Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


woensdag 31 juli 2013

Valse acacia in het Weerter Bos.

Toen ik begin juli in het Weerter Bos over de Maarheezer- grensweg langs het afgegraven Maarheezerveld fietste, zag ik verschillende knoestige bomen met opvallende en prachtige, tot 20 cm lange, sterk geurende witte bloemtrossen. Het zijn de bloemen van de zogenaamde valse- of schijn acacia. De nectar van deze bloem kan 35 tot 59% suiker bevatten, waardoor de eveneens sterk geurende bloemen veel bijen lokken. In het najaar blijven peulen met zaden aan de boom hangen. De kleine, harde zaden kunnen tot 30 jaar later nog kiemen.

Aan de bloemen van de valse acacia is goed te zien, dat we met een vlinderbloemige te doen hebben. Familie van bijvoorbeeld de erwt. En hoewel de “Robinia pseudoacacia” ook nog scherpe stekels op de takken heeft, is het géén acacia. Vandaar ook de naam pseudo-acacia.

Robinia pseudoacacia verwijst naar “Robin” en naar “acacia”. Jean Robin was een lijfarts van koning Hendrik IV van Frankrijk, die in 1601 deze Noord-Amerikaanse boomsoort in de tuin van het Louvre in Parijs plantte. Acacia komt van het Griekse akis: doorn.

Vanwege de snelle en grillige groei en nood- zakelijk arbeidsintensief snoeiwerk is de robinia niet geschikt voor de kleine tuin. Voor dat doel zijn cultivars ontwikkeld. (cultivated =geteeld variety). De soort heeft een zeer hoge weerstand tegen insectenaantasting en is goed te verwerken.

Reeds vroeg kwam men er achter dat robiniahout vanwege zijn hardheid en sterkte (Robinia is sterker dan eik en is een volwaardig alternatief van tropisch hardhout) als grondstof voor bijvoor- beeld wielspaken, laddersporten, afrasteringspalen, nagels, pinnen en meubels gebruikt kon worden.
Dat is waarschijnlijk ook de reden dat je deze boom nu nog aantreft in het Weerter Bos. Het Weerter Bos werd namelijk in de 19e en 20e eeuw omgevormd van moerasbos tot productiebos.

De valse acacia noemen we een invasieve exoot. Invasieve exoten zijn uitheemse dieren, planten en micro-organismen die door menselijk handelen in een nieuw gebied terechtkomen (zoals Ned.) en die door vestiging en verspreiding schade kunnen veroorzaken. Doordat hij snel groeit (tot 1 m. per jaar), een enorme kiemkracht heeft en er ook massaal nieuwe bomen opschieten vanuit een breed en oppervlakkig wortelstelsel, kan dat schade veroorzaken en door het afzetten van stikstof in de bodem (een eigenschap van alle vlinderbloemigen) is er mogelijk sprake van bodemverrijking en verruiging. Hierdoor kunnen inheemse planten die op de arme bodem groeien, mogelijk in het gedrang komen, waardoor de biodiversiteit vermindert.



 
Uit ecologische overwegingen zou de boom dan ook bestreden moeten worden. Omdat de robinia graag groeit op losse grond, vraag ik me echter ook af, of deze boom ook bestand is tegen de vernatting die er momenteel in het Weerter Bos plaatsvindt. Mogelijk verdwijnt de soort dan vanzelf na verloop van jaren.
Persoonlijk zou ik dat jammer vinden, want hij brengt wel kleur in het bos.

