Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


maandag 10 december 2012

Sneeuw en zon

Vrijdag 7 december…. De eerste sneeuw van het jaar. En ook in de namiddag nog af en toe een bleek zonnetje, dus toch maar even een wandelingetje gemaakt. Het werd het IJzeren Man gebied.
De foto is gemaakt op de Voorhoeveweg vlak bij het hertenkamp. De laagstaande winterzon in de sneeuw zorgde voor een sterke reflectie, waardoor het effect van de stralen werd versterkt en nogal verblindde.
Er wordt aangeraden om niet tegen de zon in te fotograferen. Ik heb dat toch gedaan, maar heb er voor gekozen om vanuit de schaduw te fotograferen.
Ik ben wel tevreden met het resultaat.

zondag 9 december 2012

Visie natuur in Weert

Kempen~Broek heeft binnen de gemeente Weert een hoge diversiteit aan landschapstypes en een bijzondere natuur. Die natuur is echter sterk versnipperd, waardoor het voor planten en dieren moeilijk is om van het ene naar het andere gebied te trekken. Door het gebied lopen verschillend wegen, kanalen en spoorlijnen die barrières vormen voor mens, plant en dier, zoals de A2 en de Zuid-Willemsvaart. Hier komt bij dat de afzonderlijke natuurgebieden in Kempen~Broek niet de maat en schaal hebben om zich zelfstandig te ontwikkelen tot complete ecosystemen, waarbinnen levensvatbare populaties kunnen ontstaan.
De opgave is dan ook om deze afzonderlijke gebieden te vergroten, maar vooral om ze, op een robuuste manier, met elkaar te verbinden.

Samen met andere partijen, zetten de Provincie en de Gemeente Weert zich hier voor in. De provincie Limburg stelt beleid en de middelen beschikbaar voor het behoud en de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur(EHS):één aaneengesloten natuurgebied creëren. Om de ontbrekende schakels hierin aan te vullen, moet op een aantal plaatsen landbouwgrond worden aangekocht en omgevormd worden tot natuur. Dat is geen gemakkelijke opgave.

Mede op initiatief van de provincie, is daarom het consortium AHV opgericht (ARK Natuurontwikkeling -Habitura-Van Soest), wat de kracht bundelt van een groene organisatie (ARK Natuurontwikkeling ) met die van uitvoeringsgerichte marktpartijen (Habitura en Rentmeesterskantoor Van Soest). Dit Consortium moet de ambities met Kempen~Broek gaan realiseren en werkt nauw samen met vele organisaties en verenigingen die een belang hebben in het gebied.  Ook met organisaties in België, want Kempen-Broek houdt niet op bij de grens.

De Visie van het Consortium AHV kun je vinden in het rapport  "Natuur in Weert" 

vrijdag 7 december 2012

Weert, stad in het groen

Hoewel Weert momenteel wit kleurt, is het ook winnaar van de de "Groenste Stad van Nederland 2012".  Het betreft een wedstrijd die jaarlijks wordt georganiseerd door de Stichting "Entente Florale". Weert mag als winnaar ook mee doen in de strijd om de Europese titel. Toch iets om trots op te zijn als Weertenaar.

Weert heeft in de competitie niet alleen gescoord vanwege de mooie groene woongebieden en duurzame bedrijventerreinen, maar vooral ook met de unieke natuur en het uitgestrekte buitengebied met tal van recreatieve voorzieningen. Als je bedenkt hoeveel natuurgebieden er om de stad liggen, is de titel "groenste stad" dus goed verklaarbaar. Het grote grensoverschrijdend natuurproject Kempen- Broek heeft ook zijn stempel op deze keuze gedrukt: van de nu nog versnipperde natuurgebieden wil men één groot aaneengesloten gebied maken; een soort “Veluwe van het Zuiden”.

Wellenstijnsesteeg in het Weerterbos

Een van de gebieden waar momenteel flink aan de weg wordt getimmerd is het Weerter Bos.
Door Stichting het Limburgs Landschap en een aantal andere natuurinstanties wordt weer getracht terug te keren naar het oorspronkelijke natuurgebied, waar onder andere het edelhert zich thuis zal voelen. Nu nog binnen een afrastering, maar t.z.t. vrij rondlopend in één groot aaneengesloten grensoverschrijdende natuurpark Kempen-Broek.

