Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


maandag 9 november 2015

Herfst 2015.......Paddenstoelentijd deel 4: Van alles wat

"Moeder Natuur" heeft geen vuilverbrander nodig; voor de afbraak in de natuur heeft ze een leger gespecialiseerde "afvalopruimers" in dienst. En die zijn (zeker in de herfst) hard nodig. De paddenstoelen zijn de "bloemen" van dat schimmige schimmelrijk.

In Herfst 2015.......Paddenstoelentijd deel 3 vertelde ik over mijn bezoek aan Domeinbos Lozerheide in de Belgische grensplaats Lozen, waar ik samen met de Slobkousjes op zoek ben gegaan naar paddenstoelen.
Ik heb daar enkele bijzondere soorten van geplaatst en in deze post laat ik er nog een aantal zien.

Houtknotszwam of Dodemansvingers
Een bijzondere zwam, die redelijk veel schijnt voor te komen, maar die ik nooit eerder gezien had, is deze op boomstronken voorkomende houtknotszwam. De Latijnse naam is: Xylaria polymorpha. Polymorpha geeft aan dat de vruchtlichamen allerlei vormen kunnen hebben, maar meestal zijn ze vinger- of knotsvormig. Het meest bijzondere is echter dat de onregelmatig en iets wratachtige Houtknotszwam zwart aan de buitenkant is en het vruchtvlees binnenin spierwit (zie foto rechts bovenaan).. Dit uiterlijk en de zwarte kleur heeft hem de naam dodemansvingers of dodemansduimen opgeleverd.

Houtknotszwam
Paddestoelen worden ook wel aangeduid als "kinderen der duisternis" en namen als dodemansvingers, satansboleet, judasoor, heksenboter en elfenbankje verwijzen naar een verleden dat rijk is aan bijgeloof. Onze voorouders vonden de plotselinge verschijning en snelle groei van paddenstoelen raadselachtig en verdacht. A. van der Ploeg schreef in zijn paddenstoelenboek "Kinderen der Duisternis" (1951) over de dodemansvingers het volgende: "Het zijn de vingers van ontaarde, gestorven kinderen, die bij hun leven hun ouders sloegen en nu elk najaar weer de ruwe gekromde vingers boven de aarde brengen om vergeving af te smeken voor hun euvele daden".

Kalkschaaltje
Deze kleine zwammetjes, die meestal over het hoofd worden gezien,  heb ik helaas niet in de Nieuwsbrief van de Slobkousjes terug gevonden. Naar mijn bescheiden mening is dit (onder voorbehoud) een kalkschaaltje.  Er zijn ......tig soorten, zoals dof-, bruin-, bros, bol-, schijfvormig-, parelgrijskalkschaaltje etc. De meeste soorten worden omschreven als zeldzaam of zeer zeldzaam. Om de juiste soort te determineren is microscopisch onderzoek nodig, maar  zou dit nou het Dof kalkschaaltje kunnen zijn?

Het kalkschaaltje is een slijmzwam, dus vergelijkbaar met de boompuist en heksenboter. Ze komen voor op dood hout en schors en de daarop groeiende zwammen. Je kunt op de foto ook zien, hoe ze de waaiertjes koloniseren. In de vergroting (klik hiervoor even op de foto) is dit beter te zien.

Kalkschaaltje
Kalkschaaltjes kenmerken zich - zoals aan de naam ook is af te leiden- door een kalkachtige schaal.
Die schaal kan zowel ruw als glad zijn. Bij de meeste soorten bestaat die uit twee laagjes, soms ook drie. Het binnenste omhulsel is zeer dun (een soort membraan) en doorzichtig. Na verloop van tijd is dit omhulsel bros en breekbaar. Net zoals bij de heksenboter kun je op deze foto ook zien, dat het zwammetje bij aanraking a.h.w. "verpoedert"...., of met andere woorden: zijn sporen verspreidt.

Dennenvlamhoed
De Dennenvlamhoed vind je op takken en (verdekte) stronken van loofbomen zoals eik, berk, beuk en op naaldbomen, in bossen op voedselarme zandgrond. Het is een niet bedreigde, algemeen voorkomende soort, die je de hele maand november nog tegen kunt komen.