dinsdag 2 juli 2013

Schoorkuilen

In de gemeente Nederweert is al in januari 2007 Stichting het Limburgs Landschap gestart met de eerste werkzaamheden van het venherstel- project “Kwegt” en “ Schoorkuilen”.
De Schoorkuilen maakte vroeger deel uit van de Roeventerpeel. In het gebied werd op kleine schaal turf gestoken, waardoor de vennen, kuilen of “koulen” ontstonden.
Met een “schore” werd in het Middelnederlands een kleine waterovergang bedoeld, gewoonlijk niet meer dan een paar balken of planken breed. Het viel niet mee hier overheen te lopen. Denk maar eens aan het woord “schoorvoetend” dat we nu nog gebruiken in de betekenis van “aarzelend, voorzichtig”. Waarschijnlijk dat bij Schoorkuilen het smalle en enige paadje bedoeld werd, dat op onderstaande kaart van 1892 te zien is; de Schoordijk.
kaart van 1892 met de huidige rood ingekleurde Schoorkuilen
Over de Roeventerpeel heb ik al een en ander geschreven. De aanleg van kanaal Wessem-Nederweert was een ingrijpende verandering van het gebied, dat tot dan toe vrijwel ongeschonden was. Het betekende meteen ook het einde van Schoorkuilen, dat men kon gaan gebruiken als landbouwgrond. Het gebied is nu (anno 2013) nog aangewezen als TOP-gebied en maakt deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).
Dat betekent dat gestreefd wordt om de knelpunten, zoals met name de verdrogingsproblematiek, tussen natuur en landbouw te verbeteren en op te lossen en van de versnipperde natuurgebieden één aaneen- gesloten gebied te maken, waarin de natuur (plant en dier) voorrang heeft en wordt beschermd.
Roeventerpeelven

Vanwege de autoweg en het kanaal is het natuurlijk niet meer mogelijk het oorspronkelijke Roeventerpeel te herstellen. Vandaar de “deelvennen” Roeventerpeel, Schoorkuilen en Kwegt. Deze sluiten aan op Sarsven, Banen, de Zoom en de Moost. In de periode 2007-2009 is al een 40 ha groot gedeelte aan de andere kant van het kanaal door Rijkswaterstaat hersteld, als proefproject en als natuurcompensatie. Dit gebied, waar ik al iets over geschreven heb, wordt de “Kwegt” genoemd en heeft zich in korte tijd prachtig ontwikkeld.
de Kwegt
Aan weerszijden van de Schoordijk is in de afgelopen jaren ongeveer 1 miljoen m3 verwijderd tot op de oorspronkelijke venbodem. Aan de (verlaagde) Schoordijkweg is de oever wat steiler gelaten, terwijl de rest van de oever meer glooiend is gemaakt. De plas is zo gesitueerd dat er voldoende windwerking is, die tot golfslag leidt. Hierdoor zal de plas niet dicht groeien, wat weer ten goede komt aan de functie die het ven kan hebben voor watervogels.
uitzicht vanaf het zanddepot op Schoorkuilen met de Schoordijk in het midden
Het project kon vooral gefinancierd worden door het witte zand te verkopen aan Rijkswaterstaat ter verbre- ding van de A2 bij Eindhoven. Bij het AC restaurant heeft men een op- en afrit aangelegd voor de afvoer van het zand. Niet al het zand was meteen bruikbaar, of was ongeschikt, en heeft men opgeslagen in een groot zanddepot langs het ven. Al snel daarna heeft een kolonie oeverzwaluwen dit zanddepot gevonden en heeft zich hier gevestigd. Het vervoer van het zand heeft in het voorjaar 2011 om die reden zelfs een tijdje stilgelegen. Momenteel is men volop bezig de rest van het zand af te voeren. Het is al ruim een maand een af- en aanrijden van vrachtwagens. Ook nu weer nestelen er oeverzwaluwen, maar daar houdt men geluk- kig tot nu toe goed rekening mee. Men blijft voldoende op afstand, zodat de vogels niet gestoord worden.
 

Er is een berken-zomereikenbosje aan de kant van de Meiberg (de westkant van de plas), zodat de snelweg geïsoleerd ligt van het natuurgebied en de rust in het gebied vergroot wordt. Het is er in elk geval rustig genoeg, want ik heb er sporen van reeën in het zand aangetroffen.

