Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


donderdag 27 november 2014

Herfst 2014.......Paddenstoelentijd deel 4: Geweizwam

Ik wil het vandaag voor de afwisseling eens hebben over één paddenstoel, namelijk de geweizwam.
Ik was eigenlijk niet meer van plan om dit jaar nog iets over paddenstoelen te vertellen, maar toevallig kwam ik tijdens een bezoekje aan Mariahof/ de Luysen uit bij deze bijzondere soort. Onopvallend, maar oh zo mooi, als je tenminste de moeite neemt hem wat beter te bekijken. Dat wil ik jullie dus nu ook laten zien.

De geweizwam is verre van zeldzaam en komt zeer algemeen voor gedurende het hele jaar, maar omdat hij onopvallend en slechts 2 tot 5 cm. groot is, zullen de meeste mensen hem niet zien tijdens een wandeling.

Hij is echter prachtig als je de moeite neemt hem eens wat beter te bekijken. De geweizwam is een grillig gevormde zakjeszwam in de vorm van een knots of zodanig vertakt dat hij lijkt op een hertengewei.
De zwam is te vinden op dode takken en stronken, vrijwel uitsluitend van loofbomen.

Het eerste jaar is de zwarte steel bedekt met een wit poeder. Dit zijn de sporen die in de ongeslachtelijke fase worden voortgebracht (conidiën). In het tweede jaar zijn de vruchtlichamen geheel zwart en onvertakt en ontstaan er sporen die in zakjes langs geslachtelijke weg worden gevormd.
Een moeilijk verhaal, maar het is niet anders....

Met noemt dit houtig taai zwammetje ook wel "Napoleonsbroek", omdat we Napoleon op foto's en schilderijen zien met een witte broek en daaronder zwarte laarzen. Vooral de kleinere exemplaren zijn met wat fantasie als een witte broek met zwarte laarzen te herkennen.

woensdag 19 november 2014

Twee jaar weertnatuur

Toen ik precies 2 jaar geleden begon met "Weert en natuur", kon ik niet bevroeden dat er zoveel bezoekjes aan mijn blog zouden volgen. Om precies te zijn, na 157 berichten staat de wijzer op 47.300 pageviews.
Blijkbaar voorzie ik met mijn blog in een behoefte en is dit toch een mijlpaal, waar ik graag op terug kijk.

Het is ook leuk te constateren, dat mijn naam en mijn blog bij de bronvermelding staan van het pas uitge- brachte boek "Het Kempen~broek". Erwin Christis, de auteur, vertelde op 15 november over dit prachtige boek tijdens een 15 minuten durend programma op L1. Het gesprek kun je hier beluisteren.

Eén van de foto's die op de site van Breeding back te vinden is.
De foto van deze Pajuna stier is op de site van Carnivora te zien
Niet alleen Nederlanders (22.723), maar ook mensen uit o.a. de VS (8741), Rusland (3477), België (2549) en Duitsland (1866) bezoeken mijn blog. Wie had dat verwacht. Van de bezoekers uit de VS en Rusland kan ik zien, dat het Taurosproject aanspreekt. Op grote blogs zoals "Breeding back" en "Carnivoraforum" (met 1800 bezoekers per dag), wordt verwezen naar mijn blog en zo komt men dan op mijn blog terecht.

Nationale Natuurwerkdag in de Tungelderwel
Ook staan er al enige tijd op Linktrailer links naar mijn site. De content van LinkTrailer bestaat uit links van de meest actuele berichten over een specifiek thema van onder andere nieuwssites, weblogs en fora die iets interessants te vertellen hebben. Men heeft mijn blog daar ook gevonden. Als je op de zoekpagina van Linktrailer "weertnatuur" in tikt, vind je 22 verwijzingen naar mijn berichten. De laatste was een link naar de "Nationale Natuurwerkdag". Vooral "otterontsnippering" wordt via Linktrailer vaak bezocht.

Het merendeel van de bezoekers vindt de blog echter via een zoekopdracht in google.
De 3 meest bezochte blogs zijn: Natuurgebieden in Weert, otterontsnippering en de Raam en 't Brook.

