Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


vrijdag 28 juni 2013

Leukerbeek

De Roukespeel maakt samen met het Laagbroek deel uit de Krang en staat ook op de TOP-lijst (de lijst van sterk verdroogde natuurgebieden). Het herstel van het ven en de omgeving heeft al een aantal jaren geleden plaatsgevonden. In een vorige post heb ik al een en ander over hierover geschreven. Maar het belangrijkste thema voor de herinrichting en herstel van de Roukespeel, de scheiding van (voedselrijk) water uit omringende landbouw- gebieden en het vasthouden van het gebiedseigen kwelwater door het van de Leukerbeek af te koppelen, moest nog plaatsvinden. Kosten ca. 1 miljoen euro, die gesubsidieerd worden door Rijk, Provincie en de EU(!)

Roukespeelven

De Leukerbeek was oorspronkelijk een aftakking van de Weerterbeek en sinds 1826 werd water ingelaten via de Zuid-Willemsvaart. Ze begon bij de Doolhof op de Biest en was gegraven om de landbouwgebieden van Leuken en de gracht om de Vrouwenhof (die tevens als schans fungeerde bij dreiging van rondtrekkende bendes), van voldoende water te voorzien bij droogte en overtollig water af te voeren bij wateroverlast. Lees ook eens de post "Leuken en de Leukerbeek". 

Vanuit Leuken stroomt de beek richting Tungelroyse beek via de Roeventerpeel, Kootspeel, Moeselpeel en Roukespeel. Het moerasgebied van de Roukespeel wordt niet alleen sterk ontwaterd door de Leukerbeek, maar ook door de Dijkerpeelbeek en Noodbeek. Ze werd daar voorheen ook wel Molenbeek genoemd, omdat er bij de weg Weert-Roermond een watermolen lag. Deze was rond 1600 gesticht door de Heer van Weert. De laatste adellijke eigenaar van de molen was de Prins van Chimay (erfgenaam van de van Hornes, met o.a. ook bezittingen in de buitenijen, het Weerter Bos en Bakewell). Op de Ferrariskaart is de beek nog ingetekend als een klein stroompje. Ten tijde van de Franse Republiek, Weert was toen deel van het departement van de Nedermaas,  werden al de bezittingen van Chimay, waaronder ook de molen, verbeurd verklaard. De laatste eigenaar was de Beerenbroeck, voormalig burgemeester van Weert en ook grondeigenaar van o.a. Bakewell. Deze verkocht in 1880 de molen aan Waterschap het Land van Weert.

Beltmolen "De Hoop" 
In 1885 is de watermolen volledig gesloopt, omdat die het water te veel op zou houden en opstuwde, waardoor de afvoer onvoldoende was voor een goede afwatering.
Die "goede" afwatering was nodig vanwege de geplande ontginning van het gebied. De sloop van de watermolen had tot gevolg, dat de boeren van Swartbroek en omgeving nergens meer in de buurt hun graan konden laten malen. Dat is ook de reden dat de uit 1844 daterende pelmolen "De Hoop" uit Vlaardingen in 1905 naar Swartbroek is verplaatst. Een pelmolen is een type molen waarin vroeger gerst tot gort gepeld werd, om het kaf van de graankorrel te scheiden. "De Hoop" is in Swartbroek herbouwd tot beltmolen en heeft als korenmolen dienst gedaan tot in de jaren 50 van de vorige eeuw. In 1987 is De Hoop gerestaureerd en weer maalvaardig gemaakt. Sindsdien wordt op professionele basis graan gemalen.

Om versneld af te wateren is de Leukerbeek nog eens tussen 1931 en 1935 door omwonende agrariërs die er belang bij hadden, rechtgetrokken en verdiept.

Na de sloop van de watermolen bleef het eenvoudig boerderijtje staan. Eigenaar was Jan Mooren, die er ook een herberg had. "Op de Watermeulen" was tevens een opstapplaats voor het personenvervoer naar Roermond v.v., dus de herberg werd goed bezocht.

