Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers

COPYRIGHT.. Zonder mijn toestemming mag geen gebruik worden gemaakt van mijn foto's en tekst.......


Posts tonen met het label natuurmonumenten. Alle posts tonen
Posts tonen met het label natuurmonumenten. Alle posts tonen

woensdag 5 november 2014

Weerter Kempen

De Kempen moet je niet verwarren met het grensoverschrijdende Natuurpark Kempen~Broek.
Het 25.000 ha. grote Kempen~Broek, dat trouwens een verzonnen naam is, strekt zich uit over de grens van Belgisch- en Nederlands Limburg en Noord-Brabant. Een groot gedeelte van het natuurpark ligt in de zogenaamde "Vlakte van Bocholt" , aan de voet van het Kempisch Plateau en gaat in het noorden over in de dekzanden van de Kempen in N.-Brabant.

De Kempen is ook de naam van een landbouwgebied in de gemeente Weert, maar daar wordt niet het gebied mee bedoeld, waar Natuurmonumenten het in haar "Natuurvisie Weerter Kempen" over heeft.....

Natuurmonumenten heeft een aantal Weerter natuurgebieden (deels of helemaal) in eigendom. Dit zijn:
Kruispeel, Wijffelterbroek, Kettingdijk, Areven,Krang, Laurabossen, Loozerheide, Stramprooierheide, Tungelerwallen en Weerterheide.

In de nieuwsbrief Natuurmo(nu)mentje van mei 2013 las ik, dat men bij de gepresenteerde natuurvisie van enerzijds Areven, Tungelerwallen, en anderzijds Kruispeel, Laurabossen, Kettingdijk en Wijffelterbroek spreekt over  "Natuurvisie Weerter-Kempen". Deze benaming kan toch echt niet. Hier gooit men een aantal gebieden op een hoop bij elkaar en de eigenlijke en enige echte Weerter-Kempen die we rijk zijn, staat daar niet eens bij. .......... Zowel historisch als geografisch  vind ik deze benaming een GROTE BLUNDER.

Altweerterheide is als dorp pas na de ontginningen na 1900 tot ontwikkeling gekomen en is dan ook niet rijk gezegend met veldnamen. En nu heeft men natuur- en landbouwgebied "de Kempen" dat op de grens van Altweerterheide en Lozen ligt, de nietszeggende kadasternaam "Q-percelen" gegeven.
Erger kan bijna niet................

Weerter-Kempen is echter geen verzonnen naam, want binnen de Weerter grenzen ligt wel degelijk een gebied dat de naam "de Kempen" draagt. En dat is in Altweerterheide.......

Belgische-  en de N. Brabantse Kempen
De benaming die Natuurmonumenten gebruikt, werkt om die redenen dan ook alleen maar verwarrend.

Op het kaartje zie je de Belgische Kempen en de N.Brabantse Kempen. De naam Kempen is een vervorming van het Latijnse Campinia of Campina, wat "open ruimte" betekent (campus = vlakte). Hét kenmerk van de Kempen is de zanderige bodem, waardoor het tot omstreeks 1960 grotendeels bedekt was met heide, eikenbos, vennen en veengebieden.

Het is geografisch gezien, de streek in het noordoosten van België en het zuidoosten van Nederlandse provincie Noord-Brabant ten zuiden van de lijn Eindhoven-Tilburg én...een heel klein stukje Weert..
Wat betreft Weert, is de Zuid-Willemsvaart nú de geografische grens met de Kempen,  zodat alleen nog de Weerterheide en de Loozerheide in het Kempengebied liggen.....

Op oude kaarten van het gebied is echter ook te zien, dat vóór de aanleg van de Zuid-Willemsvaart (de jaren 1821-1826) en de Afscheiding Nederland- België (de jaren 1830-1839) het uiterste puntje van de zanderige Kempen tot aan het moerassige Bocholterbroek  liep. Ook de latere Kettingdijk maakte daar deel van uit.
Op nieuwere kaarten zie je de naam Kempen nog steeds, maar is het gebied gesplitst in een  Weerter en een Lozer deel.  Het is het gebied langs de grens tussen Zuid-Willemsvaart en de later ontgonnen Kettingdijk en aan Belgische zijde tussen de Zuid-Willemsvaart en het Lozerbroek. De weg die het gebied in tweeën splitst heet Kempenstraat.

