Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label zwavelzwam. Alle posts tonen
Posts tonen met het label zwavelzwam. Alle posts tonen

maandag 31 oktober 2022

Herfst 2022.......Paddenstoelentijd deel 1: Van alles wat

Vanwege de aanhoudende droogte bleef het lang stil in paddenstoelenland. Menigeen vreesde al dat het een “rampjaar” zou worden. Maar tot mijn grote opluchting is het na de regenval in september gelukkig goed losgekomen. Het lijkt hier en daar zelfs alsof ze nu bezig zijn met een inhaalslag. Russula’s en boleten, juist de grotere opvallende mycorrhizaoorten, zag je een tijdje geleden nog weinig en ook amanieten zoals de pantermaniet en de vliegenzwam verschenen later dan normaal, maar er zijn er nu redelijk veel. Na de late start zien we nu ook al soorten van de latere herfst verschijnen. Zo zag ik bijvoorbeeld de eerste draadknotszwammen en nevelzwammen weer staan. Tijd dus om de eerste post "paddenstoelentijd" van dit jaar te beginnen. Aangezien ik al het nodige over paddenstoelen verteld heb in 58 posts, was het even zoeken welke ik jullie deze keer wil laten zien.
Zwavelzwam
De eerste paddenstoel die ik al op 28 april in het "Roekes" (in de Krang) aantrof, was deze grootformaat "kakelverse" Chicken of the wood, oftewel ZWAVELZWAM (Laetiporus sulphureus). Een prachtexemplaar. Aangezien ik al genoeg over deze paddenstoel heb verteld, ga ik er verder niets over schrijven.  Wil je er toch meer over weten, dan moet je even op de foto klikken.
Glanzend druivenpitje
Het GLANZEND DRUIVENPITJE (Leocarpus fragilis) dat ik afgelopen week vond, is een slijmzwam of myxomyceet. Slijmzwammen voeden zich met micro-organismen en schimmelsporen en kunnen zich in hun zoektocht als plasmodium naar voedsel bewegen. Ze laten daarbij vaak een zichtbaar spoor achter. Het plasmodium van dit druivenpitje is geel van kleur. Na verloop van tijd ontstaan er sporenlichamen. Hoewel het een vrij algemeen voorkomende soort is, is het voor mij een bijzondere vondst, want het is maar een heel klein knotsvormig, hangend, glanzend geel vruchtlichaampje (Ø 1 - 2 mm). Dus het vinden ervan is vaak bij toeval. Zo ook nu. 
Het groeit saprotroof op dode bladeren, takjes en naalden van naaldbomen, maar ook op levende planten en boomstammen. Een schimmel dus dat zijn celmateriaal opbouwt door het opnemen van organische stoffen uit dode andere organismen De vruchtlichamen groeien dicht bij elkaar in groepen. De vorm is zijn gedrongen tot langwerpig eivormig of knotsvormig. Er zijn ook cilindrische vormen met een afgeronde top en een conische basis. Soms zijn ze aan de zijkant gedeukt. Ze hebben een gele, geelbruine tot donker roodbruine kleur en hebben een glanzend oppervlak. De mooie kleur duurt maar kort. Na 24 uur zijn de sporen rijp, is de kleur weg en verstuiven de sporen.
Roodbruin netpluimpje
Ook dit ROODBRUIN NETPLUIMPJE (Stemonitis axifera) ) is een slijmzwam. Het bestaat meestal uit een klein bundeltje van ongeveer 5 mm. grote roodbruine rechtopstaande cilindrische sporangia, elk met een haarfijn zwart steeltje. Ook dit is een vrij algemeen voorkomende soort die je zult aantreffen op o.a. naaldhout en bladresten, maar wordt vanwege het formaat meestal over het hoofd gezien. 