Grote herstelwerkzaamheden de afgelopen maanden op de voormalige Nyrstargronden
Kraanvogels vlogen op 8-9-10 november in grote getale over de Loozerheide.
Weert is zo rijk aan natuur en er zijn nog een aantal gebieden waar ik nog steeds niet ben geweest. En als die allemaal aan de beurt zijn geweest, kan ik wel weer terug naar de eerder bezochte gebieden, want de afgelopen paar jaren is daar inmiddels weer het een en ander veranderd.
Ark, Natuurmonumenten en andere natuurorganisaties hebben niet stil gezeten. Momenteel is men volop bezig op de Loozerheide en aan de Kettingdijk.

Al met al dus voldoende stof om nog even door te gaan. Het enige wat ik nog mis zijn wat meer REACTIES.
Dus, aarzel niet en laat weten wat je er van vindt...............................................................................................

Door mijn bezoekjes aan de gebieden, heb ik inmiddels een flink aantal foto's van de flora, fauna en paddenstoelen uit onze omgeving, die niet in de blogs terug te vinden zijn. Ook het deelnemen aan de inventarisaties door de Ecologische Werkgroep Weert-Zuid heeft gezorgd voor een grote hoeveelheid foto's.

Vandaar dat ik deze foto's onlangs geplaatst heb op de site Flickr. De foto's komen daar goed tot hun recht. Er is onder andere een album met Flora, Fauna, Paddenstoelen en Taurossen.
Flickr is een website voor het delen van foto's en videofragmenten en is,vooral onder webloggers, uitgegroeid tot een populaire opslagplaats. Iedere gebruiker heeft een terabyte opslagruimte en daar kan ik nog wel even mee vooruit. Door op deze link te klikken, kun je daar eens een kijkje gaan nemen.

VEEL KIJK- EN LEESPLEZIER NOG.

geervannesmeed.

zondag 16 november 2014

Herfst 2014.......Paddenstoelentijd deel 3: Van alles wat

“In Nederland zijn we de grens van de 5.000 paddenstoelensoorten al gepasseerd”, aldus Jacques Boomsluiter, van het secretariaat van de Nederlandse Mycologische Vereniging.
"Het is (zo zegt hij) ook voor kenners ontzettend lastig om precies vast te stellen hoeveel paddenstoelen er zijn. Dit is namelijk o.a. afhankelijk van wat je allemaal onder een paddenstoel verstaat. Daarnaast zijn de meeste soorten paddenstoelen zo ontzettend klein en onopvallend, dat we ze nog niet ontdekt hebben."
Ieder jaar komen er in ons land dan ook ongeveer honderd nieuwe paddenstoelsoorten bij........

Een beurszwam die ik op de Loozerheide aantrof, maar welke?
Als je je bovenstaande realiseert, is het begrijpelijk dat ik als leek, menige paddenstoel niet kan benoemen. Maar het begin is er en al doende leert men. Zodoende heb ik dit jaar al een aardige verzameling van bekende en (nog) niet bekende paddenstoelen weten aan te leggen. Op 26 oktober en 28 oktober heb ik je al met een aantal soorten kennis laten maken en op de site van Flickr vind je al mijn paddenstoelenfoto's terug.

Vandaag wil ik er voor de laatste keer dit jaar in "weertnatuur" aandacht aan besteden. Ik ga over een aantal iets vertellen, maar plaats ook foto's van, voor mij, onbekende soorten of waar ik aan twijfel. Mogelijk dat ik hierop reacties krijg.....

Gele korstzwam en Paarse knoop
Als ik nu in de natuur rondloop, bekijk ik meestal wat nauwkeuriger de dode boomstronken en stammen.
Zo trok de opvallende gele korstzwam op een oude stronk mijn aandacht, maar toen ik wat gerichter ging kijken, vond ik ook een onopvallend klein zwammetje. Een ca. 2 cm grote paarse knoopzwam.
Bijzonder bij deze soort is dat ie te vinden is in de periode november tot maart...... Hoewel ik hier slechts één zwammetje aantrof, groeien ze meestal bijeen in groepen die flinke afmetingen kunnen bereiken.
Vanwege de groeivorm en vanwege zijn paarse kleur (bij vochtig weer), is deze zakjeszwam opvallend. Wanneer de vruchtlichamen uitdrogen verschrompelen ze en worden zwart, waardoor ze minder opvallen.

