Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label oeverzwaluw. Alle posts tonen
Posts tonen met het label oeverzwaluw. Alle posts tonen

dinsdag 19 november 2013

Er gaat veel mis bij het blauwe meertje.

Zoals je in de vorige post over het "blauwe meertje" hebt kunnen zien, levert de zandwinning aan de rand van het IJzerenman-gebied langzaam maar zeker een prachtige grote plas op.
Maar niet alles wat mooi is, is ook goed. "Schone schijn bedriegt" bij de CZW, want vanaf het begin zijn er dingen mis gegaan. Dingen die een buitenstaander niet ziet, want die ziet alleen die mooie blauwe plas...

Economische- en natuurbelangen kunnen daar blijkbaar ook niet door één deur. De plas zou, zo was de afspraak, bijvoorbeeld helemaal teruggegeven worden aan de natuur, maar op dit moment zijn er verschillende politieke partijen in Weert, waaronder D66 en de VVD, die dit willen loslaten en nu voorstander zijn van een meer intensieve recreatie (zoals een zwemstrandje en daghoreca).

CZW in augustus 2013
Ik vraag me af of dit wel mogelijk is bij een plas die op plaatsen meer dan 20 meter diep is en in 2010 is verontreinigd vanwege het dumpen van vervuild slib uit o.a. Sarsven en Tungelroyse beek. Tevens gaan deze partijen wel erg gemakkelijk voorbij aan het feit dat Zwembad de IJzerenman nu al niet het gewens- te aantal bezoekers voor het buitenbad haalt en dat, mochten deze plannen doorgaan, er nog grotere exploitatietekorten komen. Het jaar 2012 werd al afgesloten met - € 406.000! Ik zie de bui al hangen...

CZW in november 2013
Er komen echter vooral signalen, dat de CZW de gemaakte afspraken, willens en wetens, niet na komt !!!
De provincie treedt niet op en heeft schijnbaar (economisch?) belang bij veel graven; “de Provincie Limburg kiest consequent voor CZW en laat in feite zo de natuur en de burgers van Weert in de kou staan”.
Aldus Stichting Groen Weert (SGW). Er is bewust gekozen voor een neutrale en onafhankelijke positie en men staat los van politieke partijen of stromingen.

de plaats waar vervuild slib is gestort in 2010
- Al in oktober 2010 trok SGW aan de bel, vanwege het storten van vervuild slib.
- In mei 2011 richtte SGW zich in een schrijven tot de leden van Provinciale- en Gedeputeerde Staten van Limburg vanwege het niet nakomen van de afspraken betreffende boscompensatie. Volgens de vergunning moet CZW het gekapte bos herplanten. Dit is keer op keer uitgesteld (inmiddels meer dan 10 jaar).

 
Tot slot sprak SGW de vorige maand nogmaals zijn zorg uit, dat de CZW de gemaakte afspraken niet na komt. Er is volgens hen sprake van een onbalans tussen de belangen voor natuur en burger en de CZW.
Op hun site staat de pers-versie CZW: fijn zand, grof geld. met alles nog eens op een rijtje:
- Het storten van verontreinigde grond en baggerspecie en daardoor het verontreinigen van grondwater.
- Het niet aanbrengen van een leemlaag om verdroging van de omgeving tegen te gaan.
- Onvoldoende boscompensatie.
- Meer zand winnen dan toegestaan.

Behalve SGW is het de SP-Weert die de ontwikkelingen met argusogen volgt en aan de bel trekt als iets niet volgens afspraak verloopt. In maart 2011 werd het college van B&W bijvoorbeeld op mogelijke stortingen van ‘klasse B’ slib/specie gewezen en op 8 maart van dit jaar stond op de weblog van de SP-Weert een interessant artikel van Jeroen Goubet over het  niet nakomen van de afspraken door CZW.