 
De hoed heeft een diameter tot 5 centimeter en is vlak tot gewelfd. Het oppervlak is kaal en glad en heeft een fraaie bruingele, of goudgele tot oranje kleur. De lamellen zijn geelachtig en verkleuren later naar bruinachtig gevlekt. De steel is direct onder de hoed lichtgeel, daaronder bruinig met witte vezels. Het vlees heeft een bittere smaak, de geur is zoetig.


Wollige bundelzwam
De Lozerheide is vanaf midden 19e eeuw in gebruik geweest als vloeiweide (watering), maar veel van de hooilanden zijn tussen 1919 en 1966 beplant met populieren, die door de “Union Allumetière” gebruikt werden voor de productie van lucifers. In de jaren '70 kocht de Vlaamse overheid deze “vloeiweiden”. Veel populieren zijn nu op leeftijd en leggen vanzelf het loodje, of worden vanwege de herinrichting gekapt. Ze vormen een ideale voedingsbodem voor veel zwammensoorten. Een zo’n soort is de wollige bundelzwam.

Verwarring met andere soorten ligt niet erg voor de hand. Deze soort is namelijk goed herkenbaar door zijn voorkomen op populieren, zijn droge hoed, vezelig-wollige schubben, de kleur, geur en zijn bittere smaak.
De hoed is 5-20 cm in doorsnee, lichtgrijs tot geelbruin met vezelig wollige schubben, die tot buiten de rand kunnen uitsteken. Ik las ergens dat de wollige bundelzwam van oorsprong een ras uit Japan is, maar weet niet of dat wel klopt..

Narcisridderzwam
De narcisridderzwam is een paddenstoel, die sinds de jaren '70 van de vorige eeuw aanzienlijk zeldzamer is geworden. Hij heeft een voorkeur voor eikenbomen die minstens enkele tientallen jaren oud, maar nog wel vitaal zijn. Je vindt hem dan ook meestal in de berm van met eiken beplante paden, op zandig-lemige bodems. Op de onderste foto’s zie je de bladeren van Amerikaanse eiken, die langs de aanvoersloot of oploopzouw staan.

De soortnaam sulphureum betekent "zwavelgeel". De hoed is aan de bovenzijde zwavelgeel, dikwijls met roodbruine of olijfkleurige tinten in het midden, en heeft een diameter van 2.5 tot 7 centimeter. Hij is bolvormig met een enigszins gegolfde rand, in oudere toestand meer uitgespreid, waarbij hij knobbel houdt in het midden.

Je ziet dat de plaatjes aan de onderzijde zwavelgeel van kleur zijn en vrij ver uiteen staan. Tussen twee normale plaatjes bevinden zich 1 of meer verkorte lamellen. Die worden “ lamellulae” genoemd. De steel is zwavelgeel, waar roodachtige vezels door heen lopen. Hij kan onderaan en in het midden dikker zijn dan aan de top. Narcisridderzwammen verspreiden een onaangename geur, die een beetje aan gas doet denken en ze zijn giftig.

Tot zover weer wat soorten die we vonden op de Lozerheide.
Ik hoop dat er een Slobkousje reageert als ik het mis heb met een soort.
Ik wil in de loop van deze week nog 1 blogje plaatsen met een aantal interessante soorten, maar zal niet meer zo diep op de materie ingaan. Dan wordt het dus meer plaatjes kijken.....

Is je belangstelling voor paddenstoelen gewekt en wil je er meer over lezen, dan kun je op deze link klikken. Maar wees gewaarschuwd, want je bent dan even zoet..........
Als je mijn hele paddenstoelenverzameling wil zien op Flickr, klik dan op deze link.

Veel kijk- en/of leesplezier.


zaterdag 7 november 2015

Herfst 2015.......Paddenstoelentijd deel 3

In juni van dit jaar maakte ik tijdens een wandeling in het Wijffelterbroek, kennis met de Slobkousjes; een werkgroep van het Belgische Natuurpunt N.-Limburg. Over die naam zeggen ze op hun site het volgende: "Al vanaf het begin was er aandacht voor de samenhang in de natuur. Het enthousiasme was altijd groot als men in het veld kon vaststellen, hoe de grote wederik door de slobkousbij wordt bestoven. Het was dan ook niet moeilijk om deze schattige bij met haar, met stuifmeel, dik beladen pootjes tot mascotte te promoveren".