Urnenveld Boshoverheide

Gisteren is op het urnenveld op de Boshoverheide het boek “Cold case in het stuifzand” gepresenteerd. Hiermee is een eerste stap gezet in het bundelen en ontsluiten van de informatie van het urnenveld. In dit onderzoeksrapport vind je onder andere ook een overzichtelijke inventarisatie van 32 "vergeten" opgravingen en een gegevensbank van de vondsten in de afgelopen veertig jaar. Volgens deze studie is het grafveld veel groter dan altijd gedacht en heel rijk aan grafgiften. Na een lange zoektocht, nationaal én internationaal, zijn er 1100 geregistreerde potten terug gevonden. Waarvan trouwens slechts 13 in Limburg!!!!

De Boshoverheide is een natuurgebied in de gemeente Weert tussen Weert en Budel. De heide is ruim 200 ha groot en ligt tussen de Loozerheide en de Weerter- en Budelerbergen. Tussen dit gebied en recreatiepark "Weerterbergen" loopt het tracé van de IJzeren Rijn, waar de laatste jaren zo veel over te doen is.
Op de heide ligt het grootste en uitgestrektste urnenveld van NW-Europa. Dik vier eeuwen lang, van 1000 tot 500 voor Christus(Laat-Bronstijd), cremeerden en begroeven de inwoners van Weert en Budel hun overledenen daar.

Via losse vondsten was deze plek al ruim 120 jaar geleden bekend, maar er is eigenlijk nooit van overheidswege aandacht aan geschonken en de graven raakten in de vergetelheid.
Het terrein werd pas wettelijk beschermd in 1968 toen de Boshoverheide deel ging uitmaken van een militair oefenterrein en graven en vondsten kwamen bloot te liggen. De sporen werden onderzocht, het gebied werd wettelijk beschermd en de militairen verplaatsten hun oefeningen naar het noordwesten.


Wetenschappers gingen er aan het graven. Veel was toen helaas al verdwenen in privé-collecties van 19e eeuwse urnendelvers en amateur-archeologen van de vorige eeuw. Ook is veel materiaal terecht gekomen bij tal van instituten en musea in zowel binnen- als buitenland. Tot nu toe is slechts 3 ha. van het urnenveld onderzocht.


Op een terrein van ruim 33 ha., zijn in de 404 grafheuvels en langbedden (rechthoekige graven), volgens de laatste schattingen, ca. 3100 mensen begraven. Inmiddels zijn ca. 150 graven gerestaureerd.
Deze plek is waarschijnlijk uitgekozen vanwege de hogere ligging en lag veraf van de woningen en akkers van de levenden. Eigenlijk is het grafveld te groot voor de eigen omgeving en is er nog veel onduidelijk. Bovendien lijken er geen vrouwen begraven te liggen, maar alleen mannen en kinderen!! Een intrigerend gegeven, menen de onderzoekers. Omdat er veel grafgiften zijn aangetroffen, neemt men aan dat het hier een soort “elitegraven” moeten zijn.


Op de luchtfoto's is te zien dat het gebied via een (rolstoelvriendelijk) pad toegankelijk is gemaakt voor wandelaars.

De graven van de duizenden mannen, vrouwen en kinderen die in de prehistorie begraven werden op de Boshoverheide, worden dus al meer dan honderd jaar lang bestudeerd door archeologen. Ook door archeoloog Liesbeth Theunissen van "Cultureel Erfgoed", die de gegevens van dit grootste prehistorische grafveld van Nederland en N.W.-Europa op een rij zette en op onderstaand You Tube filmpje hierover iets vertelt.

Grotere kaart weergeven

donderdag 6 december 2012

Een taaie rakker

Tijdens een wandeling door de Weerterheide zag ik her en der nog paddenstoelen. Bijvoorbeeld dit kleine groepje bundelzwammen. Dat zal niet lang meer duren met het oog op de naderende vorst.
Veel planten zal het niet anders vergaan met de komst van de winter.

