dinsdag 8 juni 2021

Gewone dotterbloem

De Gewone dotterbloem (Cáltha palústris) is ook bekend als "Moerasgoudsbloem" en "Koningskop" (Engels: Kingscup). De naam Goudsbloem vind ik persoonlijk nogal verwarrend, aangezien er ook een echte Goudsbloem is, maar dat terzijde. Het is een kleine tot middelgrote overblijvende kruidachtige plant van de Ranonkel- of boterbloemenfamilie. Net zoals de boterbloem, zijn de bladeren en knoppen van de dotterbloem giftig. Je vindt ze in zonnige tot halfbeschaduwde moerassen, vennen , langs beekjes, sloten en in broekbossen. In een natte omgeving dus. Het is geen probleem als ze met de voeten in het water staan. Je treft ze daarom dan ook aan in het rivierengebied en in de laagveengebieden. In de rest van Nederland schijnt de Gewone dotterbloem zeldzaam tot zeer zeldzaam te zijn.  De foto’s die je in deze post ziet heb ik genomen in de Roukespeel in Swartbroek, in het Wijffelterbroek in Altweerterheide en in het Weerterbos.Aan het hele uiterlijk, of habitus, van de plant zie je al meteen dat ze wel op boterbloemen lijkt maar er toch ook wel weer behoorlijk van afwijkt.

De bloem ontleent zijn naam aan het Duitse "Dotter" en het verwante oude Middelnederlandse "doder" (dodre). Dit betekent "dooier", daarmee verwijzend naar zijn gele kleur. De naam "Goudsbloem" daarentegen verwijst niet zozeer naar de kleur van de bloem, maar naar het gebruik ervan in de middeleeuwse kerken met Pasen als eerbetoon aan de Maagd Maria,zoals in "Maria-goud". De Engelsen noemen haar "Marsh marigold bloom".
Zoals gebruikelijk bij de boterbloemfamilie staan er meestal veel meeldraden rondom de vruchtbeginsels. De soort bloeit tussen april en augustus. Afhankelijk van het weer en de standplaats, kun je ze echter ook al aantreffen medio maart. Omdat de bloemen zowel nectar als grote hoeveelheden stuifmeel produceren,is het een dankbare plant voor vroege insectenbezoekers. Ze worden meestal bestoven door zweefvliegen.
De bladeren zijn over het algemeen hart- of niervormig. Er zijn vier tot negen (meestal vijf) bloembladachtige, felgekleurde- dooiergele- en eivormige kelkbladeren. Na de bloei vallen de typische, een beetje peulvormige kokervruchten op. Ze hebben wel iets weg van een soort kroontje op een stengel. Zou dat de verklaring zijn voor de naam "koningskop"???? De rijpe zaden blijven drijven, waardoor de plant zich gemakkelijk langs de oevers van beken en sloten verspreidt.
Speenkruid

De dotterbloem wordt nogal eens verwisseld met een andere ranonkelachtige, namelijk het Speenkruid. In de post van april 2013 over het Speenkruid, heb ik hier ook al op gewezen. De Dotterbloem tref je, zoals ik al zei,  meestal aan in een natte omgeving, terwijl dat bij het speenkruid meestal niet het geval is. De meest opvallende verschillen zijn echter het aantal bloemblaadjes en de vorm ervan. Het speenkruid heeft meer bloemblaadjes en ze zijn puntiger van vorm dan die bij de Gewone dotterbloem. Ze zijn ook kleiner. Ook de bloeitijd is anders; speenkruid laat zich als eerste zien. Meestal al in begin maart, maar in zachte winters kun je ze zelfs al in februari aantreffen.

4 opmerkingen:

  1. Hoi Geer.

    Ik vind het leuke lente/zomer bloemen.

    Groettie van Patricia.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. brengen idd kleur in moerassige gebieden

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Vrolijke bloemen. IK zie er hier ook gele maar ik weet niet welke.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Op dit moment staan aan de waterkant en in het water de Gele lis en Gele plomp ook in bloei Caroline. Mogelijk dat het een van die is... Kijk anders eens bij:
    https://wildebloemen.info/pages%20overig/resultkleur.php?color=geel&bloemvorm=alles&maand=0

    BeantwoordenVerwijderen