Deze slijmzwam ontwikkelt zich in korte tijd vanuit een cluster melkwitte bolletjes tot de uiteindelijke vorm. Deze metamorfose gaat echter vrij snel en alleen met enig geluk kunnen de tussenliggende stadia soms worden waargenomen. Dat geluk had ik dus, want je ziet ze hier in beide vormen. Zowel de rijpe als onrijpe vorm dus. Ik vond deze op een oude boomstronk van een omgezaagde den. 
De onrijpe sporangia zijn melkwit en ontwikkelen zich in ongeveer 20 uur tijd van wit naar witroze tot rijpe roodbruin gepigmenteerde exemplaren om vervolgens de sporen los te laten. Op de voorgrond zie je "als bijvangst" een paar 2 tot 3 mm. grote springstaartjes. Deze leven van dode/ rottende plantdelen, algen en schimmels. Dus ook van myxomyceten.De rijpe vruchtlichamen laten ze met rust.
Loodkleurig netplaatje
Dit LOODKLEURIG NETPLAATJE (Dictydiaethalium plumbeum) is ook een slijmzwam. Het komt voor in alle werelddelen en hoewel het een onopvallende soort is, komt het in ons land ook vrij algemeen voor. Het leeft saprotroof op dood hout van loofbomen en -struiken en komt met name voor op kort geleden gevelde stammen en snoeihout. Het kenmerkt zich door een week oranje tot roze-achtig plasmodium dat langzaam overgaat naar het gefixeerde, loodgrijze tot beigebruin vruchtlichaam. 
Vaak ligt het Loodkleurig netplaatje in een wit bedje, de zogenaamde hypothallus, dat door de slijmzwam wordt geproduceerd als beginstadium van de fructificatie (het vormen van de vruchtlichamen). Dat bedje is hier op de foto goed te zien. De diameter is 4 tot 5 cm. Het vruchtlichaam, dat wordt gevormd door samenklontering van plasmodia is vrij sterk afgeplat. Ook hier was het bijzonder dat ik zowel het rijpe als onrijpe stadium aantrof.
Roze raspzwam
Veel paddenstoelen die je nu op het dode hout zitten hebben een korst- of waaiervormig uiterlijk. Bekijk je ze beter, dan is het oppervlak dat de sporen produceert erg veelvormig: het kan glad zijn, wrattig, korrelig, geplooid of uit poriën bestaan en soms bestaat het uit stekeltjes of tandjes. Je zult dus even de onderkant moeten bekijken, want de bovenkant zegt niks.
De ROZE RASPZWAM (Steccherinum ochraceum ) heeft stompe tandjes die okergeel tot oranje zijn. De soort veroorzaakt witrot. De wetenschappelijke naam ochraceum betekent geelkleurig. Waarom dan de Nederlandse naam ROZE raspzwam luidt, is voor mij een raadsel. Hoewel de zwam meestal geheel over het hout uitgespreid is, krullen de randen soms om en vormen dan hoedjes. Die hoedjes zijn grijs tot bruinig of wit van kleur. Ze zijn fluwelig harig en soms bedekt met groene algen. De Roze raspzwam is zonder microscoop eigenlijk niet te onderscheiden van de Grootsporige raspzwam en de Zalmraspzwam, maar ik ga er van uit dat de keuze op Roze raspzwam klopt.
Gedrongen mollissia