Dat geldt niet voor het nietige rood bekertjesmos. Het is een korstmos dat voor komt in bossen, zandverstuivingen, duinen en op de heide. Het groeit op zanderige zand tussen dennennaalden, mos en gras en is ongeveer een centimeter hoog.
Korstmossen zijn taaie organismen die op de meest onwaarschijnlijke plaatsen kunnen overleven. Bijvoorbeeld in de woestijn, op de noordpool, in hooggebergte.

De meeste korstmossen kunnen leven van wat in de lucht voorkomt. Ze hebben wel wortels maar deze dienen voor de aanhechting en niet voor de opname van stoffen.
Omdat korst- mossen van de lucht afhankelijk zijn , zijn ze erg gevoelig voor lucht- verontreiniging. Ze hebben voor milieudeskundigen een signaal- functie; als er soorten verdwijnen in een bepaald gebied,dan is er wat mis...

Dat was bijvoorbeeld in de jaren 80 vanwege de “zure regen”. Duizenden hectares bos in Europa dreigden te verdwijnen door de uitstoot van giftige zwaveldioxiden. Via fabrieksschoorstenen van onder andere bruinkoolcentrales kwamen deze stoffen in de lucht terecht. Ook raffinaderijen en het autoverkeer waren boosdoeners.
Nederland blonk uit door een gigantisch hoge veedichtheid. De ammoniak uit de mest van varkens, kippen en koeien ging de lucht in en kwam op vrij korte afstand weer in de natuur, zoals in bossen en op heideterreinen, terecht. Er kwam definitief bewijs dat de verstoring in de groei van de bossen en vegetatie kwam door de uitstoot van ammoniak”. Dit was onder andere ook duidelijk merkbaar aan het verdwijnen van korstmossen. Een maatregel die volgde was dat boeren geen mest meer over het land mochten spuiten. Voortaan moest de mest via mestinjecties de grond in.

Bijna de helft van de ongeveer 700 Nederlandse korstmossen is momenteel bedreigd of zelfs helemaal verdwenen. Deze soorten staan op de Rode Lijst. Dat geldt niet voor deze taaie rakker.

maandag 3 december 2012

Vennen in het Weerterbos.

In Venherstel schreef ik al dat veel vennen, vennetjes en poelen de afgelopen decennia gedicht zijn. Men vond ze overbodig. Met de huidige kennis van zaken, weet men inmiddels dat dat een verkeerde beslissing is geweest. Niet alleen vanwege de flora en fauna, maar ook met het oog op het langer vasthouden van water zijn de vennen van belang. We zien overal in onze omgeving dan ook het herstel van meerdere vennen en poelen. Ook in het Weerterbos zien we dat gebeuren.

Het Weerterbos, waarvan 705 ha. eigendom is van het Limburgs Landschap, ligt op de grens van het Brabantse Maarheeze/Someren en het Limburgse Weert/Nederweert.  Het lag van oudsher op het grondgebied van de gemeente Weert. Begin jaren '90 van de vorige eeuw vond er een grondruil plaats tussen Weert en Nederweert, waarmee de snelweg A2 de grens tussen beide gemeenten werd. Het Weerterbos kwam toen toe aan Nederweert. Er zijn nog vele kleine percelen in particulier eigendom.

Het Weerterbos was, vanwege zijn ligging in een laagte, oorspronkelijk een moerasbos. De ontginning in de 19e en 20e eeuw leidde tot een sterke ontwatering, waardoor het gebied verdroogde.
vennetje bij het nieuw ontwikkelde Maarheezerveld in maart 2012
Door Stichting het Limburgs Landschap wordt weer getracht terug te keren naar het oorspronkelijke natuurgebied.

Door het herstel van de vennen wordt weer gezorgd voor een sponswerking en daardoor ook een bufferende werking; na het vol lopen van het meest hoog gelegen ven stroomt water langzaam naar het volgende. Er ontstaat een heel systeem van doorstroomvennen in het Weerterbos en het water verlaat pas na langere tijd, en geleidelijk, het gebied.