Er zijn gelukkig ook een aantal positieve ontwikkelingen. Ik denk bijvoorbeeld aan de komst van de oeverzwaluw (de enige plek in de gemeente Weert). De SP heeft het over mogelijk gevaar vanwege afkalvende oevers, maar als zich hier net vanwege deze oevers een kolonie oeverzwaluwen vestigt, moet er toch een mogelijkheid zijn, dit gedeelte tot verboden gebied te verklaren, zodat de oeverzwaluw hier ongestoord kan nestelen. Het zou toch doodzonde zijn als je deze dieren weer wegjaagt.

De Ecologische Werkgroep Weert Zuid is een groep vrijwilligers die de handen uit de mouwen steekt in het gebied. Behalve het inventariseren van soorten, beoordelen ze bijvoorbeeld de verdrogingssituatie ten gevolge van de zandafgraving en hebben ze aangegeven de poelen en het broekbos naast het terrein van de CZW onder handen te willen nemen. Hierover  wil ik in mijn volgende post wat meer vertellen.


Hoewel je (nog) niet kunt spreken van een weelderige flora rond de plas, is er toch sprake van een goede ontwikkeling, want de Ecologische Werkgroep Weert- Zuid heeft bij een inventarisatie bijna 250 soorten geteld!! Ik vraag me wel af of die rijkdom ook geldt voor het gedeelte waar vervuild slib is gestort? 


Voor biodiversiteit, voor een biologisch evenwicht, is echter meer nodig dan variatie van planten. Biodiversiteit is de afkorting van ‘biologische diversiteit’ en staat voor de verscheidenheid aan álle levens- vormen én ecosystemen. Dus hoe is het bij het zandwingebied gesteld met de diversiteit van de andere soorten (de vogels, insecten, waterdiertjes, zoogdieren, zwammen en micro-organismen) én de diversiteit aan ecosystemen (het geheel van relaties tussen de soorten én het leefgebied)?

Wereldwijd komen steeds meer soorten en leefgebieden onder druk te staan door onze natuurbelastende manier van leven; verzuring, verdroging, vervuiling, overexploitatie van ruimte en grondstoffen.
Deze bedreigingen zien we nu stuk voor stuk dus ook bij de Centrale Zandwinning Weert.
Welke gevolgen heeft dit voor de natuurontwikkeling en de biodiversiteit?

Hoewel er met name in deze periode watervogels op de plas te zien zijn, is het me opgevallen, dat er jaarrond niet zo veel te zien zijn. Heeft dit met de kwaliteit van het water te maken, met voedselrijkdom, met de omgeving, of ....? Dat water is nl., zo blijkt, te zuur. Met een PH die nauwelijks 4 haalt, houdt bijvoorbeeld geen enkele vis het uit. Zijn er voor deze vogels wel voldoende foerageermogelijkheden?
Wat zijn de gevolgen van verdroging, die de zandwinningsplas lijkt te veroorzaken?
In mijn volgende post  kun je wat meer over de verdrogingsproblematiek lezen.

Kortom, er zijn nog veel vragen, onduidelijkheden, problemen die opgelost moeten worden.
In potentie kan dit een prachtig natuurgebied worden, maar de neuzen zullen wel dezelfde richting in moeten wijzen. Te hopen is dat men dat gauw gaat inzien. Of zoals Jeroen Goubet zegt op de SP-weblog:
"Het is tijd om afspraken na te komen. Er wordt nog een paar jaar gegraven en laten we ervoor zorgen dat er in die paar jaar alles gebeurt om de plas op een goede manier achter te laten. Niet ten koste van, maar samen met geld verdienen. Wel zo eerlijk".

