Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label reuzenberenklauw. Alle posts tonen
Posts tonen met het label reuzenberenklauw. Alle posts tonen

zondag 15 augustus 2021

Gewone berenklauw

Als het Fluitenkruid in juli is uitgebloeid, zien we de Wilde peen en Berenklauw verschijnen. Ze bloeien tot in oktober. De naam berenklauw verwijst naar de bladeren, die diepe veervormige insnijdingen hebben en lijken op een klauw. Er zijn 2 soorten: de inheemse Gewone berenklauw en de Reuzenberenklauw .

Op de foto hierboven zie je de Reuzeberenklauw. Het is een soort die van oorsprong uit de Kaukasus komt en ooit vanwege zijn sierwaarde in ons land terecht is gekomen. We noemen het een invasieve exoot; hij hoort hier namelijk eigenlijk niet thuis en wordt door menigeen verwenst, omdat hij zich steeds meer en tot wanhoop van onze natuurbeheerders, in onze natuurgebieden verspreidt, onze inheemse plantensoorten verdringt en onuitroeibaar lijkt.

Deze plant kan wel tot 4 m. hoog worden en is vooral te herkennen aan de grote geveerde bladeren, de rode vlekken op de stengel en de zeer sterke borstelige beharing. Het sap (furocumarine) dat vrijkomt bij aanraking via de haren kan, in combinatie met zonlicht, zeer vervelende gevolgen hebben; rode jeukende vlakken die overgaan in een ontsteking van de huid met zwellingen en zelfs blaren. De huid kan eruit zien als een brandwond en het duurt ruim 2 weken tot de wond is genezen. In de ogen kan het sap zelfs tot blindheid leiden. Vermijd dus contact. In juli 2014 heb ik hier al ooit over geschreven.
Meer weten over deze exoot? Klik dan HIER.

Gewone berenklauw
Gewone berenklauw
Ik wil het in deze post hebben over de Gewone berenklauw (Heracleum sphondylium). Een soort dus die hier van oorsprong thuishoort en geen bedreiging is voor onze biodiversiteit. Hoewel kleiner dan zijn soortgenoot, is het ook een grote en stevige plant van 90 – 150 cm ( met uitschieters tot wel 2.00 m.).
Gewone berenklauw is gevoelig voor schermbloemmeeldauw
Blad van de Gewone berenklauw is meer gelobd dan bij de Reuzenberenklauw
Hoewel minder opvallend, is de Gewone berenklauw net zoals de Reuzenberenklauw geheel ruw behaard. De plant kan ook (maar in mindere mate dan de Reuzenberenklauw), voor gevoelige mensen lastig zijn; na aanraking met de haren kan hinderlijke jeuk en irritatie ontstaan.
Het is een zeer algemeen voorkomend kruid, dat  vooral voor komt op stikstofrijke, vochtig grasland en bermen, bosschages, in bossen en in onkruidvegetaties, zowel in de volle zon als in halfschaduw.
De bloempjes van deze plant zijn zeer klein en staan in groepjes bijeen. Die groepjes staan op hun beurt ook weer gegroepeerd in een groot scherm.
Zaden van de Gewone berenklauw
De gevleugelde vrucht is een tweedelige splitvrucht met eenzadige deelvruchten. Een eigenschap van schermbloemigen is dat er zeer veel zaad wordt geproduceerd, zodat ze zich gemakkelijk verspreiden. Voor de Gewone berenklauw is dat geen probleem. Anders is dat bij de Reuzeberenklauw. Wil je verspreiding daarvan voorkomen dan zouden de bloemen, meteen nadat die zijn uitgebloeid, verwijderd moeten worden. In je tuin kan dat natuurlijk, maar in de vrije natuur is dat uiteraard onmogelijk. Vandaar dat die soort een steeds grotere bedreiging is voor onze inheemse vegetatie.
De Gewone berenklauw is een geliefde plant voor talloze insecten
De bloemschermen trekken heel veel insecten aan. De nectar is in deze kleine bloempjes namelijk gemakkelijk bereikbaar. Op de bloemschermen van één Gewone Berenklauw trof ik onlangs in het Heijkersbroek maar liefst 13 verschillende insectensoorten aan. Daaronder vooral zweef- en andere vliegen, maar ook een Landkaartje (Araschnia levana) en de Kleine rode weekschild (Rhagonycha fulva), een kevertje uit de familie van de Soldaatjes dat hier voor de nectar komt, maar als roofkever vangt hij er ook kleine spinnetjes en insecten.

In "Allemaal beestjes#20",de volgende post, wil ik over deze insecten wat meer vertellen.

woensdag 23 juli 2014

Reuzenberenklauw; een "bloeiend monster"

In mijn vorige blog over de Reuzenbalsemien heb ik duidelijk proberen te maken dat niet elke exoot een bedreiging voor onze ecosystemen hoeft te zijn. Als dat wel het geval is en dieren, planten en micro-organismen door menselijk handelen in een nieuw gebied terechtkomen (zoals Nederland) en door vestiging en verspreiding schade kunnen veroorzaken, spreekt men van een invasieve exoot. En dat worden er steeds meer. De steeds verder uitdijende database van invasieve plantensoorten kun je vinden op de site van EPPO-Qbank; de European and Mediterranean Plant Protection Organization.