Tevens is de Einderbeek vanwege de sterke afwatering heringericht en zijn de overlopen van het ven naar de beek afgesloten. De beek stroomt van oost naar west en mondt net ten westen van de Schoorkuilen uit in de Leukerbeek, een van de zijbeken van de Tungelroyse beek. Het waterpeil van de beek is lager dan het streefpeil in de vennen, zodat daar geen gebiedsvreemd (voedselrijk) water komt. De waterkwaliteit in de Einderbeek wordt namelijk enerzijds bepaald door het grondwater en anderzijds door het water dat wordt aangevoerd vanuit de Noordervaart. Het grondwater wordt door de omringende landbouwpercelen beïnvloed en bevat daardoor o.a. bestrijdingsmiddelen, nitraat en fosfaat. Het water uit de Noordervaart is hard, zwavelrijk en voedselrijk. Ongeschikt dus voor de vennen.

De verwachtingen voor het gebied zijn hooggespannen, na de ontdekking van nog steeds kiemkrachtige zaden van zeldzame planten in de oorspronkelijke veenbodem en de prachtige resultaten na venherstel in De Banen in de jaren negentig.


blaartrekkende boterbloem
Er is een rijke oevervegetatie. Nu zie je langs de glooiende oever opvallend veel blaartrekkende boterbloemen. Het is een tot 60 cm hoge pionier, die massaal kan groeien en van mei tot oktober bloeit. De plant heeft een kleine onopvallende bloem en de bloemblaadjes vallen snel af. Opvallend zijn de vruchtlichaampjes die er als korfjes uit zien.

Niet dat deze plant zo bijzonder is, want ze komt algemeen voor op vochtige en drassige stikstofrijke bodems, maar ik wil je er op attenderen deze niet aan te raken of te plukken. Hoewel alle boterbloemen giftig zijn (vandaar dat grazende dieren ze niet eten), is de blaartrekkende boterbloem de meest giftige. Wanneer de bladeren gekreukt, beschadigd of verma- len worden, brengen ze op de menselijke huid lelijke zweren en blaren. De plant heet in de volksmond niet voor niks jeukbloem of kankerbloem. Voorzichtigheid is dus op zijn plaats.

rijke oevervegetatie aan de westkant van Schoordijk

vrijdag 28 juni 2013

Leukerbeek

De Roukespeel maakt samen met het Laagbroek deel uit de Krang en staat ook op de TOP-lijst (de lijst van sterk verdroogde natuurgebieden). Het herstel van het ven en de omgeving heeft al een aantal jaren geleden plaatsgevonden. In een vorige post heb ik al een en ander over hierover geschreven. Maar het belangrijkste thema voor de herinrichting en herstel van de Roukespeel, de scheiding van (voedselrijk) water uit omringende landbouw- gebieden en het vasthouden van het gebiedseigen kwelwater door het van de Leukerbeek af te koppelen, moest nog plaatsvinden. Kosten ca. 1 miljoen euro, die gesubsidieerd worden door Rijk, Provincie en de EU(!)

Roukespeelven

De Leukerbeek was oorspronkelijk een aftakking van de Weerterbeek en sinds 1826 werd water ingelaten via de Zuid-Willemsvaart. Ze begon bij de Doolhof op de Biest en was gegraven om de landbouwgebieden van Leuken en de gracht om de Vrouwenhof (die tevens als schans fungeerde bij dreiging van rondtrekkende bendes), van voldoende water te voorzien bij droogte en overtollig water af te voeren bij wateroverlast. Lees ook eens de post "Leuken en de Leukerbeek". 