Op deze kadasterkaart (1811-1832) zien we de "Kempen" liggen bij de gemeentegrens van Weert-Budel en Weert-Lozen (Weert, sectie Q genoemd). Nederland en België zijn dan nog één koninkrijk. We zien aan beide zijden van de nog te graven Zuid-Willemsvaart de naam "Kempen" vermeld. Door de aanleg van het kanaal wordt het uiterste puntje van de Kempen dus als het ware "afgesneden" van de Brabantse Kempen.

Opvallend op deze kaart is de doorgaande "Weg van Loozen naar Weert" en de "Dijk" door 't Mèrling (de latere Laurabossen) naar de Diesterbaan en de talloze vennen en vennetjes als Tipelsven, Raafslag Loozenderven, Keekven, Papeven, Langven en Zwartwater. Door de latere ontginningen en het dichtgooien van de vennen, is hier nu niets meer van terug te vinden.

Ook opvallend vind ik de naam "gemeente Broek" (rechts onderin). Hierin bevinden zich de huidige Kettingdijk, Vetpeel en Wijffelterbroek oftewel het "Brook". Samen met de Kalverpeel en Spekke vormen deze 3 gebieden het "Achterbroek".
 "Gemeente"  heeft hier de betekenis van het toponiem "gemeynt" dat "gemene grond" betekent; de aanduiding voor gemeenschappelijk gebruikte woeste grond. In dit geval dus het "Broek".
De bewoners hadden (tegen betaling) gebruiksrechten voor bijvoorbeeld het laten grazen van runderen of schapen, het verzamelen van strooisel, het steken van turf en het uitzetten van bijen. Daarnaast vielen hier vaak ook het jachtrecht en het visrecht onder. Het is bekend dat er vroeger op 't "Brook" gevist werd.

Op deze oude Waterstaatskaart van 1877 staat bij de "Kempen": "2500 ha. op Nederlandsch gebied". Hiermee wordt bedoeld, dat Belgische grondeigenaren ook heel wat grond bezaten op Nederlands grondgebied. Dat was ook het geval aan de andere kant van het kanaal.

Belgen dus met percelen in Nederland. Niet zo vreemd eigenlijk, want dat zag je overal na de definitieve erkenning van de Belgische onafhankelijkheid in 1839 (Verdrag van Londen). Dat gebeurde natuurlijk ook andersom. Dus Nederlanders met grond in België. Dit was bijvoorbeeld het geval in het Stramprooierbroek, dat nagenoeg helemaal op Belgisch grondgebied was komen te liggen. Ondanks de grens bleven talrijke Stramproyer boeren eigenaar van percelen in België.

Tot aan WO I was alles aan beide zijden van het kanaal bebost tot Lozen toe.  
In 1915 kocht de Belgische Boerengrond  de grond aan beide kanten van de grens van Ridder de Bellaing uit Rotem-Dilsen en richtte de "Heidemaatschappij" op.  De bomen aan beide zijden van de grens  werden weggekapt.  De heide werd grondig afgebrand en de grond werd met een "mollebert" (een grote ijzeren bak, waarmee geploegd en geëgaliseerd werd.  Om in de oorlog langs de grens goed te kunnen patrouilleren, werd niet alleen de Dodendraad of Dodenhek aangelegd (de draadversperring langs de grens tussen het bezette België en het neutrale Nederland), maar ook een onverhard pad. Dit is de huidige Kempenstraat.
Vanwege financiële problemen en later een faillissement van de "Heidemaatschappij", werd de grond in 1925 te koop aangeboden. Een van de kopers was Jan Claes, die wel de grootste pionier van de Kempen genoemd mag worden. Andere families waren o.a. Bollen, Kiggen, Habets, van de Winning en Gielen. Het pad was een "eigen weg", die de bewoners zelf in goede staat moesten houden. In 1952 heeft Bollen de grot met O.L. Vrouw gebouwd. Deze ligt aan de overkant van grenspaal 167.

