Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


vrijdag 18 december 2015

Taurossen op 't Luuëke en d'n Oetslaag 2015

Over de Taurossen op 't Luuëke en d'n Oetslaag valt niet veel nieuws te vertellen.
Op beide percelen tref je nu met name Sayaguese runderen aan. De Heckrunderen op 't Luuëke zijn verdwenen. Ook bij d'n Oetslaag zijn het voornamelijk Sayaguese koeien en 2 Maremmana stieren.

Aangezien een aantal dieren van perceel Siëndonk afkomt, hebben we op 't Luuëke te maken met kruisingen tussen Sayaguese en Tudanca. Waarschijnlijk ook Maremmana. Ze liepen te ver weg om dat goed te kunnen zien.

Omdat 't Luuëke niet zo'n groot en schraal perceel is, lopen er slecht een achttal dieren. Van welk ras de stier is, durf ik niet met zekerheid te zeggen. Ik hoop dat ik daar een reactie op krijg. Het lijkt me deze jonge Maronesa stier die hier in maart ook al liep. Tenminste????? Mocht dat zo zijn, dan krijgen we hier dus te maken met Sayaguesa x Tudanca x Maronesa kruisingen.


Ook bij deze koe twijfel ik van welk ras die is. In eerste instantie dacht ik aan een Heckrund. In maart van dit jaar liepen namelijk op 't Luuëke nog Heckrunderen. Zie daarvoor deze foto van maart.  Maar ik heb toch twijfels. Zou het misschien een Sayaguese x Tudanca koe zijn? Of mogelijk met Pajuna genen, aangezien er gedurende enige tijd ook een Pajuna stier op Siëndonk heeft gelopen en vanwege de kleur????

Op die foto's van maart zie je trouwens dat de dieren op 't Luuëke best vermagerd waren en dat zal deze winter dus ook zeker gaan gebeuren bij deze koe. Aangezien het gras pas in het voorjaar gaat groeien, moeten ze hun vetvoorraad vooral aanspreken in de maanden februari en maart. Als dat gebeurt, kunnen ze zelfs tot 25% van hun gewicht verliezen. Dat is op zich geen probleem. Als ze op 't Luuëke blijven tijdens de winter, zal er echter ongetwijfeld weer bijgevoerd moeten worden, wat ik op zich prima vind.

Bij welke koe dit kalfje hoort heb ik niet kunnen ontdekken. Hij had het te druk met zijn "speelkameraadje". Duidelijk is dat het nog zeer jong is. Het heeft ook nog geen oormerkjes. De kleur bruin is voor pasgeboren kalfjes van de runderen in het Taurusproject trouwens normaal. Na ongeveer een half jaar krijgen ze pas hun eigenlijke kleur.

Ik vermoed dat het jonge dier op deze foto hetzelfde dan dit dier is. Die foto heb ik in januari van dit jaar op een perceel bij het Vosseven (naast 't Luuëke) gemaakt. Daar hebben korte tijd een vijftal dieren gelopen, waaronder waarschijnlijk ook dit jonge dier. Dan zou het nu dus 1 jaar oud zijn.....

Daniel Foidl (Breedingback blog) suggereerde toen dat het een kalfje van een Sayaguese X Tudanca koe met een Limia stier zou kunnen zijn..... Als de koe op bovenstaande foto haar moeder is, zou dat dus de SayaguesexTudanca koe moeten zijn. Maar ik kan er natuurlijk ook helemaal naast zitten.

D'n Oetslaag ligt aan de Abeek en is een groot perceel, waar verhoudingsgewijs niet zo veel runderen lopen. Ik telde 10 dieren: 5 koeien, 3 jonge dieren en 2 stieren.

Al vanaf het begin van het Taurusproject lopen er Sayaguese koeien op d'n oetslaag. Zie o.a. deze foto  van maart 2012. Het zijn dieren die blijkbaar goed in te passen zijn in het project. Ook prachtige dieren trouwens.

Het Sayaguesa rund is een ras dat in de regio Castilië en León (Spanje)voor komt. Ze zien er indrukwekkend uit met hun karakteristieke hoorns, maar zijn rustig en ongevaarlijk. Dit primitieve Spaanse ras is dan ook eeuwenlang als trekdier gebruikt. Ze hebben veel kenmerken van het oerrund in zich wat betreft kleuren en kleurstelling. Ze kunnen goed tegen kou en kunnen goed tegen warmte, staan hoog op de poten, hebben een slanke bouw en hebben een hoornvorm die past binnen het profiel van het oorspronkelijke oerrund. Karakteristiek is ook de zogenaamde "meelsnuit".

