

In de volgende blog wil ik nog een paar soorten bladmossen laten zien.

woensdag 6 mei 2015

Korstmossen

Laat ik voorop stellen dat ik geen mossenkenner ben. Tijdens mijn wandelingen door de Weerter natuurgebieden kom ik echter zo vaak bijzondere soorten tegen dat ik het niet kan laten er een foto van te maken. Zo heb ik de afgelopen jaren al ettelijke foto's van mossen weten te vergaren. Ze zijn tot nu toe echter altijd "in de kast blijven liggen". Probleem van een niet-bryoloog (niet-mossendeskundige) is het op naam kunnen brengen van de soort. Dat heeft me er steeds van weerhouden er iets over te schrijven.

Zoals je inmiddels begrepen zult hebben, ben ik nl. met een foto alleen niet tevreden. Gelukkig biedt het internet uitkomst. Goed bruikbaar zijn o.a. de sites als BLWG, dé vereniging voor mossen- en korstmossen- onderzoek in Nederland, Kiek nou toch, Nederlandse soortenregister.nl en Online beeldbank Vilda. Als ik het dan nog niet wist, was er gelukkig nog altijd Frans van de Ecologische Werkgroep Weert Zuid.

De doorslag om me toch eens wat gaan te verdiepen in mossen, was deze zeldzame soort, die ik onlangs vond op een heideveldje in de Tungelerwallen. Dit is dus het IJslands mos.

Het is een soort die behalve in de Tungelerwallen nog slechts op 6 andere plaatsen in Nederland gevonden wordt (o.a. de Lemelerberg). Meestal betreft het ook maar enkele exemplaren. In de 50er en 60er jaren kwam dit mos veel voor in de Tungelerwallen, maar de soort is vooral de laatste decennia sterk achteruit gegaan. Als je bedenkt dat deze soort slechts zo'n 5mm per jaar groeit, is dit dus al een oud exemplaar.

IJslands mos (Cetraria islandica) komt voor in heide en stuifzandgebieden. Vaak op plekken waar ook rendiermossen, bekermossen en heidestaartjes (Cladonia-soorten)groeien.
Stuifzanden zijn in oppervlakte sterk verminderd. Maar de belangrijkste bedreiging vormen de sinds de jaren zeventig toenemende vergrassing en verbossing onder invloed van de stikstofdepositie (zure regen) uit de lucht en verkeerd (of geen) natuurbeheer. Daardoor groeien open plekken dicht met grassen en andere planten met als gevolg dat geschikte groeiplaatsen voor korstmossen verdwijnen.

open rendiermos
open rendiermos
De naam IJslands mos wordt vaker onterecht gebruikt voor rendiermossen. IJslands mos doet een beetje denken aan een krop sla, terwijl de Rendiermossen struikvormig en groen-grijs gekleurd zijn en vertakkingen hebben. De naam rendiermos is afgeleid van de vorm van de "plant" die op een hertengewei lijkt.

"Hoewel korstmos op een plant lijkt, is het een schimmel dat voedsel haalt uit levende algen. Korstmossen 
zijn eigenlijk een soort samenleving (symbiose) van een alg en een schimmel. De alg produceert glucose en "schenkt" een deel aan de schimmel, in ruil daarvoor krijgt de alg mineralen. De alg kan overleven zonder de schimmel, maar die op haar beurt kan de alg(glucose) niet missen". (bron:  BLWG).

Korstmossen brengen ook geen zaden voort, maar vermeerderen zich met behulp van sporen en hoewel ze wortels hebben, leven ze van wat in de lucht voorkomt. Daarom zijn ze zo kwetsbaar en gevoelig voor luchtverontreiniging. Op de Rode Lijst Korstmossen wordt vermeld dat van de 600 soorten korstmossen in Nederland 46% bedreigd of verdwenen is.

gebogen rendiermos op de Buuëtjeshei.
Zo vernam ik bijvoorbeeld van Frans Smit van de Ecologische Werkgroep Weert Zuid, dat het gebogen rendiermos in onze omgeving nog alleen te vinden is op de Buuëtjeshei. Erg verontrustend allemaal.....

open rendiermos
Het open rendiermos is het meest algemene rendiermos in de binnenduinen, heide en stuifzandgebieden.
Het kenmerkende aan deze soort is, dat de dunne groengrijze takken aan de einden meestal symmetrisch in vieren vertakken. Deze bijzondere symmetrie in alle vertakkingen kan ons blijkbaar wel bekoren en waarschijnlijk daarom worden ze op grote schaal gebruikt in kerststukjes. Al het verhandelde rendiermos komt uit de vrije natuur (Scandinavië)en kan niet gekweekt worden. Korstmossen groeien verschrikkelijk langzaam en veel exemplaren halen nog geen halve centimeter per jaar. Met uitzondering van enkele "doe-het-zelvers", worden er in de Nederlandse natuurgebieden gelukkig nauwelijks korstmossen geoogst.

elandgeweimos of zomersneeuw
elandgeweimos of zomersneeuw
In de Tungelerwallen op het kalkarme zand bij de wal, vond ik het elandgeweimos. De naam is vanwege de vorm: deze algemeen voorkomende soort doet denken aan het gewei van een eland. De kleine, grillig gevormde grijsgroene blaadjes krullen bij droogte om en dan wordt de witte onderkant zichtbaar. Het lijkt dan wel of het gebied bezaaid is met witte vlokjes. Dat verklaart de bijnaam "zomersneeuw".
Als je erover loopt, knappert het zo lekker onder je voeten en zorg je onbedoeld ook voor "korstmosstekjes".....

