Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


zaterdag 5 november 2016

Herfst 2016....... Paddenstoelentijd deel 4

Nu het eindelijk echt herfst wordt, schieten de zwammen eindelijk "als paddenstoelen uit de grond.". Inmiddels heb ik al een flink aantal gevonden, waaronder heel bijzondere.

Witsteelfranjehoed
“Samen sterk”. Het lijkt wel of deze teer uitziende franjehoedjes dat afgesproken hebben.
De Witsteelfranjehoed (Psathyrella piluliformis)is een in Nederland veel voorkomende paddenstoelensoort.
Je vindt ze van augustus tot en met november. Ze groeien in bundels op of bij dode stammen, stronken en "begraven" hout (hout onder de grond) van loofbomen zoals eik en beuk. Ze noemen deze soorten saprofiet. De hoed is eerst gewelfd, later vlakker. De kleur is bleek geel- of okerbruin tot kastanjebruin, na opdrogen licht beigeachtig. Aan de rand zitten vaak witte velumresten. Net alsof het onderrokje onder de jurk uit komt... De steel is wit en onderaan geelbruin.

Wollige bundelzwam
Je vindt de Wollige bundelzwam op levend (parasitair) en dood hout (saprofiet) van de populier. Het is een prachtige zwam die vaak met meerdere bij elkaar groeit, maar ook één exemplaar komt voor. De grote, wollige, witte schubben en de rand met wollige velumresten hebben hem de naam bezorgd. De hoed kan uiteindelijk wel een doorsnee bereiken van 20 cm, maar dan is hij minder mooi.

Wollige bundelzwam
Ook de onderkant van deze soort vind ik erg mooi. Jonge exemplaren hebben bijna witte plaatjes. Later worden die licht tot donker grijsbruin.

Goudvliesbundelzwam
De Goudvliesbundelzwam (Pholiota aurivella) is een prachtige paddenstoel die je in bundels aantreft op stamwonden van levende loofbomen (beuk, appel, es, plataan) en na die "gedood" te hebben er op verder leeft als saprofyt. De soort is in Nederland vrij algemeen. Deze staan op een omgezaagde beuk.

Goudvliesbundelzwam
De tot 12 cm grote hoed van de Goudvliesbundelzwam is in het begin bol, zeer slijmerig en bekleed met bruine schubjes. Oudere exemplaren krijgen een vlakke hoed, die steeds meer indroogt. De kleur van de hoed varieert van lichtgeel tot goudgeel. De lamellen zijn lichtgeel, later roestbruin. De meestal gekromde steel is bleekgeel tot geelbruin en kan schubjes hebben. De sporen zijn bruin.

Goudvliesbundelzwam
De goudvliesbundelzwam komt meestal in bundels voor, maar soms vind je ze ook alleenstaand. Op deze foto zie je een oudere alleenstaande paddenstoel. Hier is goed te zien hoe slijmerig hij is/wordt.

Roestbruine kogelzwam
De Roestbruine kogelzwam (Hypoxylon fragiforme) is een algemeen voorkomende zakjeszwam.
Het ruwe, kussenvormige met papillen bezette, steenrode tot kaneelbruine vruchtlichaam is slechts 4-10 mm groot. Hier lijken het net kleine gehaktballetjes.

Roestbruine kogelzwam
Je vindt ze op dikke takken en stronken van voornamelijk beuken. (Saprofiet). Bij het ouder worden wordt het vruchtlichaam donkerbruin tot zwart. Je kunt ze overigens het hele jaar vinden.

Okergele korrelhoed
De Okergele korrelhoed (Cystoderma amianthinum) is een in Nederland algemene paddenstoelensoort.
De vruchtlichamen zijn aanwezig van september tot en met november. De zwam is te vinden in loof- en naaldbossen op plekken met veel mos en strooisel, maar ook zoals hier op nat grasland. De hoed heeft een diameter tot 4 centimeter en is eerst klokvormig en later gespreid, met een bult in het midden. Hij is mat, okergeel tot geeloranje, met vlokjes aan de rand. Het oppervlak is fijn-korrelig. Aan de hoedrand bevinden zich duidelijk zichtbaar velumvlokjes. De lamellen zijn wit, later vaak wat gelig. De tot 5 centimeter hoge steel is gelig tot oranjebruin en onder de ring bedekt met velumvlokken, daarboven vezelig.

