Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


vrijdag 6 december 2019

Herfst 2019.......Paddenstoelentijd deel 4: Honingzwammen

In deze post ga ik het hebben over honingzwammen. De naam hebben ze te danken aan de honinggele kleur van de Echte honingzwam. Van jonge exemplaren dan, want later blijft van die kleur niet veel over.
De verschillende soorten zijn in het veld in een ouder stadium soms moeilijk van elkaar te onderscheiden.

Honingzwammen (Armillaria) zijn plaatjeszwammen (Agaricales). Het zijn de "terroristen" in het bos; ze vallen namelijk niet alleen zieke of verzwakte bomen aan, maar ook gezonde. Meestal groeien ze echter op de grond nabij geïnfecteerde wortels, stam of stronk, maar soms vind je ze ook nog enkele meters hoog in geïnfecteerde bomen. Omdat een infectie niet te stoppen of te "genezen" is, is preventie de enige manier om de gevolgen van de honingzwam te voorkomen. Ik denk bijvoorbeeld aan voorzichtig zijn bij gras maaien rond de boom.

Echte honingzwam
Sombere honingzwam
Knolhoningzwam
In Nederland komen enkele zeldzame soorten voor: de Noordelijke honingzwam, de Moerashoningzwam en de Bleke honingzwam, maar ik ga het hebben over de 3 meest algemene: de Echte honingzwam (Armillaria mellea), de Sombere honingzwam (Armillaria ostoyae) en de Knolhoningzwam (Armillaria lutea).

Het organisme honingzwam bestaat uit een onzichtbaar deel in het hout (mycelium) en zichtbare vruchtlichamen; de paddestoelen dus. Deze vruchtlichamen bestaan maar een paar weken en hebben als doel sporen te verspreiden en zo voor vermeerdering te zorgen. Het is een parasiet welke levende bomen infecteert en daarbij houtrot (witrot) veroorzaakt. De boom zal hierdoor langzaam sterven en bovendien instabiel worden. Hoewel een boom vele jaren een infectie van de honingzwam kan compenseren is een infectie altijd dodelijk. Een infectie van de zwam is altijd het begin van het einde.

Rhizomorfen van de honingzwam
Zwammen vermeerderen zich door te gaan 'bloeien' met paddenstoelen en zo hun sporen te verspreiden. Honingzwammen hebben echter nog een andere manier om zich te verspreiden, namelijk via rhizomorfen. Dit zijn bundels draden van de zwamvlok die met een zwart melaninelaagje zijn omhuld. Het uitgebreide netwerk van rhizomorfen kun je achter de schors van zo'n dode boom nog zien.

Rhizomorfen van de honingzwam
Omdat die zwarte draden wel iets hebben van schoenveters, spreekt men in het Engels van “Shoestring fungus” (schoenveterzwam). Met behulp van de rhizomorfen kan een honingzwam grote afstanden overbruggen tussen verschillende bomen en zo steeds nieuwe bomen infecteren. Dat gaat met een snelheid van ongeveer één meter per jaar . Ze dringen tussen de bast en het kernhout van de stam (het zogenaamde cambium). Dit is het levende weefsel van de boom, waardoor het transport van water en voedingstoffen plaatsvindt. Hier breidt de zwam zich langzaam uit en doodt het levende weefsel. De boom redt het dan niet.
 
Rhyzomorfen van de honingzwam
Het mycelium van één enkele paddenstoel kan zich in de loop der tijd over een gebied van vele hectares uitstrekken en een ouderdom van vele honderden en zelfs duizenden jaren bereiken. In de Amerikaanse staat Oregon groeit een Sombere honingzwam die naar schatting 2400 jaar oud is en een ondergronds mycelium (zwamvlok) heeft met een omvang van maar liefst 890 hectare. Dat maakt deze schimmel het grootste levende wezen ter wereld.

Echte honingzwam
    

De Echte Honingzwam ( Armillaria mellea ) is een zwam die meestal in bundels groeit, op zowel dood als levend loof- en naaldhout. Vooral aan de voet, maar ook wel op stronken of wortels. Deze soort komt vooral voor op voedselrijke grond. De hoed van de Echte Honingzwam is overwegend geel tot bruinig geel gekleurd en bevat donkere, vezelige schubjes, die verdwijnen naarmate de paddenstoel ouder wordt. De kleur van de hoed verbleekt bij het opdrogen.