Meest opvallend bij d'n Oetslaag zijn de twee imposante Maremmana stieren. Zoals ik kan beoordelen maakten ze deel uit van de groep van 15 dieren die Ark in november van het vorig jaar vanuit Toscane heeft laten overkomen. Ik heb daar ook iets over geschreven. Lees maar eens deze blog.

Vooral de lichtgrijze tint van deze stier valt op. Dat zou je eigenlijk alleen verwachten bij de koeien.

Duidelijk herkenbaar zijn de oranje oormerken. Daardoor weet je dat ze uit een ander land komen. (Dat is tenminste wat natuurbeheerder D. Frissen mij schreef). Op Carnivora wordt dit echter betwijfeld en lees ik: 
"I infer that, as already surmised in the preceding section, differently coloured ear tags do not necessarily point at different nationalities, just at different breeders".  Ik weet niet wie hier nou gelijk heeft.......
Wat ik wel zeker weet, is dat dit raszuivere dier uit Italië komt en dat het dit dier is. In december vorig jaar maakte ik deze foto op de Lieeg Hei.  Hij liep daar toen met drie koeien. Het betrof toen een tijdelijke oplossing, totdat men een begrazingsgebied vond, waar de dieren voor een langere periode terecht konden. Voor deze stier is dat dus d'n Oetslaag geworden.

Ook bij deze stier is (vanwege die oormerken) te zien dat hij uit Italië is geïmporteerd. Ik weet niet waar die eerst geplaatst was. Misschien alsnog vanaf  Keent over laten komen???

Op Carnivora wordt over deze stieren het volgende gezegd: " Both bulls are impressive animals, but I especially like the darker one.  His head seems very large (very positive – an aurochslike feature), and his short trunk and long legs are superb – the ratio of height at withers to trunk length in this picture is 1 : 1.04 (for the pertinent data on aurochsen and Corriente bulls see post #1744.)"


Tot slot nog een foto van deze twee kleintjes, die het heel goed met elkaar konden vinden en constant in elkaars nabijheid waren. Zoals het er naar uit ziet zijn dit dus nakomelingen met Sayaguese X Maremmana ouders.

dinsdag 15 december 2015

Taurossen op de Graus 2015

Alweer de 5e blog over de Taurossen eind 2015. Na Loozerheide, Weerter Kempen, Kwaoj Gaat/Wisseblök en de Raamweiden is dus nu de Graus aan de beurt. Mijn voornemen was om nog voor het jaar om was iets te schrijven over de Taurossen, die nu in de begrazingsgebieden lopen. Ik heb ze inmiddels allemaal bezocht, maar betwijfel of dat voornemen ook gaat lukken. Als het inderdaad niet gaat lukken, worden dat mijn eerste blogs voor het komende jaar.

Eerste Tauroskalfje van het Taurusproject  geboren op 11 februari 2012
In het TaurOsproject zitten vanaf het allereerste begin Heckrunderen. Het eerste kalfje dat geboren werd op 't Luuëke ( op 11 februari 2012) was ook een Heckrund. Bij hoge uitzondering kreeg 't zelfs een naam: Taura. Wat van Taura uiteindelijk terecht is gekomen, is mij niet duidelijk. Wanneer een dier om de een of andere reden niet in het kruis- en fokprogramma van TaurOs past, of als er te weinig ruimte is voor de dieren in het gebied en het nergens anders geplaatst kan worden, biedt Free Nature het kwaliteitsvlees van de dieren aan als wildernisvlees. De opbrengst stroomt rechtstreeks terug naar het werk met de kuddes en de natuur.

Heckrunderen op de Graus in juli 2015
Als ze me opmerken, houden ze het voor gezien......
Heckrunderen op de Graus in oktober 2015
Nadien zijn een aantal dieren die op 't Luuëke liepen, overgeplaatst naar de Graus. Stichting Taurus noemt ze Ecolanders, omdat het kruisingen zijn tussen heckrunderen en hooglanders. In november 2012 schreef ik daar al iets over. In de afgelopen jaren is blijkbaar niet gelukt wat men er van verwachtte en zie ik ze steeds minder. Op 't Luuëke zijn ze zelfs helemaal weg en je ziet nu nog slechts enkele dieren lopen op de Graus en de Raamweiden.

In de Ecolander zou (zo was de verwachting) het karakter (m.n. de rust en betrouwbaarheid) van de Schotse Hooglander en het uiterlijk, het kuddegedrag en voedselkeuze van het Heck-rund zitten en deze dieren zouden ook inzetbaar zijn op publieksterreinen. Nu we enkele jaren verder zijn, blijkt dat niet te lukken.
Toch treffen we nog, zoals gezegd, enkele koeien aan op de Raamweiden en een 7-tal dieren op de Graus;  een Ecolander-stier, drie koeien, 2 jonge kalveren en een jonge stier. De afkomst van de jonge stier was voor mij niet helemaal duidelijk.