Muizenstaartzwam
Om deze kleine Muizenstaartzwam (Baeospora myosura) te vinden, moet je goed kijken naar de kegels van naaldbomen op en deels in de grond, want alleen hier groeit hij op.
Het hoedje is gewelfd tot bijna vlak, Ø 1-3 cm, glad, bleek bruin tot hazelnootbruin, met een lichte randzone. Volgens de beschrijving zou hij mat moeten zijn, maar deze was glanzend, maar dat was waarschijnlijk vanwege de vochtigheid in de vroege ochtend. Ook bij andere soorten zagen we dat. Lamellen staan dicht opeen, wittig. Steel 3-5 cm x 1-2 mm, crème tot bleek bruin, uitlopend in een harige wortel.

De paddenstoelenwerkgroep kwam na enig overleg tot de conclusie dat dit de Bittere dennenkegelzwam zou moeten zijn. Ik vond echter op meerdere sites op het internet, waaronder Soortenbank.nl, dat je deze soort vindt in de periode maart-juni. Vandaar dat ik na wat zoekwerk tot de conclusie ben gekomen dat het de Muizenstaartzwam moet zijn. Als ik fout zit, dan hoor ik dat graag.
Een goede tip die ik op internet tegen kwam: Bij twijfel kun je het beste het paddenstoeltje uit de dennenappel trekken, dan moet er een wortelstrengetje onder aan het steeltje zitten. Vandaar ook de naam natuurlijk. Dat heb ik dus niet gedaan, maar als je goed kijkt, zie je wel enkele van die strengetjes…

Roestvlekkenzwam
Zoals de naam al doet vermoeden herken je de Roestvlekkenzwam vooral aan de roestvlekken.
Het is een in Nederland zeer algemene maar onopvallende paddenstoel. Hij groeit in groepjes of heksenkringen op grof strooisel en humus, vooral bij sparren en dennen van augustus - november.
De hoed heeft een diameter van 3 tot 10 centimeter en is gebold tot vlak of onregelmatig gewelfd. De kleur is roomwit tot zeer lichtroze met bruine, roestachtige vlekken. De steel is ook wit, vooral onderaan enigszins verdikt en roestig gevlekt. De gekartelde en dicht opeen staande plaatjes zijn roomwit tot beige en krijgen ook roestbruine vlekken. De soort ruikt lichtzoetig en een beetje anijsachtig.

Gewone franjezwam
De Gewone franjezwam (Thelephora terrestris) is een paddenstoel uit de familie Thelephoraceae. Kenmerkend zijn de onregelmatige, bruine rozetten die tegen de grond gedrukt of, zoals hier, iets opgericht zijn. Het vruchtlichaam is donker chocoladebruin met een zacht, sponzig, viltig oppervlak. De onderzijde is korrelig, ruw en chocoladebruin. De Gewone franjezwam kun je vinden op voedselarme schrale zandgrond in naaldbossen en op heidevelden. Je loopt al gauw aan deze paddenstoel voorbij, omdat hij niet zo opvalt in het veld. In de herfst is het een algemene verschijning.

Wijdporiekurkzwam
Sinds 1970 is de Wijdporiekurkzwam (Datronia mollis) een toenemende soort in ons land en is thans dan ook vrij algemeen. De taaie en kurkachtige zwam zit als een langwerpig dun plakkaat op de zijkant en onderkant van takken en stammen van diverse soorten loofbomen (o.a. beuk, wilg, populier en els) op vochtige tot droge, voedselrijke bodem. Jong is de hoed geelbruin en zijn de opvallend grove poriën wit.
Oud zet deze zwam je, als je niet oplet, op een dwaalspoor, omdat de hoedjes dan niet bruin, maar donkergrijs tot zwart zijn met een blauwe schijn. Dus zonder een zweem van bruin! De poriën zijn dan ook grijs. Een kenmerk van deze soort is de opvallend zoete geur (zoals snoepjes die hebben)

Grote stinkzwam
Iedereen heeft in het bos wel eens een weeïge sterke geur geroken. Als je je neus dan naloopt, kom je meestal bij de Grote stinkzwam (Phallus impudicus) uit. De Nederlandse naam is dus voor de hand liggend.
De hoed is in het begin bedekt met een kleverige donkergroene laag. Deze laag wordt opgelikt door vliegen en kevers, die op de aasgeur afkomen. Zij zorgen dus voor de verspreiding van de sporen.