Reuzenberenklauw is een bedreiging voor onze inheemse planten en een gevaar voor de mens.
Omdat ze hier niet thuis horen, erg kiemkrachtig zijn en met hun bladeren al het licht voor onze inheemse plantensoorten wegnemen en wegdrukken, vormen invasieve exoten een (potentiële)bedreiging voor de biodiversiteit en worden ze beschouwd als schadelijk. Dat geldt niet alleen voor de Reuzenbalsemien, maar ook voor  soorten als de Japanse duizendknoop en deze Reuzenberenklauw. Die staat sinds 2017 op de Unielijst van invasieve exoten. Dit betekent onder andere dat EU-lidstaten de plicht hebben om in de natuur aanwezige populaties op te sporen, te verwijderen, of zo te beheren dat verspreiding wordt voorkomen.

Deze plant, die van oorsprong uit de Kaukasus komt, is hier in de 19e eeuw als tuinplant geïntroduceerd.
Door menselijk toedoen, vind je het gewas vooral langs wegen en overige plaatsen die niet begraasd of bewerkt worden. Ook in natuurgebieden kom je hem steeds meer tegen.

De Reuzenberenklauw is herkenbaar aan de rode vlekken op de stengel.
Je moet hem niet verwarren met onze Gewone berenklauw, die hier van nature voor komt; deze heeft geen rode vlekken op de stengel en wordt slechts(!!!) 2 meter hoog. De gevolgen als je er mee in contact bent geweest,zijn ook minder heftig.

bladeren worden tot wel meer dan 3 meter lang
De reuzenberenklauw kan wel 5 meter hoog worden en dankt zijn naam aan de vorm van de bladeren, die wel iets weg hebben van een klauw en meer dan 3 meter lang kunnen worden!!. Deze bladeren met scherpe blad- punten maken de plant gevaarlijk voor de mens. Op de bladeren en stengel staan ook haartjes die de huid sterk irriteren. De plant scheidt daarbij een waterachtig sap af dat onder invloed van licht rode, jeukende vlekken op de huid veroorzaakt, die enkele uren later overgaan in een ontsteking van de huid met zwelling en blaarvorming.
Het effect is vergelijkbaar aan dat van carbolineum met zonlicht en het kan weken duren voordat het genezen is.

Men noemt ze niet voor niks het "bloeiend monster"........ Vermijd dus elk contact.

De plant bloeit in de maanden juni tot eind juli. De tot meer dan 80.000 bloempjes staan bijeen in schermen. Een plant kan daardoor meer dan 20.000 zaden produceren. Door de massa's kiemkrachtige zaden die de planten vormen, heb je al snel een heel bos reuzenberenklauwen, die je met moeite binnen de perken kan houden. Deze zaden kunnen tot 7 jaar lang hun kiemkracht behouden. Het is dan ook aan te raden de uitgebloeide bloemschermen tijdig weg te halen. Nog beter is het natuurlijk dat je ze bij de bestrijding niet in bloei laat komen, zodat zaadvorming voorkomen wordt. Jonge planten laten zich nog goed uitsteken.

Chemische bestrijding is tegenwoordig (gelukkig) verboden en maaien is natuurlijk een optie, maar dit soort bestrijding is niet vol te houden. Er is namelijk zowel bovengrondse als ondergrondse bestrijding nodig. Dit moet vooral gedaan worden bij eenlingen. Een eenling is een plant die nog niet in bloei is gekomen. Er is dus nog geen zaadbank ontstaan en zo voorkom je een haard (meerdere planten bij elkaar).In de vrije natuur handelt men in veel gevallen echter al gauw te laat.

Een prachtige exoot, maar een " bloeiend monster"..........

Onder natuurlijke omstandigheden, met natuurlijke begrazing, blijkt de reuzenberenklauw op den duur echter ook te verdwijnen. De soort verschijnt namelijk al vroeg in het voorjaar als een van de eersten en is dan een aangename voedingsbron voor tal van grazers. De plant is niet giftig en vooral schapen schijnen dol te zijn op de jonge planten. Op www.bandeberenklauw.nl kun je daar een paar leuke filmpjes van zien. Ook herkauwers als rund en hert zijn goed in staat het blad te verteren en eten er graag van. Door deze begrazing wordt hij consequent teruggezet in zijn ontwikkeling, met holle stengels tot gevolg. En juist in die holle stengels blijft regenwater staan, iets waar hij slecht tegen kan. Geef je de plant dus niet de kans uit te groeien tot een volwaardige plant, dan zal hij uiteindelijk vanzelf het loodje leggen.
Maar ook hier geldt: "voorkomen is beter dan genezen"

AANVULLING  januari 2021: Om beheerders bij de bestrijding te ondersteunen, is in oktober 2020 de Leidraad Beheer Reuzenberenklauw gelanceerd. Op de site OnkruidVergaat.nl is deze te downloaden. 

Als je de bloemen van deze schermbloemige van dichtbij bekijkt, zie je echter ook hoe mooi die zijn.
Berenklauw is net als de andere schermbloemigen, aantrekkelijk voor insecten.
Hoewel de bloempjes veel nectar bevatten, zijn het echter geen drachtplanten voor onze honingbijen.
Het zou aan de bedwelmende geur (anijs) en bepaalde eigenschappen van de bloempjes kunnen liggen. Andere insecten, zoals kevers en zweefvliegen ondervinden er niet veel hinder van en voelen zich blijkbaar wél aangetrokken tot deze plant.
 
Dat geldt ook voor de Gevlekte smalbok die je hier ziet. Deze kever, uit de familie boktorren, leeft van mei tot september en eet voornamelijk de bloemdelen. De kever is makkelijk te herkennen aan het langwerpige, naar achteren versmalde achterlijf en een gele kleur met donkerbruine tot zwarte vlekken. De soort imiteert zo wespen om aan belagers te ontkomen. Dit wordt ook wel mimicry genoemd.

Blogarchief