Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label trilzwam. Alle posts tonen
Posts tonen met het label trilzwam. Alle posts tonen

woensdag 21 januari 2015

Paddenstoelen in de winter

Paddenstoelen hebben niet perse de herfst nodig om te groeien en je vindt ze dan ook in de zomer en de lente. Maar ook in de winter zijn er paddenstoelen die niet opgeven. Meerdere soorten zoals trilzwammen, korstzwammen en boleten zijn goed bestand tegen de vorst. Ook houtzwammen (Polyporaceae) zoals elfenbankjes en tonderzwammen overleven de vorst met gemak.

Je kunt dus het hele jaar genieten. Ik plaatste vorig jaar al een blog over trilzwammen zoals judasoor en gele trilzwam. Ook dit jaar trof ik o.a. in de Moeselpeel verschillende mooie exemplaren van de gele trilzwam aan. Wil je wat meer over trilzwammen weten, klik dan even op de link.

 
Deze taaie rakker wordt Winterhoutzwam (Polyporus brumalis) genoemd, omdat ie zich vaak in de wintermaanden laat zien. Hoewel er overlap is, verschijnt deze zwam toch hoofdzakelijk pas vanaf november tot april. Hij overleeft dus een hele winter. Het is een eenjarige paddenstoel met een grijs- tot rood- of donkerbruine platte of ingedeukte hoed. Vaak met golvende rand. Het oppervlak is fijn viltig en bezet met heel fijne haartjes. Het is een saprofiet. De zwam komt dus voor op dode takken, stammen en stronken van voornamelijk loofbomen als berk, els, eik en beuk. Je vindt ze zelden op naaldbomen in elk geval.

De Winterhoutzwam heeft geen lamellen, maar buisjes. Deze zijn 2-4 mm lang en lopen iets af op de steel. Ze zijn crémewit tot okerkleurig. De poriën zijn rond of hoekig tot langgerekt, met dezelfde kleur als de buisjes. Er zitten 2-3 poriën per mm. De steel is 1-7cm x 2-8 mm groot, fijn viltig-schubbig, bruin tot grijsbruin. Het vlees is leerachtig, taai en wittig. De soort is dan ook niet eetbaar.

Een zwam die ook niet "warm of koud" wordt van de winter, is de Echte tonderzwam. Deze groeit op dode of halfdode bomen, waarbij berken de voorkeur genieten. Afhankelijk van hun gastheer, kunnen ze tientallen jaren oud worden. Een voorbeeld daarvan zie je hierboven. Omdat ze zo langzaam groeien, is verwijdering ervan niet gemakkelijk. Aangezien dode en zwakke bomen meestal niet meer opgeruimd worden, gaat het weer goed met de tonderzwam. Hoewel.......
In augustus 2013 werd aangifte van diefstal op de Veluwe gedaan van ongeveer 150 tonderzwammen, die met een bijl of zaag verwijderd waren. Men vermoedt dat m.n. Aziatische zwammenrovers er medicijnen (of drugs) mee maken. Hopelijk zijn dit incidenten.
Deze zwam werd in het verleden gebruikt voor het maken van vuur. De tondel, dit waren plukjes van het gedroogde zachte binnenste, werd samen met een vuursteentje in een tondeldoos meegenomen. Met de vonken die ontstonden door met een metalen ring (het "vuurslag") tegen het vuursteentje te slaan, werd de tondel aangestoken, waarna met de smeulende tondel een houtvuur kon worden aangelegd door te blazen tot je een vlammetje kreeg. Uiteraard vergde dit de nodige behendigheid. Toen de in 1844 door een Zweed uitgevonden lucifer, begin 20e eeuw gemeengoed werd, betekende dat het einde van de tondel. Hoe je een goede tondel maakt, kun je HIER lezen.