De boerderij ging nadien over op de kinderen Mooren. In Wereldoorlog II is die volledig vernield en kwam er een noodboerderij voor in de plaats. Omdat die vlak langs een gevaarlijke s-bocht in de weg lag en het verkeer van Weert - Roermond vv. in de 20e eeuw toenam en sneller werd, zorgde dat regelmatig voor hachelijke situaties. Daarom is in 1953 de s-bocht iets afgesneden en de noodboerderij afgebroken. Iets dieper het veld in is onder architectuur van J. Everaers uit Weert een nieuwe stenen boerderij gebouwd. De begrotingssom was ruim 53.000 gulden. Veel geld in die tijd. De foto van de boerderij is van van 1971.
Op de voorgrond zie je de oude Leukerbeek.

Boven de voordeur is als herinnering aan het verleden een mooie gevelsteen geplaatst.

Door de genomen maatregelen zorgde de Leukerbeek (met Vlier-, Kraan- en Houtstraatlossing), samen met de Einderbeek (met Schoor- en Roevenlossing)en de Stortbermsloot, voor een snelle afvoer van het water van zowel Roeventerpeel, Kootspeel, Moeselpeel en Roukespeel. Het is één van de oorzaken van verdroging van deze gebieden. Toen was een versnelde afvoer van water van belang vanwege de ontginningen, maar nu wordt daar anders over gedacht. Nu is het zaak het overtollige water langer vast te houden in de natuurgebieden om wateroverlast elders te voorkomen.

De beken zijn de afgelopen jaren al bij de Roeventerpeel en Kootspeel heringericht en er langs geleid. Lossingen zijn afgekoppeld en er zijn dammen opgeworpen, zodat ze stilstaand in de Roeventerpeel en Kootspeel achterblijven. Verderop stroomde de Leukerbeek echter nog steeds dóór de Roukespeel, om vervolgens langs het dorp Swartbroek en de voormalige watermolen stromend, bij de A2 uit te monden in de Tungelroyse beek.

Leukerbeek in november 2012 vanaf Grotekouseykweg

Er moest dus nog, vanwege de ontstane verdrogingsproblemetiek, een vergelijkbare herinrichting komen als bij de Roeventerpeel en Kootspeel. Dat betekende dus dat de Leukerbeek (én Dijkerpeelbeek) óm het Roukespeelgebied geleid moest worden. 
Eigenaar Natuurmonumenten is hiermee, met medewerking van het Waterschap, in april van dit jaar (2013) begonnen en is nagenoeg klaar met de werkzaamheden. Momenteel is men bezig met het laatste stuk, gelegen tussen Roermondseweg en A2.

"oude" afgesloten Leukerbeek in juni 2013
nieuw gegraven Leukerbeek
nieuwe meanderende beek met uitstroommogelijkheden
snel herstel van oevervegetatie
Men heeft vanaf de Kootspeel tot vlak vóór de Roukespeel langs de oude beek een nieuwe waterloop gegraven. Vervolgens is, in plaats van er dwars doorheen, een nieuwe slingerende beek over een lengte van ca. 1750 m lángs de noordrand van het reservaat gelegd. Halverwege kruist de beek de Grotekouseykweg met fietspad. Ten slotte stroomt de nieuwe beek aan de oostkant slingerend door de weilanden weer terug naar de bestaande bedding bij de Ittervoorterweg. Er is gewerkt met verschillende dieptes, de breedte van de beek verandert steeds en er is rekening gehouden met grotere waterhoeveelheden door het creëren van uitstroommogelijkheden, zodat het water langer vastgehouden kan worden. Binnen de Roukespeel is de oude beek afgesloten via een stuw en zal nog met dammen in stukken worden verdeeld, om te voorkomen dat water door de bedding afstroomt. De tussenliggende compartimenten zullen verondiept worden in de loop van de tijd en waarschijnlijk gaan verlanden.

"oude" Leukerbeek vanaf Grotekouseykweg
"oude" Leukerbeek langs Roukespeelven
De bestaande betonnen brug aan de Grotekouseykweg blijft gewoon gehandhaafd. Het gedeelte tussen Ittervoorterweg en Roermondseweg is al eerder heringericht en meanderend gemaakt. Bij de A2 komt de beek samen met de Tungelroyse beek en stroomt daar onder de A2 en kanaal Wessem-Nederweert door.

