Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label vliegenzwam. Alle posts tonen
Posts tonen met het label vliegenzwam. Alle posts tonen

zaterdag 12 december 2020

Herfst 2020.......Paddenstoelentijd deel 7: Van alles wat

De vorige post heb ik je soorten laten zien die geen toelichting behoefden, omdat ik daar al eerder iets over geschreven had. In deze post zie je nog niet eerder vertoonde soorten, waar wel wat uitleg bij nodig is.
 
Gele knolamaniet
 De GELE KNOLAMANIET (Amanita citrina, synoniem: Amanita mappa) is een algemeen voorkomende paddenstoel uit het geslacht der amanieten (Amanita). Hier hoort bijvoorbeeld ook de Vliegenzwam bij. Amanieten hebben een met een beurs omgeven knolvoet. Die is hier heel goed te zien. De soort wordt in het Engels ook wel aangeduid met "false death cap". Hij wordt namelijk nogal eens verward met de zeer giftige groene knolamaniet (Amanita phalloides).
 
Hij heeft een bolvormige gewelfde tot vlakke ronde hoed, die 4 tot 10 centimeter in diameter kan worden. Het oppervlak is meestal glad, maar kan soms oranje tot lichtbruine oneffenheden vertonen. De hoed en de steel zijn ivoorwit tot bleek citroengeel van kleur. De lamellen zijn vlezig en wit. De steel heeft een hoog aangezette, afhangende ring, die bij aanraking bruin kan verkleuren. De Gele knolamaniet ruikt naar rauwe aardappelen.  
Witte knolamaniet
 Er is ook een variant van de Gele knolamaniet: de WITTE KNOLAMANIET (Amanita citrina var. alba). Deze onderscheidt zich van de gele knolamaniet doordat deze helemaal wit is en nergens een geelverkleuring vertoont.
Tijgertaaiplaat
De TIJGERTAAIPLAAT (Lentinus tigrinus) heeft een witachtige hoed met grijsbruine of sepiabruine, aangedrukte schubben. Die geven de paddenstoel een getijgerd gestreept uiterlijk, waaraan hij zijn Nederlandse naam heeft te danken. De steel kan wit zijn, maar is meestal bezet met kleine, zwartbruine schubjes. De plaatjes lopen af op de steel en hebben een gezaagde rand. Bij ouderdom verkleuren de plaatjes van wit naar okergeel. 
 