 
Ik vond deze peervormige stuifzwammen in de Moeselpeel en zoals je ziet, groeit deze zwam in groepen op vermolmde stronken en houtresten in loofbossen. In Nederland is het een algemeen voorkomende soort.
Bij het verouderen slijt het buitenste laagje af zodat een bleek en stevig laagje (net een velletje papier)over blijft ter bescherming. Tijdens het rijpen ontstaat een gaatje midden de hoed waarlangs de sporen naar buiten stuiven als er iets op valt. Een regendruppel is al voldoende. Je kunt deze zwam zelfs na de winter nog zo aantreffen.

De peervormige stuifzwam is 1-6 cm hoog en heeft de vorm van een omgekeerde peer. Jonge exemplaren zijn vuil wittig en soms bezet met fijne, donkere wratjes. Oudere exemplaren zijn, zoals je bij de vorige foto's kon zien, kaal en olijfbruin.

Deze oesterzwammen zijn ook echte "winterzwammen". De kleur varieert van beigegrijs, grijslila, blauwgrijs of bruingrijs. Naarmate ze ouder worden verbleken de kleuren en oude exemplaren zijn vaak donkerbruin.
Ze behoren tot de groep paddenstoelen die lichte vorst weten te weerstaan, doordat zij een soort antivries aanmaken. Mochten ze in de winter uitdrogen, dan kunnen ze dat toch een tijdje uitzingen en zwellen in de regen weer op.

 
In de vrije natuur komt de Gewone oesterzwam (Pleurotus ostreatus) voor in bundels op verzwakte bomen (m.n. bij stamwonden) en op oude stronken van loofbomen. Vooral op beuken, populieren en wilgen. Ze verschijnen pas laat in het jaar en je kunt ze tot eind januari vinden, als het tenminste niet té hard vriest. Meer weten over de Gewone oesterzwam?  Klik dan HIER op.

Oranje oesterzwam
Een bijzondere oesterzwam die ik vond op de Houtsberg in Nederweert-Eind, is de Oranje oesterzwam. Deze is pas in  2007 voor het eerst in ons land waar genomen. In tegenstelling tot de andere oesterzwammen is deze soort niet eetbaar. Meer over deze soort kun je HIER lezen.

De Oranje aderzwam is een opruimer van dood hout. Vaak te zien op dode takken die nog aan de boom hangen, maar ook op dode, (deels) ontschorste stammen. De zwam heeft een voorkeur voor eik, maar wordt ook op beuk of berk gevonden. Het is een plaatjesloze vlieszwam die niet in de vorm van een paddenstoel met een hoed en een steel en met plaatjes of buisjes verschijnt, maar met een korstvormig vruchtlichaam.

Hij is aan de randen helder oranjegeel tot oranjerood, daarbinnen veelal grijzig of met een paarsige tint.

Doordat verscheidene plakkaten aan elkaar groeien, kan hij gemakkelijk dertig centimeter breed worden.
De rand is gewimperd en het geheel is gegroefd. Dikwijls hebben de plakkaten vrije randen.

Deze vond ik in het elzen/berkenbos op de Kettingdijk. Een inktzwam, dat was duidelijk, maar welke?
Bij mijn zoektocht kwam ik wel 25 soorten tegen. Het probleem is vaak, dat als je in een paddenstoelengids of op internet gaat zoeken, je allerlei kenmerken ziet,die je weer niet ziet bij jouw paddenstoel.

Hoewel ik vermoedde dat het de kastanje-inktzwam was, heeft Helma er mij op geattendeerd, dat het de gewone glimmerinktzwam is. Ik had het kunnen weten, want je ziet vooral op deze close-up de kenmerkende ietwat glimmende spikkeltjes op de hoed, waar ie zijn naam aan dankt. Dat zijn de resten van het omhulsel (velum), die door de regen meestal al snel worden weggespoeld.
Het is een veelvoorkomende inktzwam, met een voorkeur voor vochtige plaatsen en groeiend op dood hout van allerlei verschillende loofbomen. Vaak staan de bundels op stronken en bij vochtig liggend dood hout. Hoewel ze op de Kettingdijk ogenschijnlijk gewoon op de grond stonden, groeien ze hier op “begraven” hout.