Ik hoorde van de 90 jarige zoon van Jan Claes, die al zijn hele leven op de Kempen woont, hoe de verkoop toen in zijn werk ging. Toen de Belgische Boerenbond de grond namelijk te koop aanbood, werd de koper verplicht om net zo veel grond aan Nederlandse als aan Belgische kant te kopen. Als een landbouwer dus bijvoorbeeld 10 ha. grond kocht, lag 5 ha. in het Belgische deel en 5 ha. in het Nederlandse deel. De reden daarvoor was, dat de grond op het Nederlandse deel zo slecht was, dat niemand die wilde. De Boerenbond loste dat probleem dus op een wel heel bijzondere manier op, maar zo groeide de Kempen wel uit tot een klein "grensoverschrijdend" landbouw- gebied en is de naam in zowel Nederland als België behouden gebleven.
Kempenstraat met links de hoger gelegen "Weerter Kempen" met bos-, weiland- en akkerpercelen

Op het bord dat "Regionaal Landschap Kempen en Maasland" aan de grens bij het kanaal geplaatst heeft, wordt vermeld dat de naam "De Kempen" bedacht zou zijn door een zekere Louis Ceyssens.
Deze uit het Belgische Heusden afkomstige man, woonde vlak na de Eerste Wereldoorlog aan de overkant van het kanaal en had hier een logement en winkeltje voor de schippers. Tevens maakte hij de doorvaart- bewijzen van de schippers in orde en hij zou, zo beweert Regionaal Landschap Kempen en Maasland tenminste, degene zijn geweest die als eerste de naam “De Kempen” heeft gebruikt!
Dit "verzinsel" is ook te lezen in het onlangs verschenen prachtige Kempen~Broek boek.
Het zal met de kadasterkaart uit 1811-1832 duidelijk zijn, dat deze verklaring voor "De Kempen" niet correct is.

Kempenstraat met rechts de lager gelegen "Lozer Kempen" met vnl. akkers en weilanden

Samenvattend:
De Kempen in Weert, is dus het grensoverschrijdend gebied, in het uiterste puntje van België en Nederland aan de Zuid-Willemsvaart. Het is een laatste stukje "Brabantse" Kempen dat zowel in Belgisch- als Nederlands Limburg ligt. Het is het gebied in het Belgische Lozen tussen kanaal en de Lossing en Lozerbroeksbeek, dat voornamelijk bestaat uit lager gelegen akkers en weilanden (34,5-35,5 m. NAP) en het hoger gelegen akker- en bosgebied, tussen Kettingdijk en het kanaal aan de Nederlandse kant (36-38 m. NAP). Op de hoogtekaart bij mijn post over het Natuurontwikkelingsproject Kettingdijk, zijn de grote hoogteverschillen goed te zien.

Het gebied dat wij met recht wél de "Weerter Kempen" kunnen noemen, is niet wat Natuurmonumenten in haar "Natuurvisie Weerter-Kempen" voor ogen heeft. Datzelfde geldt ook voor het gebied dat door Ark naar de kadasternaam "Q-percelen" wordt genoemd. De weinige oude perceelnamen die Altweerterheide rijk is, moeten we in ere houden. Hoog tijd dus om dat aan te passen.......

In een volgende post zal ik wat meer over de Kempen vertellen. Dus zowel over de Kempen in Weert als de Kempen in Lozen.

zaterdag 1 november 2014

Nationale Natuurwerkdag

Ook in Weert was het een Nationale Natuurwerkdag
Vandaag organiseerde Landschapsbeheer Nederland de Natuurwerkdag en trokken duizenden mensen de werk- handschoenen aan om een dag zelf aan de slag te gaan in de eigen omgeving. Landschapsbeheer Nederland hoopt zo meer mensen te enthousiasmeren om vaker in het landschap aan de gang te gaan als vrijwilliger.