tijgertaaiplaat
De zwam heeft een aangename, fruitige geur en een milde smaak, maar wordt in Nederland als oneetbaar beschouwd vanwege zijn taaie vlees. Je vindt ze op (verborgen) dood loofhout (vooral wilg en populier) en veroorzaakt witrot; het hout krijgt een weke, vezelige structuur en meestal een bleke kleur.Soms wordt de zwam gevonden op dode delen van levende bomen, maar het levend hout kan hij niet aantasten. 
Deze zwam, die zo ongeveer in het laatste stadium verkeert, zal door veel lezers niet als een VLIEGENZWAM (Amanita muscaria) worden herkend. Bij de Vliegenzwam denken we nou eenmaal aan rood met witte stippen, maar zoals je ziet, is de kleur van de hoed variabel en kan variëren van fel rood tot ( zoals op deze foto), oranje met gele tinten. Een zo’n variant, een volledig gele soort, heeft zelfs een aparte naam gekregen namelijk Amanita muscaria var. guessowii. Ik ga er vanuit dat dit 'm niet is, dus houden we het hier maar bij Amanita muscaria of gewoon Vliegenzwam.
Als je wat meer over deze amaniet wil weten, moet je HIER klikken
Bittere kaaszwam
KAASZWAMMEN  zijn vrij algemeen in ons land. Het zijn buisjeszwammen die tot dezelfde familie behoren als elfenbankje, tonderzwam, zadelzwam en dennenvoetzwam. Ze vallen ook op vanwege de consolevorm, maar zijn in tegenstelling tot  de andere soorten zacht en sponzig van structuur. Ze zijn in Nederland vrij algemeen en zijn met name in oktober en november op hun hoogtepunt. Opmerkelijk daarbij is dat ze (afhankelijk van de soort) ofwel op loofhout voorkomen ofwel op naaldhout. 
Onderkant van een Blauwe kaaszwam
Asgrauwe kaaszwam
De Blauwe kaaszwam (Postia caesia) en Bittere kaaszwam (Postia stiptica) zijn typische zwammen van naaldhout, terwijl je de Asgrauwe kaaszwam (Postia tephroleuca) op loofhout vindt. Kenmerkende eigenschappen van kaaszwammen zijn verder de scherpe hoedrand en dat ze vaak met elkaar vergroeien. Hoewel de naam kaaszwam uitnodigt tot consumptie zijn ze niet te eten. Ze zijn zeer bitter met een wrange nasmaak.  
De WAAIERBUISJESZWAM (Polyporus varius) komt voor op dode takken, stronken en stammen van loofbomen (vooral van beuken, wilgen en populieren). Meestal op vochtige en voedselrijke bodem. Deze éénjarige houtzwam komt al vanaf juni voor en valt op door zijn trechter- tot waaiervormige uiterlijk. De bovenzijde is okergeel tot oranjebruin en onderzijde bestaat uit kleine wittige, ver over de steel aflopende, buisjes. De poriën zijn aanvankelijk wit, maar verkleuren later via gebroken wit naar grijsbruin of geelbruin. De steel kan centraal maar ook zijdelings geplaatst zijn. Deze zwam is buitengewoon taai van structuur en voor de mens niet eetbaar.  
Zilveren ridderzwam
Zoals bij alle ridderzwammen vormen de lamellen van de ZILVEREN RIDDERZWAM (Tricholoma argyraceum) bij de aanhechting een soort gootje. Die lamellen zijn wit, maar er kunnen bij beschadiging of ouder worden gele vlekken ontstaan. Tricholoma is afgeleid van het Griekse woord "trichos", dat "haar" en "loma" dat "boord" , "rand" of "grens" betekent. De rand van de hoed is dus met heel fijne donshaartjes bezet. Die hoed is aanvankelijk kegelvormig tot gewelfd en heeft zeker bij de jongere exemplaren een duidelijk bultje (een umbo). Dat is bij de kleintjes op de foto goed te zien. Bij het ouder worden, is hij meer uitgespreid en zie je vooral in het centrum  fijne schubjes, meestal donkergrijsbruin en bleker wordend naar de rand toe. Je vindt deze zwam vooral op enigszins verstoorde grond zoals bermen, in parken en tuinen  onder berk, linde, populier en spar.
Week oorzwammetje
Er zijn zo'n 20 soorten oorzwammetjes in Nederland. Om 100% zeker te weten welke het is, moeten de meeste soorten  onder de microscoop. Bij het WEEK OORZWAMMETJE (Crepidotus mollis) hoeft dat echter niet. Het weke, in bovenaanzicht vrijwel rond zwammetje,  dankt zijn naam namelijk aan een zacht maar  taai, rubberachtig elastisch, transparant laagje, dat je als een soort elastiekje van de hoed kunt trekken. Hierin verschilt het met de andere oorzwammetjes. Vanwege deze eigenschap wordt het ook wel een beetje denigrerend "Condoomzwammetje" genoemd. De Latijnse soortnaam "mollis" betekent "zacht" of  "teder" en heeft dus betrekking op dat velletje.  
 
De kleur van het hoedje  is sterk afhankelijk van de vochtigheid van het weer. We noemen dat een  hygrofane zwam. In vochtige toestand is die namelijk roomwit tot okerkleurig en het hoedoppervlak is glad, bij verdroging is hij grijswit van tint.
Week oorzwammetje
Je vindt het zwammetje van de zomer tot late herfst op loofhout, meestal dikkere stammen of takken. Vooral de onderkant vind ik bij jonge exemplaren altijd mooi om te zien. De lamellen staan dicht opeen, zijn aanvankelijk nog heel bleek en verkleuren pas later grauwbruin. Het heeft nauwelijks een steel; de hoed is zijdelings of centraal aangehecht. 
 