Groot kalkschuim en Gele korstzwam
Groot kalkschuim is een slijmzwam. Andere soorten zijn bijvoorbeeld heksenboter en bloedweizwam.
Omdat ze zich voortplanten door middel van sporen, werden ze vroeger bij de paddenstoelen gerekend, maar tegenwoordig deelt men ze in onder een aparte groep. Soms zie je ze bleekgeel en dan weer roomwit, maar het zijn allemaal exemplaren van dezelfde soort; de verschillende kleuren zijn de stadia in de ontwikkeling. De zachtgele massa verbleekt in de loop van één dag tijd namelijk tot wit en heeft dan wel iets weg van een handvol gekookte zachte mini-rijstkorrels. Stilaan rijpen binnenin de sporen en die worden, voordat ze zich verspreiden, als een zwarte verkleuring zichtbaar aan de oppervlakte.

Gewone zwavelkop
De gewone zwavelkop is een mooie, maar ook giftige paddenstoel. Het opeten van een stukje van deze paddenstoel kan leiden tot misselijkheid, overgeven, diarree en stuipen. De naam heeft te maken met de zwavelgele tot oranje-achtige kleur van de hoed en de steel. De paddenstoel is in Nederland zeer algemeen en groeit in dichte groepen aan de voet van loof- of naaldbomen. Hij is daarin niet kieskeurig.

Geel hoorntje
Het buigzame geel hoorntje komt voor op droge, voedselarme grond. Je vindt hem voornamelijk op vermolmde naaldhoutstronken en -stammen. Het is een algemeen voorkomende soort.
Hoewel hij lijkt op een koraal, en er ook naar genoemd is, is het een trilzwam; als de zwam vochtig is voelt hij taai en geleiachtig aan, maar gedroogd is ie heel hard. Als hij weer nat wordt, zwelt hij weer op. Dat zie je ook bij het Kleverig koraalzwammetje.
Ook kunnen echte koraalzwammen niet buigen zoals een trilzwam zonder te breken. Dit zijn typisch kenmerken van een trilzwam.

De geschubde inktzwam en grote kale inktzwam zijn de meest bekende en talrijkste van de 100 inktzwammen in ons land. In de "jeugd" is de 5-15 cm hoge hoed van de geschubde inktzwam ei- tot klokvormig, wit met een lichtbruin, glad centrum en bedekt met licht omgekrulde schubben. De hoed scheurt later vanaf de rand in en vervloeit tot zwart. Ook de lamellen zijn wit in de jeugd, maar verkleuren later vanaf de rand via roze naar zwart. Als langs de randen scheurtjes ontstaan, komen er grote zwarte kleverige druppels uit. Elke druppel (inkt) bevat sporen en trekt vliegen aan, die voor de verspreiding zorgen.

Het hoedje van deze hazenpootjes is hier nog dicht "behaard", maar dat verandert al snel, want op "volwassen leeftijd" (en dat is een paar uur later) is het al nagenoeg kaal. Dus alleen als het net boven de grond uit komt, heeft het dat donzige, waardoor het enige gelijkenis vertoont met een hazenpoot.
Je vindt deze inktzwamsoort meestal in groepjes op de grond en op houtsnippers in bossen, plantsoenen, parken en wegbermen op voedselrijke bodem. De paddenstoelen zijn teer, ontwikkelen zich snel en leven dus relatief kort. Bij jonge exemplaren is de hoed nog klokvormig,maar wordt stilaan breder en klokvormig, en later vlak en komvormig. Naarmate het zwammetje ouder wordt, wordt het hoedje langzaam doorschijnend.