Voor de 14de keer was jong en oud actief in meer dan 400 gebieden. Ook in Weert ging men aan de slag met kleinschalige onderhoudswerkzaamheden, zoals zagen, boompjes trekken, snoeien, schoonmaken van paden, verwijderen van bramen en opschonen van een poel.

In de Tungelderse Wel werd het particulier perceel "bie René" onder handen genomen door Scouting Tungelroy i.s.m. Werkgroep Tungelerwallen (Tungeler Wallen)van de Ecologische Werkgroep Weert Zuid.

Het stuifzandgebied, met naaldbossen, zandige paden, heide en stuifzanden, is een pareltje in de gemeente Weert, maar dreigt (als er niets gebeurt), op veel plaatsen dicht te groeien met dennen en vogelkers.

Om de bijzondere natuurwaarden niet verloren te laten gaan moeten stukken weer opnieuw worden open gemaakt. In de open gebieden komen namelijk bijzondere planten en diersoorten voor. Enkele voorbeelden zijn IJslands mos (zeer zeldzaam), rendiermos, stekelbrem, borstelgras, veldkrekel, levendbarende hagedis, nachtzwaluw en boomleeuwerik.

 
Het was prachtig te zien, hoe klein en groot zich uitsloofden om er iets moois van te maken. Toppers...

Een andere activiteit vond plaats aan de rand van de Roeventerpeel. Een gebied ten oosten van Weert.
De werkzaamheden werden georganiseerd door Scouting St. Job Leuken-Weert /Stng.Limburgs Landschap.
De Roeventerpeel is een lang en smal Peelven, waar de Leukerbeek omheen is geleid. Het onlangs hersteld "moerasbos" heeft een rijke vogelstand en de bever heeft er zich zelfs (blijvend?) gevestigd. Het gebied is genoemd naar de buurtschap Roeven. Het is deels in beheer bij het Limburgs Landschap en heeft een oppervlakte van 21 ha.

 
De bosrand is langs de gehele lengte terug gezet en de kleine Rietpoel, die nagenoeg geheel dichtgegroeid was met riet en lisdodde, werd opgeschoond. Het materiaal is op hopen gezet met hooiharken en rieken. Deze hopen zullen gaan dienen als overwinteringsplaats voor kikkers en salamanders.

Tijdens de middagpauze kreeg de jeugd een welverdiende kom soep en at smakelijk van het meegenomen lunchpakketje. Na de pauze gingen ze weer aan het werk om het gebied netjes opgeruimd achter te laten.

Ook op de Buuëtjeshei in Stramproy was er vandaag veel bedrijvigheid. Dit was echter niet vanwege de Nationale Natuurwerkdag en er werd dus nergens melding van deze activiteit gemaakt.
Elke zaterdag bezoekt de enthousiaste Vrijwilligersgroep Zuid-Limburg van Natuurmonumenten namelijk een natuurgebied(je) in Midden- of Zuid-Limburg voor kleinschalig onderhoud.
Vandaag was de Buuëtjeshei aan de beurt. Een lovenswaardig initiatief.

 
Om dit mooie heidegebiedje in stand te houden moesten vooral jonge dennen, berken, vogelkers en bramen tussen de heide worden verwijderd. Als dit niet regelmatig wordt gedaan, zal elk heidegebied binnen de kortste keren dichtgroeien. Ik heb hier in een blog van juni van dit jaar al iets over geschreven en mijn zorgen uitgesproken over dit voor Stramproy, unieke stukje natuur.

 
Na de activiteiten van vandaag kan het weer even met rust worden gelaten. Wat goed dat dit gebeurd is. Ik vraag me desondanks nog steeds af, waarom dit heidegebiedje niet begraasd kan worden door schapen.......

vrijdag 26 september 2014

Natuurontwikkelingsproject Kettingdijk

In mijn vorige post vertelde ik over het, in de eind jaren 30 van de vorige eeuw tot landbouwgrond en bospercelen omgevormd natuurgebied, de Kettingdijk. Het laagste punt van de Kettingdijk ligt op ± 32 m. NAP. Dat is ± 4 meter lager dan de Laurabossen  (± 36 m. NAP). Het grote niveauverschil is goed te zien op onderstaande hoogtekaart (bron: instituut voor natuur- en bosonderzoek). Wat ooit met veel inspanning ontgonnen werd, wordt nu na ruim 70 jaar weer omgevormd tot één groot moerassig natuurgebied.