Echte honingzwam
    
De Echte honingzwam heeft een opvallende dikke witte ring, die niet vergankelijk is zoals die van de knolhoningzwam, heeft een gelige randzone aan de onderzijde en is fijn vlokkig. De steel loopt aan de basis taps toe en is meestal ook lichter gekleurd dan de hoed. Echte honingzwam geurt sterk onaangenaam. De sombere verspreidt een zwak fruitige geur die wat aangenamer is.

oudere exemplaren van de Echte honingzwam
Deze kenmerken zijn te zien als het nog jonge exemplaren zijn. Bij oudere honingzwammen is dit alles minder goed, of helemaal niet meer te zien.

oudere exemplaren van de Sombere honingzwam
oudere exemplaren van de Sombere honingzwam
Bij oudere exemplaren kan de Echte Honingzwam verward worden met deze Sombere Honingzwam ( Armillaria ostoyae ) en met de Knolhoningzwam ( Armillaria lutea ). De Sombere Honingzwam heeft echter nooit duidelijke geeltinten in de hoed. De hoed is ook grover geschubd, de lamellen zijn donkerder van kleur en de steel bevat vaak donkere schubjes.

Jonge Sombere honingzwammen
Echte honingzwam met opvallende ring
Het belangrijkste verschil met de Sombere Honingzwam zit echter aan de onderkant van de ring. Hoewel het niet altijd goed te zien is, bevat deze bij de Echte honingzwam een gele randzone, terwijl deze ring bij de Sombere Honingzwam bezet is met donkere vlokjes.

Jonge Sombere honingzwam
 De steel van de Sombere en ook van de Knolhoningzwam zijn aan de basis even dik of knolvormig gezwollen.

Sombere honingzwam
 De Sombere honingzwam (Armillaria ostoyae) is een paddenstoelsoort die zowel op naald- als loofhout kan groeien. Soms zijn dat dode stobben, maar meestal zijn het levende bomen of beter, de wortels van die bomen.

Knolhoningzwam
De knolhoningzwam is in tegenstelling tot de andere 2 géén parasiet, maar gaat een samenwerking aan met berken. Zo hebben beiden voordeel. Men noemt dat symbiose. De belangrijkste uiterlijke verschillen met de Knolhoningzwam zijn dat die gele velumresten op de steel en ring hebben zitten, hoewel dat niet altijd te zien is, en dan hebben we natuurlijk nog de knolvormige voet.

Knolhoningzwam
Deze ring is wel vergankelijker dan bij de andere 2 Honingzwammen. De steel bij deze soort is ook vaak sterk verdikt, maar dit is soms ook het geval zijn bij andere Honingzwammen. De Knolhoningzwam dankt zijn naam aan de knolvormige voet. Deze zit meestal verdekt in de bodem of onder de vegetatie.

Schubbige bundelzwam
 Ook wordt de Sombere honingzwam nogal eens verward met de Schubbige Bundelzwam (Pholiota squarrosa). Als je let op de grootte, de kleur en structuur van de hoed, de steel en lamellen, dan zie je de verschillen.

Oudere Schubbige bundelzwam
De hele paddenstoel is goudgeel van kleur met donkerder afstaande schubben die zowel op de hoed als op de steel zitten. Bij het ouder worden verkleurt ie meer naar bruin. Het is een in Nederland algemene paddenstoelensoort. Je vindt hem van september tot en met november in bundels op loofbomen in bossen en parken. De steel heeft een gladde top. Onder waar de ring is ingescheurd, is de steel roodbruin met bruine schubben. De lamellen zijn bleekgeel tot gelig bruin en staan dicht op elkaar. De sporen zijn roestbruin. De paddenstoel geurt naar radijsjes.
De zwam leeft net als de honingzwam als parasiet op de wortels en aan de voet van bomen en doodt deze. Het valt mij op dat vooral de Amerikaanse eik er gevoelig voor is. Nadat de boom is omgevallen, leeft de zwam verder in het hout als saprofiet.

dinsdag 19 november 2019

Zeven jaar “Weert en natuur”

Het is al weer 7 jaar geleden dat ik begon met "Weert en natuur". Om precies te zijn op 19-11-2012.  Dit is post nummer 287. Inmiddels is het totaal van 207.000 pageviews nagenoeg overschreden. Vorig jaar waren er circa 30.000 pageviews en ook dit jaar kom ik aan dat aantal. Gemiddeld werden dit jaar dus elke week bijna 600 pagina's bekeken en/of gelezen en dat "all over the world". Afgelopen maand waren het er maar liefst 3632 zoals je in onderstaand overzicht kunt zien. Een topmaand...