Haagbeukboleet??????
Bij deze heb ik mijn twijfels, maar ik denk aan een haagbeukboleet. De buitenkant van de hoed ziet er zo kleverig uit, omdat het geregend heeft. Boleten zijn eetbare paddenstoelen, die volop geplukt worden. Berken- en beukenboleten zien er bijna hetzelfde uit en smaken ook bijna hetzelfde. Het zijn de minst interessante soorten, want ze hebben niet veel smaak. Deze kun je overigens beter met rust laten, want zodra een boleet helemaal openstaat, zal deze snel bederven en ongedierte aantrekken. Vooral naaktslakken zijn er gek op. Deze wordt ook duidelijk zichtbaar bewoond door beestjes. Ik eet ze zelf niet, maar geniet er op een andere manier van. Als je ze zelf echter eens wil proeven, laat je dan raadplegen door kenners en verdiep je goed in de materie. Pluk ze sowieso als de hoed nog dicht is, of in elk geval voordat ie helemaal openstaat.

De soorten die je nu ziet zijn soorten die ik niet ken, of waar ik aan twijfel. Ik heb hierbij dus je hulp nodig......... Aarzel niet en reageer.
Ik denk aan de "bleke franjehoed", maar twijfel
Honingzwam?
Scherpe schelpzwam
Waarschijnlijk een oude "gewone krulzoom"
Nevelzwam
Sterspoorvezelkop????????
Melksteelmycena????????

woensdag 5 november 2014

Weerter Kempen

De Kempen moet je niet verwarren met het grensoverschrijdende Natuurpark Kempen~Broek.
Het 25.000 ha. grote Kempen~Broek, dat trouwens een verzonnen naam is, strekt zich uit over de grens van Belgisch- en Nederlands Limburg en Noord-Brabant. Een groot gedeelte van het natuurpark ligt in de zogenaamde "Vlakte van Bocholt" , aan de voet van het Kempisch Plateau en gaat in het noorden over in de dekzanden van de Kempen in N.-Brabant.

De Kempen is ook de naam van een landbouwgebied in de gemeente Weert, maar daar wordt niet het gebied mee bedoeld, waar Natuurmonumenten het in haar "Natuurvisie Weerter Kempen" over heeft.....

Natuurmonumenten heeft een aantal Weerter natuurgebieden (deels of helemaal) in eigendom. Dit zijn:
Kruispeel, Wijffelterbroek, Kettingdijk, Areven,Krang, Laurabossen, Loozerheide, Stramprooierheide, Tungelerwallen en Weerterheide.

In de nieuwsbrief Natuurmo(nu)mentje van mei 2013 las ik, dat men bij de gepresenteerde natuurvisie van enerzijds Areven, Tungelerwallen, en anderzijds Kruispeel, Laurabossen, Kettingdijk en Wijffelterbroek spreekt over  "Natuurvisie Weerter-Kempen". Deze benaming kan toch echt niet. Hier gooit men een aantal gebieden op een hoop bij elkaar en de eigenlijke en enige echte Weerter-Kempen die we rijk zijn, staat daar niet eens bij. .......... Zowel historisch als geografisch  vind ik deze benaming een GROTE BLUNDER.

Altweerterheide is als dorp pas na de ontginningen na 1900 tot ontwikkeling gekomen en is dan ook niet rijk gezegend met veldnamen. En nu heeft men natuur- en landbouwgebied "de Kempen" dat op de grens van Altweerterheide en Lozen ligt, de nietszeggende kadasternaam "Q-percelen" gegeven.
Erger kan bijna niet................

Weerter-Kempen is echter geen verzonnen naam, want binnen de Weerter grenzen ligt wel degelijk een gebied dat de naam "de Kempen" draagt. En dat is in Altweerterheide.......

Belgische-  en de N. Brabantse Kempen
De benaming die Natuurmonumenten gebruikt, werkt om die redenen dan ook alleen maar verwarrend.