dinsdag 16 september 2014

Kettingdijk

De bedoeling van mijn blog is, om de Weerter natuurgebieden in natuurpark Kempen-broek de revue te laten passeren. Maar ook de gebieden die hier geen deel van uitmaken en een aantal Belgische- en Nederweerter natuurgebieden komen aan de orde. Ik vertel iets over de geschiedenis, de huidige situatie en de ontwikkelingen die er eventueel plaatsvinden. Ook besteed ik van tijd tot tijd aandacht aan planten en dieren die ik er tegen kom en interessant genoeg vind om er iets over te vertellen.

Hoewel ik al 147 berichten geplaatst heb, ben ik voorlopig nog niet klaar. Het wordt me steeds duidelijker hoe rijk Weert en omgeving is, als het gaat over de natuur. Dat wil niet zeggen dat alles koek en ei is, want er moet op tal van plaatsen nog veel gebeuren. Ik denk bijvoorbeeld aan de verdrogingsproblematiek in de zogenaamde Top-gebieden, waarin Weert e.o. helaas goed vertegenwoordigd is.
foto mei 2012: effect van de vernatting van de weilanden aan de Kettingdijk.
Eén van de gebieden waar ik bijvoorbeeld nog niets over geschreven heb, is de Kettingdijk. Nota bene gelegen in mijn eigen geboortedorp Altweerterheide. De Kettingdijk maakt deel uit van de Weerter Kempen. Hoewel de Kettingdijk niet is toegewezen als onderdeel van het EHS gebied, vormt het daarin wel een belangrijke schakel. Een schakel in de ketting van (grensoverschrijdende) natuurgebieden in het Kempen-broek; het verbindt nl. de Weerter Kempende Kruispeel en de Laurabossen met het Wijffelterbroek en Smeetshof. Zolang dit gebied echter nog niet volledig het eigendom was van Natuurmonumenten en een deel nog als landbouwgrond in gebruik was, kon er niet begonnen worden met grote herstelwerkzaamheden.
foto december 2012: gevolgen van de vernatting van het broekbos aan de Kettingdijk.
De Kettingdijk is een 125 ha. groot gebied ten noorden van natuurgebied Wijffelterbroek, dat ooit onderdeel uitmaakte van het Bocholterbroek; één uitgestrekt moerasgebied tussen Weert en het Belgische Bocholt.
De Lossing of Emissaire die gegraven is in de periode 1865-1875, sneed als het ware het gebied in tweeën.
foto Frans Van Bauwel: het overstroommoeras van Smeetshof vanaf de Nederlandse kant gezien
Doordat Nederland en België het niet eens konden worden, ligt de Lossing volledig op Belgisch grondgebied en is ca. 5 m. aan Nederlandse zijde nog steeds Belgisch grondgebied.
foto december 2012: sterrenplekje aan Nederlandse zijde van de Lossing
De Belgische natuurvereniging “Natuurpunt vzw" kreeg in 2006 aan de Nederlandse kant van de Lossing een sterrenplekje toegewezen. Door Regionaal Landschap Lage Kempen waren namelijk een 140-tal mooie landschappen getoetst op het zicht, stilte, geur, bijzonderheid,cultuurhistorische waarde, schoonheid, x-factor en natuurlijkheid en het plekje, met uitzicht op het overstroommoeras aan de andere kant van de Lossing, werd uitgekozen als een van de 20 mooiste plekjes en kreeg dus een landschapsster.