Duivelsei
Velen zullen een jonge stinkzwam die op het punt staat om uit het velum= het vlies te breken, niet als zodanig herkennen. Vroeger konden de mensen zo’n gek glimmend bolletje dat ineens uit de grond kwam, ook niet verklaren. Dat moest wel duivelswerk zijn. Ze noemden het dan ook een duivelsei…...

 
Wanneer de laag opgegeten is, zie je de witte tot lichtgele hoed met zijn typisch honingraatpatroon. Het is overigens niet zo vreemd dat de Latijnse naam "Phallus impudicus" is, want dat betekent "schaamteloze penis". Aan de top van de hoed zit zelfs, als een soort plasgaatje, een kleine opening.
Het schijnt dat in de preutse Victoriaanse tijd, de dames deze paddenstoel uit hun tuinen lieten verwijderen…

maandag 31 oktober 2016

Herfst 2016....... Paddenstoelentijd deel 3

Het vind het altijd leuk om in de herfst mee te gaan met een paddenstoelenwerkgroep. Ik ben al enkele keren meegegaan met de groep van IVN Weert en Leudal. Als je op stap gaat met de echte paddenstoel- kenners, dan zie je meer en leer je er altijd weer een paar nieuwe soorten bij. Dat bevalt dus heel goed en ik kom ook nog eens op plekken, waar ik normaal niet naar toe zou gaan.

Koningsmantel
Ik laat je als eerste deze prachtige KONINGSMANTEL (Tricholomopsis rutilans)zien. De Nederlandse naam van deze paddestoel slaat uiteraard op de kleur. De hoed is nl. bedekt met wijnrode tot paarsrode schubben.
Koningsmantel
Je ziet dat alleen bij de jonge zwam, want bij het ouder worden, verdwijnt dat rood en wordt de gele ondergrond zichtbaar. Hij wordt daarom ook wel Purpergele ridderzwam genoemd.
De hoed is gewelfd tot uitgespreid bij het ouder worden en heeft doorgaans een doorsnede tussen de 4 en 12 cm. De rand is vezelig. De lamellen zijn goudgeel.

Koningsmantel
Je vindt hem in naald- en gemengde bossen op naaldhoutstammen, ("begraven") stobben en stronken. De steel is tussen de 3 en 12 cm hoog en heeft een doorsnede tussen de 1 en 3 cm, met oranjerode tot wijnrode schubben.

Koeienboleet
De KOEIENBOLEET (Suillus bovinus)is goed herkenbaar aan de kleur en aan de grote, samengestelde buisjes.
Het is een eetbare soort uit de familie Suillaceae. Ook de Gele ringboleet en Bruine ringboleet horen bij die groep.

Koeienboleet
Zoals bij de meeste boleten heeft deze soort ook geen manchet. De koeienboleet groeit met name in naaldbossen, vaak in groepjes. Bij vocht wordt het oppervlak van de hoed kleverig, bij droogte gaat deze glanzen. De kleur varieert van geelbruin tot rozebruin.

Eikhaas
De EIKHAAS (Grifola frondosa)is een houtzwam. Hij groeit aan de voet van levende eiken en op stobben ervan. Uit een centrale steel die zich veelvuldig vertakt groeien waaier- of spatelvormige deelhoedjes van vier tot wel tien centimeter breed. De soort kan erg groot worden. De hoedjes zijn rimpelig en crèmekleurig tot grijsbruin. In een latere fase verkleurt hij bruin. Op mijn fotosite Flickr  staan daar meerdere foto's van. De buisjes zijn wittig. De poriën zijn wittig tot crèmekleurig. Omdat deze zwam het immuunsysteem stimuleert, wordt thans onderzocht of hij bij de behandeling van aids en kanker gebruikt kan worden.