Zo zorgt deze "vernatting" van het Weerterbos er mede voor dat zelfs Den Bosch e.o. in de toekomst droge voeten houdt!!! En, zoals de foto's van de vennen van o.a. In den Vloed, het Maarheezerveld, Achterste Hout en het "Koolespeelke" ons laten zien, bloeit ook de natuur op in al zijn schoonheid..........

het prachtig herstelde Koolespeelke in april 2012

Op het kaartje van het Weerterbos zie je behalve het herstelde Koolespieelke en de vennetjes bij het Maarheezerveld nog het Grootven, Kleinven en Berkenven, de vennen bij In den Vloed en de aangelegde waterbuffergebieden achter Daatjeshoeve en bij de voormalige landbouwenclave Grashut.

Retentiebekken bij 't "Krieëtje" gezien vanaf de Hoogbosweg in april 2012
Rietven bij In den Vloed in april 2012
Grootven in "Achterste Hout" in september 2012
nieuw aangelegd ven  bij "In den Vloed" in juni 2013
Koolespeelke in juni 2013
Op de achtergrond het aangelegde vennengebied bij de "Grashut" in oktober 2013

Shetland Pony.

De Shetland pony is afkomstig van de Shetland eilanden, zo’n tweehonderd kilometer ten noorden van Schotland. Het is één van de oudste en één van de kleinste paardenrassen. De schofthoogte ligt tussen de 75 en 107 cm.

Ze hebben niet veel nodig. Een droge schuilstal en een weiland zijn voldoende. Ze kunnen het hele jaar door overdag buiten. Ook in de regen of kou. Dat is niet zielig.
In de winter krijgt de pony namelijk een wintervacht, waardoor het dier het niet koud heeft. Als het regent, dan zorgt de vacht van de pony ervoor dat zijn huid niet nat wordt. De regen stroomt via de haren naar beneden. Hierdoor krijgt de pony het niet koud.
Op de foto kun je aan de duidelijk zichtbare dikke wintervacht goed zien, dat hij al klaar is voor de winter.

Shetlanders zijn echte kuddedieren en vinden het erg fijn om met meerdere pony’s, maar ook met andere dieren, samen te zijn. Ze zijn heel nieuwsgierig, maar kunnen ook heel eigenwijs en ondeugend zijn. Dat was ook in dit weiland aan de Breijbaan (rand van het natuurgebied De Krang) goed te zien. Hij was dan wel de kleinste, maar heel duidelijk ook de baas over de andere 2 en liet dat ook merken. De ezel en de witte pony kregen niet de kans om dichter bij mij te komen.

zaterdag 1 december 2012

Prototype van de TaurOs

Begin 2008 ontstonden bij de Stichting Taurus en Ark Natuurontwikkeling de eerste ideeën, dat er voor het toekomstig beheer van grootschalige natuurgebieden in Nederland (en ook in Europa), een nieuw type rund nodig zou zijn voor de begrazing. Dit zou helemaal moeten passen in het beeld dat men van Kempen~Broek voor ogen heeft; een zelfredzaam rund, dat onder allerlei omstandigheden kan overleven. Het bij uitstek geschikte rund daarvoor - het oerrund - is helaas in de 17e eeuw door overbejaging en verlies van leefgebied (habitat) uitgestorven.
Met een gericht kruisings- en fokprogramma wil men tot een goede match komen en een dier scheppen, waarvan uiterlijk en gedrag in de buurt van het oerrund komen.
Uiteindelijk moet het dier er ongeveer gaan uitzien zoals op deze “compositiefoto”…….
Men is begonnen met het inventariseren van zeldzame rassen. Wetenschappers en kenners, zoals genetici van de Universiteit Wageningen en het "European Cattle Diversity Consortium" en historici uit Italie, Spanje en Nederland, werkten mee aan deze ontwikkeling.
Men beschikt nu over het DNA van het oorspronkelijke oerrund (uit gevonden botresten) en genetisch materiaal van 30 primitieve runderrassen. Het gaat hier dus om rassen waarbij nog veel eigenschappen van het oerrund bewaard gebleven zijn. Rassen die veelal in geïsoleerde plekken van Europa overleefd hebben.
Het TaurOs Programma probeert niet alleen een dier terug te fokken dat zo goed mogelijk lijkt op het oerrund, maar probeert dus ook de genetische eigenschappen van het oerrund zo dicht mogelijk te benaderen.