Op het kaartje zie je de Belgische Kempen en de N.Brabantse Kempen. De naam Kempen is een vervorming van het Latijnse Campinia of Campina, wat "open ruimte" betekent (campus = vlakte). Hét kenmerk van de Kempen is de zanderige bodem, waardoor het tot omstreeks 1960 grotendeels bedekt was met heide, eikenbos, vennen en veengebieden.

Het is geografisch gezien, de streek in het noordoosten van België en het zuidoosten van Nederlandse provincie Noord-Brabant ten zuiden van de lijn Eindhoven-Tilburg én...een heel klein stukje Weert..
Wat betreft Weert, is de Zuid-Willemsvaart nú de geografische grens met de Kempen,  zodat alleen nog de Weerterheide en de Loozerheide in het Kempengebied liggen.....

Op oude kaarten van het gebied is echter ook te zien, dat vóór de aanleg van de Zuid-Willemsvaart (de jaren 1821-1826) en de Afscheiding Nederland- België (de jaren 1830-1839) het uiterste puntje van de zanderige Kempen tot aan het moerassige Bocholterbroek  liep.
Op nieuwere kaarten zie je de naam Kempen nog steeds, maar is het gebied gesplitst in een  Weerter en een Lozer deel.  Het is het gebied langs de grens tussen Zuid-Willemsvaart en de later ontgonnen Kettingdijk en aan Belgische zijde tussen de Zuid-Willemsvaart en het Lozerbroek. De weg die het gebied in tweeën splitst heet Kempenstraat.

Op deze kadasterkaart (1811-1832) zien we de "Kempen" liggen bij de gemeentegrens van Weert-Budel en Weert-Lozen (Weert, sectie Q genoemd). Nederland en België zijn dan nog één koninkrijk. We zien aan beide zijden van de nog te graven Zuid-Willemsvaart de naam "Kempen" vermeld. Door de aanleg van het kanaal wordt het uiterste puntje van de Kempen dus als het ware "afgesneden" van de Brabantse Kempen.

Opvallend op deze kaart is de doorgaande "Weg van Loozen naar Weert" en de "Dijk" door 't Mèrling (de latere Laurabossen) naar de Diesterbaan en de talloze vennen en vennetjes als Tipelsven, Raafslag Loozenderven, Keekven, Papeven, Langven en Zwartwater. Door de latere ontginningen is hier nu niets meer van terug te vinden.

Ook opvallend vind ik de naam "gemeente Broek" (rechts onderin). Hierin bevinden zich de huidige Kettingdijk, Vetpeel en Wijffelterbroek oftewel het "Brook". Samen met de Kalverpeel en Spekke vormen deze 3 gebieden het "Achterbroek".
 "Gemeente"  heeft hier de betekenis van het toponiem "gemeynt" dat "gemene grond" betekent; de aanduiding voor gemeenschappelijk gebruikte woeste grond. In dit geval dus het "Broek".
De bewoners hadden (tegen betaling) gebruiksrechten voor bijvoorbeeld het laten grazen van runderen of schapen, het verzamelen van strooisel, het steken van turf en het uitzetten van bijen. Daarnaast vielen hier vaak ook het jachtrecht en het visrecht onder. Het is bekend dat er vroeger op 't "Brook" gevist werd.

Op deze oude Waterstaatskaart van 1877 staat bij de "Kempen": "2500 ha. op Nederlandsch gebied". Hiermee wordt bedoeld, dat Belgische grondeigenaren (boeren uit de nabije omgeving?) nog heel wat grond bezaten op Nederlands grondgebied. Dat was ook het geval aan de andere kant van het kanaal.

Belgen dus met percelen in Nederland. Niet zo vreemd eigenlijk, want dat zag je overal na de definitieve erkenning van de Belgische onafhankelijkheid in 1839 (Verdrag van Londen). Dat gebeurde natuurlijk ook andersom. Dus Nederlanders met grond in België. Dit was bijvoorbeeld het geval in het Stramprooierbroek, dat nagenoeg helemaal op Belgisch grondgebied was komen te liggen. Ondanks de grens bleven talrijke Stramproyer boeren eigenaar van percelen in België.