Het zwammetje heeft slechts een doorsnede van 2-7 cm. Hoewel het op de vorige twee foto's groot lijkt, is dat dus allerminst het geval. Dat is ook goed te zien als je kijkt naar de mospissebed links in het hoekje. 

maandag 31 oktober 2016

Herfst 2016....... Paddenstoelentijd deel 3

Het vind het altijd leuk om in de herfst mee te gaan met een paddenstoelenwerkgroep. Ik ben al enkele keren meegegaan met de groep van IVN Weert en Leudal. Als je op stap gaat met de echte paddenstoel- kenners, dan zie je meer en leer je er altijd weer een paar nieuwe soorten bij. Dat bevalt dus heel goed en ik kom ook nog eens op plekken, waar ik normaal niet naar toe zou gaan.

Koningsmantel
Ik laat je als eerste deze prachtige KONINGSMANTEL (Tricholomopsis rutilans)zien. De Nederlandse naam van deze paddestoel slaat uiteraard op de kleur. De hoed is nl. bedekt met wijnrode tot paarsrode schubben.
Koningsmantel
Je ziet dat alleen bij de jonge zwam, want bij het ouder worden, verdwijnt dat rood en wordt de gele ondergrond zichtbaar. Hij wordt daarom ook wel Purpergele ridderzwam genoemd.
De hoed is gewelfd tot uitgespreid bij het ouder worden en heeft doorgaans een doorsnede tussen de 4 en 12 cm. De rand is vezelig. De lamellen zijn goudgeel.

Koningsmantel
Je vindt hem in naald- en gemengde bossen op naaldhoutstammen, ("begraven") stobben en stronken. De steel is tussen de 3 en 12 cm hoog en heeft een doorsnede tussen de 1 en 3 cm, met oranjerode tot wijnrode schubben.

Koeienboleet
De KOEIENBOLEET (Suillus bovinus)is goed herkenbaar aan de kleur en aan de grote, samengestelde buisjes.
Het is een eetbare soort uit de familie Suillaceae. Ook de Gele ringboleet en Bruine ringboleet horen bij die groep.

Koeienboleet
Zoals bij de meeste boleten heeft deze soort ook geen manchet. De koeienboleet groeit met name in naaldbossen, vaak in groepjes. Bij vocht wordt het oppervlak van de hoed kleverig, bij droogte gaat deze glanzen. De kleur varieert van geelbruin tot rozebruin.

Eikhaas
De EIKHAAS (Grifola frondosa)is een houtzwam. Hij groeit aan de voet van levende eiken en op stobben ervan. Uit een centrale steel die zich veelvuldig vertakt groeien waaier- of spatelvormige deelhoedjes van vier tot wel tien centimeter breed. De soort kan erg groot worden. De hoedjes zijn rimpelig en crèmekleurig tot grijsbruin. In een latere fase verkleurt hij bruin. Op mijn fotosite Flickr  staan daar meerdere foto's van. De buisjes zijn wittig. De poriën zijn wittig tot crèmekleurig. Omdat deze zwam het immuunsysteem stimuleert, wordt thans onderzocht of hij bij de behandeling van aids en kanker gebruikt kan worden.

Zwavelzwam
De ZWAVELZWAM (Laetiporus sulphureus) is een parasitaire zwam die bij voorkeur op eiken en eikenstronken groeit. Het is een buisjeszwam die valt onder de plaatjesloze vlieszwammen. Levende bomen worden via beschadigde plekken geïnfecteerd. Gezonde, onbeschadigde bomen worden niet aangetast. 
Vooral in het beginstadium van hun ontwikkeling zie je allerlei gradaties van witte, gele en oranje kleuren met overgangen daartussen. In een later stadium verdwijnen die felle kleuren. Oude exemplaren worden wit en brokkelig als geitenkaas. 
oud exemplaar
In Engeland is de Zwavelzwam een gewaardeerde en veel gezochte consumptiepaddenstoel, getuige zijn bijnaam ‘Chicken of the woods’. De bijnaam heeft uiteraard niets met de vorm te maken, maar dankt hij aan zijn overeenkomst in smaak en draderige structuur van kippenvlees. De Zwavelzwam wordt er als vervanger voor kippenvlees in vegetarische recepten toegepast. De eetbaarheid van de Zwavelzwam wordt in Nederland in twijfel getrokken. Er zijn namelijk een aantal gevallen bekend dat consumptie allergische reacties veroorzaakte. Op Flickr heb ik een aantal jonge en oudere soorten staan.