Zwavelzwam
De ZWAVELZWAM (Laetiporus sulphureus) is een parasitaire zwam die bij voorkeur op eiken en eikenstronken groeit. Het is een buisjeszwam die valt onder de plaatjesloze vlieszwammen. Levende bomen worden via beschadigde plekken geïnfecteerd. Gezonde, onbeschadigde bomen worden niet aangetast. 
Vooral in het beginstadium van hun ontwikkeling zie je allerlei gradaties van witte, gele en oranje kleuren met overgangen daartussen. In een later stadium verdwijnen die felle kleuren. Oude exemplaren worden wit en brokkelig als geitenkaas. 
oud exemplaar
In Engeland is de Zwavelzwam een gewaardeerde en veel gezochte consumptiepaddenstoel, getuige zijn bijnaam ‘Chicken of the woods’. De bijnaam heeft uiteraard niets met de vorm te maken, maar dankt hij aan zijn overeenkomst in smaak en draderige structuur van kippenvlees. De Zwavelzwam wordt er als vervanger voor kippenvlees in vegetarische recepten toegepast. De eetbaarheid van de Zwavelzwam wordt in Nederland in twijfel getrokken. Er zijn namelijk een aantal gevallen bekend dat consumptie allergische reacties veroorzaakte. Op Flickr heb ik een aantal jonge en oudere soorten staan.

bruinrot
Door hun opvallende verschijning en formaat worden zwavelzwammen vaak gezien en herkend. Deze soort kan wel 10 kilogram zwaar worden. Wanneer een boom wordt "aangevallen" door deze zwam, ontstaat bruinrot, een schimmel waardoor het kernhout van de boom krimpt en bovendien roodachtig bruin verkleurt. De stam van de boom wordt langzamerhand steeds verder uitgehold.

Vliegenzwam
In een normale herfst zie je die "rooie met witte stippen" al begin september verschijnen. Dit jaar heeft hij lang op zich laten wachten en heb ik pas op 12 oktober de VLIEGENZWAM (Amanita muscaria), of beter gezegd het begin van een Vliegenzwam, gevonden. Velen zullen een jonge Vliegenzwam die net uit de grond komt, niet als zodanig herkennen. Niet alleen de mysterieuze leefwijze en de bijzondere verschijnings- vorm, maar vooral de bijzondere eigenschappen van het "rode vel met witte stippen" hebben sinds mensen- heugenis tot de verbeelding gesproken.

Hier zie je dus een jonge Vliegenzwam, die op het punt staat om uit het velum (het witte vlies) te breken. In de taille zal dit vlies scheuren, waarbij het onderste gedeelte als ring of manchet aan de steel blijft zitten en het bovenste verder in stukken zal breken naargelang de hoed verder open gaat. De witte stippen die je later op de rode hoed ziet, zijn dus vliesrestjes. Voor meerdere foto’s van de Vliegenzwam kun je HIER klikken.

Rimpelige koraalzwam
De RIMPELIGE KORAALZWAM (Clavulina rugosa) is een Saprofiet, komt dus op dood hout voor. Hoewel je hier geen hout ziet, is het er wel degelijk, maar het zit ondergronds, is “begraven” als het ware. Het is een kleine witte paddenstoel die alleenstaand of in groepjes verschijnt, dikwijls op de bemoste bodem langs bospaden, zowel in naaldbos als loofbos of gemengd bos.

Rimpelige koraalzwam
Het zuilvormige vruchtlichaam heeft een beetje een rimpelig oppervlak, is op dwarsdoorsnede afgeplat en heeft weinig, onregelmatig gevormde vertakkingen De uiteinden van deze vertakkingen zijn stomp, in tegenstelling tot andere koraalzwammen waar ze dikwijls scherp zijn. De sporen worden aan de buitenkant van het bovenste deel van het vruchtlichaam gevormd.

De soort is matig algemeen en staat op de Rode Lijst als kwetsbaar. Het schijnt dat hij eetbaar is, maar vanwege zijn zeldzaamheid en zijn kleine afmetingen is het onzinnig om dit paddenstoeltje voor consumptie te verzamelen.