Tot aan WO I was alles aan beide zijden van het kanaal bebost tot Lozen toe. Om in de oorlog langs de grens goed te kunnen patrouilleren, werd niet alleen de Dodendraad of Dodenhek aangelegd (de draadversperring langs de grens tussen het bezette België en het neutrale Nederland), maar ook een pad.
Dit is de huidige Kempenstraat. Al tijdens de oorlog werden de bomen aan Belgische zijde weggekapt.
Alles werd daarna grondig afgebrand en men kon in 1925 beginnen met de verkoop van de grond.

Ik hoorde van de 90 jarige Claes, een bewoner, die al zijn hele leven op de Kempen woont, hoe dit in zijn werk ging. Toen de Belgische Boerenbond in 1925 de grond namelijk te koop aanbood, werd de koper verplicht om net zo veel grond aan Nederlandse als Belgische kant te kopen. Als een landbouwer dus bijvoorbeeld 10 ha. grond kocht, lag 5 ha. in de Belgische Kempen en 5 ha. in het Nederlandse deel. De reden daarvoor was, dat de grond op het Nederlandse deel zo slecht was, dat niemand die wilde. De Boerenbond loste dat probleem dus op een wel heel bijzondere manier op, maar zo groeide de Kempen wel uit tot een klein "grensoverschrijdend" landbouw- gebied en is de naam in zowel Nederland als België behouden gebleven.

Kempenstraat met links de hoger gelegen "Weerter Kempen" met bos-, weiland- en akkerpercelen

Op het bord dat "Regionaal Landschap Kempen en Maasland" aan de grens bij het kanaal geplaatst heeft, wordt vermeld dat de naam "De Kempen" bedacht zou zijn door een zekere Louis Ceyssens.
Deze uit het Belgische Heusden afkomstige man, woonde vlak na de Eerste Wereldoorlog aan de overkant van het kanaal en had hier een logement en winkeltje voor de schippers. Tevens maakte hij de doorvaart- bewijzen van de schippers in orde en hij zou, zo beweert Regionaal Landschap Kempen en Maasland tenminste, degene zijn geweest die als eerste de naam “De Kempen” heeft gebruikt!
Dit "verzinsel" is ook te lezen in het onlangs verschenen prachtige Kempen~Broek boek.
Het zal met de kadasterkaart uit 1811-1832 duidelijk zijn, dat deze verklaring voor "De Kempen" niet correct is.

Kempenstraat met rechts de lager gelegen "Lozer Kempen" met vnl. akkers en weilanden

Samenvattend:
De Kempen in Weert, is dus het grensoverschrijdend gebied, in het uiterste puntje van België en Nederland aan de Zuid-Willemsvaart. Een laatste stukje "Brabantse" Kempen dat zowel in Belgisch- als Nederlands Limburg ligt. Het is het gebied in het Belgische Lozen tussen kanaal en de Lossing en Lozerbroeksbeek, dat voornamelijk bestaat uit lager gelegen akkers en weilanden (34,5-35,5 m. NAP) en het hoger gelegen akker- en bosgebied, tussen Kettingdijk en het kanaal aan de Nederlandse kant (36-38 m. NAP). Op de hoogtekaart bij mijn post over het Natuurontwikkelingsproject Kettingdijk, zijn de grote hoogteverschillen goed te zien.

Het gebied dat wij met recht wél de "Weerter Kempen" kunnen noemen, is niet wat Natuurmonumenten in haar "Natuurvisie Weerter-Kempen" voor ogen heeft. Datzelfde geldt ook voor het gebied dat door Ark naar de kadasternaam "Q-percelen" wordt genoemd. De weinige oude perceelnamen die Altweerterheide rijk is, moeten we in ere houden. Hoog tijd dus om dat aan te passen.......

In een volgende post zal ik wat meer over de Kempen vertellen. Dus zowel over de Kempen in Weert als de Kempen in Lozen.

zaterdag 1 november 2014

Nationale Natuurwerkdag

Ook in Weert was het een Nationale Natuurwerkdag
Vandaag organiseerde Landschapsbeheer Nederland de Natuurwerkdag en trokken duizenden mensen de werk- handschoenen aan om een dag zelf aan de slag te gaan in de eigen omgeving. Landschapsbeheer Nederland hoopt zo meer mensen te enthousiasmeren om vaker in het landschap aan de gang te gaan als vrijwilliger.