De Schotse Hooglander is daarbij het startpunt, vanwege de vele kenmerken die passen bij het profiel van de Tauros en vanwege zijn goede reputatie. De eigenschappen die de Schotse Hooglander mist, zijn wel aanwezig bij andere rassen. Door onderlinge kruising en selectie met Spaanse (Pajuna, Sayaguesa, Tudanca en Limia), Italiaanse (Maremmana Primitivo en Podolica) en Portugese rassen (Maronesa), allemaal relatief onbekende rassen,   wil men de minpuntjes van de Hooglander weg gaan werken.
Ook de ecolander, een kruising tussen verschillende runderrassen (met name Hooglanders en Heckrunderen), gaat hierin een rol spelen.

Het echte oerrund krijg je zo nooit terug, maar men verwacht (binnen afzienbare termijn), een "replica" met een goede gelijkenis en de juiste eigenschappen  te krijgen.  Onderstaand YouTube filmpje laat je runderen zien, die ik gefotografeerd heb in de periode 2012 tot 2015.

Sterke meid

Het eerste kalfje van 2012, in de kudde TaurOssen in het Wijffelterbroek bij Weert, is in de nacht van 11 op 12 februari geboren. Het vroor op dat moment 10 graden. Totaal onverwacht en de mensen van Stichting Taurus en  Ark twijfelden even wat ze moesten doen. Er werd besloten om niet in te grijpen. Al snel werd duidelijk dat deze runderen,(zoals verwacht en gehoopt), uitstekend aangepast zijn aan een leven jaarrond buiten in de natuur. Het kalfje is zonder hulp van mensen geboren. Het vond snel haar draai en werd ook meteen opgenomen in de kleine groep. Deze Taurossen hier worden zoveel mogelijk beschouwd als wilde dieren. Het zijn Ecolanders; Heckrunderen gekruist met Schotse Hooglanders. Bij uitzondering kreeg het eerste kalf in het Taurosproject een naam. Haar naam is Taura geworden, bedacht tijdens een wedstrijd.

De moederkoe hield, zoals het hoort, haar kind goed in de gaten. Na het “speeluurtje” was het tijd om te slapen. Ze nestelde zich lekker, uit de wind en in het lange gras, tegen de warme rug van moeder en viel vredig in slaap. Prachtig om te zien

Het Heckrund is een runderras dat is vernoemd naar de Duitse gebroeders Heck. Zij fokten in de jaren twintig van de 20e eeuw een ras dat uiterlijk dicht bij de oeros stond.
De oeros is het oorspronkelijke rund waar al onze runderrassen van afstammen.In het Heckrund komen veel kenmerken terug. Het grote voordeel van Heckrunderen is vooral dat ze weinig verzorging nodig hebben en gedurende het hele jaar buiten kunnen blijven. Heckrunderen zijn echter niet geschikt voor open gebieden waar ook veel mensen komen. Het zijn namelijk dieren die je niet kunt benaderen, omdat ze erg agressief kunnen zijn.  Zeker de jonge stieren en vrouwtjes met kalveren.
Andere runderen in Nederland, zoals de Schotse Hooglander, zijn minder gevaarlijk. Zij zijn veel gemoedelijker van karakter en geven bijvoorbeeld duidelijke waarschuwingen af. Ze zullen eerder vluchten dan vechten.

Men probeert door het fok- en kruisingsprogramma de goede eigenschappen van het Heckrund samen te brengen met de karaktereigenschappen van de Hooglander.Met als resultaat dus deze ecolanders. Ze zijn zwaar gebouwd, hebben een kleine kop met vrij korte snuit, hun vacht is ruiger dan normaal en de rode basiskleur heeft de overhand. Nog niet echt de kenmerken die bij het oerrund horen.
Enkele dieren van dit gekruist ras lopen iets verderop in de Graus.