Paarse knoopzwam
De PAARSE KNOOPZWAM (Ascocoryne sarcoides) is een in Nederland algemene zakjeszwam, die op dood loof- en naaldhout voorkomt (meestal beuk). Het viel niet mee er een geslaagde foto van te maken. De vrucht- lichamen zijn namelijk slechts van enkele millimeters tot ca. anderhalve centimeter in diameter.
Eén zo’n vruchtlichaampje is dus klein, maar meestal groeien ze dus bijeen in groepen, die uiteindelijk flinke afmetingen kunnen bereiken.

Ze variëren in kleur van licht roze tot helder paars. In het perfecte stadium groeien ze uit tot schoteltjes of schijfjes, maar meestal vind je ze in het zogeheten imperfecte stadium. Hierbij ontwikkelen zij zich niet verder dan een bolletje, soms met een kort steeltje. Later spreiden ze zich uit en krijgen een onregelmatige kussenvorm (net hersenen). Bij een vondst van de Paarse knoopzwam moet er eigenlijk verplicht microscopisch onderzoek gedaan worden, omdat deze soort in het veld niet te onderscheiden is van de Grootsporige paarse knoopzwam (Ascocoryne cylichnium), of er moet 's.l.' achter de naam worden gezet.

Roodgerande houtzwam
De ROODGERANDE HOUTZWAM (Fomitopsis pinicola) is een schimmel uit de familie Fomitopsidaceae. Dit is een familie van 57 schimmels, waar ook o.a. de berkenzwam, doolhofzwam en zwavelzwam bij horen.
Hoewel je hem hier in het zuiden regelmatig vindt, is het in Nederland een zeldzame soort.

De zwam is een parasiet (op een levende boom), die na het afsterven van de gastheer verder leeft als saprofyt (dode boom). Het vruchtlichaam groeit vooral op stammen van naaldbomen, met name sparren, maar komt soms ook voor op berken, esdoorns en beuken. Het meerjarige vruchtlichaam is console- of hoefvormig en bereikt een lengte tot ca. 20 centimeter en maximaal een dikte van 15 centimeter.

Roodgerande houtzwam
Aan de bovenzijde is de paddenstoel concentrisch gecentreerd en bedekt met een gladde, harde toplaag van harsachtige substantie. Deze laag is eerst geel tot oranjerood gekleurd en krijgt na verloop van tijd een grijze tot grijszwarte kleur op het middelste gedeelte. De stompe groeirand is wit. De naam Roodgerand heeft dus niet de betekenis van een rode rand, maar rood met een (meestal witte) rand.

Paardenhaartaailing
De PAARDENHAARTAAILING (Gymnopus androsaceus) is een plaatjeszwam met een tot 6 cm lange draaddunne zwarte of bruine steel. De kleine vleeskleurige tot lichtbruin gekleurde hoed is gewelfd (doorsnee max. 1 cm) en heeft een ingedeukt roodbruin centrum. Zoals de naam al aangeeft is de steel taai en buigzaam en met een doorsnee van de steel van slechts 1 mm. is dit een moeilijk te fotograferen soort (voor mij tenminste) . Door deze afmetingen wordt hij meestal ook niet opgemerkt. Als de hoedjes door droogte ook nog eens sterk ineen schrompelen zijn bijna helemaal niet meer te vinden.

Paardenhaartaailing
Deze vrij algemene soort komt in groepjes voor in dennenbossen op voedselarme zandgrond en groeit met name op een grof strooisel van dennennaalden, schors, takjes, kegels en andere plantenresten Ook op voedselarme grond, in loofbossen en heidevelden. Verzuring en vermesting hebben naar het schijnt een negatief effect op de soort.

Roestbruine kogelzwam
Tot slot nog een foto van de ROESTBRUINE KOGELZWAM (Hypoxylon fragiforme). Deze bijzondere zakjeszwam komt voor op dode takken en liggende stammen van m.n. de beuk.

Deze zwammen heb ik gevonden in het Meinweggebied bij Vlodrop.
Als je de niet geplaatste foto's ook wil zien, moet je even HIER klikken.

