Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


dinsdag 27 oktober 2015

Taurossen op de Loozerheide 2015


Na de ontstane onrust in maart van dit jaar vanwege het afschieten van enkele runderen in 't "Brook", heb ik nog maar een enkele keer over het TaurOs-project geschreven. Een "pas op de plaats gemaakt" dus.......
"De ossen maakten deel uit van een kudde van 21 dieren, die zo nerveus is geworden dat hun karakter niet meer past bij een mogelijke ontmoeting tussen mens en rund", aldus het argument van Ark natuurontwikkeling.

Het maatschappelijk draagvlak voor wildernisnatuur en begrazing door Taurossen, is door deze gebeurtenis nog meer onder druk komen te staan en heeft er o.a. toe geleid dat in de Belgische gemeente Bocholt geen Taurossen worden losgelaten in natuurgebieden. Ook de Gemeente Weert heeft aangegeven dat er "pas op de plaats" wordt gemaakt en dat het besluit om vee op de openbare weg los te laten lopen, voorlopig wordt opgeschort en dat er geen veeroosters worden geplaatst.

Maria, een kruising tussen een Tudanca X Schotse Hooglander graast nu op de Weerter Kempen
De runderen van 't Brook zijn afgevoerd en slechts enkele dieren zijn op een ander perceel terecht gekomen; op de Weerter Kempen lopen bijvoorbeeld enkele gekruiste Hooglanders die van 't Brook (en daarvoor 't Kwaoj Gaat) af komen, waaronder deze Maria. Van deze oude koe, die een kruising is tussen een Tudanca en een Schotse Hooglander, plaatste ik in november 2012 al foto's in "Schotse Hooglander als startpunt" en in "Begrazing Wijffelterbroek/'t Brook".

Het is sinds die gebeurtenis stil aan de kant van Ark. Jammer dat iedereen (geïnteresseerden en direct betrokkenen) in het ongewisse wordt gelaten, maar er is wel degelijk nagedacht over de vervolgstappen.
Van een vrijwilliger bij FreeNature, heb ik begrepen dat Ark besloten heeft niet verder te fokken met de Heckrunderen/Ecolanders en het valt mij op dat ook de Schotse Hooglanders, die toch in het begin gezien werden als startpunt van het TaurOs project, nu nagenoeg uit beeld zijn verdwenen. Er lopen nu nog enkele gekruiste Hooglanders op de Weerter Kempen en op dit moment lopen er ook nog een aantal Heckrunderen op de Graus en bij de Pruiskesweg. Maar daarover meer in mijn volgende blogs.

Op 24 december 2014 heb ik in  "Krijgt het TaurOs-project concurrentie?" trouwens al geschreven over de twijfel die er bij kenners is, omtrent de waarde van de Schotse Hooglander in het TaurOsproject.

Al met al hoog tijd dus, om na ruim een half jaar weer eens wat bezoekjes te brengen aan deze dieren.

Begrazing van de Loozerheide door Exmoor pony's en runderen
Na bezoekjes aan nagenoeg alle percelen, is inderdaad te merken, dat er sprake is van een andere zienswijze.
De nadruk in het fokprogramma ligt nu veel meer bij de Italiaanse, Spaanse en Portugese rassen en je ziet dan ook vooral zwarte runderen lopen. Het zou toch prijzenswaardig zijn als Ark hierover meer openheid van zaken zou geven. Op die manier krijg je namelijk betrokkenheid.....

Exmoor pony's
Mijn eerste bezoek was de Loozerheide. Het weer werkte niet echt goed mee en de foto's zijn genomen vanaf een grote afstand, wat de kwaliteit ervan niet ten goed kwam. Al met al ben ik echter redelijk tevreden.
Op de foto's die ik daar gemaakt heb, zie je Maremmana's, Limia's en een Maronese stier. Sinds februari 2013 grazen er ook Exmoor pony's. Nadat op 14 november 2014 het Natuurherstelprogramma feestelijk was afgesloten, hebben de dieren een groot gebied ter beschikking en zijn beide kuddes sindsdien flink gegroeid.