Op Carnivora forum lees ik als reactie op deze jonge stier: "Geer vanne Smeed wonders whether the young bull on the site might be Sayaguesa (presumably the one on this picture), but Heck colouration is quite variable and wild-type coloured bulls without any brown is not that uncommon (I think). The horn shape is more reminiscent of Maremmana, but again those upward-pointing half-moon type of horns are common among Heck bulls and the senior bull on the site has them too. So I assume that young bull is pure Heck."  Samenvattend: deze jonge stier is een Heckrund.

Ook hier trekken de oudere dieren zich niets aan van mijn bezoek, maar de jongere dieren houden me goed in de gaten. Ik vraag me af of deze Heckrunderen/Ecolanders nog een rol van betekenis spelen en nog deel uit maken van het Taurosproject.

zondag 13 december 2015

Taurossen op de Raamweiden 2015

In mijn vorige blog schreef ik over de Raamweiden. Het voormalig landbouwgebied tussen Raam en Pruiskesweg is afgelopen jaar door Ark/Natuurmonumenten flink onder handen genomen en zoals het er naar uit ziet, belooft het een fraai natuurgebied te worden. Ook hier zorgen Taurossen voor de begrazing.
Na de Loozerheide, Weerter Kempen, Kwaoj Gaat/Wisseblök is het nu dus de beurt aan de Raamweiden.

Begrazingsgebieden van de Taurossen
Zoals beloofd heb ik elk gebied dat begraasd wordt, bezocht. Over welke gebieden het gaat, kun je nog eens op dit kaartje zien, dat ik met google maps heb gemaakt.De gebieden zijn met road aangegeven.

Het viel deze keer niet mee de dieren goed te fotograferen. Ze liepen eigenlijk te ver weg tussen het hoge gras. Hier stonden voorheen populieren.


Hoewel ik in een vorige blog vertelde dat ik via een Freenature-vrijwilliger wist dat alleen op de Graus nog heckrunderen rondlopen, klopt dit niet. Ook op de Raamweiden lopen er, zoals je ziet,  nog enkele van deze dieren rond. Of die van 't Luuëke of de Graus afkomen, is mij niet duidelijk. In totaal lopen op de Raamweiden 10 runderen, waaronder 2 jongere (gekruiste??) Sayaguesa stieren en 3 kalfjes.

Stier met Maremmana kenmerken

Heckrund koe en 1/2 Sayaguese en 1/2 Tudanca stier
Er zat niks anders op dan nog een keer terug te gaan, om de dieren wat van dichterbij te kunnen bekijken. Dat lukte inderdaad, hoewel ik achteraf gezien niet helemaal tevreden ben over de kwaliteit.
Door het oormerk kwam ik er wel achter dat ik in december 2012 al van deze stier een foto heb gemaakt op Siëndonk. Ik schat dat het toen ongeveer 1/2 jaar oud was. Deze stier is dus nu 31/2 jaar oud. Voor een foto van het jonge stierkalfje klik HIER. Daar liep toen ook deze Maremmana stier rond. De stier die later ook op Wisseblök/Kwaoj gaat liep. Dus deze stier zou mogelijk een SayagueseXMaremmana kruising kunnen zijn.

Over de afkomst van dit Heckrund wordt op Carnivora het volgende opgemerkt:
"I checked the early Heck pictures of Geer vanne Smeed and they all have orange ear tags (see e.g. this cow in Luuëke in December 2011) while their calves sport yellow ear tags (see e.g. this cow and calf, also in Luuëke in December 2011). From this I infer that (a) as already surmised in the preceding section, differently coloured ear tags do not necessarily point at different nationalities, just at different breeders (though of course those Heck cattle might have been imported from Belgium or France), and (b) the cow on Raamweiden is one of those older pure Hecks. The other cows then presumably also are pure Hecks (though younger, viz the yellow ear tags) and not lower-quality Highland crosses".


1/2 Sayaguese en 1/2 Tudanca stier

Zoals het hoort zijn de stierkalfjes natuurlijk nieuwsgierig naar dat vreemde wezen dat daar bij de afrastering staat.


donderdag 3 december 2015

De Raamweiden

Waar bij de huidige Pruiskesweg nog geen 100 jaar geleden een grote visrijke waterplas lag, is door de grootschalige ontginningen (tussen 1900 en 1954) en het graven van de Raam ("de  Now Beek" ) in de jaren '30, dit deel van het Wijffelterbroek ('t "Brook") drooggelegd en als landbouwgrond in gebruik genomen.

