Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


zaterdag 23 december 2017

Herfst 2017.......Paddenstoelentijd deel 11

Zoals je ongetwijfeld gemerkt hebt, heb ik de afgelopen tijd veel tijd en energie besteed aan paddenstoelen. Dit is dan ook al de 11e post. Ik vond het prachtig om te doen, maar soms ook moeilijk om er de juiste naam en informatie bij te plaatsen. Het is me (vaak met hulp van de paddenstoelengroep), toch goed gelukt.
Daarom heb ik dit jaar ook ruim 500 foto's kunnen plaatsen op fotosite Flickr.
Die kun je bekijken door op deze LINK te klikken.

Hoewel de "echte" winter zich nog steeds niet laat zien, loopt het seizoen toch zo'n beetje op zijn einde. Ondanks dat er nog steeds taaie rakkers te zien zijn, denk ik toch dat het dit jaar de laatste post wordt.
Of het moet een post zijn die ik alleen wijd aan korstzwammen, want daar heb ik nog niets van geplaatst.

In deze post ook geen toelichting er bij zoals je van me gewend bent, want de exemplaren die ik hier laat zien, zijn voor mij onbekend gebleven. Ik wil wel een poging wagen bij een aantal, maar twijfel sterk.
Ik hoop dan ook dat ik suggesties krijg.

1a  Kortstelige veldridderzwam??????
1b Kortstelige veldridderzwam??????????????????
2  elzenkrulzoom?????????????
3
4a   bleekgele bundelzwam???????????????
4b
5 boomgaardvuurzwam of Inonotus tamaris????????????
6  rimpelende melkzwam???????????
7
8
9a lila gordijnzwam???????????
9b
10  honingwasplaat?????
11a     zwartvoetkrulzoom?????????????????
11b
12        zwartwitte veldridderzam????????????

woensdag 13 december 2017

Herfst 2017.......Deel 10, Oranje oesterzwam

In deze post wil ik het hebben over een wel heel bijzondere soort, namelijk de Oranje (schijn)oesterzwam.
Op de site van NVM Verspreidingsatlas Paddenstoelen   was te zien dat ie eind 2017 pas op 42 plaatsen in heel Nederland  was waargenomen, waarvan slechts op 4 plaatsen in Limburg!

Oranje (schijn)oesterzwam
Het heeft even geduurd voor ik er achter kwam, dat we hier met een bijzondere soort te maken hebben. Niet zo vreemd eigenlijk, want oorspronkelijk komt de Oranje Schijnoesterzwam (Phyllotopsis nidulans)  niet voor in ons land, maar in Noord Amerika. Daar kent men hem als "Orange mock oyster".
Deze soort, die ik op de Houtsberg in Nederweert-Eind vond, is pas in 2007 voor het eerst in ons land waargenomen. De naam "Oranje oesterzwam" is hier ook toen pas bedacht.
Geen wonder dus, dat ie in de meeste paddenstoelenboeken (nog) niet te vinden is.

Ik vond hem op internet, maar wist niet goed raad met die naam en had dus mijn twijfels. Ook de paddenstoelengroep was er in eerste instantie niet van overtuigd dat het een oesterzwam was, zoals de naam eigenlijk suggereert.

Oranje (schijn)oesterzwam
Uiteindelijk vonden we een exemplaar met veel overeenkomsten in het boek “Pilze der Schweiz” van Breitenbach/Kränzlin  met de naam "der Orangeseitling” (Phyllotopsis nidulans). Maar toen wisten we nog niet wat het was. Met behulp van de Latijnse naam kwam ik er thuis op het internet pas achter, dat we hier inderdaad te maken hebben met de Oranje oesterzwam. Hoewel deze houtzwam wel een beetje op een gewone oesterzwam (Pleurotus) lijkt, zijn er toch te veel verschillen.  Zo is deze soort o.a. gelobd, heeft oranje plaatjes, is donzig behaard, is als rubber zo taai en buigzaam. Geen echte oesterzwam dus. Vandaar dat ie ook wel Schijnoesterzwam wordt genoemd......