Maremmana en Limia runderen
Op de foto zie je grijze Maremmana koeien lopen en Limia's. De zwarte runderen zijn hun nakomelingen.
In november 2012 zijn 5 Maremmana koeien, die eerst een tijdje op de "Liëeg hei" graasden, naar de Loozerheide verplaatst. De Limia koeien hebben daarvoor op "Wisseblök en Kwaoj Gaat" gegraasd.

De Marremana koe op de voorgrond (no.9) is volgens mij de leidkoe en houdt me goed in de gaten
Het bijzondere aan het Italiaanse Maremmana Primitivo ras is, dat de stieren donkerder zwart zijn, terwijl de koeien lichter gekleurd zijn. Er is trouwens veel variatie in de kleur van de vacht, die kan variëren van wit tot donkergrijs. Het is verder opvallend dat bij dit ras de kalfjes met een bruine vacht worden geboren en pas op latere leeftijd, afhankelijk van het geslacht, hun echte kleur krijgen; grijs of zwart.

Limia koe (links) en maremmana koe (rechts)
In april 2013 schreef ik al over het Limia of Limiana rund. Dit is een als rustig bekend staand Spaans ras uit de provincie Galicië, dat qua kenmerken, gehardheid en robuustheid, dicht bij het oerrund staat.

Dat geldt ook voor de opvallend kleine en nauwelijks zichtbare uier van de koe. Ook de vacht van de koe is net als bij het oerrund, lichtbruin, donkerder op het hoofd, de nek en benen. Stieren hebben een donkere huid waarvan de kleur varieert van zwart, bruinzwart naar een lichtere rug.

In februari 2014 is deze Maronesa stier  bij de kudde geplaatst. De meest rechtse dus. Hij moet voor nieuw nageslacht gaan zorgen en dat is tot nu toe goed gelukt; de kudde bestaat inmiddels uit ca. 20 dieren. De jonge dieren die er nu lopen zijn dus kruisingen tussen LimiaX Maremmana, MaremmanaXMaronesa, of LimiaXMaronesa.
Maronesas worden in het Taurosproject gebruikt, omdat het een oud runderras is, dat in meerdere opzichten lijkt op het uitgestorven oerrund. Vooral de naar voren gerichte hoornpartij is opvallend. Hoewel hij niet zo groot is, heeft hij opvallende schouder- en nekspieren, een lichte aalstreep over de rug, een meelsnuit en een bruine "bokkenpruik". Omdat hij vroeger voornamelijk gebruikt werd voor werkzaamheden in de velden, is hij qua karakter ook goed in te passen in het fokprogramma.

De jonge stier die me hier nauwlettend in de gaten houdt, maar verder geen aanstalten maakt om dichterbij te komen, zou wel eens een van de eerste nakomelingen van de Marammena koeien kunnen zijn. In december 2012 zijn namelijk 2 kalfjes geboren. Ik weet niet wie de vader is. Mogelijk een Maremmana stier. In een blog van 16 februari 2013 heb ik hierover al iets geschreven. Het zou ook kunnen dat de stier op de volgende foto het tweede dier is. Dat zou betekenen dat ze bijna 3 jaar oud zijn. Het blijft echter gissen. Misschien dat Daniël Foidl van the Breeding-back Blog of iemand van de site Carnivora forum hier meer over weet te vertellen. Als ze deze blog tenminste lezen....

Tot zover het TaurOsproject op de Loozerheide. In de volgende blog zal ik het hebben over de Taurossen in de Weerter- Kempen.

Tot slot plaats ik nog enkele foto's, maar mocht je ze allemaal willen bekijken, dan verwijs ik naar de foto's op Taurosweertnatuur op Flickr.com



zaterdag 24 oktober 2015

Herfst 2015.......Paddenstoelentijd deel 2: Van alles wat

Nu ik weer overal blogs over paddenstoelen zie verschijnen, moet ik regelmatig denken aan wat een leraar ooit tegen mij zei: "Als je er achter komt dat je nog veel niet weet, ben je op de goede weg....".
Hiermee wilde hij zeggen dat pas als je je in de materie verdiept, je merkt dat er nog veel te leren valt.
Dat geldt niet alleen voor geschiedenis, maar ook voor bijvoorbeeld mossen en zeker ook voor paddenstoelen.
Gaandeweg merk ik dat paddenstoelen op naam brengen gewoon een heel moeilijk onderwerp is.....