Op hoogtekaarten is te zien, dat deze door Ark genoemde "Raamweiden" (30,7m) bijna 4 meter lager liggen dan de er naast gelegen Stramprooierheide en "Bergshei" (hoogste punt op 34,4m) om vervolgens aan de noordkant weer op te lopen tot 33,30m. Komende van de Stramproyer Grensweg is dit ook goed te zien.

 
Op bovenstaande oude kaarten van 1850 en 1923 (even op klikken) zijn de waterplassen waarop gevist werd nog te zien. De omwonenden gebruikten hun bootje niet alleen om te vissen, maar ook om bijvoorbeeld de kortste weg naar Altweerterheide te nemen. De dichtsbijzijnde doorgang lag namelijk pas bij de brug over de Tungelroyse beek aan de Heltenbosdijk, ook wel Baksbrug genoemd.

Op een oude kadasterkaart van 1811-1832 is te zien dat bij het Wijffelterbroek "Gemeente Broek" staat. Gemeente heeft hier de betekenis van "gemeynt" of "gemene grond". Dit duidt er op dat het "Brook" gemeen- schappelijk gebruikt werd door de lokale bevolking. Ze hadden het recht (weliswaar tegen betaling) om daar bijvoorbeeld hun runderen of schapen te laten grazen, strooisel te verzamelen, te plaggen, turf te steken en bijen uit te zetten. Ook het jachtrecht en het visrecht vielen hier onder.

Tussen de Stramproyer Grensweg en het lage Wijffelterbroek, ontgonnen de keuterboertjes in het begin van de vorige eeuw al kleine perceeltjes land. Vanaf daar zie je ook weer het hoogteverschil met 't Brook.

 
Die lappendeken van kleine perceeltjes, omringd met houtwallen, tref je er nu nog steeds aan. Aangezien alles met de hand gebeurde, moet dit een hele klus zijn geweest. Zo'n kleine en met hout omringde ontginning noemt men ook wel "kamp" of "kempke". Het hout van de houtwallen diende voor eigen gerief.

Op de oude kaart van 1923 (rechts) zijn die perceeltjes goed te zien. Met deze foto wil ik je ook weer het grote hoogteverschil laten zien van het weilandje op de voorgrond met het Brook op de achtergrond.

Boerderij 't Brook  gezien vanaf de Pruiskensweg
De ontwatering en ontginning van voornamelijk het noord- oostelijk gebied begon in 1902, nadat enkele rijken uit Weert hier vele hectaren grond van de gemeente Weert pachtten. Dit alles gebeurde met schop, kruiwagen en kiepkar. Honderden mensen hebben in de daaropvolgende jaren in " 't Brook" werk gevonden bij de opgerichte NV "Weerter Exploitatie-Maatschappij het Wijffelterbroek”.

De in 1906 gebouwde ontginningsboerderij 't Brook
Een opzichter regelde de werkzaamheden op 't Brook en hield alles in de gaten. Deze opzichter (Miechel Daniëls), werd ook de eerste bewoner van de in 1906 gebouwde boerderij met de naam “’t Brook”.
In 1926 was 180 van de 260 ha. ontgonnen en verliep alles blijkbaar dusdanig naar wens, dat de Gemeente besefte, dat het “brook” wel eens een “melkkoetje” zou kunnen worden. Als reden werd aangegeven dat het wenselijk was dat de gemeente weer de beschikking kreeg over haar waardevolle eigendom vanwege de uitbreiding van de Parochie Altweerterheide. Vandaar ook het voorstel om het Consortium te bewegen de pacht stop te zetten. De heren van het Consortium gingen echter uiteindelijk niet in op het voorstel van B&W en zagen af van verdere onderhandelingen. Daarna waren er ook geen onderhandelingen meer, want door de Beurskrach van 1929 raakte Nederland in de jaren ‘30 van de vorige eeuw in een diep economisch dal; 35% procent van de werkende Nederlandse bevolking raakte werkloos. Het heeft dan ook nog jaren geduurd, maar uiteindelijk gingen de heren van het Consortium akkoord. Dat gebeurde in september 1939 en in januari 1941 werd in Kanton Weert vermeld dat de NV. "Weerter Exploitatie het Wijfelterbroek" was opgeheven. Zo kwam het Wijfelterbroek weer volledig in handen van de gemeente, met weer als opzichter Miechel Daniëls.