Dit groepje natuurliefhebbers maakt wekelijks wandelingen, waarbij ze (al naar gelang het seizoen), op zoek gaan naar planten, paddenstoelen en mossen. Hoofddoel is genieten van al het moois dat de natuur biedt.
Sinds die kennismaking krijg ik ook hun nieuwsbrief. In hun laatste Nieuwsbrief werd gemeld dat er een wandeling zou zijn in Domeinbos Lozerheide (B.) Een uitgelezen kans om daar aan deel te nemen.

 
We hebben daar 's morgens ongeveer 2 1/2 uur gelopen en afgaande op de Nieuwsbrief die ik inmiddels heb ontvangen, zijn er totaal 43 gevonden! Daarvan heb ik 32 soorten aan mijn collectie toegevoegd, waaronder enkele heel bijzondere. Dat geldt onder andere voor deze tonderzwam.
Het herkennen van de tonderzwam was geen probleem, maar het zwarte goedje was totaal onbekend voor mij. Voor de Slobkousjes was dat echter meteen duidelijk: het is de myceliale kern. Deze myceliale kern is aan de achterkant vergroeid met de boom waarop hij zit!!!!!!! In dit geval heel opvallend en ik had het nooit eerder zo gezien...... De echte tonderzwam heeft ook een dubbelganger, namelijk de Echte vuurzwam of Phellinus igniarius. De bovenzijde van deze zwam is concentrisch gegroefd-geribd, glad, gebarsten, roestbruin tot grijszwart of zwart.

Uiteindelijk is het nog niet duidelijk voor mij en ik heb er op het internet ook niets over kunnen vinden. Misschien als een Slobkousje deze blog leest, dat die dat wat nader zou kunnen toelichten.

Dit zijn geen klodders scheerschuim o.i.d. maar het eindstadium van een slijmzwam, die boompuist wordt genoemd. Deze soort kun je vergelijken met de heksenboter bij een vorige blog over paddenstoelen.
Zo’n slijmzwam is géén paddenstoel, maar bestaat uit microscopisch kleine eencellige organismen die samensmelten en uitgroeien tot een kolonie (plasmodium). Slijmzwammen leven het meest in of op rottend hout en andere dode plantendelen. Het plasmodium doet hier verder niets mee, want het voedt zich al kruipend met bacteriën, schimmelsporen en schimmeldraden. Vergelijk het met wat een amoebe doet.

Eerst is de boompuist zacht en wit, daarna krijgt het een aluminiumkleurig vel en verandert de inhoud in roodbruine sporen. De rijpe sporen komen vrij als de huid openbarst en kiemen bij een bepaalde vochtigheids- en zuurgraad en omgevingstemperatuur.

De bovenkant van deze vruchtlichaampjes is donzig wit. Het is het Waaiertje, een in Nederland en België algemene zwam. Het Waaiertje behoort tot de groep van zwammetjes die op dood hout groeien, voornamelijk op liggende dikke takken of stammen van loofhout, soms ook van naaldbomen. Je kunt ze het hele jaar door aantreffen.

Dakpansgewijs in grote groepen groeiend, kunnen ze grote houtvlakken begroeien. De tot 3 cm. grote leerachtige, maar zachte vruchtlichaampjes zijn bekleed met een licht grijzig wit en viltig uitziend dons. Ze hebben de vorm van een oorschelp, of een waaiertje met gelobde rand.

Ook de onderkant vond ik interessant om te zien. De lamellen zijn bleek vleeskleurig tot violetgrijs. Ze zijn overlangs gespleten met een rand die naar binnen krult wanneer het vochtig is.Het waaiertje is oneetbaar, maar het bewijst wel op een andere manier zijn nut. De zwam wordt namelijk speciaal gekweekt omwille van het medicinale bestanddeel Schizophyllan. Dat is een middel dat o.a. wordt gebruikt in de behandeling van baarmoederhalskanker.