Toen ik bij thuiskomst de foto van de raspzwam uitvergroot bekeek, zag ik dat onder deze zwam in de witte onbekende korstzwam tientallen tot misschien wel een honderdtal kleine zwart/blauwe zwammetjes te zien waren. Door het kleine formaat (Ø 1-3 mm) en de aandacht voor de Roze raspzwam had ik dat niet gezien. Het is de GEDRONGEN MOLLISSIA (Mollisia cinerea). Het leeft saprotroof op vermolmd hout van allerlei soorten loofbomen, zoals beuk, berken, eik, hazelaar of linde. Bij uitzondering komt hij ook voor op naaldbomen. Het breekt dit hout af. Hij komt bij voorkeur voor in vochtige en natte bossen op voedsel- en basenrijke grond. Het is een beker- tot schotelvormige zakjeszwam en hij komt voor in groepen van soms wel honderden tegelijkertijd. 
 In het beginstadium heeft het vruchtlichaam de vorm van een beker en zit vast aan het substraat, maar met het toenemen van de leeftijd groeit het onregelmatiger en maakt het platte structuren met een licht gevouwen en licht opstaande rand. De breedte van het bekertje is minder dan 5 mm. Het heeft een golvend oppervlak en een lichtgrijze tot bruine kleur, die na verloop van tijd bijna zwart wordt; de rand van jonge vruchtlichamen is vaak witachtig. Onderzijde grijs tot bruinachtig, met fijne pluisjes bedekt. Vruchtlichamen kunnen het hele jaar door verschijnen, meestal in groepen van wel enkele honderden vruchtlichamen. In Nederland komt hij zeer algemeen voor, maar valt vanwege het formaat en de kleur meestal niet op. Hij is niet bedreigd en staat niet op de rode lijst.
Gewone fopzwam
Er zijn meerdere soorten fopzwammen. De naam geeft al aan dat deze soort moeilijk te herkennen is. Dat geldt zeker voor wat de kleur van de hoed betreft. Bij vocht is bijvoorbeeld de hoed van de GEWONE FOPZWAM roodbruin met een gestreepte rand, bij droogte is deze geelachtig bruin. De steel is 5 tot 10 cm lang en 6 tot 10 mm dik. Deze is taai, roodachtig bruin en vaak gebogen. 
Gewone fopzwam
Een beter kenmerk vormen de lamellen. Die zijn breed aangehecht, staan ver uit elkaar en zijn dik. De kleur is crème- tot vleeskleurig Ze hebben een enigszins wasachtig uiterlijk. Fopzwammen vormen Ectomycorrhiza met loofbomen, vooral Eik en Beuk, zelden ook met naaldbomen. Dat wil zeggen dat de schimmeldraden alleen om de buitenkant van de plantenwortel heen groeien. Ze dringen dus niet door in de cellen van het schorsweefsel van de plantenwortel. Ze helpen de boom daarna bij het opnemen van water en mineralen en krijgen hier koolstof en andere organische voedingsstoffen voor terug. Veel bomen zijn op deze manier volledig van paddenstoelen afhankelijk en zouden zonder deze symbiose niet kunnen overleven. 
Geschubde fopzwam
Hoewel deze algemene plaatjeszwam eetbaar is, zou ik mezelf er toch niet aan wagen. Zijn naam is niet voor niets fopzwam. In het Engels noemt men hem terecht “scurfy deceiver” (schuchtere bedrieger). Hij lijkt teveel op andere potentieel dodelijke paddenstoelen zoals het giftige mosklokje of de gordijnzwammen. 
Geschubde fopzwam
De GESCHUBDE FOPZWAM (Laccaria proxima) heeft in tegenstelling tot de Gewone fopzwam (Laccaria laccata) geen kale hoed (Ø 2-8), maar een oranjebruine, zeer fijn geschubde, gebolde tot uitgespreide hoed , meestal/vaak  met bult (umbo) en is over het geheel wat robuuster. 
De plaatjes zijn bleek vleeskleurig en staan dichter opeen dan bij de Gewone fopzwam. Sporen zijn wit. De steel is donkerroodbruin met overlangs lopende vezels. Geur onopvallend of iets radijsachtig.