Oesterzwam, of. oorzwammetje?
Het verbaast me dat er zoveel mensen zijn, die schijnbaar met groot gemak een paddenstoel een naam kunnen geven, want hoe meer paddenstoelen ik vind, des te meer ik ga twijfelen over sommige soortnamen. En dan heb ik het uiteraard niet over een vliegenzwam, eekhoorntjesbrood of parasolzwam. Bijvoorbeeld van deze paddenstoel vermoed ik dat het een oesterzwam is. Mogelijk de bleke oesterzwam. Maar is dat ook zo? Of is het misschien het oorzwammetje? Wie het weet mag het zeggen.

Parasietbeurszwammen op nevelzwammen  (met dank aan Arno)
Paddenstoelen zijn vaak duidelijk gevormd, hebben opvallende kleuren of kleurpatronen en ook hun groeiplaats (aan hout, tussen mos, in loofbos of juist naaldbos, enz.) wekt vaak de indruk herkenbaar genoeg te zijn om te kunnen gebruiken bij het vinden van de naam van een soort. Niets is minder waar! Paddenstoelen zijn zo veelvormig en hun kleuren kunnen zo uiteenlopend zijn, dat er tussen alle soorten overlap bestaat, zo erg zelfs, dat een bekende en zeer ervaren amateurmycoloog eens zei dat er "eigenlijk maar één soort paddenstoel bestaat, maar dan in een ontelbaar aantal varianten". Schijn bedriegt dus en de meeste mensen ervaren dan ook een toenemende onzekerheid, naarmate zij meer soorten paddenstoelen hebben gezien.........
Uit: alles over paddenstoelen

Honingzwam? Bundelzwam?
Als ik bovenstaande lees, merk ik dat ik niet de enige ben, die dit zo ervaart en dat het dan ook niet zo vreemd is, dat ik regelmatig soorten tegen kom, waar ik ondanks internet en andere naslagwerken de naam niet van achterhalen. Uiteraard wil ik dat graag te weten komen. Vandaar dat ik in deze blog een aantal soorten plaats, waarvan ik de naam graag zou willen weten. Als je deze blog leest, aarzel dan niet om mij hierbij te hulp te schieten. Daar zou ik je erg dankbaar voor zijn.......Hieronder volgen er nog een aantal.

Een russula, maar welke? Misschien de braakrussula?

Onbekende soort

Onbekende soort

Krulzoom?

Bundelzwam?

Stobbenzwammetje?

Gele waslakzwam?

Mycena? En welke soort?

Onbekende soort

Is dit misschien de Rode Zwavelkop? Of toch niet........


Is dit misschien een hertenzwam?

Kleverig koraalzwammetje en meniezwammetje. En.... de koningsmantel?????

dinsdag 20 oktober 2015

Herfst 2015.......Paddenstoelentijd deel 1: Van alles wat

Nu de herfst is aangebroken kom je overal weer paddenstoelen tegen. Ik heb er tijdens mijn wandelingen dan ook al meerdere gezien, maar wil me in deze post beperken tot een een paar opvallende soorten.

Gele heksenboter

Heksenbezem, heksensnot, heksenboter! Bijzondere namen voor natuurverschijnselen waar de mensen vroeger geen verklaring voor hadden en daarom dachten dat het met heksen te maken moest hebben.
Over heksensnot heb ik in een eerdere post al een en ander verteld.

 

Ook voor deze gele  “vla-klodders” had men vroeger geen verklaring. Het vreemde verschijnsel leidde tot prachtige volksverhalen: zo dacht men dat heksen en trollen 's nachts de koeien molken en na het karnen met de boter knoeiden. ("Troll butter" in het Engels en "Trollsmör" in het Zweeds). Heksenboter of runbloem is inderdaad een bijzonder iets; het is geen dier-, plant-, schimmel- of bacteriesoort, maar een slijmzwam.

witte heksenboter

Hoewel de kleur van heksenboter meestal geel is, kan het ook wit, bruin of zelfs roze zijn. Er zijn meerdere variëteiten. 