Meanderende beek tussen Ittervoorterweg en Roermondseweg
Meanderende beek tussen Ittervoorterweg en Roermondseweg

Herinrichting tussen Roermondseweg en A2
Bij de A2 komen Leukerbeek en Tungelroyse beek samen
Het inrichtingsproject is er dus op gericht om de verdrogingsproblematiek een halt toe te roepen en de natuurwaarden in en langs de beek te verhogen door een gezond, schoon en ecologisch goed functionerend beeksysteem te creëren en het eigen (kwel)water en regenwater langer in het gebied vast te houden. Met het oog op vernatting zijn/ worden overbodige perceel- en bermsloten verondiept of gedempt tot het maaiveld (met vernatting en toename van kwel als gevolg). Aangelegde stuwen houden het waterpeil op niveau. Dat het water langer in het gebied vast wordt gehouden is nu al goed merkbaar, want het is er erg nat. De nieuwe Leukerbeek wordt volledig passeerbaar voor vissen en men gaat er van uit dat door deze maatregelen de vispopulatie ook zal toenemen.

Soortgelijke maatregelen heeft men ook getroffen voor de sterk ontwaterende Dijkerpeelbeek, die komend van de Dijkerpeel (via Castert) langs de westkant van het ven liep en daar in de Leukerbeek uitmondde. Die werd dus ook verlegd en is langs de zuidrand van het Roukespeelven geleid, om vlak bij de Ittervoorterweg weer uit te monden in de Leukerbeek.
De Dijkerpeelbeek is omgeleid om het Roukespeelven (dat hier links van de beek ligt)

woensdag 26 juni 2013

TOP-gebieden in Weert e.o.

Als ik één woord bij natuurbeheer misleidend vind, dan is dat het woord "TOP-gebied". De gebieden waar het namelijk over gaat, staan niet (zoals je zou verwachten) positief aan de "top". Ze staan aan de top van de prioritaire gebieden t.a.v. aanpak verdroging.......

Top-lijst voor Weert en Nederweert
Het Rijk heeft al jaren geleden (2006) aan alle Nederlandse Provincies gevraagd een prioriteiten lijst, een zogenoemde 'TOP-lijst', voor de verdrogingsbestrij- ding op te stellen. Op die lijst staan natuurgebieden waar de Provincie tussen 2007 en 2015 met voorrang moet gaan inzetten op natuurherstel.
Het Rijk draagt via de ILG financieel 50% bij aan uitvoeringsmaatregelen in deze gebieden. Het ILG (Investeringsbudget Landelijk Gebied) is een subsidie- regeling om het landelijk gebied mooi en vitaal te houden. Met het ILG is een groot aantal subsidie- regelingen in één keer vervangen.

Gedeputeerde staten van Limburg heeft in 2008 een TOP-lijst met 48 gebieden vastgesteld. Zoals je op het (deel)kaartje kunt zien, zijn de Weerter (en Nederweerter) natuurgebieden helaas goed vertegenwoordigd. Je ziet dat er verdrogingsproblemen zijn in het Weerter Bos, de Kruispeel, Wijffelterbroek, Areven, Krang, Moeselpeel, Kootspeel, Roeventerpeel, Sarsven-de Banen, grote- en Kleine Moost, de Zoom en Kruisvennen. En niet te vergeten de 372 ha. grote Groote Peel.

Verdroging in het Weerterbos  door o.a. de aanleg van rabatten
Ooit bestond Nederland uit vlakten met beken en rivieren die vrij door het landschap slingerden. Dijken ontbraken nog. Ons land was een weelderige moerasrijke delta met broekbossen en omvangrijke hoog- en laagveengebieden. Maar Nederland is inmiddels verdroogd. In grote delen van Nederland is de natuur- lijke waterhuishouding gewijzigd door menselijke ingrepen. De grondwaterstand en kwel in natuurgebieden is veranderd en verdroging is een van de hardnekkigste milieuproblemen geworden.

Verdroging in de Hoort op de grens Weert - Dorplein
Al in de jaren zeventig verschenen studies (Grootjans, 1979; Gijsen, 1979; Beintema en Van den Berg, 1979; Molenaar, 1980) waarin gemeld werd, dat er “iets mis was met de grondwaterstanden in Nederland”.
En in 1994 werd circa 600.000 ha natuur- gebied als verdroogd gekenmerkt!!!!!