maandag 31 oktober 2016

Herfst 2016....... Paddenstoelentijd deel 3

Het vind het altijd leuk om in de herfst mee te gaan met een paddenstoelenwerkgroep. Ik ben al enkele keren meegegaan met de groep van IVN Weert en Leudal. Als je op stap gaat met de echte paddenstoel- kenners, dan zie je meer en leer je er altijd weer een paar nieuwe soorten bij. Dat bevalt dus heel goed en ik kom ook nog eens op plekken, waar ik normaal niet naar toe zou gaan.

Koningsmantel
Ik laat je als eerste deze prachtige KONINGSMANTEL (Tricholomopsis rutilans)zien. De Nederlandse naam van deze paddestoel slaat uiteraard op de kleur. De hoed is nl. bedekt met wijnrode tot paarsrode schubben.
Koningsmantel
Je ziet dat alleen bij de jonge zwam, want bij het ouder worden, verdwijnt dat rood en wordt de gele ondergrond zichtbaar. Hij wordt daarom ook wel Purpergele ridderzwam genoemd.
De hoed is gewelfd tot uitgespreid bij het ouder worden en heeft doorgaans een doorsnede tussen de 4 en 12 cm. De rand is vezelig. De lamellen zijn goudgeel.

Koningsmantel
Je vindt hem in naald- en gemengde bossen op naaldhoutstammen, ("begraven") stobben en stronken. De steel is tussen de 3 en 12 cm hoog en heeft een doorsnede tussen de 1 en 3 cm, met oranjerode tot wijnrode schubben.

Koeienboleet
De KOEIENBOLEET (Suillus bovinus)is goed herkenbaar aan de kleur en aan de grote, samengestelde buisjes.
Het is een eetbare soort uit de familie Suillaceae. Ook de Gele ringboleet en Bruine ringboleet horen bij die groep.

Koeienboleet
Zoals bij de meeste boleten heeft deze soort ook geen manchet. De koeienboleet groeit met name in naaldbossen, vaak in groepjes. Bij vocht wordt het oppervlak van de hoed kleverig, bij droogte gaat deze glanzen. De kleur varieert van geelbruin tot rozebruin.

Eikhaas
De EIKHAAS (Grifola frondosa)is een houtzwam. Hij groeit aan de voet van levende eiken en op stobben ervan. Uit een centrale steel die zich veelvuldig vertakt groeien waaier- of spatelvormige deelhoedjes van vier tot wel tien centimeter breed. De soort kan erg groot worden. De hoedjes zijn rimpelig en crèmekleurig tot grijsbruin. In een latere fase verkleurt hij bruin. Op mijn fotosite Flickr  staan daar meerdere foto's van. De buisjes zijn wittig. De poriën zijn wittig tot crèmekleurig. Omdat deze zwam het immuunsysteem stimuleert, wordt thans onderzocht of hij bij de behandeling van aids en kanker gebruikt kan worden.

Zwavelzwam
De ZWAVELZWAM (Laetiporus sulphureus) is een parasitaire zwam die bij voorkeur op eiken en eikenstronken groeit. Het is een buisjeszwam die valt onder de plaatjesloze vlieszwammen. Levende bomen worden via beschadigde plekken geïnfecteerd. Gezonde, onbeschadigde bomen worden niet aangetast. 
Vooral in het beginstadium van hun ontwikkeling zie je allerlei gradaties van witte, gele en oranje kleuren met overgangen daartussen. In een later stadium verdwijnen die felle kleuren. Oude exemplaren worden wit en brokkelig als geitenkaas. 
oud exemplaar
In Engeland is de Zwavelzwam een gewaardeerde en veel gezochte consumptiepaddenstoel, getuige zijn bijnaam ‘Chicken of the woods’. De bijnaam heeft uiteraard niets met de vorm te maken, maar dankt hij aan zijn overeenkomst in smaak en draderige structuur van kippenvlees. De Zwavelzwam wordt er als vervanger voor kippenvlees in vegetarische recepten toegepast. De eetbaarheid van de Zwavelzwam wordt in Nederland in twijfel getrokken. Er zijn namelijk een aantal gevallen bekend dat consumptie allergische reacties veroorzaakte. Op Flickr heb ik een aantal jonge en oudere soorten staan.

bruinrot
Door hun opvallende verschijning en formaat worden zwavelzwammen vaak gezien en herkend. Deze soort kan wel 10 kilogram zwaar worden. Wanneer een boom wordt "aangevallen" door deze zwam, ontstaat bruinrot, een schimmel waardoor het kernhout van de boom krimpt en bovendien roodachtig bruin verkleurt. De stam van de boom wordt langzamerhand steeds verder uitgehold.