Voor mijn andere paddenstoelenposts, kun je HIER klikken.




dinsdag 25 oktober 2016

Herfst 2016....... Paddenstoelentijd deel 2

Zondagmiddag 11 oktober verzorgde het IVN Weert e.o. weer haar jaarlijkse paddenstoelendag rond het NMC de IJzeren Man, Weert. Ik ben met een drietal dames van de paddenstoelwerkgroep op pad gegaan. Aangenaam gezelschap, maar bovenal fijn om mee te gaan met kenners, die me weer een en ander hebben bijgebracht. We zijn eigenlijk niet verder gekomen dan de tuin en het pad achter het NMC.
Opvallend veel paddenstoelen waren niet in optimale staat, waren verdroogd en niet “okselfris”. De dames vonden het met 35 soorten een magere "oogst", maar ik ben er uitermate tevreden over en ben weer wat wijzer geworden.In deze blog laat ik jullie een aantal gevonden soorten zien.

Gele korstzwam
De Gele korstzwam is een soort die het hele jaar te vinden is. Zoek bij loofhout wat vaak gestapeld ligt in de bossen. De leerachtige soms grote plakkaten, zijn oker-geel gekleurd.
Korstzwammen vind je op allerlei dood hout, dode bladeren maar soms ook op levend hout. Ze worden ook wel schorszwammen genoemd. De korstzwam lijkt als het ware vastgeplakt op het hout. Veel korstzwammen krullen om en vormen dan waaiers, dakjes of hoedjes. Met mooie kleuren als paars, geel, felblauw, roze, oranje of wit zijn ze veel te vinden tussen kreupelhout en op omgewaaide, langzaam vergane bomen.
Geschubde inktzwam
De Geschubde inktzwam en Grote kale inktzwam zijn de meest bekende en talrijkste van de 100 inktzwammen in ons land. In de "jeugd" is de 5-15 cm hoge hoed van de Geschubde inktzwam ei- tot klokvormig, wit met een lichtbruin, glad centrum en bedekt met licht omgekrulde schubben. De hoed scheurt later vanaf de rand in en vervloeit tot zwart. Ook de lamellen zijn wit in de jeugd, maar verkleuren later vanaf de rand via roze naar zwart. Als langs de randen scheurtjes ontstaan, komen er grote zwarte kleverige druppels uit. Elke druppel (inkt) bevat sporen en trekt vliegen aan, die voor de verspreiding zorgen.

Glimmerinktzwam
Als je de kenmerkende ietwat glimmende spikkeltjes op de hoed ziet, waar je dat we te maken hebben met de Glimmerinktzwam. Die spikkeltjes zijn de resten van het omhulsel (velum), die door de regen meestal al snel worden weggespoeld. Het is een veelvoorkomende inktzwam, met een voorkeur voor vochtige plaatsen en groeiend op dood hout van allerlei verschillende loofbomen.
Glimmerinktzwam
Ze staan vaak in bundels op stronken en bij vochtig liggend dood hout en als je die niet ziet, heb je te maken met zogenaamd “begraven” hout. Hout dus dat zich onder de grond bevindt.

Platte tonderzwam
Een Echte tonderzwam is bij iedereen wel bekend. Het is een zwakteparasiet; een paddenstoel die als parasiet een boom aantast bij een snoeiwond of afgebroken tak en daarna als de boom dood is, als saprofyt verder gaat. Minder bekend is deze Platte tonderzwam. De soort leeft dus ook eerst als parasiet op een levende boom, waar hij witrot kan veroorzaken en als de boom is gestorven leeft de zwam verder als saprofyt. De gegroefde knobbelige en indrukbare waaiervormige hoed kan wel 40 centimeter groot worden en is lichtbruin of kaneel- of grijsbruin tot zwart. Hij heeft een golvende, scherp wordende witte rand.
Platte tonderzwam
Aan de bovenzijde is de hoed vaak bedekt met een laag bruine sporen. Die verlaten het vruchtlichaam uiteraard via de buisjes aan de onderkant, maar luchtstromen die om de hoed heen buigen, voeren ze blijkbaar omhoog, waarna veel sporen op de hoed terechtkomen.