bruinrot
Door hun opvallende verschijning en formaat worden zwavelzwammen vaak gezien en herkend. Deze soort kan wel 10 kilogram zwaar worden. Wanneer een boom wordt "aangevallen" door deze zwam, ontstaat bruinrot, een schimmel waardoor het kernhout van de boom krimpt en bovendien roodachtig bruin verkleurt. De stam van de boom wordt langzamerhand steeds verder uitgehold.

Vliegenzwam
In een normale herfst zie je die "rooie met witte stippen" al begin september verschijnen. Dit jaar heeft hij lang op zich laten wachten en heb ik pas op 12 oktober de VLIEGENZWAM (Amanita muscaria), of beter gezegd het begin van een Vliegenzwam, gevonden. Velen zullen een jonge Vliegenzwam die net uit de grond komt, niet als zodanig herkennen. Niet alleen de mysterieuze leefwijze en de bijzondere verschijnings- vorm, maar vooral de bijzondere eigenschappen van het "rode vel met witte stippen" hebben sinds mensen- heugenis tot de verbeelding gesproken.

Hier zie je dus een jonge Vliegenzwam, die op het punt staat om uit het velum (het witte vlies) te breken. In de taille zal dit vlies scheuren, waarbij het onderste gedeelte als ring of manchet aan de steel blijft zitten en het bovenste verder in stukken zal breken naargelang de hoed verder open gaat. De witte stippen die je later op de rode hoed ziet, zijn dus vliesrestjes. Voor meerdere foto’s van de Vliegenzwam kun je HIER klikken.

Rimpelige koraalzwam
De RIMPELIGE KORAALZWAM (Clavulina rugosa) is een Saprofiet, komt dus op dood hout voor. Hoewel je hier geen hout ziet, is het er wel degelijk, maar het zit ondergronds, is “begraven” als het ware. Het is een kleine witte paddenstoel die alleenstaand of in groepjes verschijnt, dikwijls op de bemoste bodem langs bospaden, zowel in naaldbos als loofbos of gemengd bos.

Rimpelige koraalzwam
Het zuilvormige vruchtlichaam heeft een beetje een rimpelig oppervlak, is op dwarsdoorsnede afgeplat en heeft weinig, onregelmatig gevormde vertakkingen De uiteinden van deze vertakkingen zijn stomp, in tegenstelling tot andere koraalzwammen waar ze dikwijls scherp zijn. De sporen worden aan de buitenkant van het bovenste deel van het vruchtlichaam gevormd.

De soort is matig algemeen en staat op de Rode Lijst als kwetsbaar. Het schijnt dat hij eetbaar is, maar vanwege zijn zeldzaamheid en zijn kleine afmetingen is het onzinnig om dit paddenstoeltje voor consumptie te verzamelen.

Paarse knoopzwam
De PAARSE KNOOPZWAM (Ascocoryne sarcoides) is een in Nederland algemene zakjeszwam, die op dood loof- en naaldhout voorkomt (meestal beuk). Het viel niet mee er een geslaagde foto van te maken. De vrucht- lichamen zijn namelijk slechts van enkele millimeters tot ca. anderhalve centimeter in diameter.
Eén zo’n vruchtlichaampje is dus klein, maar meestal groeien ze dus bijeen in groepen, die uiteindelijk flinke afmetingen kunnen bereiken.