Het is één van de eerste soorten, die al in het voorjaar vooral na een regenperiode te vinden is. Ze zijn in alle seizoenen te vinden, maar de meeste kans om ze aan te treffen is van mei tot begin december.
Dat ik ze hartje winter (!) al aantref, geeft toch aan hoe extreem zacht deze winter is. 

Scherpe schelpzwam

Fluweelpootje

Tot slot wil ik je nog wijzen op twee andere overwinteraars: de Scherpe schelpzwam en het Gewoon Fluweelpootje.
Vooral het Gewoon Fluweelpootje is een  volhouder zoals je op de foto kunt zien. Verderop in mijn blog, vind je meer informatie over deze twee, dus ik wil het hier alleen vermelden. Wil je wat meer over deze 2 weten, dan moet je even op de rood gekleurde naam klikken.

Heb ik je interesse gewekt? Kijk dan eens naar mijn andere posts over paddenstoelen.door HIER op te klikken. Daar zul je nog meer van deze taaie rakkers tussen vinden...................

donderdag 24 oktober 2013

Herfst 2013…….. Paddenstoelentijd: van alles wat

Sinds 1989 werd in Nederland in oktober niet meer zo'n hoge temperatuur gemeten als afgelopen dinsdag, namelijk 23,1° C. Hoewel we over het weer momenteel dus niets te klagen hebben, gaan de veranderingen, die de herfst in werking heeft gezet, gewoon door. De natuur verandert zichtbaar; bladeren verkleuren, vruchten zoals eikels, nootjes en kastanjes liggen voor het oprapen en natuurlijk zijn er paddenstoelen.

Paddenstoelen en herfst horen bij elkaar. Toch? Die leven namelijk van de afbraak van levend en dood materiaal en in de herfst is er veel afbreekbaar materiaal beschikbaar. Je ziet dan ook veel paddenstoelen in de omgeving van bomen. Maar je ziet ze ook het hele jaar door in het gras en weer andere soorten leven op dood hout. Paddenstoelen hebben dus niet perse de herfst nodig om te groeien en je vindt ze daarom ook in de lente en de zomer. En zelfs in de winter zijn er soorten die het niet opgeven. Kijk maar eens naar de foto’s van de gele trilzwam en judasoor, die ik afgelopen winter heb gemaakt.

Gele trilzwam
Judasoor
Niets nieuws onder de zon dus, ware het niet dat het opvalt, dat er al zovéél paddenstoelen vanaf de lente tot en met de herfst te zien zijn, waaronder opvallend veel grote exemplaren en veel van dezelfde soort. Je moet er natuurlijk alleen even oog voor hebben. Bij het zien van zoveel paddenstoelen vraag ik me af, of ze misschien profiteren van de veranderingen in het klimaat. Ze groeien namelijk extra goed in warme, vochtige omstandigheden en daar hebben we de afgelopen zomers veel mee te maken gehad.

Zwavelzwam
Reuzenzwam
De grote variatie in natuurlandschappen in onze omgeving en het huidige beleid, zorgt ook voor een grote variatie aan paddenstoelen. Terwijl jaren geleden het idee overheerste, dat de bossen er mooi opgeschoond bij moesten liggen, is deze tendens gelukkig aan het veranderen. Een opgeruimd bos “leeft” namelijk niet.
De terugkeer van dood hout in onze natuur levert veel op: er is niet alleen meer beschutting, maar ook spechten, kevers, mossen en nog veel meer dieren en planten profiteren er van, want het maakt deel uit van een voedselketen. Dat geldt ook voor schimmels.