Opvallend was dat mijn recente post over "de ontstaansgeschiedenis van de IJzeren man" vaak bezocht werd. Het gebied was het afgelopen jaar ook volop in de belangstelling vanwege het beheer aldaar en dan met name vanwege een ingrijpende bomenkap. Ook de post over "Myxomyceten" werd vaak bezocht; ruim 1200 pageviews, evenals "Paddenstoelen in de winter" die 830 keer scoorde. Nog steeds staat "Otterontsnippering" echter bovenaan als meest bezochte post. Gevolgd door "Natuur(gebieden) in Weert". Dan zijn er nog de post over de  "Reuzenbalsemien," en  "Waarom is het water van het Blauwe meertje zo blauw ?"


Wat nog steeds achterblijft zijn helaas de volgers (20) en de reacties. Daar doe ik het uiteraard niet voor, maar toch ben ik eigenlijk reuze benieuwd wie die lezers dan wel zijn en wat ze er van vinden.....
Tegen de bezoekers zeg ik dan ook: Hartelijk bedankt voor je bezoekje, maar aarzel niet om te reageren en je aan te melden als volger. Het verplicht je tot niets. Een speciaal woordje van dank is gericht aan mijn meest trouwe "reageerders": Patricia, Roos en Helma.


In deze post wil ik een pleidooi houden voor onze insecten. Jammer genoeg beseffen de meeste mensen niet hoe belangrijk insecten zijn, voornamelijk omdat we ze als irritant beschouwen. We zijn ze vaak "liever kwijt dan rijk". De insectenwereld is echter, zo ontdek ik steeds weer, een boeiende wereld. Een wereld die helaas bedreigd wordt door allerlei negatieve ontwikkelingen van buitenaf. Wereldwijd onderzoek heeft aangetoond dat in de afgelopen 3 decennia 1 op de 4 insecten en bijna 75% van al onze vliegende insecten verdween ....... Oorzaken zijn stikstof, fosfaat, overmatig gebruik van pesticiden, verstedelijking, de manier waarop we landbouw bedrijven (vaak schaalvergroting met maar één gewas) en klimaat­verandering. Als deze achteruitgang in hetzelfde tempo doorgaat, zullen er over 100 jaar zelfs géén insecten meer zijn!.
Wat we blijkbaar nog niet goed beseffen, is dat wij het zonder insecten heel moeilijk gaan krijgen.
Insecten houden de wereld namelijk draaiende........


Anne Sverdrup, hoogleraar aan de Noorse Universiteit van Natuurwetenschappen en adviseur van het Noorse Instituut voor Natuuronderzoek, gaat zelfs nog verder. Zij beweert dat als de insecten verdwijnen, de mens ook verdwijnt !!!! Zij vindt insecten "een tandwiel in de natuur, die de wereld als een klok laat tikken.  Als dat tandwiel stuk gaat, stopt  de klok".

In "Terra insecta" schrijft ze onder andere: "Stel de wereld voor als een hangmat. Het verdwijnen van insecten is als de draden, die een voor een uit de hangmat worden gehaald. Nu ligt de mens nog comfortabel in de mat, hier en daar een gat is geen probleem. Maar te veel gaten zorgen voor instabiliteit en de uiteindelijke verbrokkeling van het ecologische evenwicht. Zo zullen wij ook verdwijnen als de insecten verdwijnen.
Dat is zeker.”


  

Waarom is het verdwijnen van insecten nou zo rampzalig?
Ze verwerken, net als paddenstoelen overigens, organisch materiaal; het zijn echte opruimers. Ik denk dan bijvoorbeeld aan soorten als de Gewone doodgraver en de mestkever. Zonder hen zou het een zootje zijn. Verder zorgen ze zo ook voor een gezonde bodem, zodat planten en bomen kunnen groeien.

    
Bijen, vlinders en andere fladderaars bestuiven niet alleen de bloemen in de vrije natuur, maar ook die van onze fruitbomen en van 75 % van de gewassen, die voedsel voor ons zijn!

Wie gaat dat doen als zij er niet, of in niet voldoende aantallen, meer zijn? Moet dat dan, net zoals nu al op tal van plaatsen in China gebeurt, handwerk voor de mens worden?