Oranje (schijn)oesterzwam
In eerste instantie werd ie ook geplaatst bij de taaiplaten, schelpzwammen en oorzwammetjes (crepidotus). Pas later is deze prachtige paddenstoel ondergebracht in een eigen geslacht. Er is dus maar één soort Phyllotopsis op de hele wereld bekend. Deze paddenstoel kan dood hout van allerlei soorten bomen aantasten. Hij werd eerder aangetroffen op de populier, beuk en esdoorn, maar ik vond hem op een dode berkenstam.

onderkant van de Oranje (schijn)oesterzwam
De hoeden bereiken een breedte van zo'n 11 cm en staan tot 7 cm van het hout af; de randen zijn gelobd. Ze zijn dicht bedekt met (plukjes) "haar". Alleen de lobben zijn wat kaler. Bij de lobben is de oorspronkelijke kleur nog het beste te onderscheiden: bleekoranje. De lamellen zijn mooi oranje van kleur. Vooral de opdrogende exemplaren ruiken sterk naar (rottende) kool.

Oranje (schijn)oesterzwam
De laatste 3 foto's zijn een week later bij een 2e bezoek genomen. Door de regen zijn deze exemplaren  doorweekt en daardoor  iets anders van kleur en kwaliteit.  Als ze nat zijn is wel goed te zien dat ze donzig behaard zijn, wat ook heel bijzonder is. Hij kan net als de oesterzwam de winter goed overleven, maar in tegenstelling tot de echte oesterzwam is deze soort niet eetbaar. Het is tenslotte een schíjnoesterzwam...

donderdag 7 december 2017

Herfst 2017.......Paddenstoelentijd deel 9

In deze post zie je bekende en minder bekende soorten. Ik wil je vooral attenderen op de informatie over het eetbare Stobbezwammetje en het sterk gelijkende, maar zéér giftige Bundelmoskopje.
Ook hebben paddenstoelen soms een signaalfunctie. Ik denk bijvoorbeeld aan soorten als de Oesterzwam en het Fluweelpootje, die steeds vaker in verband worden gebracht met de steeds verder oprukkende en gevreesde kastanjebloedingsziekte.  Of eigenlijk beter: "je bent waarschijnlijk te laat als je ze ziet!!!"

Spikkelplooiparasol
De hoed van de vrij algemene Spikkelplooiparasol (Leucocoprinus brebissonii) is bol- of eivormig tot uitgespreid, en heeft een vlokkige rand. De doorsnede van het hoedje is slechts 15-30 mm, is mat, met vezelige, donkerbruine tot zwarte schubjes op een witte ondergrond. Het centrum is grijs- tot zwartbruin. De dunne, gladde, witte steel heeft oorspronkelijk een ring, maar deze spoelt meestal al snel weg. Je vindt hem op zeer humusrijk of met grof strooisel bedekte bodem, vooral in loofbossen. Vergeleken met de rest van het land, tref je hem hier minder aan.

vrijdag 1 december 2017

Herfst 2017.......Paddenstoelentijd deel 8

Ik merk dat het me steeds beter af gaat wat betreft het herkennen van paddenstoelen. Toch zijn er geslachten waar ik grote moeite mee blijf houden, omdat er zoveel verschillende soorten van zijn.
Denk bijvoorbeeld aan de Russula's. Er zijn meer dan honderd soorten, die algemeen voorkomen in Nederland en Vlaanderen. Ook van Mycena's en Franjehoeden zijn er in Nederland meer dan 100 soorten elk, dus probeer maar eens te ontdekken welke het zijn??????

Helmmycena (links) en Langsteelfranjehoed (rechts)
Aan vooral de hoed, het postuur en de lange dunne steel kun je bijvoorbeeld afleiden, dat de paddenstoel waarschijnlijk bij de Mycenafamilie hoort, maar toch ligt hier verwisseling op de loer. Zoals bijvoorbeeld met deze franjehoedjes.  Franjehoedjes hebben ook een lange dunne steel, zijn ook klein, dunvlezig en fragiel en bezitten ook zelden een ringetje. Dat is hier op deze foto te zien. Links zien we namelijk de Helmmycena, maar het bruine bundeltje rechts is de Langsteelfranjehoed. Donkere tot roodbruine, bruine, grijze en bleke kleuren met overgangen voeren dan wel de boventoon, maar de meeste soorten verbleken vaak sterk onder droge omstandigheden en zien er dan weer anders uit dan bij vochtig weer. 
bleke franjehoed
Er is meestal dus meer nodig dan alleen het uiterlijk om een geslacht te herkennen De zeer algemeen voorkomende Bleke franjehoed (Psathyrella candolleana) is meestal wel goed in het veld te herkennen, maar er zijn meerdere soorten franjehoeden die niet met zekerheid van elkaar te onderscheiden zijn, ook al omdat ze "dubbelgangers" lijken te hebben. Van de 108 Nederlandse franjehoeden moet (als puntje bij paaltje komt), bij bijna 90 soorten de microscoop eraan te pas komen om 100% zeker te zijn.
oudere Bleke franjehoed
Hoewel deze groep zijn naam aan de franje op de hoedrand ontleent, kun je daar niet altijd op vertrouwen, want die is bij veel soorten alleen in het eerste prille stadium te zien. Al met al dus ook een geslacht van soms moeilijk uit elkaar te houden soorten.
  