Geschubde inktzwam
Echte tonderzwam

Gewoon elfenschermpje
Omdat er steeds weer nieuwe soorten worden ontdekt, is het ontzettend lastig om precies vast te stellen hoeveel paddestoelen- soorten we in Nederland hebben, maar al- gemeen kun je er van uit gaan dat het er meer dan 5000 zijn. Het is ook afhankelijk van wat men allemaal onder een padden- stoel verstaat en de meeste soorten zijn zo ontzettend klein en onopvallend, dat ze nog niet eens ontdekt zijn. Bijvoorbeeld het sinds kort ontdekte “grootsporig vriendenschijfje” heeft een doorsnee van 0,75 mm! Dan is dit "gewoon elfenschermpje" dus nog een reus.

Hoewel het dus goed lijkt te gaan, staat op dit moment in Nederland toch één derde van de ons bekende soorten op de Rode Lijst van bedreigde soorten! Dus met andere woorden: er zijn nog genoeg bedreigingen (ik denk dan aan o.a. vermesting en verzuring). In vergelijking met bijvoorbeeld de Rode Lijst 2004 gaat het echter weer iets beter. Dat doet verder niets af aan het feit, dat de herfst toch de meest geschikte tijd is voor de paddenstoel. Terwijl de rest van de natuur langzaam in de ruststand wordt gezet, laten de paddenstoelen zich nog even in al hun glorie zien.

Vliegenzwam
Grote parasolzwam
Dit is een selectie van foto’s,  die ik trouwens niet alleen dit jaar heb gemaakt. Er zijn er ook een aantal bij van afgelopen jaar. Hoewel de prachtige veelvoorkomende vliegenzwam niet ontbreekt, wil ik in deze blog vooral wat andere opvallende soorten laten zien. Waaronder vooral grote exemplaren. Niet alleen omdat die zo opvallend zijn, maar ook omdat mijn camera zich niet leent voor close-ups van de kleinere soorten zoals satijnzwam, vlekplaat of breeksteeltje.

Ruige weerschijnzwam
Door op een van de bovenste foto's te klikken, word je door gelinkt naar een eerder geplaatste blog, of naar de reissite van Columbus Reisreporter, waar ik dezelfde foto's, mét toelichting, heb geplaatst. Door op de onderste foto's te klikken worden die enkel vergroot.

Bundelzwam (januari, Budeler Bergen)
Bundelzwam
Eikhaas
Schubbige bundelzwam
Onderkant grote parasolzwam
Onderkant vliegenzwam
Langsteelfranjehoed
Roodbruine schijnridderzwam
Prachtvlamhoed met reuzenzwammen

Tot zover de paddenstoel. Volgend jaar zullen we hier uiteraard ook weer aandacht aan besteden....

vrijdag 15 februari 2013

Herfst 2013.......Paddenstoelentijd: Judasoren trillen niet in de kou

In december heb ik een foto geplaatst van de gele trilzwam die ik langs de Lossing bij de Kettingdijk in Altweerterheide had gezien. Ik schreef dat het vruchtlichaam van deze zwam bestaat uit een propje van gelatineuse, slappe hersenachtige geplooide "lobben", dat ze er vochtig uit zien, glad aanvoelen en dat ze verrassend veerkrachtig zijn, als je er zachtjes in knijpt. Opgezwollen trilzwammen strooien kwistig met hun sporen als de vruchtlichamen trillen! Als er tegenaan wordt geduwd, of als de tak beweegt door bijvoorbeeld de wind, gaat die namelijk wat schommelen/trillen, als een plumpudding.