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
LAATSTE NIEUWS:
Op de site van "Weert de gekste" lees ik op 10 augustus 2014 het volgende:

Strandwens Blauwe Meertje:
"Veel Weertenaren hebben de wens om alsnog te mogen zwemmen in het meer. Om dit signaal af te geven aan de gemeente Weert is er een speciale facebookpagina aangemaakt voor mensen met diezelfde wens. Binnen een maand tijd heeft de pagina al bijna 300 ‘likes’ gekregen. De kans dat de gemeente Weert gehoor geeft aan deze wens kent enige waarschijnlijkheid. De politieke partij VVD maakt zich al jaren sterk voor een ‘Weert Beach’. In het Coalitieprogramma 2014-2018 van het huidige gemeentebestuur (SP, VVD, Weert Lokaal) staat eveneens het streven om dagrecreatie te realiseren bij het Blauwe Meertje."

Ik lees in dat coalitiepogramma op pagina 7 het volgende:
"In het kader van het verder benutten van het recreatief toeristisch potentieel van Kempen-Broek en een uitloop van het IJzeren Man gebied, worden aanwezige kwaliteiten verder ontwikkeld. Daarbij streven we naar een gebiedsontwikkeling waarin de beoogde functies met elkaar in evenwicht worden gebracht. Wij gaan voor het realiseren van dagrecreatie (‘Weert Beach’)."

Wat heeft de SP er in hemelsnaam toe bewogen zo van mening te veranderen en als een blad aan een boom om te draaien? Zij waren toch vooral degenen die voor extensieve recreatie bleven pleiten, want op die voorwaarden was namelijk de vergunning verleend. En "Afspraak is afspraak" zo predikten ze!!!!.
Wat heeft hier nu gespeeld? Wat bedoelen ze nou met "Wel zo eerlijk" en "Afspraak is afspraak" !!!!!
Door zo'n ommezwaai laat je toch veel (natuur)mensen danig in de kou staan.
Voor mij een reden om mijn mening over de SP ten aanzien van het Blauwe Meertje danig bij te stellen. Mijn vertrouwen in hen heeft in elk geval een flinke knauw gekregen............
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

dinsdag 2 juli 2013

Schoorkuilen

In de gemeente Nederweert is al in januari 2007 Stichting het Limburgs Landschap gestart met de eerste werkzaamheden van het venherstel- project “Kwegt” en “ Schoorkuilen”.
De Schoorkuilen maakte vroeger deel uit van de Roeventerpeel. In het gebied werd op kleine schaal turf gestoken, waardoor de vennen, kuilen of “koulen” ontstonden.
Met een “schore” werd in het Middelnederlands een kleine waterovergang bedoeld, gewoonlijk niet meer dan een paar balken of planken breed. Het viel niet mee hier overheen te lopen. Denk maar eens aan het woord “schoorvoetend” dat we nu nog gebruiken in de betekenis van “aarzelend, voorzichtig”. Waarschijnlijk dat bij Schoorkuilen het smalle en enige paadje bedoeld werd, dat op onderstaande kaart van 1892 te zien is; de Schoordijk.
kaart van 1892 met de huidige rood ingekleurde Schoorkuilen
Over de Roeventerpeel heb ik al een en ander geschreven. De aanleg van kanaal Wessem-Nederweert was een ingrijpende verandering van het gebied, dat tot dan toe vrijwel ongeschonden was. Het betekende meteen ook het einde van Schoorkuilen, dat men kon gaan gebruiken als landbouwgrond. Het gebied is nu (anno 2013) nog aangewezen als TOP-gebied en maakt deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).
Dat betekent dat gestreefd wordt om de knelpunten, zoals met name de verdrogingsproblematiek, tussen natuur en landbouw te verbeteren en op te lossen en van de versnipperde natuurgebieden één aaneen- gesloten gebied te maken, waarin de natuur (plant en dier) voorrang heeft en wordt beschermd.
Roeventerpeelven

