Veel planten zal het niet anders vergaan met de komst van de winter.
Dat geldt niet voor het nietige rood bekertjesmos. Het is een korstmos dat voor komt in bossen, zandverstuivingen, duinen en op de heide. Het groeit op zanderige zand tussen dennennaalden, mos en gras en is ongeveer een centimeter hoog.
Korstmossen zijn taaie organismen die op de meest onwaarschijnlijke plaatsen kunnen overleven. Bijvoorbeeld in de woestijn, op de noordpool, in hooggebergte.

Omdat korst- mossen van de lucht afhankelijk zijn , zijn ze erg gevoelig voor lucht- verontreiniging. Ze hebben voor milieudeskundigen een signaal- functie; als er soorten verdwijnen in een bepaald gebied,dan is er wat mis...
Dat was bijvoorbeeld in de jaren 80 vanwege de “zure regen”. Duizenden hectares bos in Europa dreigden te verdwijnen door de uitstoot van giftige zwaveldioxiden. Via fabrieksschoorstenen van onder andere bruinkoolcentrales kwamen deze stoffen in de lucht terecht. Ook raffinaderijen en het autoverkeer waren boosdoeners.
Nederland blonk uit door een gigantisch hoge veedichtheid. De ammoniak uit de mest van varkens, kippen en koeien ging de lucht in en kwam op vrij korte afstand weer in de natuur, zoals in bossen en op heideterreinen, terecht. Er kwam definitief bewijs dat de verstoring in de groei van de bossen en vegetatie kwam door de uitstoot van ammoniak”. Dit was onder andere ook duidelijk merkbaar aan het verdwijnen van korstmossen. Een maatregel die volgde was dat boeren geen mest meer over het land mochten spuiten. Voortaan moest de mest via mestinjecties de grond in.
Bijna de helft van de ongeveer 700 Nederlandse korstmossen is momenteel bedreigd of zelfs helemaal verdwenen. Deze soorten staan op de Rode Lijst. Dat geldt niet voor deze taaie rakker.