De Raam met de Ossebrug
Nadat de Raam in 1930 was gegraven, werd met name de zuid- westelijke helft van het moerassige gebied in versneld tempo ontgonnen en vielen de plassen droog, om plaats te maken voor weilanden en akkers. Ook tijdens WO II (door de "Nederlandsche Arbeidsdienst" - NAD) en na de oorlog (door de Dienst Uitvoering Werken - DUW) waren er ontginningswerkzaamheden. In 1954 zijn de werkzaamheden stopgezet.

In minder dan 50 jaar is het Wijffelterbroek nagenoeg compleet op de schop gegaan. In 1941 schreef een zekere W.L. Leclercq nog:  "dit is het grootste, meest afgelegen en mooiste moeras uit de streek" en "dit is de mooiste, geheimzinnigste wildernis in Nederland, waar men urenlang kan ronddwalen zonder iets van de buitenwereld te zien of te merken" . Maar ook schreef hij:  "Een boer vertelde mij, dat het Broek geheel ontgonnen zal worden door den Arbeidsdienst: de grond zou 4 meter diep worden omgezet!!!"

Of dat van die 4 meter klopt, weet ik niet, maar toen in 1962 de Raam, inmiddels in de volksmond "Stinkbeek" genoemd, vanwege de afvoer van het sterk vervuilde water uit de Lossing of Emissaire, nog eens verbreed en uitgediept werd, was het in elk geval definitief "einde verhaal" wat betreft de natuurlijke sponswerking en de oorspronkelijke natuurwaarden van het Wijffelterbroek. Uiteindelijk bleef van de oorspronkelijke 260 ha. minder dan 50 ha. over. Deze worden sinds 1977 door Vereniging Natuurmonumenten beheerd.

 
Op bovenstaande foto's van maart 2013 zien we nog vanaf de Pruiskensweg weilanden en akkerland. De afwatering ervan was blijkbaar nog niet voldoende, want uiteindelijk heeft men op deze percelen zelfs een systeem met drainagebuizen aangelegd. Gevolg van deze afwatering was verdroging van het nabijgelegen moerassige natuurgebied.

De laatste jaren wordt heel anders over waterbeheer gedacht. Water vasthouden in de moerassen aan de bovenloop van beken wordt steeds belangrijker, om zo droogte enerzijds en hinderlijke overstromingen anderzijds te voorkomen. 

Foto maart 2014. Brug over de Raam, met daarachter het nieuw te ontwikkelen gebied
Omdat het consortium AHV (ARK Natuurontwikkeling, Habitura en Rentmeester Van Soest), de afgelopen jaren via kavelruil (en aankoop?) vele ha. landbouwgrond heeft verworven rondom het Wijffelterbroek, zijn de "droogvallingseisen" van de agrariërs komen te vervallen en konden maatregelen genomen worden om de verdroging tegen te gaan en het gebied weer te vernatten.

Foto: Omniverde                            Natuurherstel door uitvoerder Omniverde
De landbouwgrond bij de Pruiskesweg, die met veel zweet is verkregen, is in bezit gekomen van Stichting Ark en het afgelopen jaar door anti-verdrogingsmaatregelen weer naar natuur omgevormd. Een perceel populieren is gekapt en door uitvoerder Omniverde is de bovenste voedsel- en humusrijke laag landbouw- grond afgegraven en elders hergebruikt. Op  Omniverde.nl  zijn foto's van deze werkzaamheden te zien.

Aanwezige drainagebuizen zijn verwijderd en door plaatselijk af te graven tot op de oude veenbodem en elders op te hogen, is het oude reliëf hersteld en zien we weer een 2 ha. grote plas ontstaan.

Door de combinatie van een verminderde afvoer en peilverhoging van de Raam en de herstelwerkzaam- heden van april - juni dit jaar, is het ijzerrijke bron- en kwelwater boven het maaiveld komen te liggen en is het gebied weer dusdanig laag komen te liggen, dat ook het regenwater kan worden vasthouden.

Zoals je ziet, trekken dit water en de omliggende weilanden veel watervogels aan. Ik zag hier bij mijn laatste bezoek o.a. de Grauwe gans, de Canadese gans, de Kolgans, de Nijlgans, Zwanen en reigers.

Hier stonden een half jaar geleden nog populieren, die veel water uit de grond onttrokken..
Taurossen zorgen voor de begrazing. Daarover vertel ik in de volgende blog wat meer.
 Omdat het voormalige landbouwgebied langs de Raam loopt, worden deze percelen Raamweiden genoemd. Voor zover ik heb kunnen nagaan is er voor dat gebied ook geen oude veldnaam. Al met al weer een een nieuw interessant gebied in wording.

Blogarchief