Een "reisreporter" die ik ken van de reissite Columbus, stond perplex toen ze van me hoorde dat er in Nederland en België ijsvogeltjes zijn. Ze had die hier nog nooit gezien en vroeg of ik een keertje met haar op pad wilde gaan om zo'n vogeltje te spotten. Dus voor maandag afgesproken en laat het nou net gevroren hebben. Ik had er dan ook weinig fiducie in, want het vogeltje heeft open water nodig, waar het zijn voedsel gaat zoeken. Maar 't was nu eenmaal afgesproken.
Bij de eerste kijkhut, waar een aantal vogelaars met hun 500 mm telelenzen lieten blijken, dat we met onze apparatuur een "vreemde eend in de bijt waren", was alles stijf bevroren. Maar bij de derde kijkhut was er gelukkig vlakbij wel een ijsvrij plekje. We hoefden niet lang te wachten, want niet veel later kwam het eerste beestje al aangevlogen. Minder dan 7 meter van ons af..... Een prachtig moment, maar dan valt het nog niet mee om van zo'n klein supersnel vogeltje een geslaagde foto van te maken.
Het totaal aantal broedparen tot begin jaren zestig schommelde steeds tussen enkele tientallen en enkele honderden paren. En op de site van Waarneming.nl lees ik dat er dit jaar een recordaantal ijsvogels is ingevoerd. Er zijn al meer dan 25.000 ijsvogels gemeld, dus het gaat de goede kant op met dit prachtige vogeltje. Zeldzaam mag je 'm dus niet meer noemen... Het is alleen de kunst om 'm te vinden en er bovendien een mooie foto van te maken. Dat is, zoals je ziet, gelukt en onze dag kon niet meer stuk......
Zoals je ziet was de grote plas bij de eerste kijkhut helemaal bevroren. Dit is niet de prettigste periode voor het vogeltje, maar voor ons leverde het mooie plaatjes op. Het was helder weer en het zonnetje scheen, dus het werd alsnog een mooie geslaagde dag.
Schijnbaar is er nog iemand die een prive perceeltje heeft in het gebied. Normaal loop je dit schamel onderkomen voorbij, maar met een winters zonnetje levert het mooie plaatjes op.
De laagstaande zon zorgt voor bijzondere effecten in het elzenbroekbos, dat momenteel onder water staat.
Na enige tijd zijn we verder gewandeld door het gebied. De reisreporter was "hilarisch" en heeft (net zoals ik) menig mooi plaatje geschoten. We zijn doorgewandeld tot aan de Abeek.
Bij de Abeek lopen een zestal Schotse Hooglanders rond. Ondanks hun imposante hoornpartij zijn het publieksvriendelijke dieren. De dieren, met een prachtige dichte wintervacht, waren dan ook goed benaderbaar en trokken zich van onze aanwezigheid niks aan. Uiteraard bleven we op een veilige afstand, want je weet maar nooit.
De Schotse Hooglander is behoorlijk zelfredzaam en kan goed overleven zonder menselijke bemoeienis; het kan zich goed tegen de kou te weren door de lange beharing en slaat vetreserves op. Het feit dat ie langharig en kortbenig is, is echter ook een beperking in met name de ruigere, moeilijk toegankelijke natuurgebieden. Dit is ook goed te zien bij het jonge dier dat al bijna tot aan zijn buik in de sneeuw staat. Op de Luysen zorgt het rund echter alleen voor de begrazing van de graslanden langs de beek.
Het werd laat voor we er erg in hadden en de reisreporter moest nog helemaal terug naar Nijmegen, dus het werd tijd om te vertrekken. Nog even snel wat foto's bij de beek en dan naar huis.
Onderweg werden we, ter afsluiting van een geslaagde dag, nog getrakteerd op een prachtige zonsondergang, dus moest er nog een paar keer gestopt worden voor een foto.