Ze variëren in kleur van licht roze tot helder paars. In het perfecte stadium groeien ze uit tot schoteltjes of schijfjes, maar meestal vind je ze in het zogeheten imperfecte stadium. Hierbij ontwikkelen zij zich niet verder dan een bolletje, soms met een kort steeltje. Later spreiden ze zich uit en krijgen een onregelmatige kussenvorm (net hersenen). Bij een vondst van de Paarse knoopzwam moet er eigenlijk verplicht microscopisch onderzoek gedaan worden, omdat deze soort in het veld niet te onderscheiden is van de Grootsporige paarse knoopzwam (Ascocoryne cylichnium), of er moet 's.l.' achter de naam worden gezet.

Roodgerande houtzwam
De ROODGERANDE HOUTZWAM (Fomitopsis pinicola) is een schimmel uit de familie Fomitopsidaceae. Dit is een familie van 57 schimmels, waar ook o.a. de berkenzwam, doolhofzwam en zwavelzwam bij horen.
Hoewel je hem hier in het zuiden regelmatig vindt, is het in Nederland een zeldzame soort.

De zwam is een parasiet (op een levende boom), die na het afsterven van de gastheer verder leeft als saprofyt (dode boom). Het vruchtlichaam groeit vooral op stammen van naaldbomen, met name sparren, maar komt soms ook voor op berken, esdoorns en beuken. Het meerjarige vruchtlichaam is console- of hoefvormig en bereikt een lengte tot ca. 20 centimeter en maximaal een dikte van 15 centimeter.

Roodgerande houtzwam
Aan de bovenzijde is de paddenstoel concentrisch gecentreerd en bedekt met een gladde, harde toplaag van harsachtige substantie. Deze laag is eerst geel tot oranjerood gekleurd en krijgt na verloop van tijd een grijze tot grijszwarte kleur op het middelste gedeelte. De stompe groeirand is wit. De naam Roodgerand heeft dus niet de betekenis van een rode rand, maar rood met een (meestal witte) rand.

Paardenhaartaailing
De PAARDENHAARTAAILING (Gymnopus androsaceus) is een plaatjeszwam met een tot 6 cm lange draaddunne zwarte of bruine steel. De kleine vleeskleurige tot lichtbruin gekleurde hoed is gewelfd (doorsnee max. 1 cm) en heeft een ingedeukt roodbruin centrum. Zoals de naam al aangeeft is de steel taai en buigzaam en met een doorsnee van de steel van slechts 1 mm. is dit een moeilijk te fotograferen soort (voor mij tenminste) . Door deze afmetingen wordt hij meestal ook niet opgemerkt. Als de hoedjes door droogte ook nog eens sterk ineen schrompelen zijn bijna helemaal niet meer te vinden.

Paardenhaartaailing
Deze vrij algemene soort komt in groepjes voor in dennenbossen op voedselarme zandgrond en groeit met name op een grof strooisel van dennennaalden, schors, takjes, kegels en andere plantenresten Ook op voedselarme grond, in loofbossen en heidevelden. Verzuring en vermesting hebben naar het schijnt een negatief effect op de soort.

Roestbruine kogelzwam
Tot slot nog een foto van de ROESTBRUINE KOGELZWAM (Hypoxylon fragiforme). Deze bijzondere zakjeszwam komt voor op dode takken en liggende stammen van m.n. de beuk.

Deze zwammen heb ik gevonden in het Meinweggebied bij Vlodrop.
Als je de niet geplaatste foto's ook wil zien, moet je even HIER klikken.

Voor mijn andere paddenstoelenposts, kun je HIER klikken.




zondag 26 oktober 2014

Herfst 2014.......Paddenstoelentijd deel 1: Van alles wat

Vorig jaar rond deze tijd plaatste ik ook al een blog met paddenstoelen. Het is tenslotte herfst....
Hoewel je het hele jaar door paddenstoelen kunt vinden, is de herfst natuurlijk bij uitstek de periode om paddenstoelen te zien. Dit jaar waren ze al héél vroeg. Begin augustus zag je ze al meer dan normaal verschijnen, met als gevolg dat het nu op dit moment voor mijn gevoel allemaal wat minder is. Dat geldt, zo valt me op, zeker voor de vliegenzwam. Terwijl je er vorig jaar bijna over struikelde, is dat dit jaar heel wat minder, maar de tijd komt waarschijnlijk nog. Het heeft natuurlijk vooral met de vochtigheid te maken.

