Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label zevensprong. Alle posts tonen
Posts tonen met het label zevensprong. Alle posts tonen

zondag 15 juni 2014

De Buuëtjeshei in juni 2014

Vorig jaar beschreef ik in september in mijn blog: "Alles is maakbaar, ook de Buuëtjes hei" hoe belangrijk (kleinschalig) beheer is, om een biotoop als de Buuëtjeshei te behouden. Hierin schreef ik onder andere:

Is dit verleden tijd?  (foto van augustus 2013)
“Het beheren en behouden van een heideterrein, is in wezen een voortdurende strijd tegen wat de natuur zelf eigenlijk zou willen. Laat je het gebied aan zichzelf over, stop je bijvoorbeeld met plaggen, of laat je niet begrazen, dan wordt het gebied binnen de kortste keren weer over- woekerd door bomen en struiken en maakt de natuur er een bos van. Dat geldt voor elk heide- landschap en dus ook voor de "Buuëtjeshei. Dat is niet wat wij willen, dus we grijpen in……

Een groep vrijwilligers uit Stramproy heeft het laatst overgebleven heidegebiedje van Stramproy daarom in 2000 geadopteerd en zet er al 13 jaar de schouders onder. Jaarlijks organiseren ze onder andere een werkdag onder de naam “Stramproyer Natuurwerkdag”.


Zonder beheer gaan den, berk, braam en vogelkers overheersen (foto van augustus 2013)

Helaas is de visie en de aanpak van Ark en Natuurmonumenten (o.a. runderen in het gebied laten grazen) niet die van de werkgroep.  Deze heeft dan ook (zo kwam mij ter ore), besloten te stoppen.....
Ik vraag me af hoe het nu met dit stukje natuur verder moet. Hopelijk wordt het kleinschalige beheer gecontinueerd door anderen, want anders denk ik dat binnen afzienbare tijd ook het laatste stukje hei in Stramproy tot het verleden hoort. Dat zou dood- en doodzonde zijn.....”

Sterke toename van onder andere den en berk in 1 jaar tijd (foto juni 2014)
Ik ben afgelopen week eens gaan kijken of er iets aan het gebied is/wordt gedaan. Vorig jaar was al te zien hoe jonge boompjes her en der opschoten, maar dit jaar zie je overal berken, dennen, bramen en bochtige smele in grote hoeveelheden tussen de heideplantjes staan. Ik heb begrepen dat de vrijwilligers- groep Zuid-Limburg van Natuurmonumenten nu het beheer doet, maar daar was nog weinig van te merken, zoals je op de foto's duidelijk kunt zien.

Hier moeten hoognodig de jonge dennetjes en berken worden uitgetrokken, braamstruiken uit worden gegraven en eventueel kleine stukjes worden geplagd. Nu kan nog op tijd worden ingegrepen.
En waarom het heideveld niet laten begrazen door schapen? Of is dit niet wat Natuurmonumenten en
Ark voor ogen hebben en past dit kwetsbaar biotoop niet in hun wildernisdenken????

woensdag 27 februari 2013

Buuëtjes Hei

De Stramprooierheide begint bij de Zevensprong. De plaatselijke naam voor de “Stramproysche Heide” is “Buuëtjes Hei”. Buuëtjeshei staat voor “ Bootjeshei “. Het heidegebied in Stramproy is namelijk heuvelachtig.

Stramprooierheide in de jaren '50. Geschilderd door Bèr Stals
Het terrein “golft” een beetje en het open landschap moet er vroeger met name bij zonsopkomst en -ondergang (en met de nodige fantasie) als een golvende zee hebben uit gezien. Met vliegdennen als bootjes.... En dat is volgens de overlevering de oorsprong van de naam “Buuëtjes Hei”.
Vanwege de aangeplante naaldbomen, is dat nu allemaal niet meer te zien.

Vroeger was de Stramprooierheide het gebied tussen globaal genomen de Ruytersbaan (huidige Grensweg),Scheidstraat (huidige Stramproyergrensweg), het Vosseven en Areven. Afgaande op de topografische militaire kaart van omstreeks 1850.
Het was een heide- en stuifzandgebied, waar rond 1800 maar liefst 6 schaapherders werkzaam waren.
Rond 1900 is dit gebied ook nog grotendeels heide, maar verschijnen er ook al bos- en landbouwperceeltjes zoals de Lieëg Hei, Siëndonk en Morrelke.

foto van februari 2013

Daarna is de verbossing van de heide snel gegaan door met name de aanplant van bomen voor mijnhout. Eind jaren tachtig waren er nog hier en daar wat plukjes heide over, maar anno 2013 is er helaas nog maar één heel klein stukje "echte Buuëtjes Hei”.


In 1985 kocht Natuurmonumenten haar eerste perceel op de Stramprooierheide. Dit perceel bestond uit 8.75 hectare bos. In de 90’er jaren van de twintigste eeuw werd het bos voor de eerste keer uitgedund. Rond het laatste stukje heide werden extra veel bomen weg gehaald, met het idee om de heide meer toekomstmoge-lijkheden te geven. Dit leverde resultaat op, want de eerste nieuwe heideplantjes staken al snel de kop op.


Men wilde graag een groter gebied, maar dat ging niet zo een, twee, drie en zeker niet vanzelf.
De natuur moest een handje geholpen worden. Een groep vrijwilligers uit Stramproy heeft het heidegebiedje in 2000 geadopteerd en zet er al jaren op een natuurvriendelijke wijze de schouders onder. Jaarlijks organiseren vrijwilligers Hilde en John van Dael een werkdag onder de naam “Stramproyer Natuurwerkdag”. Een lovenswaardig initiatief. De basisschooljeugd wordt er actief bij betrokken en ook andere vrijwilligers werken meerdere dagen per jaar aan het herstel van de heide. Om het heideareaal uit te breiden wordt er handgereedschap gebruikt; jonge dennetjes worden uitgetrokken, houtopslag wordt verwijderd, braamstruiken graaft men uit en kleine stukjes worden geplagd. Er zijn doorgangen gezaagd in de nabij gelegen bosrand om het lichter te maken en ook om zo betere migratieroutes voor vlinders te maken.