De belangrijkste oorzaken van verdroging  (aldus Beugelink en Claessen, 1995) zijn:
• ontwatering en versnelde afwatering ten behoeve van de landbouw (60%);
• grondwateronttrekkingen voor drink- en industriewater en beregening (30%);
• overige oorzaken zoals de toename van verhard oppervlak, bebossing (toename verdamping, met name door naaldbos) en zandwinning (10%).
Over de oorzaken en effecten kun je meer lezen op de site Compendium voor de Leefomgeving.

De verdrogingsproblematiek heeft ook (vooral) grote gevolgen voor veelal zeldzame planten- en diersoorten. Verdroging bedreigt circa 40% van onze inheemse planten. Ook dieren, die voor hun voortplanting zijn aangewezen op specifieke grondwater- en/of kwel- afhankelijke plantensoorten (bijvoorbeeld insecten) worden in hun voortbestaan bedreigd. De bijzondere natuur mag niet verdwijnen en men dient er voor te zorgen dat het gebied zo sterk mogelijk wordt gemaakt. Het beheer moet snel verbeterd worden en er moeten weer sterke, aaneengesloten natuurgebieden komen door de watersituatie optimaal te maken.

afvoer van kwelwater aan de rand van  het Stramproyerbroek
Afwateringssloot in het Weerterbos

Er is de afgelopen jaren al veel werk verzet in de Weerter natuurgebieden. Over de behaalde resultaten heb ik in mijn blogs al een en ander verteld, maar men is er nog lang niet.....
In een van de genoemde gebieden, namelijk de Krang, is men momenteel bezig met de laatste fase bij en om de Leukerbeek. De werkzaamheden in het deelgebied Roukespeel zijn van groot belang voor het oplossen van de verdrogingsproblematiek aldaar. In een volgende blog zal ik hier wat meer over vertellen.

woensdag 19 juni 2013

Schaapsdijk

Natuurbeheer is méér dan beheer van (geïsoleerde) natuurreservaten. We staan er niet bij stil, maar onze wegbermen vormen een groot oppervlak in Nederland: 2,5% van het totale Nederlandse oppervlak wordt namelijk ingenomen door wegbermen. Dit betekent dat één derde van onze "vrije natuur" berm is.
Over goed bermbeheer kun je HIER meer lezen.

Dat ook spoorbermen rijk zijn aan flora en fauna, is een gegeven dat bij biologen natuurlijk al langer bekend is, maar gelukkig worden ook steeds meer beleidsmakers van rijk en provincies zich bewust van die enorme rijkdom langs het spoor! Het is goed dat iedereen weet welke rijkdom er langs het spoor groeit, maar nog beter is het dat men weet, hoe we die moeten behouden! In hetzelfde jaar van het bermbesluit (1984 dus), is de Venelgroep (Vrijwillig EN Educatief Landschaps- beheer) van IVN-Weert, op de Schaapsdijk gestart met ecologisch bermbeheer. Dit is al bijna 30 jaar geleden!!!!

Een van de doelstellingen van het IVN-Weert is ons kennis te laten maken met onze eigen natuur; ze willen ons laten zien dat in de natuur om de hoek, ook heel veel te vinden is, dat de moeite meer dan waard is.
Het is niet de berm langs de Schaapsdijk, waarover waarschijnlijk vroeger de schapen naar de achterliggende Weerterheide werden geleid, maar een ongeveer 600 meter lang zijweggetje waar de spoorlijn Weert-Eindhoven de Schaapsdijk kruist. In Google maps staat het vermeld als "Schaapspad". 

grote ratelaar

Door de variatie aan overgangen van laag naar hoog en nat naar droog (waarbij het natte overheerst) is de Schaapsdijk een ideale plek voor met name plantengemeen- schappen van natte heide.
Er wordt, op basis van kleinschaligheid, gewerkt met zeis, riek, hooihark en diverse handzagen. Het gaat voornamelijk om snoei- en maaiwerkzaamheden om zo de bodem schraal te houden. De werkzaamheden lopen van medio september t/m februari, zodat dit gebied de rest van het jaar met rust gelaten kan worden. Oorspronkelijke natuurwaarden zijn hier door het juiste beheer weer tevoorschijn gekomen.
  