Desondanks heb ik er tijdens mijn uitjes genoeg gefotografeerd, om er een paar blogs aan te kunnen wijden. Vandaag paddenstoelentijd deel 1 en over een paar dagen volgt paddenstoelentijd deel 2.

Er zijn heel wat verschillende koraalzwammen. De koraalzwam is een schimmel die behoort tot de steeltjeszwammen. Het vruchtlichaam is meervoudig vertakt en doet denken aan koraal.
Ik vermoed dat dit de rechte koraalzwam is, maar weet het niet zeker. Hij wordt nogal eens verwisseld met de zeldzamere naaldboskoraalzwam, maar die tref je vooral aan op voedselarme grond in naaldbossen in het strooisel. Deze rechte koraalzwam is vrij algemeen en ik vond hem halverwege augustus, op een hoger gelegen, voedselrijke plekje, onder een aantal eikenbomen bij de Waerbrookskoel in Ell..

De waslakzwam is gemakkelijk te herkennen. Hij groeit op stammen en stronken van oude loofbomen (beuk, eik) en lijkt wat op de harslakzwam, die ook o.a. een duidelijke wittige groeirand heeft, maar bij de waslakzwam kun je de gladde, glanzende, licht-tot donkerrode bovenkant niet indrukken. Daaronder zit een gele harslaag, die ontvlamt als je er een aansteker of een lucifer bij zou houden. Beter is het om hem een beetje nat te maken en op te wrijven. Hij gaat op die plek dan nog meer glanzen.

  
Deze jonge reuzenzwam is hier een prachtig exemplaar, maar zal straks minder mooi bruin verkleuren.
Zoals de naam al aangeeft, kan deze zwam heel groot worden. Als hij volledig is uitgegroeid, staan de ronde platte hoeden mooi in het rond en kunnen samen wel een meter in doorsnede bereiken. De paddenstoel heeft een sterke voorkeur voor beukenbomen en daar vond ik hem dan ook, maar dan wel op een omgehakte boom. Niet alleen op de stronk, maar ook op de aangetaste wortels, want daar breidt het zogenaamde mycelium zich namelijk vooral uit. De zwam kan zowel verschijnen op een levende boom (is dan parasiet), als op dood organisch materiaal en wordt dan saprofyt genoemd.

Hoewel de zwavelzwam voor met name ernstig verzwakte bomen de doodsteek betekent, is het een prachtige zwam om te zien. Deze vond ik wel heel bijzonder, want in tegenstelling tot de meestal geel/oranje kleur van de zwam, was deze wit/rossig. Zo heb ik ze nog niet eerder gezien. Vooral in het beginstadium van hun ontwikkeling hebben de hoeden echter allerlei gradaties van witte, gele en oranje kleuren met overgangen daartussen. In een later stadium verdwijnen de felle kleuren. Oude exemplaren worden uiteindelijk zelfs wit en zijn dan brokkelig als geitenkaas. Het formaat van deze zwam is af te lezen aan de eikenblaadjes.

 
De grote stinkzwam is toch een wel heel bijzondere paddenstoel. Het is niet zo vreemd dat de Latijnse naam "Phallus impudicus" is, want dat betekent "schaamteloze penis". Aan de top van de hoed zit zelfs, als een soort plasgaatje, een kleine opening. Het schijnt dat in de preutse Victoriaanse tijd, de dames deze paddenstoel uit hun tuinen lieten verwijderen…
Ook de Nederlandse naam is voor de hand liggend, want hij stinkt. Iedereen heeft in het bos wel eens een weeïge sterke geur geroken. Als je je neus dan naloopt, kom je meestal bij hem uit.
De hoed is in het begin bedekt met een kleverige donkergroene laag. Deze laag wordt opgelikt door vliegen en kevers, die op de aasgeur afkomen. Zo zorgen ze voor de verspreiding van de sporen. Wanneer de laag opgegeten is, zie je de witte tot lichtgele hoed met zijn typisch honingraatpatroon. Na enige tijd hangen de eerst zo trotse stoere binken er maar slapjes bij, alsof ze zich schamen voor hun uitbundig gedrag……