Uiteraard ga ik niet al de 32 soorten laten zien. In een volgende blog komen er echter nog een aantal in beeld. Maar toch wil ik tot slot nog één soort laten zien, waar zelfs de Slobkousjes even geen raad mee wisten.
Pas na determinatie, overleg met andere kenners en microscopische kenmerken, kwamen ze er later achter wat het is: het luchtmycelium of ozonium van de grote viltinktzwam.

Nu wist ik natuurlijk nog steeds niets. Daarom maar het internet geraadpleegd.
Het schijnt dat een drietal Viltinktzwammen, waaronder de Grote viltinktzwam, een wel heel bijzondere groeiwijze heeft; terwijl het mycelium (de schimmeldraden = de eigenlijke plant) normaal ondergronds groeit, gebeurt dat bij de Grote Viltzwam soms bovengronds in de vorm van roestbruine harige plukjes mat......Dit wordt het luchtmycelium of ozonium genoemd. Ik kwam ook de naam hyfenmat nog tegen.

Hierop verschijnen na verloop van tijd de vruchtlichamen of paddenstoelen. Het luchtmycelium vormt zo sporen die blijkbaar beter bestand zijn tegen verslechterde omstandigheden en die na verspreiding weer kunnen ontkiemen op plekken waar voldoende voedsel is.
Toch knap dat de Slobkousjes dit wisten uit te zoeken. Geeft toch wel de mate van deskundigheid aan.

Zoals gezegd zal ik in Herfst 2015.......Paddenstoelentijd deel 4,  nog een aantal andere paddenstoelen laten zien, die we op de Lozerheide vonden.

zaterdag 31 oktober 2015

Taurossen op de Weerter Kempen 2015

In de vorige blog, ging het over de Taurossen op de Loozerheide. In deze blog wil ik het hebben over de Taurossen op de Weerter Kempen. Dit is een voormalig landbouwgebied aan de Nederlandse kant van de Kempenweg bij Lozen, waar behalve graslanden ook een gemengd bos ligt.

In "de enige echte Weerter Kempen" en "Taurossen smachten naar vers gras" heb je al kennisgemaakt met de runderen die daar lopen. Dat is al weer bijna een jaar geleden. Intussen is de kudde gegroeid tot een 14-tal dieren.

Het is telkens weer opvallend om te zien hoe de koe in het midden (een kruising tussen een Tudanca en een Schotse Hooglander), zich alleen bezig lijkt te houden met het mannelijk geslacht. Tussen de koeien zul je haar zelden of nooit aantreffen.

Die dame in kwestie is dus deze Maria. Bijzonder trouwens dat deze koe een naam heeft gekregen.
Deze koe is al vanaf het begin betrokken bij het Taurosproject. Eerst aan het "Kwaoj Gaat" en later in 't "Brook".
Toen zag je haar altijd aan de zijde van Machiel,een forse Sayuguese stier die voor meerdere nakomelingen heeft gezorgd, maar die vanwege zijn dreigend gedrag, is weggehaald.
Als je op deze en deze link klikt kun je die foto's nog eens bekijken.

Maria met jong op Wisseblök/ 't Kwaoj Gaat, 3 1/2 jaar geleden
In mei 2012 heb ik deze foto nog van haar gemaakt, waar ze op staat met een kalfje. Ik vermoed dat dat nu niet meer gaat lukken.... Het is trouwens een koe die zich nergens iets van aan lijkt te trekken. Meestal is een oudere, ervaren koe de leidkoe; die bepaalt het kuddegedrag. In tegendeel tot wat veel mensen denken, heeft de stier namelijk niets te vertellen; het zijn de dames die de dienst uitmaken. Maar of Maria de leidkoe is??
Ik betwijfel het, maar mogelijk dat anderen hier meer over weten.....

De stier aan de rechterkant is een stier die als een van de eersten in de Weerter Kempen werd geplaatst. Het is een Pajuna stier, die ik in november 2012 voor de eerste keer zag op een perceel genaamd "Lieëg Hei" . Samen met enkele Maremmana koeien. Niet lang daarna zijn de koeien verplaatst naar de Loozerheide en is deze Pajuna een tijdje op Siëndonk en Wisseblök/ Kwaoj Gaat geweest. Ik heb daar hier en hier nog een foto van. Op die percelen was hij steeds in gezelschap van een grote Maremmana stier die daar de dienst uitmaakte. Ik betwijfel of hij daar voor nageslacht heeft kunnen zorgen. Daarna is hij dus naar de Weerter Kempen verplaatst. Samen met een andere Pajuna stier en enkele Limia koeien die ook op Wisseblök/ Kwaoj Gaat waren. Er waren een aantal jonge dieren bij. Zo goed als zeker nakomelingen van de Maremmana stier, hoewel ik dat niet zeker weet..