Op het internet schreef een zekere Gina Kranendonk al in 2006:
"Exclusief voor Llink leden verklap ik de mooiste spoorberm van Nederland. Een bloemenberm om geheel in ten onder te gaan , waar velden vol wilde Lathyrus bloeien tussen Kamille, Akelei, Damastbloem, Papaver, Vederdistel, Klaver, Slangekruid, Wilde Kamperfoelie, Koekoeksbloem, Vlasleeuwebek en zeer zeldzaam, dus spectaculair om te zien, de Gevlekte Orchis. Deze spectaculaire bloemenweelde is te ruiken en te zien, langs het spoor in Limburg bij Weert in de wijk Boschhoven. (Vragen naar de Schaapsdijk!)"

Ook het aan de zuidkant aangelegd retentiebekken is een verrijking voor het gebied

 De Schaapsdijk mag, wat mij betreft, nog steeds het meest soortenrijke stukje spoorberm van Nederland genoemd worden. Het is een eldorado voor allerlei planten en insecten. De laatste zes jaar zijn hier ook nog eens 114 soorten paddenstoelen waargenomen, waarvan 21 soorten op de Rode lijst (2008) staan. Vanwege de vele verschillende deelbiotopen kunnen ook bryologen (mosdeskundigen) hier hun hart ophalen.

Afgelopen weekend ben ik er geweest en heb uiteraard niet de alle door Gina genoemde planten gevonden. Ik vond er wel, om er een aantal te noemen, het Rapunzelklokje, de Kattenstaart, Kraailook, Knoopkruid, Wilgenroosje, Wilde marjolein, de Grote waterweegbree, Waterviolier, Boslathyrus, Dopheide, Stekelbrem, Grote ratelaar, Waterviolier en Wateraardbei.

Grote waterweegbree

Waterviolier

Grote ratelaar

Boslathyrus

Stekelbrem
wateraardbei
Brede orchis tussen de Rolklaver
Ook vond ik er enkele mooie exemplaren van de Brede orchis, de Bosorchis (li.) en de Rietorchis (re.)

gevlekte orchis
Ik ging echter vooral voor hét paradepaardje van de Schaapsdijk; de GEVLEKTE ORCHIS.

Op dit moment vind je er vele honderden bloeiende gevlekte orchissen. De werkgroep heeft het er zelfs over, dat het er naar verwachting duizenden zullen worden….. Zoveel waren het er (nog) niet, maar in elk geval zag ik bij dit ene bezoekje meer orchissen dan ik in mijn hele leven bij elkaar heb gezien. Een spectaculair resultaat, waar de Venel-groep, terecht, supertrots op mag zijn.

De gevlekte orchis (Dactylorhiza maculata subsp. maculata ) is een vaste plant die behoort tot de orchideeënfamilie (Orchidaceae). Zijn bladen zijn gevlekt, net als bij de brede orchis. De kleur van de bloemen varieert van donkerpaars tot bijna wit. De gevlekte orchis komt in heel Nederland voor, maar is overal zeldzaam. De plant staat dan ook op de Nederlandse Rode lijst van planten als vrij zeldzaam en sterk afgenomen. Hij is wettelijk beschermd.

Gevlekte orchis
 
 ***  Aanvulling december 2020: nieuwe standaard voor ecologisch bermbeheer. 
Het moge duidelijk zijn: beter bermbeheer zorgt voor meer bloemen, en een grotere overlevingskans van insecten als vlinders en bijen. De Vlinderstichting en Stichting Groenkeur hebben in 2019 KLEURKEUR ontwikkeld. Kleurkeur staat voor goed maaibeheer van bermen en andere groenstroken. Op 1 december 2020 is een belangrijke stap gezet in het verduurzamen van onze leefomgeving. Sinds die dag zijn er namelijk duidelijke en officiële richtlijnen om biodiversiteit in Nederlandse bermen en groenstroken te bevorderen. Dankzij Kleurkeur weten opdrachtgevers en aannemers nu wat de nieuwe standaard voor insectenvriendelijk bermbeheer is.  Meer hierover kun je lezen op de site van Nature Today en op de site van Kleurkeur.
 