Judasoren
Vandaag zag ik weer zo’n trilzwam op de Loozerheide. Ondanks vele weken van sneeuw en strenge vorst heeft deze zwam kunnen overleven, omdat er een soort natuurlijk antivries in zit. Een trilzwam komt dan ook het hele jaar voor.
Het valt je waarschijnlijk op dat de kleur en vorm anders is dan de trilzwam die ik in december plaatste. We hebben hier te maken met het Judasoor. (Auricularia auricula-judae). Deze zwam heeft de vorm van een geaderd, enigszins doorzichtig oor. Hij heeft een mooie satijnige donkerroze kleur. Bij droogte en in de winter krimpt hij in, wordt harder en verkleurd van lila-achtig tot bijna zwart.
De naam wordt volgens een legende verklaard uit de overlevering dat Judas zich aan een boom wilde ophangen, nadat hij Jezus verraden had. Hij probeerde eerst een (treur)wilg, maar de tak boog zo diep door, dat hij weer veilig op de grond terechtkwam. Bij zijn volgende poging, de vlier, brak de tak. Hij verloor bij die val een oor toen hij langs de bast van de boom schaafde. Pas bij een es lukte zijn zelfmoordpoging. Hierbij verloor hij ook zijn andere oor. Sindsdien heeft deze trilzwam een voorkeur voor vlier en essenhout, maar je treft hem ook op andere bomen aan. In mijn geval op een populier. Het aardige van het verhaal is, dat de legende eigenlijk van puur Europese makelij is, want de boom komt in Palestina niet voor.
Na verloop van tijd, maar vooral na een regenbuitje, zal hij weer opzwellen en krijgt hij weer zijn oorspronkelijke vorm en kleur. Zoals ik in december al zei..... een taaie rakker.

woensdag 19 december 2012

Herfst 2012....................Paddenstoelentijd : Gele trilzwam; kleur in sombere dagen

Voor de meeste mensen zijn paddenstoelen onverbrekelijk verbonden met de herfst. Dat is een misverstand. Paddenstoelen zijn er het hele jaar door, zelfs in de winter. Zeker nu, vanwege het zachte, regenachtige winterweer, zie je ze nog overal.

Op deze donkere dagen rond de jaarwisseling is kleur in de natuur schaars. De gele trilzwam die ik langs de Lossing bij de Kettingdijk in Altweerterheide zag, sprong dan ook al van ver meteen in het oog. Als een kleurig snoepje hing ie, precies op ooghoogte, op een tak. Ik kon ‘m dus goed bewonderen. Het vruchtlichaam bestaat uit een propje van gelatineuse, slappe hersenachtige geplooide "lobben". Ze zien er vochtig uit en voelen glad aan, maar als je er zachtjes in knijpt, zijn ze verrassend veerkrachtig. En ondanks de kou zullen ze voorlopig niet bevriezen, alsof er een natuurlijk antivries in zit. De gele trilzwam komt dan ook het hele jaar voor en overleeft klaarblijkelijk zelfs vele weken van sneeuw en strenge vorst. Hij kan tot 10cm breed worden.


Het exemplaar dat ik zag, is zoals je ziet overigens niet geel maar knaloranje. De kleur is afhankelijk van zijn leeftijd en zijn vochtgehalte. Alleen de jonge exemplaren zijn geel. Als hij wat ouder is, wordt hij meer oranje, trekt dan langzaam bleek weg en als hij verdroogt verschrompelt hij tot een taai donker oranje velletje. Na een regenbuitje kan hij echter weer opzwellen tot zijn oorspronkelijke vorm en krijgt hij weer meer kleur. Een taaie rakker dus, deze paddenstoel.

De gele trilzwam is een parasiet. Hij haalt zijn voedingsstoffen dus niet uit (dood) hout, maar uit een ander levend organisme. Meestal is dat (zoals op de foto) een kleine schorszwam.(dit is een voor mij onbekende soort).

Volgens een oud verhaal verschijnt deze zwam in je tuin als je vervloekt bent door een heks. De beste manier om de vervloeking ongedaan te maken is het zwammetje lek te prikken met een speld!!!!!.


Tip voor wie in de komende wintermaanden de ijsbloemen moe wordt:
kijk eens uit naar "bloeiende" paddenstoelen.....

Blogarchief