Zo’n slijmzwam is dus géén paddenstoel, maar bestaat uit wel een miljoen microscopisch kleine eencellige organismen, die samensmelten en uitgroeien tot een kolonie (plasmodium). Door dat uitgroeien verplaatsen ze zich als het ware over de bosgrond en gaan op zoek naar micro-organismen. Hoewel deze slijmzwam aangetroffen wordt in dode plantenresten, zoals vermolmd hout of dode bladeren, leven ze er niet van. Het plasmalichaam lijkt op een amoebe die groeit door bacteriën en schimmels zoals paddenstoelen (op de linker foto goed te zien) te omvloeien  en zich er vervolgens mee voedt. 

Beelden zeggen vaak meer dan 100 woorden, dus als je dit met eigen wil zién, kijk dan eens voor de aardigheid naar dit filmpje dat ik op YouTube gevonden heb.

heksenboter in een later stadium
Toen ik er 2 weken later weer kwam, was er van een kleurige glibber geen sprake meer. Het was één poederig geheel geworden, dat bij de geringste aanraking uit elkaar viel.

biefstukzwam
Het plukken van paddenstoelen wordt steeds populairder. Het is verboden, maar zolang het gaat om een kleine hoeveelheid voor eigen gebruik, wordt het gedoogd. Op meerdere plekken, zoals het Meinweggebied en Brunssummerheide, wordt het echter niet gedoogd en krijg je zonder pardon een boete van €90,-.
Er ligt echter nog een ander en groter gevaar op de loer voor met name onervaren plukkers; het riskeren van hun gezondheid. Eetbare paddenstoelen hebben namelijk vaak “dubbelgangers” die soms zelfs dodelijk gif bevatten. Het gaat vaak mis, maar incidenten met dodelijke afloop blijven gelukkig zeldzaam, hoewel in Duitsland dit jaar in korte tijd al 2 mensen zijn overleden.

Wat betreft deze biefstukzwam is er geen twijfel. De kleur is onmiskenbaar en deze paddenstoel is dan ook niet gauw te verwarren met andere. De textuur is glibberig en de smaak zuur. Je moet er maar van houden. Ik zou zeggen: “alleen maar naar kijken en aan komen niet!!! ”

Judasoor
Als je tijdens een wandeling een vreemd voorwerp aan een vlier of es ziet hangen en denkt dat het oren zijn, is dat waarschijnlijk deze zwam met de naam "judasoor."

Hoe dat oor daar terecht is gekomen, lees je in deze christelijke legende: Nadat Judas na het Laatste Avondmaal Jezus had verraden met een kus, kreeg hij spijt en besloot zelfmoord te plegen. Hij wilde zich verhangen en koos voor dat doel een wilg uit. Helaas de verkeerde boom, want de buigzame tak boog door en Judas stond weer met beide voeten op de grond. Hij gaf de moed echter niet op en koos een vlier uit. Ook dat ging mis, want de tak was niet sterk genoeg en brak. Tijdens de val schuurde zijn oor langs de bast en scheurde af. Voor zijn derde poging viel zijn keuze op een dikke tak van een es. Deze poging slaagde, maar hierbij raakte hij ook zijn tweede oor kwijt. Sindsdien groeien er “judasoren” op het hout van de es en de vlier.

Judasoor 4 weken later
Een vreemd verhaal eigenlijk dat gewoon niet kan kloppen, als je bedenkt dat die bomen niet in Palestina voorkomen. De legende is dus van puur Europese makelij. Altijd leuk echter om zo iets te lezen.
Desalniettemin heeft deze trilzwam een voorkeur voor vlier en essenhout, hoewel je hem ook op andere bomen aan treft. Hij kan weken van sneeuw en strenge vorst overleven, omdat er een soort natuurlijk antivries in zit.
Je kunt hem dus het hele jaar vinden, maar de herfst is uiteraard de periode dat je de meeste kans hebt hem aan te treffen. Hij heeft in het begin een mooie satijnige donkerroze kleur, die later verkleurt van lila-achtig naar bruinachtig tot bijna zwart.