Vliegenzwam
In een normale herfst zie je die "rooie met witte stippen" al begin september verschijnen. Dit jaar heeft hij lang op zich laten wachten en heb ik pas op 12 oktober de VLIEGENZWAM (Amanita muscaria), of beter gezegd het begin van een Vliegenzwam, gevonden. Velen zullen een jonge Vliegenzwam die net uit de grond komt, niet als zodanig herkennen. Niet alleen de mysterieuze leefwijze en de bijzondere verschijnings- vorm, maar vooral de bijzondere eigenschappen van het "rode vel met witte stippen" hebben sinds mensen- heugenis tot de verbeelding gesproken.

Hier zie je dus een jonge Vliegenzwam, die op het punt staat om uit het velum (het witte vlies) te breken. In de taille zal dit vlies scheuren, waarbij het onderste gedeelte als ring of manchet aan de steel blijft zitten en het bovenste verder in stukken zal breken naargelang de hoed verder open gaat. De witte stippen die je later op de rode hoed ziet, zijn dus vliesrestjes. Voor meerdere foto’s van de Vliegenzwam kun je HIER klikken.

Rimpelige koraalzwam
De RIMPELIGE KORAALZWAM (Clavulina rugosa) is een Saprofiet, komt dus op dood hout voor. Hoewel je hier geen hout ziet, is het er wel degelijk, maar het zit ondergronds, is “begraven” als het ware. Het is een kleine witte paddenstoel die alleenstaand of in groepjes verschijnt, dikwijls op de bemoste bodem langs bospaden, zowel in naaldbos als loofbos of gemengd bos.

Rimpelige koraalzwam
Het zuilvormige vruchtlichaam heeft een beetje een rimpelig oppervlak, is op dwarsdoorsnede afgeplat en heeft weinig, onregelmatig gevormde vertakkingen De uiteinden van deze vertakkingen zijn stomp, in tegenstelling tot andere koraalzwammen waar ze dikwijls scherp zijn. De sporen worden aan de buitenkant van het bovenste deel van het vruchtlichaam gevormd.

De soort is matig algemeen en staat op de Rode Lijst als kwetsbaar. Het schijnt dat hij eetbaar is, maar vanwege zijn zeldzaamheid en zijn kleine afmetingen is het onzinnig om dit paddenstoeltje voor consumptie te verzamelen.

Paarse knoopzwam
De PAARSE KNOOPZWAM (Ascocoryne sarcoides) is een in Nederland algemene zakjeszwam, die op dood loof- en naaldhout voorkomt (meestal beuk). Het viel niet mee er een geslaagde foto van te maken. De vrucht- lichamen zijn namelijk slechts van enkele millimeters tot ca. anderhalve centimeter in diameter.
Eén zo’n vruchtlichaampje is dus klein, maar meestal groeien ze dus bijeen in groepen, die uiteindelijk flinke afmetingen kunnen bereiken.

Ze variëren in kleur van licht roze tot helder paars. In het perfecte stadium groeien ze uit tot schoteltjes of schijfjes, maar meestal vind je ze in het zogeheten imperfecte stadium. Hierbij ontwikkelen zij zich niet verder dan een bolletje, soms met een kort steeltje. Later spreiden ze zich uit en krijgen een onregelmatige kussenvorm (net hersenen). Bij een vondst van de Paarse knoopzwam moet er eigenlijk verplicht microscopisch onderzoek gedaan worden, omdat deze soort in het veld niet te onderscheiden is van de Grootsporige paarse knoopzwam (Ascocoryne cylichnium), of er moet 's.l.' achter de naam worden gezet.