Hoewel de dieren mijn aanwezigheid hebben opgemerkt, regeren ze niet en grazen rustig verder.

Zoals je ziet is de Pajuna waar ik het net over had (rechts) in de tussentijd enkele maatjes gegroeid.
Ook zijn er samen met Maria nog 2 gekruiste Hooglanders van 't "Brook" , bij gekomen en zorgt deze Pajuna voor nakomelingen.

Op de volgende foto's zie je enkele stieren en koeien met hun kalfjes. Als je ze allemaal wil zien, klik dan op Tauros weertnatuur.



Op Carnivoraforum.com wordt verondersteld dat de linker koe een raszuivere Limia koe is (mee eens, want die komt idd. van Wisseblök/Kwaoj Gaat) en dat de dieren rechts allebei haar nakomelingen zijn. Leuk dat die trouwens mijn blog hebben gevonden. Hoor ik het eens van kenners......



dinsdag 27 oktober 2015

Taurossen op de Loozerheide 2015


Na de ontstane onrust in maart van dit jaar vanwege het afschieten van enkele runderen in 't "Brook", heb ik nog maar een enkele keer over het TaurOs-project geschreven. Een "pas op de plaats gemaakt" dus.......
"De ossen maakten deel uit van een kudde van 21 dieren, die zo nerveus is geworden dat hun karakter niet meer past bij een mogelijke ontmoeting tussen mens en rund", aldus het argument van Ark natuurontwikkeling.

Het maatschappelijk draagvlak voor wildernisnatuur en begrazing door Taurossen, is door deze gebeurtenis nog meer onder druk komen te staan en heeft er o.a. toe geleid dat in de Belgische gemeente Bocholt geen Taurossen worden losgelaten in natuurgebieden. Ook de Gemeente Weert heeft aangegeven dat er "pas op de plaats" wordt gemaakt en dat het besluit om vee op de openbare weg los te laten lopen, voorlopig wordt opgeschort en dat er geen veeroosters worden geplaatst.

Maria, een kruising tussen een Tudanca X Schotse Hooglander graast nu op de Weerter Kempen
De runderen van 't Brook zijn afgevoerd en slechts enkele dieren zijn op een ander perceel terecht gekomen; op de Weerter Kempen lopen bijvoorbeeld enkele gekruiste Hooglanders die van 't Brook (en daarvoor 't Kwaoj Gaat) af komen, waaronder deze Maria. Van deze oude koe, die een kruising is tussen een Tudanca en een Schotse Hooglander, plaatste ik in november 2012 al foto's in "Schotse Hooglander als startpunt" en in "Begrazing Wijffelterbroek/'t Brook".

Het is sinds die gebeurtenis stil aan de kant van Ark. Jammer dat iedereen (geïnteresseerden en direct betrokkenen) in het ongewisse wordt gelaten, maar er is wel degelijk nagedacht over de vervolgstappen.
Van een vrijwilliger bij FreeNature, heb ik begrepen dat Ark besloten heeft niet verder te fokken met de Heckrunderen/Ecolanders en het valt mij op dat ook de Schotse Hooglanders, die toch in het begin gezien werden als startpunt van het TaurOs project, nu nagenoeg uit beeld zijn verdwenen. Er lopen nu nog enkele gekruiste Hooglanders op de Weerter Kempen en op dit moment lopen er ook nog een aantal Heckrunderen op de Graus en bij de Pruiskesweg. Maar daarover meer in mijn volgende blogs.

Op 24 december 2014 heb ik in  "Krijgt het TaurOs-project concurrentie?" trouwens al geschreven over de twijfel die er bij kenners is, omtrent de waarde van de Schotse Hooglander in het TaurOsproject.