Tot zover een paar bijzondere soorten die ik gevonden heb. In mijn volgende post zal ik alleen foto's plaatsen. Ik merk dat ik nog veel soorten niet (her)ken en heb daarbij jullie hulp nodig. Aarzel niet om te reageren.
Alvast bedankt................................

maandag 12 oktober 2015

Flesters Vinke

Op de Stramprooierheide zie je vanaf de Lochtstraat en de Grensweg goed de hoogteverschillen met lager gelegen gebieden zoals het "Areven", "Lieëg Hei", "Siëndonk" en "Flesters Vinke". In de blog over het Areven, gaf ik al aan dat de kleine poel met de naam "Flesters Vinke" mij nieuwsgierig maakte en ik zeker van plan was een blog hierover te schrijven. Het heeft even geduurd, maar nu is het er dan toch van gekomen.

Flesters Vinke met  rechts op de achtergrond de gebouwen van Pleunis.
Ik kwam de naam Flesters al tegen in een burgemeestersrekening van 1680: “Betaald rente aan Jan Flesters namens Trucken Flesters” ( bron: gemeentearchief Weert). Ik kan me nog herinneren dat mijn moeder (1910-1998) ooit vertelde, dat ze ook een tijdje verkering had gehad met “Flesters Neelke”. De bijnaam van de familie Pleunis, die vlak bij het vennetje woonde. Nooit geweten trouwens waarom hij zo genoemd werd!

Flesters Vinke omgeven met groen, met links een oude treurwilg
Flesters is een verbastering van het Franse woord "flache". Zo'n verbastering tot "fles" noemen we volksetymologie. Het Franse "flache" betekent  " inzinking", of "gat waarin zich water verzamelt" , In gewoon Nederlands: een plas of ven. Als je het Franse woord  "la flache" gaat opzoeken, vind je ook het synoniem "la mare". Ook dit betekent poel of plas.
De familie die toentertijd bij de "fles" woonde, of die mogelijk in eigendom had, kreeg de naam Flesters. Deze naam komt nog uit een tijd toen er nog geen familienamen waren geregistreerd. Dat gebeurde namelijk pas na 1800 in de Franse Tijd.
Ook de "Vlaas" of "Vlaos" (aan de Neelestraat/ Breyvin) is van "la flache" afgeleid. Dit vennetje is verdwenen. W. Lenaers heeft het bij Vlaos in  "Veldnamen in en om Stramproy" (1948) over vijvers, waar de jeugd zich in de winter kon vermaken.
het droogstaande ven met rechts een oude eik
Het woord  Vinke is normaal gesproken in het dialect een klein ven, maar aangezien flesters al ven betekent, zou dat in "Flesters Vinke" dubbelop zijn (een pleonasme).Vergelijk het met een "zwarte neger" of een "witte schimmel".
Daarom denk ik dat “vinke” hier een andere betekenis heeft dan klein ven!! Dus niet vin-ke, maar vinke.

Soms worden namen, waarin de oorspronkelijke woorden niet meer herkend worden, verbogen of verbasterd (doordat men er andere woorden in herkent). Dat was bijvoorbeeld het geval met "het Hareven", dat verbas- terd werd tot "Areven". Dit wordt volks-etymologie genoemd. Dat is volgens mij ook gebeurd met Vinke. Vinke is namelijk een oud Nederlands woord voor: slechte lichte turf, of modder.(Bron: Middelnederlandsch Woordenboek). Vergelijkbaar met Vinke in plaatsen als Vinkeveen en Vinkel.
En wat te denken van de familie met de bijnaam “Vinkerte Tinus”, die aan de rand van de Dijkerpeel in Weert woonde (aan de Dijkerstraat), vlak bij een (modder)poel.

het ven staat droog en is nagenoeg dichtgegroeid. Op de voorgrond de gele lis
Concluderend: "Flesters Vinke" is een ven, of plas in het heidegebied. Een ven, dat een ven met modder werd, oftewel een modderpoel. Een ven dat waarschijnlijk gediend heeft als waterdrinkplaats voor de vele schapen die hier vroeger op de Stramprooierhei graasden, of om de schapen, of hun wol te wassen.

Het kleine ven is helemaal dichtgegroeid met mattenbies. Op de voorgrond watertorkruid
Men gaat gelukkig steeds meer het belang van deze doorgaans kleine waterrijke biotopen inzien voor met name amfibieën, padden, salamanders en vogels. Van belang vanwege de gevarieerde flora en rijke fauna en vanwege de rust die er meestal heerst. Bij het "Flesters Vinke" is helaas van variatie niets te merken...