Vanuit Leuken stroomt de beek richting Tungelroyse beek via de Roeventerpeel, Kootspeel, Moeselpeel en Roukespeel. Het moerasgebied van de Roukespeel wordt niet alleen sterk ontwaterd door de Leukerbeek, maar ook door de Dijkerpeelbeek en Noodbeek. Ze werd daar voorheen ook wel Molenbeek genoemd, omdat er bij de weg Weert-Roermond een watermolen lag. Deze was rond 1600 gesticht door de Heer van Weert. De laatste adellijke eigenaar van de molen was de Prins van Chimay (erfgenaam van de van Hornes, met o.a. ook bezittingen in de buitenijen, het Weerter Bos en Bakewell). Op de Ferrariskaart is de beek nog ingetekend als een klein stroompje. Ten tijde van de Franse Republiek, Weert was toen deel van het departement van de Nedermaas,  werden al de bezittingen van Chimay, waaronder ook de molen, verbeurd verklaard. De laatste eigenaar was de Beerenbroeck, voormalig burgemeester van Weert en ook grondeigenaar van o.a. Bakewell. Deze verkocht in 1880 de molen aan Waterschap het Land van Weert.

Beltmolen "De Hoop" 
In 1885 is de watermolen volledig gesloopt, omdat die het water te veel op zou houden en opstuwde, waardoor de afvoer onvoldoende was voor een goede afwatering.
Die "goede" afwatering was nodig vanwege de geplande ontginning van het gebied. De sloop van de watermolen had tot gevolg, dat de boeren van Swartbroek en omgeving nergens meer in de buurt hun graan konden laten malen. Dat is ook de reden dat de uit 1844 daterende pelmolen "De Hoop" uit Vlaardingen in 1905 naar Swartbroek is verplaatst. Een pelmolen is een type molen waarin vroeger gerst tot gort gepeld werd, om het kaf van de graankorrel te scheiden. "De Hoop" is in Swartbroek herbouwd tot beltmolen en heeft als korenmolen dienst gedaan tot in de jaren 50 van de vorige eeuw. In 1987 is De Hoop gerestaureerd en weer maalvaardig gemaakt. Sindsdien wordt op professionele basis graan gemalen.

Om versneld af te wateren is de Leukerbeek nog eens tussen 1931 en 1935 door omwonende agrariërs die er belang bij hadden, rechtgetrokken en verdiept.

Na de sloop van de watermolen bleef het eenvoudig boerderijtje staan. Eigenaar was Jan Mooren, die er ook een herberg had. "Op de Watermeulen" was tevens een opstapplaats voor het personenvervoer naar Roermond v.v., dus de herberg werd goed bezocht.

De boerderij ging nadien over op de kinderen Mooren. In Wereldoorlog II is die volledig vernield en kwam er een noodboerderij voor in de plaats. Omdat die vlak langs een gevaarlijke s-bocht in de weg lag en het verkeer van Weert - Roermond vv. in de 20e eeuw toenam en sneller werd, zorgde dat regelmatig voor hachelijke situaties. Daarom is in 1953 de s-bocht iets afgesneden en de noodboerderij afgebroken. Iets dieper het veld in is onder architectuur van J. Everaers uit Weert een nieuwe stenen boerderij gebouwd. De begrotingssom was ruim 53.000 gulden. Veel geld in die tijd. De foto van de boerderij is van van 1971.
Op de voorgrond zie je de oude Leukerbeek.

Boven de voordeur is als herinnering aan het verleden een mooie gevelsteen geplaatst.

Door de genomen maatregelen zorgde de Leukerbeek (met Vlier-, Kraan- en Houtstraatlossing), samen met de Einderbeek (met Schoor- en Roevenlossing)en de Stortbermsloot, voor een snelle afvoer van het water van zowel Roeventerpeel, Kootspeel, Moeselpeel en Roukespeel. Het is één van de oorzaken van verdroging van deze gebieden. Toen was een versnelde afvoer van water van belang vanwege de ontginningen, maar nu wordt daar anders over gedacht. Nu is het zaak het overtollige water langer vast te houden in de natuurgebieden om wateroverlast elders te voorkomen.