Al met al hoog tijd dus, om na ruim een half jaar weer eens wat bezoekjes te brengen aan deze dieren.

Begrazing van de Loozerheide door Exmoor pony's en runderen
Na bezoekjes aan nagenoeg alle percelen, is inderdaad te merken, dat er sprake is van een andere zienswijze.
De nadruk in het fokprogramma ligt nu veel meer bij de Italiaanse, Spaanse en Portugese rassen en je ziet dan ook vooral zwarte runderen lopen. Het zou toch prijzenswaardig zijn als Ark hierover meer openheid van zaken zou geven. Op die manier krijg je namelijk betrokkenheid.....

Exmoor pony's
Mijn eerste bezoek was de Loozerheide. Het weer werkte niet echt goed mee en de foto's zijn genomen vanaf een grote afstand, wat de kwaliteit ervan niet ten goed kwam. Al met al ben ik echter redelijk tevreden.
Op de foto's die ik daar gemaakt heb, zie je Maremmana's, Limia's en een Maronese stier. Sinds februari 2013 grazen er ook Exmoor pony's. Nadat op 14 november 2014 het Natuurherstelprogramma feestelijk was afgesloten, hebben de dieren een groot gebied ter beschikking en zijn beide kuddes sindsdien flink gegroeid.

Maremmana en Limia runderen
Op de foto zie je grijze Maremmana koeien lopen en Limia's. De zwarte runderen zijn hun nakomelingen.
In november 2012 zijn 5 Maremmana koeien, die eerst een tijdje op de "Liëeg hei" graasden, naar de Loozerheide verplaatst. De Limia koeien hebben daarvoor op "Wisseblök en Kwaoj Gaat" gegraasd.

De Marremana koe op de voorgrond (no.9) is volgens mij de leidkoe en houdt me goed in de gaten
Het bijzondere aan het Italiaanse Maremmana Primitivo ras is, dat de stieren donkerder zwart zijn, terwijl de koeien lichter gekleurd zijn. Er is trouwens veel variatie in de kleur van de vacht, die kan variëren van wit tot donkergrijs. Het is verder opvallend dat bij dit ras de kalfjes met een bruine vacht worden geboren en pas op latere leeftijd, afhankelijk van het geslacht, hun echte kleur krijgen; grijs of zwart.

Limia koe (links) en maremmana koe (rechts)
In april 2013 schreef ik al over het Limia of Limiana rund. Dit is een als rustig bekend staand Spaans ras uit de provincie Galicië, dat qua kenmerken, gehardheid en robuustheid, dicht bij het oerrund staat.

Dat geldt ook voor de opvallend kleine en nauwelijks zichtbare uier van de koe. Ook de vacht van de koe is net als bij het oerrund, lichtbruin, donkerder op het hoofd, de nek en benen. Stieren hebben een donkere huid waarvan de kleur varieert van zwart, bruinzwart naar een lichtere rug.

In februari 2014 is deze Maronesa stier  bij de kudde geplaatst. De meest rechtse dus. Hij moet voor nieuw nageslacht gaan zorgen en dat is tot nu toe goed gelukt; de kudde bestaat inmiddels uit ca. 20 dieren. De jonge dieren die er nu lopen zijn dus kruisingen tussen LimiaX Maremmana, MaremmanaXMaronesa, of LimiaXMaronesa.
Maronesas worden in het Taurosproject gebruikt, omdat het een oud runderras is, dat in meerdere opzichten lijkt op het uitgestorven oerrund. Vooral de naar voren gerichte hoornpartij is opvallend. Hoewel hij niet zo groot is, heeft hij opvallende schouder- en nekspieren, een lichte aalstreep over de rug, een meelsnuit en een bruine "bokkenpruik". Omdat hij vroeger voornamelijk gebruikt werd voor werkzaamheden in de velden, is hij qua karakter ook goed in te passen in het fokprogramma.