Als je nu naar het betreffende weiland aan de Grensweg gaat, zie je dat ze daar niet meer zijn. Mogelijk dat het de runderen zijn die nu in de Graus lopen, of dat ze niet pasten in het fokprogramma. Er wordt namelijk, zoals gezegd, niet alleen gekeken naar uiterlijk en geschiktheid in de vrije natuur, maar er wordt ook erg streng geselecteerd op publieksvriendelijkheid.

Op YouTube staat een filmpje van het pas geboren kalfje.

TaurOs op de Stramproyerheide.

Het was gisteren, 30 november, niet echt goed weer, maar ik ben toch nog eens met de fiets naar de TaurOssen gaan kijken. Het was weer even geleden dat ik naar het Wijffelterbroekgebied ben geweest.
In " 't Brook" ("Bie Helmusse" achter de Kets..) zag ik wat oude bekenden. Daar zijn nu de dieren die een hele tijd te zien waren bij "'t Kwaoj Gaât". De gekruiste hooglanders die daar samen met de Sayaguesa stier Machiel rondlopen hebben intussen allemaal gezorgd voor nageslacht. De zwarte kalveren vallen goed op. Zouden dit nou nakomelingen zijn van Machiel? Mocht dat zo zijn, dan heeft hij goed zijn best gedaan.

Verderop bij de Grensweg in Stramproy liepen ook weer andere dieren rond. In "d'n Oetslaag", ten zuiden van de Grensweg (langs de A-beek) liepen zwarte Sayaguese runderen en een Limia stier en aan de noordkant, bekend als "Siëndonk" (donk is een gangbare perceelnaam voor hooiland) en 't "Morrelke" (aan de Lochtstraat), liepen zwart/grijze Tudanca's, een Maremmana primitivo stier en de Pajuna stier, waar ik al eerder een foto van plaatste. Op de foto zie je de Maremmana stier.

De Sayaguesa kan het beste tegen extreme omstandigheden; ze bouwen een vetlaag op waar ze de hele winter op teren. De Tudanca is ietsje minder bestand tegen extreme kou, maar dat is hier in Nederland niet zo snel het geval.
Mogelijk dat deze tudanca's en sayaguesa rassen onderling al gekruist zijn. Ik ben tenslotte geen deskundige. Ark maakt het voor een leek ook erg complex met hun fokproject en de verschillende rassen en zijn op hun site ook niet erg duidelijk hierin."Ieder zijn vak", zullen we maar zeggen.

Het was nevelig en de dieren liepen ver weg, dus echt goede foto's heb ik ook niet kunnen maken. Jammer, want ik had graag een mooie foto gehad van met name de stieren. Mogelijk de volgende keer. Ik vond met name de hoorns heel bijzonder om te zien.

Bij de Tudanca koeien liepen verschillende kalveren rond. Een van de jonkies moest natuurlijk wel even komen kijken wie die vreemde snuiter was. Het jonge dier had een mooie zwarte wintervacht en aan de meelsnuit is te zien dat moeder Tudanca gekruist is met een Sayaguesa. En wat ook kenmerkend is voor zo’n oud ras: de kalfjes worden helemaal roodbruin geboren. Ze krijgen hun zwarte kleur pas na verloop van tijd.
Deze Spaanse runderen zijn niet alleen slim, ze zijn ook goedmoedig en vriendelijk. Ze laten zich niet aaien, maar wandelaars kunnen ze rustig van een niet al te grote afstand bekijken. Normaal gesproken wordt 25 m. geadviseerd, of er moet prikkeldraad tussen zitten, zoals hier het geval is.


*** Op 14 januari is er een uitzending over de TaurOs in Kempen-Broek door de Vara uitgezonden. Verschillende foto's die je op de site ziet, zijn foto's van mij. Jammer dat mijn naam hier niet bij vermeld is, maar ook weer leuk te ontdekken, dat mijn blogs over de TaurOs runderen blijkbaar goed gelezen wordt. Wil je de uitzending zien en horen klik dan op radio.omroep.nl

Blogarchief