Vanwege de autoweg en het kanaal is het natuurlijk niet meer mogelijk het oorspronkelijke Roeventerpeel te herstellen. Vandaar de “deelvennen” Roeventerpeel, Schoorkuilen en Kwegt. Deze sluiten aan op Sarsven, Banen, de Zoom en de Moost. In de periode 2007-2009 is al een 40 ha groot gedeelte aan de andere kant van het kanaal door Rijkswaterstaat hersteld, als proefproject en als natuurcompensatie. Dit gebied, waar ik al iets over geschreven heb, wordt de “Kwegt” genoemd en heeft zich in korte tijd prachtig ontwikkeld.
de Kwegt
Aan weerszijden van de Schoordijk is in de afgelopen jaren ongeveer 1 miljoen m3 verwijderd tot op de oorspronkelijke venbodem. Aan de (verlaagde) Schoordijkweg is de oever wat steiler gelaten, terwijl de rest van de oever meer glooiend is gemaakt. De plas is zo gesitueerd dat er voldoende windwerking is, die tot golfslag leidt. Hierdoor zal de plas niet dicht groeien, wat weer ten goede komt aan de functie die het ven kan hebben voor watervogels.
uitzicht vanaf het zanddepot op Schoorkuilen met de Schoordijk in het midden
Het project kon vooral gefinancierd worden door het witte zand te verkopen aan Rijkswaterstaat ter verbre- ding van de A2 bij Eindhoven. Bij het AC restaurant heeft men een op- en afrit aangelegd voor de afvoer van het zand. Niet al het zand was meteen bruikbaar, of was ongeschikt, en heeft men opgeslagen in een groot zanddepot langs het ven. Al snel daarna heeft een kolonie oeverzwaluwen dit zanddepot gevonden en heeft zich hier gevestigd. Het vervoer van het zand heeft in het voorjaar 2011 om die reden zelfs een tijdje stilgelegen. Momenteel is men volop bezig de rest van het zand af te voeren. Het is al ruim een maand een af- en aanrijden van vrachtwagens. Ook nu weer nestelen er oeverzwaluwen, maar daar houdt men geluk- kig tot nu toe goed rekening mee. Men blijft voldoende op afstand, zodat de vogels niet gestoord worden.
 

Er is een berken-zomereikenbosje aan de kant van de Meiberg (de westkant van de plas), zodat de snelweg geïsoleerd ligt van het natuurgebied en de rust in het gebied vergroot wordt. Het is er in elk geval rustig genoeg, want ik heb er sporen van reeën in het zand aangetroffen.

Tevens is de Einderbeek vanwege de sterke afwatering heringericht en zijn de overlopen van het ven naar de beek afgesloten. De beek stroomt van oost naar west en mondt net ten westen van de Schoorkuilen uit in de Leukerbeek, een van de zijbeken van de Tungelroyse beek. Het waterpeil van de beek is lager dan het streefpeil in de vennen, zodat daar geen gebiedsvreemd (voedselrijk) water komt. De waterkwaliteit in de Einderbeek wordt namelijk enerzijds bepaald door het grondwater en anderzijds door het water dat wordt aangevoerd vanuit de Noordervaart. Het grondwater wordt door de omringende landbouwpercelen beïnvloed en bevat daardoor o.a. bestrijdingsmiddelen, nitraat en fosfaat. Het water uit de Noordervaart is hard, zwavelrijk en voedselrijk. Ongeschikt dus voor de vennen.

De verwachtingen voor het gebied zijn hooggespannen, na de ontdekking van nog steeds kiemkrachtige zaden van zeldzame planten in de oorspronkelijke veenbodem en de prachtige resultaten na venherstel in De Banen in de jaren negentig.


blaartrekkende boterbloem
Er is een rijke oevervegetatie. Nu zie je langs de glooiende oever opvallend veel blaartrekkende boterbloemen. Het is een tot 60 cm hoge pionier, die massaal kan groeien en van mei tot oktober bloeit. De plant heeft een kleine onopvallende bloem en de bloemblaadjes vallen snel af. Opvallend zijn de vruchtlichaampjes die er als korfjes uit zien.