Locatie Schaapsdijk:
 

vrijdag 14 juni 2013

Oeverzwaluw 2

In de vorige blog over de oeverzwaluw vertelde ik dat deze luchtacrobaat op de Rode Lijst staat vanwege de duidelijke afname en de geringe verspreiding. De reden daarvan is dat de leefomstandigheden niet goed zijn; de twee belangrijkste voorwaarden zijn een kale, zanderige of leemachtige steile wand en er moeten veel insecten rondvliegen. Een kolonie eet per dag al gauw enkele kilo’s muggen! De vogel is dus water gebonden en is vooral bij natte weilanden en natte natuurgebieden te vinden. Er wordt dan ook meestal boven en bij water gevlogen. Voedsel is waarschijnlijk niet het probleem, maar vooral het ontbreken van een geschikte steile wand.

Foto's van de kolonie oeverzwaluwen bij de Smeetshof

Veel van de oorspronkelijke afkalvende beekoevers, afgravingen, grond-depots, lage aarden walletjes e.d waren nl. hét terrein. De oeverzwaluw was in mijn jeugd een vertrouwd beeld en je vond de witte eitjes dan ook in menige kralenkrans boven het jongensbed. Door menselijk ingrijpen zijn veel van deze natuurlijke oevers helaas verloren gegaan, waardoor de oeverzwaluw ook in de Weerter natuurgebieden en omgeving nagenoeg niet meer te vinden is. Voor zover ik heb kunnen na gaan, tref je ze nog aan bij het Blauwe Meertje in het IJzerenman gebied, Schoorkuilen en net over de Belgische grens bij de Smeetshof in Bocholt.
De nesten worden hoofdzakelijk in de bovenste 100 cm. van een steile oever of wand gemaakt. Dit heeft te maken met het oorspronkelijke broedgedrag langs meanderende beken. Door hevige regenval kan namelijk het water in de beek behoorlijk omhoog komen. Hoe hoger nu de nestgang gebouwd is, hoe langer men droge voeten behoudt. Het komt ook wel eens voor dat een gedeelte van een wand of oever instort. Ook hier geldt weer, hoe hoger men zit, hoe minder zand men op het hoofd krijgt. Als dit gebeurt kan de vogel zich trouwens uitgraven.

De oeverzwaluw is een vogelsoort uit de orde der zangvogels. Net als de gierzwaluw, de boerenzwaluw en de huiszwaluw overwintert deze vogel in Afrika. (Sahel). De oeverzwaluw verschijnt al vroeg in het voorjaar en is al vaak in maart of begin april te zien. In september trekt hij weer terug naar zijn overwintergebied.

Hij lijkt veel op de huiszwaluw, maar is anders van kleur. De oeverzwaluw is op zijn rug grijsbruin van kleur, op de buik wit en op zijn borst heeft hij een duidelijke bruine borstband. Een ander kenmerk is de licht gevorkte staart. Met een grootte van ca. 12 cm is het de kleinste zwaluw soort.
Hij maakt een droog, raspend geluid.

Ik ben gaan kijken bij de Smeetshof, maar om de kolonie niet te verstoren, ben ik niet te dichtbij gekomen. Van deze kundige vlieger zou ik trouwens sowieso geen close-up hebben kunnen nemen. De foto is van de site "natuurfotografie door Ed van Zoonen".. Deze heeft een prachtige natuursite, met hierop ook een serie van de oeverzwaluw. Ik kan je van harte aanbevelen deze eens te bekijken. Knap dat er mensen zijn die dit zo mooi in beeld kunnen brengen.


Ze broeden in een kolonie en graven zelf hun nest in steile oevers. De nestgangen worden met de pootjes gegraven. Een hele prestatie, want de gangen zijn 60-90 cm diep. Die eindigen in een nestkamer, die wordt bekleed met veertjes en plantendelen. Er zijn één tot twee broedsels per jaar. De 4-5 zuiver witte eitjes worden gelegd van eind april tot midden augustus, met een piek van het eerste broedsel in de tweede helft mei. De ouders broeden deze gezamenlijk uit. De broedtijd is 12-16 dagen. De eerste weken blijven de jongen in de nestkamer, als ze wat ouder zijn, komen ze de ouders tegemoet en zie je ze zitten op het randje van de nestgang en om voedsel bedelen.

donderdag 6 juni 2013

De honderdste blog op "Weert en natuur".