De paddenstoelen die je hier ziet, zijn ook exemplaren van de zo variabele Helmmycena (Mycena galericulata). Weer zo anders dan op de eerste foto....

Als het je al gelukt is te ontdekken dat het een mycena of franjehoed is, is het dus nog altijd de vraag welke het is!  Ondanks o.a. de "Grote paddenstoelengids voor onderweg" en het internet ontbreekt het mij in elk geval aan al die kennis en zal het nog wel een hele tijd duren voor ik daar wat meer kaas van heb gegeten, maar desondanks beleef ik er veel plezier aan. De wandelingen met de paddenstoelengroep ervaar ik dan ook eigenlijk meer als een uitje, waar ik, als bijkomend voordeel, iets van kan opsteken....
Smeerwortelmycena
Het geslacht Mycena zijn dus vaak van die kleine fragiele paddenstoeltjes, die al bijna breken als je er alleen al naar kijkt. Het zijn sierlijke paddenstoeltjes met lange dunne steeltjes en kegel tot klokvormige hoedjes. Deze zwammetjes hebben geen manchet. Ook kenmerkend voor de vele mycena’s zijn de bleke lamellen en de witte sporen.

Dit kwetsbaar uitziend paddenstoeltje, de Smeerwortelmycena (Hemimycena candida) leeft in symbiose met slecht één specifieke plant namelijk de smeerwortel. Van belang is dus soms ook wáár je hem vindt.
Graskleefsteelmycena
Dennenkleefsteelmycena
Zo heeft elke soort zijn eigen specifieke kenmerken, die belangrijk zijn om te kunnen bepalen wat het is., maar denk hierbij ook eens aan de geur en smaak. De Graskleefsteelmycena (Mycena epipterygia) bijvoorbeeld. heeft een kleverige en gelatineuse steel en hoedhuid , net als de Dennenkleefsteelmycena (Mycena epipterygioides), maar die ruikt niet naar vers gemaaid gras, maar naar snijbonen!!!!
Andere soorten ruiken weer naar radijs of chloor. De reuk is dus een indicatie, maar raak er maar eens wijs uit...
Witte Melksteelmycena
Sommige soorten hebben melksapbuisjes, waardoor bij nat weer en beschadiging een wit of rood sap naar buiten komt. Bij oudere exemplaren is er overigens geen melksap meer voorhanden.
Dat maakt het dan voor het bepalen van de soort soms weer moeilijker.

Maar als de steel, hoed of lamellen een wít melksap afscheidt, heb je met een Melksteelmycena (Mycena galopus) te maken. Er zijn 3 soorten, de Gewone-, de Witte- en de Zwarte melksteelmycena.
zwarte melksteelmycena
Grote bloedsteelmycena
Een andere soort waar je sap kunt zien, is de Grote bloedsteelmycena (Mycena haematopus). Bij beschadiging scheidt deze een donkerrood-bruin vocht (“bloed”) af . Deze algemene soort groeit meestal in groepen of bundels. Je vindt ze normaal gesproken op dood hout en schors van loofbomen, vooral op beuken- en eikenhout. Het kleinere broertje de “Kleine bloedsteelmycena” daarentegen groeit op de grond.

Het mag dus duidelijk zijn dat je er met uiterlijk alleen vaak niet uit komt. De plek waar hij groeit, de reuk, de smaak en tal van andere kenmerken zijn vaak ook van belang om de soort te bepalen.
Tot slot zie je hieronder nog een paar andere soorten mycena's, met elk weer hun eigen specifieke kenmerken.
draadsteelmycena
roestvlekkenmycena
blauwgrijze schorsmycena
grijsbruine grasmycena
streepsteelmycena


Blogarchief