Niet dat deze plant zo bijzonder is, want ze komt algemeen voor op vochtige en drassige stikstofrijke bodems, maar ik wil je er op attenderen deze niet aan te raken of te plukken. Hoewel alle boterbloemen giftig zijn (vandaar dat grazende dieren ze niet eten), is de blaartrekkende boterbloem de meest giftige. Wanneer de bladeren gekreukt, beschadigd of verma- len worden, brengen ze op de menselijke huid lelijke zweren en blaren. De plant heet in de volksmond niet voor niks jeukbloem of kankerbloem. Voorzichtigheid is dus op zijn plaats.

rijke oevervegetatie aan de westkant van Schoordijk

vrijdag 14 juni 2013

Oeverzwaluw 2

In de vorige blog over de oeverzwaluw vertelde ik dat deze luchtacrobaat op de Rode Lijst staat vanwege de duidelijke afname en de geringe verspreiding. De reden daarvan is dat de leefomstandigheden niet goed zijn; de twee belangrijkste voorwaarden zijn een kale, zanderige of leemachtige steile wand en er moeten veel insecten rondvliegen. Een kolonie eet per dag al gauw enkele kilo’s muggen! De vogel is dus water gebonden en is vooral bij natte weilanden en natte natuurgebieden te vinden. Er wordt dan ook meestal boven en bij water gevlogen. Voedsel is waarschijnlijk niet het probleem, maar vooral het ontbreken van een geschikte steile wand.

Foto's van de kolonie oeverzwaluwen bij de Smeetshof

Veel van de oorspronkelijke afkalvende beekoevers, afgravingen, grond-depots, lage aarden walletjes e.d waren nl. hét terrein. De oeverzwaluw was in mijn jeugd een vertrouwd beeld en je vond de witte eitjes dan ook in menige kralenkrans boven het jongensbed. Door menselijk ingrijpen zijn veel van deze natuurlijke oevers helaas verloren gegaan, waardoor de oeverzwaluw ook in de Weerter natuurgebieden en omgeving nagenoeg niet meer te vinden is. Voor zover ik heb kunnen na gaan, tref je ze nog aan bij het Blauwe Meertje in het IJzerenman gebied, Schoorkuilen en net over de Belgische grens bij de Smeetshof in Bocholt.
De nesten worden hoofdzakelijk in de bovenste 100 cm. van een steile oever of wand gemaakt. Dit heeft te maken met het oorspronkelijke broedgedrag langs meanderende beken. Door hevige regenval kan namelijk het water in de beek behoorlijk omhoog komen. Hoe hoger nu de nestgang gebouwd is, hoe langer men droge voeten behoudt. Het komt ook wel eens voor dat een gedeelte van een wand of oever instort. Ook hier geldt weer, hoe hoger men zit, hoe minder zand men op het hoofd krijgt. Als dit gebeurt kan de vogel zich trouwens uitgraven.

De oeverzwaluw is een vogelsoort uit de orde der zangvogels. Net als de gierzwaluw, de boerenzwaluw en de huiszwaluw overwintert deze vogel in Afrika. (Sahel). De oeverzwaluw verschijnt al vroeg in het voorjaar en is al vaak in maart of begin april te zien. In september trekt hij weer terug naar zijn overwintergebied.

Hij lijkt veel op de huiszwaluw, maar is anders van kleur. De oeverzwaluw is op zijn rug grijsbruin van kleur, op de buik wit en op zijn borst heeft hij een duidelijke bruine borstband. Een ander kenmerk is de licht gevorkte staart. Met een grootte van ca. 12 cm is het de kleinste zwaluw soort.
Hij maakt een droog, raspend geluid.