Voor de 14de keer was jong en oud actief in meer dan 400 gebieden. Ook in Weert ging men aan de slag met kleinschalige onderhoudswerkzaamheden, zoals zagen, boompjes trekken, snoeien, schoonmaken van paden, verwijderen van bramen en opschonen van een poel.

In de Tungelderse Wel werd het particulier perceel "bie René" onder handen genomen door Scouting Tungelroy i.s.m. Werkgroep Tungelerwallen (Tungeler Wallen)van de Ecologische Werkgroep Weert Zuid.

Het stuifzandgebied, met naaldbossen, zandige paden, heide en stuifzanden, is een pareltje in de gemeente Weert, maar dreigt (als er niets gebeurt), op veel plaatsen dicht te groeien met dennen en vogelkers.

Om de bijzondere natuurwaarden niet verloren te laten gaan moeten stukken weer opnieuw worden open gemaakt. In de open gebieden komen namelijk bijzondere planten en diersoorten voor. Enkele voorbeelden zijn IJslands mos (zeer zeldzaam), rendiermos, stekelbrem, borstelgras, veldkrekel, levendbarende hagedis, nachtzwaluw en boomleeuwerik.

 
Het was prachtig te zien, hoe klein en groot zich uitsloofden om er iets moois van te maken. Toppers...

Een andere activiteit vond plaats aan de rand van de Roeventerpeel. Een gebied ten oosten van Weert.
De werkzaamheden werden georganiseerd door Scouting St. Job Leuken-Weert /Stng.Limburgs Landschap.
De Roeventerpeel is een lang en smal Peelven, waar de Leukerbeek omheen is geleid. Het onlangs hersteld "moerasbos" heeft een rijke vogelstand en de bever heeft er zich zelfs (blijvend?) gevestigd. Het gebied is genoemd naar de buurtschap Roeven. Het is deels in beheer bij het Limburgs Landschap en heeft een oppervlakte van 21 ha.

 
De bosrand is langs de gehele lengte terug gezet en de kleine Rietpoel, die nagenoeg geheel dichtgegroeid was met riet en lisdodde, werd opgeschoond. Het materiaal is op hopen gezet met hooiharken en rieken. Deze hopen zullen gaan dienen als overwinteringsplaats voor kikkers en salamanders.

Tijdens de middagpauze kreeg de jeugd een welverdiende kom soep en at smakelijk van het meegenomen lunchpakketje. Na de pauze gingen ze weer aan het werk om het gebied netjes opgeruimd achter te laten.

Ook op de Buuëtjeshei in Stramproy was er vandaag veel bedrijvigheid. Dit was echter niet vanwege de Nationale Natuurwerkdag en er werd dus nergens melding van deze activiteit gemaakt.
Elke zaterdag bezoekt de enthousiaste Vrijwilligersgroep Zuid-Limburg van Natuurmonumenten namelijk een natuurgebied(je) in Midden- of Zuid-Limburg voor kleinschalig onderhoud.
Vandaag was de Buuëtjeshei aan de beurt. Een lovenswaardig initiatief.

 
Om dit mooie heidegebiedje in stand te houden moesten vooral jonge dennen, berken, vogelkers en bramen tussen de heide worden verwijderd. Als dit niet regelmatig wordt gedaan, zal elk heidegebied binnen de kortste keren dichtgroeien. Ik heb hier in een blog van juni van dit jaar al iets over geschreven en mijn zorgen uitgesproken over dit voor Stramproy, unieke stukje natuur.

 
Na de activiteiten van vandaag kan het weer even met rust worden gelaten. Wat goed dat dit gebeurd is. Ik vraag me desondanks nog steeds af, waarom dit heidegebiedje niet begraasd kan worden door schapen.......

Blogarchief