Het eertijds verwaarloosde "Flester Vinke" is ongeveer 10 jaar geleden veiliggesteld en opgenomen als "Agrarisch gebied met landschappelijke- en natuurwaarde". Het terrein ligt op de overgang van oud ontginningslandschap naar de jongere ontginningen rond het Vosseven en de Stramprooierheide. Hier zijn met de laatste ruilverkaveling van 1989, diverse landschappelijke elementen opgeruimd en ontwaterings- greppels gegraven. Het historisch watertje is toen gespaard gebleven. Het is door Ark Natuurontwikkeling en Natuurmonumenten al ettelijke jaren geleden opgeschoond en aangeplant. De poel is vergroot door de steile oevers af te vlakken, zodat er een grotere toestroom van regenwater is. Omdat deze poel enkel regenwater ontvangt, komt deze in tijden van weinig regen (deels of helemaal) droog te staan.

mattenbies en watertorkruid
Het viel mij onlangs bij een bezoek op, dat de bodem wel vochtig was, maar dat er geen water in het ven stond. Dat hoeft dus geen probleem te zijn, maar voor mattenbies, waterpostelein, watertorkruid zijn het daar blijkbaar ideale omstandigheden. Langs de rand stond ook nog eens het gras en pitrus meer dan kniehoog. Andere vegetatie is door deze woekeraars helaas niet mogelijk en van een ecosysteem is dan ook niets te merken.

Overige vegetatie in de verdrukking door mattenbies, waterpostelein en watertorkruid
Wat verder op viel was dat het er doodstil(!) was; er was geen vogel te horen en geen spinnetje, vliegje of ander levend wezen te zien. Iets opstarten en dan achterover leunen wordt door de natuur meteen "bestraft" en terug gepakt...... Zo lang hier van een biologisch evenwicht geen sprake is, zal beheer nodig blijven, want op deze manier blijft er van een landschappelijke- en natuurwaarde weinig over.......

de mattenbies in het ven verdrukt de andere vegetatie
Mattenbies hoort tot de Cypergrassenfamilie. Het is een plant die goed gedijt op zonnige plaatsen in ondiep, (matig) voedselrijk, stilstaand tot langzaam stromend water. De planten werden vroeger o.a. gebruikt om er biezenmatten en -manden van te vlechten. Daar dankt de plantensoort dan ook zijn naam aan, maar daar wordt de plant tegenwoordig nauwelijks meer voor benut. Tegenwoordig wordt ze meer aangeplant in zuiveringsinstallaties, waar ze een grote rol spelen bij het zuiveren van afvalwater. Ze fungeren als een soort ecologisch waterfilter en beluchter, waardoor het water schoner en helder wordt. Hoewel de plant in 2012 nog op de Rode Lijst stond, is ze thans niet bedreigd en komt hier zelfs vrij algemeen voor. Onder ideale omstandigheden, zoals bij het "Flesters Vinke" , kan mattenbies erg woekeren.

waterpostelein breidt zich steeds verder uit
Waterpostelein is een eenjarige plant van drooggevallen, moerassige plaatsen in heidestreken, natte weilanden en beekoevers, steeds met een vochtige, matig voedselarme zand- en leembodem. De plant kan in het water groeien, maar bloeit dan niet. Ze groeit graag op plaatsen die alleen in de winter onder water staan. De kruipende stengels vormen wortels bij de knopen, waaruit zich nieuwe planten ontwikkelen. Na verloop van tijd kan er zich plaatselijk een dicht netwerk vormen van stengels en wortels.
watertorkruid vermeerdert zich snel in het Flesters Vinke
Watertorkruid groeit in matig voedselarme, vochtige grond, moerassen of in het water. Bij voorkeur aan waterkanten, waar de waterstand nogal kan variëren. De naam dankt ze aan de vele kevers en torren die de bloem bezoeken. De plant kan er goed tegen om tijdelijk tot een meter onder water te staan. Maar kiemen kan de soort alleen onder droge omstandigheden, dus als de bodem drooggevallen is. Dat is hier dus het geval, zodat de plant zich snel vermeerdert.

Blogarchief