Het gewoon elfenbankje is een eenjarige, zeer algemene paddenstoel, die het hele jaar door op stronken en takken van vooral loofbomen te zien is. Het is dus een winterharde soort. Het gewoon elfenbankje groeit dakpansgewijs in groepjes en heeft een waaier- tot rozetvormige vorm met een witte rand. Het is mij niet duidelijk wat dat witte goedje is. Ik denk aan sporenpoeder, maar ik weet het niet zeker. Géén sneeuw in elk geval. Het bijzondere van deze paddenstoel (vind ik), is dat die wit, beige, okergeel, groen, oranje, (rood)bruin, blauw, grijs en zelfs zwart van kleur kan zijn. Het is maar wat je gewoon noemt.

De boom met de mooiste gekleurde bladeren in de herfst, is ongetwijfeld de Amerikaanse eik. Schitterend, maar ook een boom die zich eigenlijk niet thuis voelt in ons klimaat. Dat is ook wel merkbaar, want hij wordt niet echt oud, omdat hij zo gevoelig is voor ziektes en schimmels.
De eikhaas draagt zijn naam, want dat is een zwam die je vooral aan de voet van levende eiken en op stobben aan treft. Bundels van de eikhaas kunnen wel een diameter van een halve meter bereiken.
De naam haas heeft overigens niets met onze snelle viervoeter te maken, maar is afgeleid van het middel- nederduits woord 'haso' of 'haza', dat "grijs" of "grauw" betekent.

Hoewel het lijkt of de vliegenzwam zich wat later laat zien dan vorig jaar, zal deze rode paddenstoel met zijn witte stippen waarschijnlijk toch weer het meest gefotografeerde herfstobject worden.
Ik heb er vorig jaar al een paar geplaatst, maar wil nu ook niet achterblijven.

De Vliegenzwam (Amanita muscaria) behoort tot de amanieten. Amanieten zijn giftige paddenstoelen, waaronder enkele zeer giftigen zoals de Groene- en Kleverige knolamaniet. Ook de vliegenzwam is giftig.
Je zult bij gebruik ervan niet dood gaan , maar zult er wel behoorlijk ziek van worden. Het Latijnse Muscaria is de naam van het gif, dat vooral in het rode vlies van de hoed zit. Het is afgeleid van het Latijnse woord voor vlieg: musca. In de tijd dat er nog geen vliegenstrips en chemische bestrijdingsmiddelen waren, werd dat rode velletje ( en niét de gele velumresten zoals je vaak kunt lezen), vermengd met wat melk en eventueel nog wat suiker, vaak gebruikt om vliegen te verdelgen. Als die daarvan snoepten, werden ze namelijk door het gif gedood.

Als je bovenstaande foto ziet, denk je misschien niet meteen aan een vliegenzwam, want hier ontbreken de zo bekende witte stippen......Toch is het 'm.

Die witte stippen zijn overblijfselen van het vlies, dat de paddenstoel eerst omhulde. Op de bovenste 6 foto's zie je de verschillende groeistadia. Door het groeien van de paddenstoel breekt het vlies en dat blijft dan in kleine stukjes op de hoed achter. Aangezien deze restantjes los liggen, kunnen ze bij een flinke regenbui gemakkelijk van de hoed afspoelen. Hierdoor kom je dus ook vliegenzwammen tegen zonder witte stippen.
Weer een raadsel opgelost......

  
Uiteindelijk blijft van al dat moois in de natuur weinig meer over. Ook voor de eens zo mooie Vliegenzwam, maar ook dat hoort er bij.............

Mocht ik je interesse voor paddenstoelen hebben gewekt, dan heb ik nog een tweede deel voor je.

Blogarchief