De beken zijn de afgelopen jaren al bij de Roeventerpeel en Kootspeel heringericht en er langs geleid. Lossingen zijn afgekoppeld en er zijn dammen opgeworpen, zodat ze stilstaand in de Roeventerpeel en Kootspeel achterblijven. Verderop stroomde de Leukerbeek echter nog steeds dóór de Roukespeel, om vervolgens langs het dorp Swartbroek en de voormalige watermolen stromend, bij de A2 uit te monden in de Tungelroyse beek.

Leukerbeek in november 2012 vanaf Grotekouseykweg

Er moest dus nog, vanwege de ontstane verdrogingsproblemetiek, een vergelijkbare herinrichting komen als bij de Roeventerpeel en Kootspeel. Dat betekende dus dat de Leukerbeek (én Dijkerpeelbeek) óm het Roukespeelgebied geleid moest worden. 
Eigenaar Natuurmonumenten is hiermee, met medewerking van het Waterschap, in april van dit jaar (2013) begonnen en is nagenoeg klaar met de werkzaamheden. Momenteel is men bezig met het laatste stuk, gelegen tussen Roermondseweg en A2.

"oude" afgesloten Leukerbeek in juni 2013
nieuw gegraven Leukerbeek
nieuwe meanderende beek met uitstroommogelijkheden
snel herstel van oevervegetatie
Men heeft vanaf de Kootspeel tot vlak vóór de Roukespeel langs de oude beek een nieuwe waterloop gegraven. Vervolgens is, in plaats van er dwars doorheen, een nieuwe slingerende beek over een lengte van ca. 1750 m lángs de noordrand van het reservaat gelegd. Halverwege kruist de beek de Grotekouseykweg met fietspad. Ten slotte stroomt de nieuwe beek aan de oostkant slingerend door de weilanden weer terug naar de bestaande bedding bij de Ittervoorterweg. Er is gewerkt met verschillende dieptes, de breedte van de beek verandert steeds en er is rekening gehouden met grotere waterhoeveelheden door het creëren van uitstroommogelijkheden, zodat het water langer vastgehouden kan worden. Binnen de Roukespeel is de oude beek afgesloten via een stuw en zal nog met dammen in stukken worden verdeeld, om te voorkomen dat water door de bedding afstroomt. De tussenliggende compartimenten zullen verondiept worden in de loop van de tijd en waarschijnlijk gaan verlanden.

"oude" Leukerbeek vanaf Grotekouseykweg
"oude" Leukerbeek langs Roukespeelven
De bestaande betonnen brug aan de Grotekouseykweg blijft gewoon gehandhaafd. Het gedeelte tussen Ittervoorterweg en Roermondseweg is al eerder heringericht en meanderend gemaakt. Bij de A2 komt de beek samen met de Tungelroyse beek en stroomt daar onder de A2 en kanaal Wessem-Nederweert door.

Meanderende beek tussen Ittervoorterweg en Roermondseweg
Meanderende beek tussen Ittervoorterweg en Roermondseweg

Herinrichting tussen Roermondseweg en A2
Bij de A2 komen Leukerbeek en Tungelroyse beek samen
Het inrichtingsproject is er dus op gericht om de verdrogingsproblematiek een halt toe te roepen en de natuurwaarden in en langs de beek te verhogen door een gezond, schoon en ecologisch goed functionerend beeksysteem te creëren en het eigen (kwel)water en regenwater langer in het gebied vast te houden. Met het oog op vernatting zijn/ worden overbodige perceel- en bermsloten verondiept of gedempt tot het maaiveld (met vernatting en toename van kwel als gevolg). Aangelegde stuwen houden het waterpeil op niveau. Dat het water langer in het gebied vast wordt gehouden is nu al goed merkbaar, want het is er erg nat. De nieuwe Leukerbeek wordt volledig passeerbaar voor vissen en men gaat er van uit dat door deze maatregelen de vispopulatie ook zal toenemen.