Roodgerande houtzwam
De ROODGERANDE HOUTZWAM (Fomitopsis pinicola) is een schimmel uit de familie Fomitopsidaceae. Dit is een familie van 57 schimmels, waar ook o.a. de berkenzwam, doolhofzwam en zwavelzwam bij horen.
Hoewel je hem hier in het zuiden regelmatig vindt, is het in Nederland een zeldzame soort.

De zwam is een parasiet (op een levende boom), die na het afsterven van de gastheer verder leeft als saprofyt (dode boom). Het vruchtlichaam groeit vooral op stammen van naaldbomen, met name sparren, maar komt soms ook voor op berken, esdoorns en beuken. Het meerjarige vruchtlichaam is console- of hoefvormig en bereikt een lengte tot ca. 20 centimeter en maximaal een dikte van 15 centimeter.

Roodgerande houtzwam
Aan de bovenzijde is de paddenstoel concentrisch gecentreerd en bedekt met een gladde, harde toplaag van harsachtige substantie. Deze laag is eerst geel tot oranjerood gekleurd en krijgt na verloop van tijd een grijze tot grijszwarte kleur op het middelste gedeelte. De stompe groeirand is wit. De naam Roodgerand heeft dus niet de betekenis van een rode rand, maar rood met een (meestal witte) rand.

Paardenhaartaailing
De PAARDENHAARTAAILING (Gymnopus androsaceus) is een plaatjeszwam met een tot 6 cm lange draaddunne zwarte of bruine steel. De kleine vleeskleurige tot lichtbruin gekleurde hoed is gewelfd (doorsnee max. 1 cm) en heeft een ingedeukt roodbruin centrum. Zoals de naam al aangeeft is de steel taai en buigzaam en met een doorsnee van de steel van slechts 1 mm. is dit een moeilijk te fotograferen soort (voor mij tenminste) . Door deze afmetingen wordt hij meestal ook niet opgemerkt. Als de hoedjes door droogte ook nog eens sterk ineen schrompelen zijn bijna helemaal niet meer te vinden.

Paardenhaartaailing
Deze vrij algemene soort komt in groepjes voor in dennenbossen op voedselarme zandgrond en groeit met name op een grof strooisel van dennennaalden, schors, takjes, kegels en andere plantenresten Ook op voedselarme grond, in loofbossen en heidevelden. Verzuring en vermesting hebben naar het schijnt een negatief effect op de soort.

Roestbruine kogelzwam
Tot slot nog een foto van de ROESTBRUINE KOGELZWAM (Hypoxylon fragiforme). Deze bijzondere zakjeszwam komt voor op dode takken en liggende stammen van m.n. de beuk.

Deze zwammen heb ik gevonden in het Meinweggebied bij Vlodrop.
Als je de niet geplaatste foto's ook wil zien, moet je even HIER klikken.

Voor mijn andere paddenstoelenposts, kun je HIER klikken.




zondag 15 november 2015

Herfst 2015.......Paddenstoelentijd deel 5: Van alles wat

In "Paddenstoelentijd deel 4" beloofde ik jullie meer foto's van paddenstoelen. Hoewel ik er normaal een toelichting bij zet, blijft die deze keer achterwege. Deze blog en de volgende, wordt het dus plaatjes kijken.

In de loop van deze week zal ik nog een keer een serie van 10 plaatsen. De laatste voor dit jaar.
Ik hoop voor nu, dat je er weer van kunt genieten.

elfenbankje

rode zwavelkop

echte tonderzwam

wijdporiekurkzwam

populierenmelkzwam

gewone beurszwam

zwavelzwam

zilvergrijze amaniet

dooiergele mestzwam

schubbige bundelzwam

Blogarchief