Omdat het nogal veel en zwaar werk was, heeft Natuurmonumenten er in 2009 een groen-aannemer aan het werk gezet. Met machines is toen een wat groter gebied vrijgesteld van bos en is de bosgrond deels afgeplagd en afgevoerd. De nog in de grond aanwezige heidezaden kregen zo weer een kans.
Nu is het voor de vrijwilligers ook gemakkelijker om het heidegebiedje te onderhouden. Het gaat (nog) om een heel klein gebiedje, dat echter gekoesterd wordt, want het is het enige dat er nog is in Stramproy.


De afgelopen maanden is er weer een houthandelaar aan de slag gegaan. Omdat het een 'einddunning' betreft, is het niet de bedoeling dat hierna nog meer bomen geveld worden.
Men is niet (hoewel je dat zou denken, als je ziet hoe ze hebben "huisgehouden") zo maar te werk gegaan, maar er zijn selectief bomen gerooid, om zo meer open plekken te creëren. Kaprijpe grove dennen zijn weggehaald en de mooiste dennen, loofhout en de struikbegroeiing zijn gespaard. Zo moet er geleidelijk een afwisselender bos ontstaan.


Het wordt zeker geen “opgeruimd” bos, want zo’n bos “leeft” namelijk niet. Dode bomen en het kaphout laat men dus zoveel mogelijk liggen. Dit geldt niet voor het kleine heideveldje, waar het kaphout wél verwijderd moet worden om nieuwe hei de kans te geven te gaan/ blijven groeien. Van het afgekomen materiaal heeft men alvast een aantal zogenaamde “broedhopen” aan de bosrand gemaakt, als winterschuilplaats voor amfibieën en kleine zoogdieren, zoals bijvoorbeeld de egel. De terugkeer van dood hout in onze natuur levert nog meer op: er is niet alleen meer beschutting, maar ook spechten, kevers, mossen, schimmels en nog veel meer dieren en planten profiteren er van en vinden er voedsel.
Er is daardoor zo veel meer te zien om van te genieten en onze natuurbeleving neemt toe.

Het is interessant om de ontwikkelingen in dit kleine en kwetsbare heidegebied(je) te volgen. Vooral als de heide in bloei staat (vanaf half augustus tot midden september), zal ik er zeker nog eens een bezoekje brengen.

LAATSTE NIEUWS: werkgroep stopt er mee.............
Zie mijn blog van 3 september: Alles is maakbaar, zolang als het duurt......





Grotere kaart weergeven

dinsdag 26 februari 2013

Het Zevesprungkapelke

In 2011 werd, op verzoek van huisarts Gerard Kusters, die met pensioen ging, door de stichting Heyerkapel aan de “Zevesprung” een niskapelletje gebouwd. Kunstenares Els Maes-Verdonschot uit Stramproy maakte een mooie beeldengroep van de Heilige-Familie.


Het kapelletje ligt op de (in Stramproy “wereldberoemde”) Zevensprong. Een vreemde naam eigenlijk, want op die plek komen geen zeven, maar zes paden samen. Eén pad is dus verdwenen in de loop der tijd. "Waar lag vroeger dan die zevende?"  zo kun je je afvragen. De Zevensprong ligt in een voornamelijk met de grove den bebost gebied ten zuiden van de Stramproyergrensweg. Dit is de Stramprooise heide, oftewel de Buuëtjeshei. Deze weg is opgenomen in het fietsknooppunten netwerk.
Het kapelletje ligt in een gebied dat de “Boberden” wordt genoemd. De gelijknamige weg die naar de zevensprong gaat, was vroeger een belangrijke doorgaande weg naar Bocholt. Als je het pad door het bos nu ziet, is het bijna niet voor te stellen, dat hier bijvoorbeeld op 14 september 1794 Franse legertroepen voorbijtrokken. Volgens een overlevering was het toen kermis in Stramproy en zouden soldaten, die op doorreis waren, schalen met eten hebben meegenomen en de geroofde vlaaien op hun bajonetten hebben gestoken. Als je het pad door het bos blijft volgen kom je via de Napoleonsbrug (aan de grens) uit op de Napoleonsdijk. Op deze weg ligt de Napoleonshoeve. Ook deze namen zijn een herinnering aan die periode.

De naam Boberden is waarschijnlijk afkomstig van “bobeleerd”, wat "met biezen begroeid land" betekent. Ook kom je in oude geschriften namen als “Bobaerd” en “Boberd” tegen.
Een van de vroegere bewoners, Jaan Beeren, kreeg vlak na de Tweede Wereldoorlog tbc en werd ernstig ziek. Omdat zijn boerderij, “Bobberte” genaamd, in een bosrijke omgeving lag, mocht hij van de arts thuis revalideren. Bóbberte Jaan, zoals zijn bijnaam was, beloofde een kapelletje te laten bouwen als hij zou genezen. Toen Jaan beter werd, hield hij zich aan zijn belofte en in 1947 liet hij een heel eenvoudig kapelletje bouwen. Het raakte al snel in verval en omstreeks 1965 is het vernield.
In 2011 werd het door stichting Heyerkapel herbouwd op dezelfde plek. Het hele verhaal over het “kapelke” kun je vinden op de site van Stichting Heyerkapel.





Grotere kaart weergeven

Blogarchief