Soortgelijke maatregelen heeft men ook getroffen voor de sterk ontwaterende Dijkerpeelbeek, die komend van de Dijkerpeel (via Castert) langs de westkant van het ven liep en daar in de Leukerbeek uitmondde. Die werd dus ook verlegd en is langs de zuidrand van het Roukespeelven geleid, om vlak bij de Ittervoorterweg weer uit te monden in de Leukerbeek.
De Dijkerpeelbeek is omgeleid om het Roukespeelven (dat hier links van de beek ligt)

woensdag 26 juni 2013

TOP-gebieden in Weert e.o.

Als ik één woord bij natuurbeheer misleidend vind, dan is dat het woord "TOP-gebied". De gebieden waar het namelijk over gaat, staan niet (zoals je zou verwachten) positief aan de "top". Ze staan aan de top van de prioritaire gebieden t.a.v. aanpak verdroging.......

Top-lijst voor Weert en Nederweert
Het Rijk heeft al jaren geleden (2006) aan alle Nederlandse Provincies gevraagd een prioriteiten lijst, een zogenoemde 'TOP-lijst', voor de verdrogingsbestrij- ding op te stellen. Op die lijst staan natuurgebieden waar de Provincie tussen 2007 en 2015 met voorrang moet gaan inzetten op natuurherstel.
Het Rijk draagt via de ILG financieel 50% bij aan uitvoeringsmaatregelen in deze gebieden. Het ILG (Investeringsbudget Landelijk Gebied) is een subsidie- regeling om het landelijk gebied mooi en vitaal te houden. Met het ILG is een groot aantal subsidie- regelingen in één keer vervangen.

Gedeputeerde staten van Limburg heeft in 2008 een TOP-lijst met 48 gebieden vastgesteld. Zoals je op het (deel)kaartje kunt zien, zijn de Weerter (en Nederweerter) natuurgebieden helaas goed vertegenwoordigd. Je ziet dat er verdrogingsproblemen zijn in het Weerter Bos, de Kruispeel, Wijffelterbroek, Areven, Krang, Moeselpeel, Kootspeel, Roeventerpeel, Sarsven-de Banen, grote- en Kleine Moost, de Zoom en Kruisvennen. En niet te vergeten de 372 ha. grote Groote Peel.

Verdroging in het Weerterbos  door o.a. de aanleg van rabatten
Ooit bestond Nederland uit vlakten met beken en rivieren die vrij door het landschap slingerden. Dijken ontbraken nog. Ons land was een weelderige moerasrijke delta met broekbossen en omvangrijke hoog- en laagveengebieden. Maar Nederland is inmiddels verdroogd. In grote delen van Nederland is de natuur- lijke waterhuishouding gewijzigd door menselijke ingrepen. De grondwaterstand en kwel in natuurgebieden is veranderd en verdroging is een van de hardnekkigste milieuproblemen geworden.

Verdroging in de Hoort op de grens Weert - Dorplein
Al in de jaren zeventig verschenen studies (Grootjans, 1979; Gijsen, 1979; Beintema en Van den Berg, 1979; Molenaar, 1980) waarin gemeld werd, dat er “iets mis was met de grondwaterstanden in Nederland”.
En in 1994 werd circa 600.000 ha natuur- gebied als verdroogd gekenmerkt!!!!!

De belangrijkste oorzaken van verdroging  (aldus Beugelink en Claessen, 1995) zijn:
• ontwatering en versnelde afwatering ten behoeve van de landbouw (60%);
• grondwateronttrekkingen voor drink- en industriewater en beregening (30%);
• overige oorzaken zoals de toename van verhard oppervlak, bebossing (toename verdamping, met name door naaldbos) en zandwinning (10%).
Over de oorzaken en effecten kun je meer lezen op de site Compendium voor de Leefomgeving.

