woensdag 27 augustus 2014

Naaktslakken

De bij mensen bekende slakken komen voor in de tuin en zijn landbewonend. Het zijn de enige weekdieren die ook op het land leven. Het lichaam van een slak bestaat grotendeels uit water; de slijmerige huid zorgt ervoor dat ze niet uitdrogen. Ze zijn op verschillende manieren in te delen; er zijn slakken mét een huisje (huisjesslakken) en slakken zónder huisje (naaktslakken). De meeste naaktslakken (Arion hortensis) zie je nooit, want ze leven onder de grond. Er zijn verschillende soorten, zoals weg-, aard-, akker- en kielslakken.
een zwarte Rode wegslak

Naaktslakken hebben nog wel een schelp(je), maar daar is hun huid overheen gegroeid. Slakken worden buikpotigen genoemd, omdat de spieren aan de onderzijde, de ‘buik’, voor de voortbeweging zorgen.
Het “gat” dat je ziet voor het midden  is de ademopening Die wordt Pneumostoma genoemd. Boven op de grote tentakels  zitten de ogen. De steeltjes onder de ogen  zijn de tasters, die geuren analyseren.
Rode wegslak
Bij verstoring trekken ze die tasters in, sluiten de ademopening en zetten een hoge rug op. Altijd leuk om kinderen dit te laten zien.

Ook de voortplanting van naaktslakken is heel bijzonder. Om dat te lezen, moet je deze post eens bezoeken.

Ze komen meestal na zonsondergang tevoorschijn, of na een fikse regenbui. Je ziet ze momenteel dan ook vaak. Meestal is het dan de grote of Rode wegslak en de Zwarte naakslak. De naam Rode wegslak is wel wat misleidend, want de kleur is variabel, van oranje tot knalrood, maar ook bruine, groengrijze en zelfs geheel zwarte exemplaren komen voor. Maar ze hebben wel altijd een rood/oranje rand rond de “voet”.
grote of rode wegslak
"rode" wegslak krimpt bij verstoring (let op de rood/oranje rand)
Veel tuiniers hebben een hekel aan de naaktslak, omdat hij aan blaadjes van planten knabbelt. (Naakt)slakken kunnen inderdaad een ware plaag zijn, maar toch heeft ook de naaktslak nut: hij maakt namelijk deel uit van de voedselketen, is een belangrijke opruimer van plantenresten, aas, paddenstoelen en schimmels en woelt de aarde om.
Rode wegslak
De Taurossen in het Wijffelterbroek stonden zielig wat voor zich uit te staren vanwege de druilerige regen, maar er waren ook dieren die in opperste stemming waren vanwege het weer. Zoals deze gewone wegslak, die heel wat toeren moet hebben verricht om tegen de lange stengel van het kweekgras op te “klimmen”
Uiteindelijk is die door gezwiept, maar deze acrobaat wist zich goed vast te klemmen. Dat gaf mij de gelegenheid om deze slijmbal ook eens ongestoord van de onderkant te kunnen bekijken.
Spaanse wegslak
Ik trof in het vochtige loofbosgebied aan de Kettingdijk, deze wat minder vaak voorkomende Spaanse wegslak aan. Deze is nog niet zo lang geleden vermoedelijk meegekomen met geïmporteerde groente uit het Iberisch schiereiland en heeft zich over heel West- en Noord-Europa verspreid en kruist succesvol met onze soorten. Naar het schijnt zijn deze gekruiste slakken extra schadelijk.

De Spaanse wegslak (Arion lusitanicus) heeft ook een zeer variabele kleur maar is meestal bruinachtig, roodachtig of oranjegeelis. Ook lijkt hij vaak (zoals hier) op de Zwarte wegslak. De zijkant van de zool wijkt af van die van de Rode wegslak; die is namelijk vaak oranjebruin met donkere dwarsstreepjes.
Deze soort is eigenlijk alleen van Rode wegslak (Arion rufus) te onderscheiden op grond van anatomische kenmerken. Ik vermoed dat dit een Spaanse wegslak is, maar kan er ook zo maar naast zitten. Zou het niet eens tijd worden om gewoon te spreken van de Wegslakken, zeker omdat er kruisingen tussen de Rode- en Spaanse wegslak zijn?
Bosaardslak
De Bosaardslak (ehmannia marginata) is een Europese naaktslaksoort uit de familie van de aardslakken. Deze soort wordt vooral in de bossen in de oostelijke helft van ons land gevonden en is het algemeenst in Zuid-Limburg. Ik vond deze in de Tungeler Wallen. Het uiterlijk komt vochtig en gelatineus over. De slak bereikt een lengte van 2,5 en kruipend (gestrekt) tot 8 centimeter. Hun kleur is licht grijsbruin, met lichte strepen of vlekken en twee donkere banden op de rug. De rug is donkerder in het midden en heeft een band aan de zijkant. Het slijm van de Bosaardslak is kleurloos. 
Bosaardslak
 Ze houden van loofbossen, vooral onder de schors van dode bomen, maar je kunt ze ook vinden bij grove dennen. Daar leven ze van algen, korstmossen en ook schimmels en paddenstoelen. Tijdens langdurige droogte kruipen ze in de bodem, of verstoppen zich onder stammen of schors. Als het regent, kruipen ze omhoog in de boomtoppen van de bomen om te snoepen van algen.
Oranjebruine wegslak snoepend aan een korstzwam
Deze Oranjebruine wegslak (Arion subfuscus) is te verwarren met de Bruine wegslak (Arion fuscus) Niet iedereen is het er over eens dat het om twee aparte soorten gaat. Om deze soorten te kunnen onderscheiden is anatomisch onderzoek gewenst. Waarschijnlijk komt deze het meest voor in het oosten en uiterste zuiden van Nederland, maar dit moet nog onderzocht worden.  Ik hou het maar op de Oranjebruine. Ze worden voornamelijk in ouder bos in een zure omgeving zoals dennenbos of heidevelden gevonden.

1 opmerking:

  1. Leuk Blog Gerard. Ik kijk ook altijd met bewondering naar deze dieren. En met de afgelopen natte dagen is het goed opletten waar je loopt om niet per ongeluk een slak plat te trappen.

    BeantwoordenVerwijderen