De jonge stier die me hier nauwlettend in de gaten houdt, maar verder geen aanstalten maakt om dichterbij te komen, zou wel eens een van de eerste nakomelingen van de Marammena koeien kunnen zijn. In december 2012 zijn namelijk 2 kalfjes geboren. Ik weet niet wie de vader is. Mogelijk een Maremmana stier. In een blog van 16 februari 2013 heb ik hierover al iets geschreven. Het zou ook kunnen dat de stier op de volgende foto het tweede dier is. Dat zou betekenen dat ze bijna 3 jaar oud zijn. Het blijft echter gissen. Misschien dat Daniël Foidl van the Breeding-back Blog of iemand van de site Carnivora forum hier meer over weet te vertellen. Als ze deze blog tenminste lezen....

Tot zover het TaurOsproject op de Loozerheide. In de volgende blog zal ik het hebben over de Taurossen in de Weerter- Kempen.

Tot slot plaats ik nog enkele foto's, maar mocht je ze allemaal willen bekijken, dan verwijs ik naar de foto's op Taurosweertnatuur op Flickr.com



zaterdag 24 oktober 2015

Herfst 2015.......Paddenstoelentijd deel 2: Van alles wat

Nu ik weer overal blogs over paddenstoelen zie verschijnen, moet ik regelmatig denken aan wat een leraar ooit tegen mij zei: "Als je er achter komt dat je nog veel niet weet, ben je op de goede weg....".
Hiermee wilde hij zeggen dat pas als je je in de materie verdiept, je merkt dat er nog veel te leren valt.
Dat geldt niet alleen voor geschiedenis, maar ook voor bijvoorbeeld mossen en zeker ook voor paddenstoelen.
Gaandeweg merk ik dat paddenstoelen op naam brengen gewoon een heel moeilijk onderwerp is.....

Oesterzwam, of. oorzwammetje?
Het verbaast me dat er zoveel mensen zijn, die schijnbaar met groot gemak een paddenstoel een naam kunnen geven, want hoe meer paddenstoelen ik vind, des te meer ik ga twijfelen over sommige soortnamen. En dan heb ik het uiteraard niet over een vliegenzwam, eekhoorntjesbrood of parasolzwam. Bijvoorbeeld van deze paddenstoel vermoed ik dat het een oesterzwam is. Mogelijk de bleke oesterzwam. Maar is dat ook zo? Of is het misschien het oorzwammetje? Wie het weet mag het zeggen.

Parasietbeurszwammen op nevelzwammen  (met dank aan Arno)
Paddenstoelen zijn vaak duidelijk gevormd, hebben opvallende kleuren of kleurpatronen en ook hun groeiplaats (aan hout, tussen mos, in loofbos of juist naaldbos, enz.) wekt vaak de indruk herkenbaar genoeg te zijn om te kunnen gebruiken bij het vinden van de naam van een soort. Niets is minder waar! Paddenstoelen zijn zo veelvormig en hun kleuren kunnen zo uiteenlopend zijn, dat er tussen alle soorten overlap bestaat, zo erg zelfs, dat een bekende en zeer ervaren amateurmycoloog eens zei dat er "eigenlijk maar één soort paddenstoel bestaat, maar dan in een ontelbaar aantal varianten". Schijn bedriegt dus en de meeste mensen ervaren dan ook een toenemende onzekerheid, naarmate zij meer soorten paddenstoelen hebben gezien.........
Uit: alles over paddenstoelen

Honingzwam? Bundelzwam?
Als ik bovenstaande lees, merk ik dat ik niet de enige ben, die dit zo ervaart en dat het dan ook niet zo vreemd is, dat ik regelmatig soorten tegen kom, waar ik ondanks internet en andere naslagwerken de naam niet van achterhalen. Uiteraard wil ik dat graag te weten komen. Vandaar dat ik in deze blog een aantal soorten plaats, waarvan ik de naam graag zou willen weten. Als je deze blog leest, aarzel dan niet om mij hierbij te hulp te schieten. Daar zou ik je erg dankbaar voor zijn.......Hieronder volgen er nog een aantal.

Een russula, maar welke? Misschien de braakrussula?

Onbekende soort

Onbekende soort

Krulzoom?

Bundelzwam?

Stobbenzwammetje?

Gele waslakzwam?

Mycena? En welke soort?

Onbekende soort

Is dit misschien de Rode Zwavelkop? Of toch niet........


Is dit misschien een hertenzwam?

Kleverig koraalzwammetje en meniezwammetje. En.... de koningsmantel?????

Blogarchief