Wetenschappelijk onderzoek naar hun functioneren draagt ook bij aan medische vooruitgang. Als meest recent voorbeeld noemde ik in een vorige post de houtsluipwesp in Allemaal beestjes #13.

En tot slot zijn insecten vooral onmisbaar als voedsel voor talloze andere soorten dieren. Insecten (bijvoorbeeld vliegen en muggen) die wij vaak verwensen, zijn onmisbaar voor talloze vogels en andere insecteneters, die op hun beurt weer voedsel zijn voor hogere predatoren.

We staan er te weinig bij stil, maar insecten spelen dus een hoofdrol in de kringloop, "de kringloop van het leven". Zij vormen dan misschien de onderste laag van de voedselpiramide, maar als je die laag wegneemt, dan stort wel de hele piramide in. Een piramide waar ook wij deel van uitmaken.

Naar welke komkommer gaat jouw voorkeur uit en waarom?
Er is veel over te doen geweest het afgelopen jaar, maar na de alarmerende berichten dreigt het weer, zo lijkt het, op de achtergrond te geraken. Het stikstofprobleem lijkt ook meer een economisch probleem te zijn.
Wat we echter nog te weinig beseffen is, dat de sleutel van de ommekeer niet alleen bij de "anderen", zoals de boeren en de industrieën, ligt, maar bij iedereen. Ook bij ons dus.....
Als consumenten bepalen wij namelijk wat we eten en hoe dat eten wordt gemaakt. De agrariërs doen eigenlijk alleen wat door de consument wordt verlangd; groente en fruit leveren in "perfecte" staat; puntgaaf en zonder oneffenheden én liefst zo goedkoop mogelijk. Waarom geen biologische vorm van bestrijding, dus zonder tussenkomst van bestrijdingsmiddelen, zodat er wel meer "kneusjes" zijn, maar de akkers insectvriendelijker worden?  En jij kunt jouw kleine stukje groen rond het huis toch ook toegankelijk maken voor insecten!!!!

Door mijn posts over insecten hoop ik een klein steentje te kunnen bijdragen aan een ommekeer en je er van proberen te doordringen om je (vaak negatieve) kijk op insecten te herzien en te ontdekken hoe interessant en boeiend, maar ook hoe noodzakelijk deze insecten zijn.

Wil je wat posts van mij bekijken met als thema "allemaal beestjes", dan moet je HIER klikken.

zaterdag 2 november 2019

Herfst 2019.......Paddenstoelentijd deel 3: Myxomyceten.

Afgelopen jaar, schreef ik al iets over Myxometen of slijmzwammen die ik gevonden had.
Daar kun je onder andere lezen dat het geen paddenstoelen zijn, maar dat ze wel als zodanig behandeld worden. Dat kun je HIER nalezen.

Roodbruin netpluimpje
Het zijn onschadelijke organismen, die leven van o.a. bacteriën en schimmels. Niet van hout, dood materiaal of levende planten dus zoals bij paddenstoelen wel het geval is.

Beukenkalkkopje
De meeste slijmzwammen houden van vochtige omstandigheden en beschutte plaatsen. De meeste vind je dan ook uit het zicht van direct zonlicht en op natte voedingsbodems, zoals aan de onderkant van dode stammen. Hoewel ze zich in een natte omgeving ontwikkelen, mogen ze niet natregenen. Ze moeten beschut genoeg staan om de droge rijpe sporen door de wind te kunnen laten verspreiden.
Veel soorten vormen vruchtlichamen, die niet hoger zijn dan zo'n drie millimeter. De vruchtlichamen,die zorgen voor de verspreiding van de sporen, zijn er in heel veel verschillende stadia, kleuren en vormen. Een boeiende macrowereld.

Vandaag laat ik je er weer een aantal zijn. Het viel niet mee er met mijn cameraatje geslaagde foto's van te maken, maar ik denk dat het met deze getoonde soorten wel gelukt is.

Fopdraadwatje, Peervormig draadwatje  (rechts de Paarse wasporia, een buisjeszwam)
Fopdraadwatje (geel) en Peervormig draadwatje (wit)
Fopdraadwatje
Fopdraadwatje
Goudgeel draadwatje
Goudgeel draadwatje
Goudgeel draadwatje
Knikkend kalkkopje
Knikkend kalkkopje
Worstnetwatje
Worstnetwatje
Worstnetwatje
Peervormig draadwatje

Blogarchief