Ik ben gaan kijken bij de Smeetshof, maar om de kolonie niet te verstoren, ben ik niet te dichtbij gekomen. Van deze kundige vlieger zou ik trouwens sowieso geen close-up hebben kunnen nemen. De foto is van de site "natuurfotografie door Ed van Zoonen".. Deze heeft een prachtige natuursite, met hierop ook een serie van de oeverzwaluw. Ik kan je van harte aanbevelen deze eens te bekijken. Knap dat er mensen zijn die dit zo mooi in beeld kunnen brengen.


Ze broeden in een kolonie en graven zelf hun nest in steile oevers. De nestgangen worden met de pootjes gegraven. Een hele prestatie, want de gangen zijn 60-90 cm diep. Die eindigen in een nestkamer, die wordt bekleed met veertjes en plantendelen. Er zijn één tot twee broedsels per jaar. De 4-5 zuiver witte eitjes worden gelegd van eind april tot midden augustus, met een piek van het eerste broedsel in de tweede helft mei. De ouders broeden deze gezamenlijk uit. De broedtijd is 12-16 dagen. De eerste weken blijven de jongen in de nestkamer, als ze wat ouder zijn, komen ze de ouders tegemoet en zie je ze zitten op het randje van de nestgang en om voedsel bedelen.

zondag 2 juni 2013

Oeverzwaluw in Weert e.o.

In een kleurrijk weiland tegenover Smeetshof, net voorbij de Nederlands- Belgische grens, ligt al jaren een grote zandhoop. Hoe het zand daar komt en wat men er mee wil/gaat doen is mij niet bekend.
Ik heb zo het idee dat er ook geen bestemming (meer) voor is.

Foto's van de kolonie oeverzwaluwen bij de Smeetshof
Dat zou heel goed uit komen, want het viel me tijdens een fietstochtje op, dat hier momenteel een kolonie oeverzwaluwen gebruik van maakt. Hoewel ik hierover nergens gegevens heb kunnen vinden, was dat mogelijk in vorige jaren ook al het geval.
Ik schat dat het toch al gauw om en nabij de vijftig paartjes zijn.

De oeverzwaluw staat op de Rode Lijst. De laatste 20 jaar is er een toename van < 5% per jaar, hoewel het aantal van jaar tot jaar flink kan schomme- len. Het heeft namelijk ook met de leefomstandigheden in het overwinte- ringgebied (Sahel zone) te maken. Een te koud voorjaar of te koele en verregende zomer bij ons heeft ongetwijfeld ook een effect op het voedselaanbod en daarmee op de conditie en het aantal oudervogels en hun jongen, of omdat er minder gebouwd wordt, zijn er mogelijk ook minder bouwlocaties met gronddepots, of raken deze in verval.. Allemaal factoren die een rol spelen.

In de Weerter natuurgebieden van Grenspark Kempen-Broek zul je deze vogel helaas amper zien. Helaas.... Ik heb ze wel gezien bij het zanddepot bij Schoorkuilen en bij een afkalvende oever van de Centrale Zand Winning in het IJzerenmangebied (het zgn. "blauwe meertje").
Op de site van waarneming.nl zijn dit jaar ongeveer 200 vogels waargenomen in de omgeving van Nederweert-Eind (de Einderbeek en Schoorkuilen), 11 in de Peel, en 12 in de omgeving Ringselven. De gebieden in Nederweert behoren niet tot het Kempen-Broek gebied.

Hoewel met name de SP-Weert en Stichting Groen Weert problemen hebben met de afkalvende oevers bij de CZW (vanwege mogelijk gevaar), zou dit toch een mooie gelegenheid zijn de oeverzwaluw voor Weert te behouden. Dat gedeelte zou dan echter niet toegankelijk mogen zijn voor bezoekers....
Verder trouwens niets dan lof voor de SP-Weert en Stichting Groen Weert, dat ze het natuurbeleid van de Gemeente Weert zo goed in de gaten houden. Natuurbeleid en economisch belang botsen namelijk vaak (meestal) met elkaar. Goed dat hier in Weert de vinger aan de pols wordt gehouden.