gevorkt heidestaartje
bruin heidestaartje
Cladonia is een geslacht van ca. 350 korstmossen, waarvan men er ongeveer 50 in Nederland aantreft.
Niet alleen de rendiermossen horen bij deze groep, maar ook de zogenaamde heidestaartjes en bekermossen.
Een kenmerk van het heidestaartje is, dat het zich altijd netjes in twee even grote takjes splitst. Je vindt ze op de heide, stuifzandgebieden en schrale graslanden.

ruw heidestaartje
Ik vond de eerste 2 heidestaartjes op de Tungelerwallen en de Buuëtjeshei. Dit ruw heidestaartje trof ik aan bij de Centrale Zandwinning (in de aanplant langs de Voorhoeveweg). Je kunt deze soort dus ook op open stukjes vergraste hei vinden. Hoewel de strook daar nu beplant is met struiken, is het oorspronkelijk namelijk een schraal heidegebied geweest.
Zoals naam al doet vermoeden, heeft het ruw heidestaartje inderdaad een ruw oppervlak.

kopjes-bekermos
groen bekermos
Bekermos groeit juist daar waar andere planten niet willen groeien. Sommige bekermossen zijn echte grondbewoners, andere leven uitsluitend op bomen en rottend hout. Anderen blijken geen voorkeur te hebben. Zo vond ik in de Tungelerwallen het kopjes-bekermos en groen bekermos op zowel hout als op de grond, de heidelucifer en het rood bekermos zag ik tussen heiplantjes en bij het stuifzand. De soorten groeien vaak door elkaar heen, wat het determineren niet eenvoudiger maakt. 
Kopjesbekermos heeft een vrij gladde steel. De vorm doet een beetje denken aan een vuvuzela: lange slanke steel uitlopend in een kopje. De vorm van het kopje  is zodanig dat een regendruppel er precies in past. De sporen verspreiden zich in de regendruppel. Wanneer er weer een druppel in de beker valt worden de sporen daardoor als het ware gelanceerd.

rode heidelucifer in de Tungelerwallen
rood bekertjesmos in de Tungelerwallen
rood bekertjesmos in een nat heidegebied op de Weerterheide
Het ongeveer een centimeter grote rood bekertjesmos is een korstmos dat voor komt in bossen, zand- verstuivingen, duinen en op de heide. Het vuurrode vruchtlichaampje steekt fel af tegen het grijsgroen van de rest van het korstmos. Hoewel bijna de helft van de Nederlandse korstmossen is bedreigd of verdwenen, geldt dat niet voor deze taaie rakker, die op de meest onwaarschijnlijke plaatsen weet te overleven.

soredieus leermos op een schraal grasland langs de Moeselpeel
Hoewel dit iets weg heeft van een bloem, is het een korstmos. Om precies te zijn: het soredieus leermos.
Ik vond dit mooie mos op een schraal droog grasland aan de Spechtenbaan. Die ligt aan de rand van de Moeselpeel. Het is opvallend dat ik er nagenoeg niets over kan vinden op het internet, maar het is zo'n mooi mos, dat ik toch besloten heb het te plaatsen. Mogelijk weet iemand er meer over te vertellen.
Ik hou me aanbevolen.......

soredieus leermos
Er zijn meerdere soorten, zoals groot leermos, klein leermos, ruig leermos en kaal leermos. Het lijkt of de onderdelen van dit organisme lijken op een plantenstengel, blad of wortel, maar dit klopt dus niet. Zoals gezegd is een korstmos geen plant. Met behulp van waarneming.nl kwam ik uiteindelijk terecht bij het soredieus leermos. Soredieus zou mogelijk te maken kunnen hebben met het grofkorrelig "poeder" dat op de rand van de oranje lobben lijkt te liggen. 
** Soredium/soredia = knopjes op een korstmos, bestaande uit cellen van de algen, omringd door  zwamdraden.  Het heeft in elk geval te maken met de ongeslachtelijke voortplanting van het mos..

kapjesvingermos
Het vrij algemene kapjesvingermos tref je aan op bomen, op hout en zelfs op muren. Het is lichtgrijs van kleur met een witte onderzijde en bladvormig met opstijgende lobben. Omdat de lobjes bovenaan wat afgerond zijn, vormen ze als het ware een "kapje".
Ik wil jullie dit mos laten zien, omdat dit een voorbeeld is van een korstmos, dat gebruikt kan worden als beleidstoetsend instrument. Je kunt met dit mos namelijk nagaan of het beter of slechter gaat met de natuur.

Het is opvallend dat deze soort op de magere zandgronden minder waargenomen wordt, dan in de rest van het land (zie: verspreidingsatlas BLWG). Ik heb in het begin al verteld hoe gevoelig korstmossen zijn voor luchtverontreiniging. Een toename of afname van stikstof (ammoniak)is dan op tweeërlei manieren te merken aan de korstmossen. Terwijl meer ammoniak in de lucht bij de zuurminnende korstmossen namelijk leidt tot een afname, is er bij het kapjesvingermos net sprake van een toename. Dit is namelijk, net zoals bijv. heksenvingermos en groot dooiermos, een stikstofmínnende soort.
Dus: hoe minder kapjesvingermos, des te beter het milieu......

In een volgende post wil ik wat meer vertellen over de bladmossen.

Blogarchief