Gele aardappelbovist
De meest voorkomende paddenstoel bij de IJzerenman is waarschijnlijk de Gele aardappelbovist. Aardappelbovisten zijn buikzwammen. Dat zijn paddenstoelen die een bol, knol of zak vormen. De sporen zitten dus als het ware in een buik of maag. Vandaar de naam Buikzwammen.
Ze zijn algemeen in loof- en naaldbossen en je treft ze bij voorkeur aan op een zanderige bodem. Ze zijn vanaf de zomer tot diep in de winter door de aandachtige wandelaar te vinden.
Wortelende aardappelbovist
Ik trof er ook deze Wortelende aardappelbovist aan. Die heeft een stevige steel en stevige pseudowortels, geen pantervelletje en schubjes met opstaande randjes aan de zijkant en bovenop het vruchtlichaam. De kleurstelling is zeer variabel; geelbruin, grijsbruin, okerbruin. gelig tot bruin, met bruinige schubben. Er is daarin een enorme variatie.

Baardige melkzwam
Ook melkzwammen zijn veel voorkomende paddenstoelen in de IJzeren Man. Het mooie van een melkzwam is, dat er bij beschadiging "melk" wordt afgegeven. Je weet dan zeker dat het een melkzwam is. Bij een kneuzing of beschadiging gaan ze dus niet bloeden, maar geven melksap. Soms zelfs grote witte druppels.
Het lijkt op echte melk. Bij een aantal melkzwammen lijkt het op een milkshake. Daar is het dikkere melksap oranje, paars of geel. De kleur van melksap, kan iemand al een stuk verder brengen om de melkzwam de goede naam te geven. Oranje is mogelijk de Smakelijke melkzwam, geel de Zwavelmelkzwam, en paars de Peenrode melkzwam. Bij melkzwammen geldt als regel: alle mild smakende paddenstoelen zijn eetbaar. Weet echter wel wat je doet; de meeste soorten zijn giftig, of zijn zo bitter van smaak dat ze oneetbaar zijn. Meerdere soorten lijken ook op elkaar.Zo kan deze Baardige melkzwam worden verwisseld met de Donzige melkzwam. Dus "bezint eer ge begint".........
Baardige melkzwam
Een zo'n oneetbare melkzwam is de Baardige melkzwam (Lactarius torminosus). De Latijnse soortnaam torminosus betekent "kramp verwekkend" en dat is niet voor niks. De kleur van de hoed varieert van een bleke zalmkleurige gele kleur tot een bleek roze-oranjeachtige kleur. De diameter ligt tussen de vier en twaalf centimeter. De hoed is gewelfd tot vlak trechtervormig van vorm. De rand van de hoed krult naar binnen en is afgezet met een wollige en harige structuur. De lamellen zijn wanneer de baardige melkzwam jong is wit. Gedurende de levensloop verandert die kleur en worden ze wijnrood (of wijnrood met een crèmetint) tot oranje en uiteindelijk verbleken ze.Je vindt ze bijna altijd bij berken en in zeldzame gevallen op beuken.

Bruine ringboleet
Een boleet met een ring heet natuurlijk ringboleet! Deze Bruine ringboleet tref je aan op grazige plekken uitsluitend onder dennen. Het is een algemeen voorkomende soort. Hij heeft een halfbolvormige, donker- of chocolabruine tot oranjebruine hoed, die bij volgroeide exemplaren zo’n 12 cm breed kan worden. Bij vocht wordt de hoed vettig en kleverig. De Engelsen noemen hem niet voor niets “Slippery Jack” Oudere exemplaren zijn nogal sponzig en zitten vaak vol met larven.
Bruine ringboleet
Er zijn maar weinig buisjeszwammen met een ring. De Bruine ringboleet is één van de weinige. Die is eerst witachtig en wordt later bruinpaars. Met die prachtig bruinkleurende ring is de naam Bruine ringboleet gauw verklaard. De steel is boven de ring geelachtig.

Eikelbekertje
Als je dit kleine paddenstoeltje aantreft, weet je ook meteen waar het zijn naam aan dankt; je vindt het namelijk op oude, rottende en zwart geworden eikels op droge, zandige bodems. Het Eikelbekertje is een bekerzwammetje. Het vruchtlichaam is schotelvormig tot afgeplat en heeft een doorsnee van 0,5-1,5 cm. Het is op deze foto niet te zien, maar het staat op een donkerbruin steeltje.