Ik wou vandaag de vervolgblog van de oeverzwaluw plaatsen en kwam tot de ontdekking dat dat mijn honderdste blog zou worden. Daarom wil ik deze blog gebruiken om bij deze kleine mijlpaal even stil te staan. De foto's van de kleurrijke graslandjes heb ik de afgelopen weken her en der in Weert e.o. gemaakt.

In de inleiding vertelde ik dat ik me pas op latere leeftijd ervan bewust ben geworden hoe mooi de natuur in mijn eigen omgeving eigenlijk is en ik wilde dit laten zien in een blog. Ik wilde jullie laten kennismaken met de mooie natuur die Weert e.o. heeft en kan mij bij mijn bezoekjes telkens weer vinden in het gezegde van Guus Urlings dat natuur beleven helemaal niet zo moeilijk is; het is een kwestie van kijken, luisteren, ruiken, vragen stellen en ...... nieuwsgierig zijn. Je moet er alleen de tijd voor hebben en nemen, maar je krijgt er iets moois voor terug en het geeft veel voldoening.


Op 19 november 2012 plaatste ik mijn eerste blog. Blijkbaar vinden steeds meer bezoekers op het World Wide Web mijn blog, want ik zie bij mijn overzicht tot nu toe al 8388 geregistreerde bezoekjes. Niet alleen uit Nederland, maar ook bijvoorbeeld 543 uit België en bezoekjes uit o.a. Duitsland, Frankrijk, Verenigde Staten. Gisteren waren er bijvoorbeeld 126 bezoekjes. Mijn eigen pageviews zijn hier uiteraard niet bijgeteld.
De top 3 is: "Otterontsnippering" met 214 views, "Natuur(gebieden) in Weert" (179) en "Speenkruid" (110).

Over bezoekjes dus allerminst te klagen. Ik heb er al verschillende contacten aan overgehouden, maar vind het desondanks jammer dat er weinig gereageerd wordt. Blijkbaar is er geen aanleiding voor, maar toch.....


Hoewel de bedoeling was de bezoekers van mijn blog kennis te laten maken met de vele natuurgebieden en -gebiedjes, zijn er al snel meer onderwerpen bij gekomen. Niet alleen over gebieden dus, maar ook over bijvoorbeeld planten en dieren, de actuele ontwikkelingen in Grenspark Kempen-Broek, de EHS, het TaurOs project, het Dooddoetleven project en ook de geschiedenis van bijvoorbeeld Dorplein, Bakewell, Tungelroyse beek, de Raam en de watermolens langs de Abeek. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik merk dat ik er steeds meer over/ van wil weten, met als gevolg dat mijn blogs steeds uitgebreider worden. Af en toe denk ik wel eens té uitgebreid. Als het té uitgebreid wordt, heb je kans dat het te langdradig en te saai wordt en dan houden bezoekers het vaak voor gezien. Als dat zo is, zou ik dat trouwens graag vernemen.


Ik vind het prettig om bij mijn blogs foto's te plaatsen als visuele ondersteuning, maar kom regelmatig dat de ontdekking dat mijn digitale camera te weinig mogelijkheden heeft. Met name close-ups van dieren; die blijven nou eenmaal niet stil zitten, of ik kan er niet dicht genoeg bij komen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het oranjetipje en de oeverzwaluw. Een lens zou dan wel prettig zijn geweest. Om echter een ander toestel aan te schaffen, gaat me nog wat te ver. Hoofdzaak blijft toch het verhaal.


Er zijn nog zoveel natuurgebieden waar ik iets over wil schrijven. Zoals bijvoorbeeld Schoorkuilen, Kruispeel, Kootspeel, maar ook onbekendere vennetjes zoals Koorsven. Of over de prachtige natuurgebieden net over de grens zoals Luysen en 't Hasselt. Al met al heb ik nog voldoende te vertellen. Dus op naar de volgende 100.....

Blogarchief