Bij mijn laatste bezoekje afgelopen maand, was het plekje echter niet meer zo aantrekkelijk als ik me kon herinneren; het zag er erg rommelig uit en het pad dat richting Smeetshof gaat, was erg moeilijk begaan- baar. Ook belemmert de hoge vegetatie het uitzicht op het overstroommoeras. Eigenlijk geen ster meer waardig. Met wat onderhoud door Natuurpunt vzw. zou dit toch veranderd moeten kunnen worden.
foto maart 2013: De Lossing met aan de Belgische kant duidelijk zichtbare beversporen
foto december 2013: afwatering van de Kettingdijk door de Vetpeellossing.
De ontginning van de Kettingdijk is begonnen eind 30er jaren van de vorige eeuw. De grond werd geschikt gemaakt voor landbouw door zandgrond op het veen aan te brengen en door de talloze sloten die afwaterden op de Emissaire en de Vetpeellossing, kon het waterpeil beheerst worden. De Emissaire en Vetpeellossing wateren op hun beurt weer af op de pasgegraven Raam.
foto november 2011: uitzicht op een deel van de Kettingdijk vanaf de Laurabossen.
foto: maart 2013:  een perceel eiken aan de noord-west kant (richting Zuid-Willemsvaart).
Circa ⅓ deel van het ontgonnen gebied kon men gebruiken voor landbouw en de rest werd productiebos.
Om het gebied toegankelijk te maken, is een weg aangelegd vanaf de Bocholterweg. Deze verharde hoger gelegen zandweg liep langs de 2 km verder gelegen boerderij tot de grensovergang bij het Belgische Lozen, waar een eenvoudige kettingbrug over de Lossing lag. Aan deze brug dankt het gebied zijn naam.

voorbeeld van een kettingbrug op een oude briefkaart
Foto van de Kettinghoeve en de Kettingdijkweg in 1959

Bouwtekening van de geplande carréboerderij, waarvan de bouw uiteindelijk deels werd uitgevoerd.

Een oud- burgemeester van Nuenen, Jhr. mr. Cornelis T. J. van Rijckevorsel (1902-1975), was de eerste grondbezitter. Hij was getrouwd met Maria van Nispen tot Sevenaer. Een broer van haar werd mede-eigenaar van de Kettingdijk. Van Rijckevorsel is geboren in 's Hertogenbosch op 29-12-1902. Op 7 december 1931 werd hij tot burgemeester van Nuenen c.a. benoemd. Op 31 augustus 1954 trad hij vervroegd af. Hij vertrok naar Nijmegen en overleed in Den Haag op 15-12-1975. Hij ligt begraven op de begraafplaats van de Heilig Landstichting in Nijmegen.

Van Rijckevorsel bouwde in augustus 1941 de Kettinghoeve op een natuurlijke hoogte, zodat alles dus goed droog bleef. Het was zijn bedoeling om er een kasteelboerderij te bouwen, maar dat is uiteindelijk niet door gegaan. Oorspronkelijk liep de weg links van de woning. De voordeur van nu is dus eigenlijk de achterdeur.

Er is later een vergissing gemaakt met het jaartal op de voorgevel. De hoeve is, zoals gezegd, gebouwd in 1941 en niet zoals vermeld staat in 1939. Dit is echter nooit meer aangepast.

Zowel de landbouwgrond als de hoeve werd door hem verpacht. De eerste pachter was Edmond H. Vaessen, die in maart 1955 met 7 gezinsleden naar Luxemburg verhuisde.  Na hem kwam Hendrikus J. Schoonen die het echter in maart 1956 al voor gezien hield en naar Veldhoven verhuisde. Daarna heeft Sjeng Camp het nog heel even geprobeerd, maar die stopte er ook al binnen het jaar mee.

In 1957 is de Kettingdijk overgenomen door Jozef  A. H. Th.  Spaas (1897-1992). Een telg uit een succesvol teutengeslacht (teuten waren rondreizende handelaars of ambachtslieden). Hij was ingenieur van beroep en werd burgemeester van Sint Huibrechts-Lille. Hij was getrouwd met Madeleine H.J.P. Indekeu. Hij is overleden op 22 januari 1992. Hij was toen 94 jaar oud.
Spaas heeft een groot deel van het gebied beplant met productiehout en de rest van de grond (inclusief de boerderij) werd verpacht aan Tjeu Peeters.