Geelbruine spleetvezelkop
De naam "spleetvezelkop" heeft betrekking op het feit dat de hoedhuid tussen de radiaal lopende vezels gaat splijten bij het ouder worden. Dat is hier nog niet het geval. Deze Geelbruine spleetvezelkop is een van de variabelste wat betreft kleur, hoedvorm en grootte. De okergele, geelbruine tot donkerbruine hoed is 3 tot 7 cm breed en heeft een straalsgewijze, vezelige structuur. Bij veroudering spreidt hij zich vlakker uit. Hij is te vinden aan bosranden, langs bospaden, in laanbermen en in beschaduwde parken en tuinen, meestal bij loofbomen.

Gewone krulzoom
Ik vind het vaak moeilijk om een soort te benoemen. Op de kleur kun je in elk geval vaak niet te werk gaan. Ook niet op grootte, want die is erg variabel bij veel soorten. Dat geldt ook voor de Gewone krulzoom, met een doorsnede van 5 tot wel 11 cm. De hoed is wel altijd gewelfd.
Gewone krulzoom
Eé ding hebben al die verschillend uitziende krulzomen wel, namelijk de gekrulde zoom. Op de foto kun je deze ingerolde rand goed zien. Deze was omgevallen, zodat dat goed te zien was. Als je twijfelt kun je het beste met behulp van een spiegeltje even onder het randje kijken. Dan hoef je hem ook niet te plukken......

Kleine bruine bekerzwam (links) en Bruine bekerzwam (rechts)
Soms zie je vormen waarvan je denkt, is dit wel een paddenstoel? Als je dat denkt, is het heel vaak een zakjeszwam. Zakjeszwammen danken hun naam aan de manier van voortplanten. De sporen zitten namelijk in zakjes. Als de top van het sporenzakje open scheurt,worden de rijpe sporen met duizenden tegelijk weggeschoten en door de wind verspreid. Ik heb al eerder zakjeszwammen geplaatst. Denk bijvoorbeeld aan Oranje bekerzwam, Judasoor, Wimperzwammetje, Dodemansvinger, Geweizwam.

Op deze foto zie je 2 soorten naast elkaar. Bruine bekerzwammetjes (rechts) en de Kleine bruine bekerzwam (links). De Kleine bruine bekerzwam, met een doorsnee van ca. 2 cm, heeft veel weg van de Gekartelde bekerzwam. Hij heeft echter geen geen kartels, maar is donkerbruin behaard aan de rand. De binnenzijde is waterig grijsblauw tot crèmewit en de buitenzijde is geelbruin. Je vindt hem van de zomer tot de herfst in loof- en naaldbossenbossen en gemengde bossen tussen bladstrooisel of op kale humeuze grond. De Kleine bruine bekerzwam komt algemeen voor, maar is zo klein dat ie niet vaak opgemerkt wordt.

Kogelhoutskoolzwam of Vergroeide kogelzwam??????????
Ook dit is een zakjeszwam, maar ik heb bij deze soort mijn twijfels. Ik twijfel tussen een Kogelhoutskoolzwam en de Vergroeide kogelzwam. Deze zwam vond ik op een dode boomstronk. Het lijkt wel alsof er brand is geweest. Zoals zo veel zwammen maken ook Kogelhoutskoolzwammen verschillende stadia door. De Kogelhoutskoolzwam begint met een hard bruinrood vruchtlichaam en eindigt als broos "houtskool". Ook de Vergroeide kogelzwam wordt bij rijpheid zwart. Maar deze is kussenvormig omdat de zwammen aan elkaar zijn gegroeid en het oppervlak is knobbelig. Ik neig naar de Vergroeide kogelzwam, maar wie het zeker weet mag het zeggen.
Reuzenzwam
Tot slot nog deze Reuzenzwam, die ik zag op het grasveldje voor het zwembad. Zoals de naam al aangeeft, kan deze zwam heel groot worden. Als hij volledig is uitgegroeid, kan hij wel een meter in doorsnee bereiken. De paddenstoel heeft een sterke voorkeur voor beukenbomen, maar hoewel die aan de Kazernelaan groeien, kon dat hier niet nagaan, omdat hij groeide op een zgn. "begraven" boomstronk. Die onder de grond zit dus. De zwam kan zowel verschijnen op een levende boom (het is dan een parasiet), als op dood organisch materiaal. Dan is het een saprofyt.

Blogarchief