Bij de Smeetshof heb je dus wel een mooie gelegenheid om dit beestje eens nader te bekijken. Het zou mooi zijn als dit navolging vindt bij de CZW….

ADVIES:
Aangezien de vogels bij de Smeetshof af - en aanvliegen, neem ik aan dat de eitjes zijn uitgebroed, dus is voorkoming van verstoring erg belangrijk. Houd daarom voldoende afstand als je gaat kijken en maak eventueel gebruik van een verrekijker om ze te observeren. Op bordjes staat trouwens aangegeven dat het verboden gebied is.....


Op de kaartjes die ik heb kunnen downloaden van de site van sovon.nl, kun je zien hoe het met de oeverzwaluw gesteld is. "Sovon Vogelonderzoek Nederland" is een non-profit organisatie die in Nederland het voorkomen en de ontwik- keling van Nederlandse vogels bijhoudt. Sovon kijkt daarbij naar de voor- of achteruitgang van vogels, en naar het hoe en waarom daarvan. De resultaten van de tellingen die Sovon organiseert vormen een basis voor het natuurbeleid en beheer in ons land en worden inmiddels voor een breed aantal toepassingen gebruikt. Onafhankelijkheid, objectiviteit en borging van kwaliteit zijn uiteraard bij deze organisatie belangrijke kernwaarden. Ik vraag me af of de natuurorganisaties in Kempen-Broek ook van deze mogelijkheid gebruik maken.  
Dieptepunt was in 1985 met 3500 paren in héél Nederland!!!! Een groot deel van onze vogels, bereikten in de jaren zeventig en tachtig trouwens hun dieptepunt. Sindsdien is weer sprake van een toename van < 5% per jaar, hoewel dit wisselend is. Het aantal broedparen in Nederland in bijvoorbeeld 1998 is weer 20.000 en in 2000 zelfs 32.000. Bolwerken zijn de grote rivieren, Flevoland, Drenthe, Groningen en Friesland.

Met het huidige natuurbeleid in Kempen-Broek zijn er mogelijk weer kansen. We zullen de vogels echter soms een handje moeten helpen. Het meeste baat heeft de oeverzwaluw bij het herstel van de natuurlijkheid van beken. De zandige steile hellingen, die daarmee mogelijk terug keren vormen namelijk hét biotoop van de oeverzwaluw, maar als die er niet zijn, benutten ze ook door de mens gemaakte steile zand- of leemwanden, zoals op bouwterreinen en afgravingen. Hoewel er tegenwoordig veelvuldig wordt gebroed in gronddepots op bouwlocaties, hebben die vrijwel altijd een tijdelijk karakter.

Ze zijn best wel kieskeurig wat de wand betreft; die moet steil zijn en van zand/leemachtig materiaal zijn. Het is van belang dat elk jaar, vóór de oeverzwaluwen terug keren uit Afrika, de wand weer steil wordt afgestoken. In zo'n 'verse' steilwand broeden de zwaluwen namelijk het liefst. Als het de vogels niet aanstaat trekken ze gewoon verder. Dat zou dan weer een gemiste kans zijn.....

Bij de zandhoop nabij Smeetshof is dit (naar ik aanneem) gedaan door “Natuurpunt Bocholt”, de lokale Vlaamse vereniging voor Natuur en Landschap. Een uitstekend initiatief, want om de oeverzwaluwen van de Rode Lijst te kunnen afvoeren, zullen in de toekomst nog veel van deze wanden aangelegd moeten worden. Van groot belang is dat de grondgebruikers ook worden gewezen op de aanwezigheid van de zwaluwen, en dat wordt voorkomen dat de broedplaats tijdens het broedseizoen wordt aangetast. 


In een volgende blog wil ik nog wat meer over de oeverzwaluw zelf vertellen en minder over de voorwaarden. Ik zal het dan vooral hebben over het vogeltje zelf en de levenswijze.

Blogarchief