Een bewoner, die al sinds 1925 in het nabijgelegen landbouwgebied "de Lozer Kempen" woont, vertelde mij dat Spaas alle landbouwgrond ooit te koop zou hebben aangeboden, maar dat pachter Peeters het bedrag van 800.000 Bfrs te veel vond en besloot niet op het aanbod in te gaan. Dat was toen ongeveer fl. 55.000. We hebben het hier over omgerekend € 25.000!!!!!  Naar de maatstaven van toen was dat veel, maar in vergelijking met nu is dat natuurlijk onvoorstelbaar weinig. Zeker als je op pagina 19 van het jaarverslag 2009 van Natuurmonumenten leest dat 22 ha. van deze grond voor maar liefst €811.000 van de erven Spaas  is overgenomen.....

Theo Peeters is de vijfde en tevens laatste pachter. Na ruim 70 jaar, is het hele gebied, incl. pachtrecht en boerderij, namelijk eigendom van Natuurmonumenten.

Door het groot opgezette natuurontwikkelingsproject van Ark, Natuurmonumenten en het Waterschap wordt het gebied weer "teruggegeven" aan de natuur. Daarover in mijn volgende blog meer.
De prachtige Kettinghoeve in oktober 2014. De schuur aan de andere kant van de weg is afgebroken.

zondag 15 juni 2014

De Buuëtjeshei in juni 2014

Vorig jaar beschreef ik in september in mijn blog: "Alles is maakbaar, ook de Buuëtjes hei" hoe belangrijk (kleinschalig) beheer is, om een biotoop als de Buuëtjeshei te behouden. Hierin schreef ik onder andere:

Is dit verleden tijd?  (foto van augustus 2013)
“Het beheren en behouden van een heideterrein, is in wezen een voortdurende strijd tegen wat de natuur zelf eigenlijk zou willen. Laat je het gebied aan zichzelf over, stop je bijvoorbeeld met plaggen, of laat je niet begrazen, dan wordt het gebied binnen de kortste keren weer over- woekerd door bomen en struiken en maakt de natuur er een bos van. Dat geldt voor elk heide- landschap en dus ook voor de "Buuëtjeshei. Dat is niet wat wij willen, dus we grijpen in……

Een groep vrijwilligers uit Stramproy heeft het laatst overgebleven heidegebiedje van Stramproy daarom in 2000 geadopteerd en zet er al 13 jaar de schouders onder. Jaarlijks organiseren ze onder andere een werkdag onder de naam “Stramproyer Natuurwerkdag”.


Zonder beheer gaan den, berk, braam en vogelkers overheersen (foto van augustus 2013)

Helaas is de visie en de aanpak van Ark en Natuurmonumenten (o.a. runderen in het gebied laten grazen) niet die van de werkgroep.  Deze heeft dan ook (zo kwam mij ter ore), besloten te stoppen.....
Ik vraag me af hoe het nu met dit stukje natuur verder moet. Hopelijk wordt het kleinschalige beheer gecontinueerd door anderen, want anders denk ik dat binnen afzienbare tijd ook het laatste stukje hei in Stramproy tot het verleden hoort. Dat zou dood- en doodzonde zijn.....”

Sterke toename van onder andere den en berk in 1 jaar tijd (foto juni 2014)
Ik ben afgelopen week eens gaan kijken of er iets aan het gebied is/wordt gedaan. Vorig jaar was al te zien hoe jonge boompjes her en der opschoten, maar dit jaar zie je overal berken, dennen, bramen en bochtige smele in grote hoeveelheden tussen de heideplantjes staan. Ik heb begrepen dat de vrijwilligers- groep Zuid-Limburg van Natuurmonumenten nu het beheer doet, maar daar was nog weinig van te merken, zoals je op de foto's duidelijk kunt zien.

Hier moeten hoognodig de jonge dennetjes en berken worden uitgetrokken, braamstruiken uit worden gegraven en eventueel kleine stukjes worden geplagd. Nu kan nog op tijd worden ingegrepen.
En waarom het heideveld niet laten begrazen door schapen? Of is dit niet wat Natuurmonumenten en
Ark voor ogen hebben en past dit kwetsbaar biotoop niet in hun wildernisdenken????

Blogarchief