De verdrogingsproblematiek heeft ook (vooral) grote gevolgen voor veelal zeldzame planten- en diersoorten. Verdroging bedreigt circa 40% van onze inheemse planten. Ook dieren, die voor hun voortplanting zijn aangewezen op specifieke grondwater- en/of kwel- afhankelijke plantensoorten (bijvoorbeeld insecten) worden in hun voortbestaan bedreigd. De bijzondere natuur mag niet verdwijnen en men dient er voor te zorgen dat het gebied zo sterk mogelijk wordt gemaakt. Het beheer moet snel verbeterd worden en er moeten weer sterke, aaneengesloten natuurgebieden komen door de watersituatie optimaal te maken.

afvoer van kwelwater aan de rand van  het Stramproyerbroek
Afwateringssloot in het Weerterbos

Er is de afgelopen jaren al veel werk verzet in de Weerter natuurgebieden. Over de behaalde resultaten heb ik in mijn blogs al een en ander verteld, maar men is er nog lang niet.....
In een van de genoemde gebieden, namelijk de Krang, is men momenteel bezig met de laatste fase bij en om de Leukerbeek. De werkzaamheden in het deelgebied Roukespeel zijn van groot belang voor het oplossen van de verdrogingsproblematiek aldaar. In een volgende blog zal ik hier wat meer over vertellen.

woensdag 19 juni 2013

Schaapsdijk

Natuurbeheer is méér dan beheer van (geïsoleerde) natuurreservaten. We staan er niet bij stil, maar onze wegbermen vormen een groot oppervlak in Nederland: 2,5% van het totale Nederlandse oppervlak wordt namelijk ingenomen door wegbermen. Dit betekent dat één derde van onze "vrije natuur" berm is.
Over goed bermbeheer kun je HIER meer lezen.

Dat ook spoorbermen rijk zijn aan flora en fauna, is een gegeven dat bij biologen natuurlijk al langer bekend is, maar gelukkig worden ook steeds meer beleidsmakers van rijk en provincies zich bewust van die enorme rijkdom langs het spoor! Het is goed dat iedereen weet welke rijkdom er langs het spoor groeit, maar nog beter is het dat men weet, hoe we die moeten behouden! In hetzelfde jaar van het bermbesluit (1984 dus), is de Venelgroep (Vrijwillig EN Educatief Landschaps- beheer) van IVN-Weert, op de Schaapsdijk gestart met ecologisch bermbeheer. Dit is al bijna 30 jaar geleden!!!!

Een van de doelstellingen van het IVN-Weert is ons kennis te laten maken met onze eigen natuur; ze willen ons laten zien dat in de natuur om de hoek, ook heel veel te vinden is, dat de moeite meer dan waard is.
Het is niet de berm langs de Schaapsdijk, waarover waarschijnlijk vroeger de schapen naar de achterliggende Weerterheide werden geleid, maar een ongeveer 600 meter lang zijweggetje waar de spoorlijn Weert-Eindhoven de Schaapsdijk kruist. In Google maps staat het vermeld als "Schaapspad". 

grote ratelaar

Door de variatie aan overgangen van laag naar hoog en nat naar droog (waarbij het natte overheerst) is de Schaapsdijk een ideale plek voor met name plantengemeen- schappen van natte heide.
Er wordt, op basis van kleinschaligheid, gewerkt met zeis, riek, hooihark en diverse handzagen. Het gaat voornamelijk om snoei- en maaiwerkzaamheden om zo de bodem schraal te houden. De werkzaamheden lopen van medio september t/m februari, zodat dit gebied de rest van het jaar met rust gelaten kan worden. Oorspronkelijke natuurwaarden zijn hier door het juiste beheer weer tevoorschijn gekomen.
  

Op het internet schreef een zekere Gina Kranendonk al in 2006:
"Exclusief voor Llink leden verklap ik de mooiste spoorberm van Nederland. Een bloemenberm om geheel in ten onder te gaan , waar velden vol wilde Lathyrus bloeien tussen Kamille, Akelei, Damastbloem, Papaver, Vederdistel, Klaver, Slangekruid, Wilde Kamperfoelie, Koekoeksbloem, Vlasleeuwebek en zeer zeldzaam, dus spectaculair om te zien, de Gevlekte Orchis. Deze spectaculaire bloemenweelde is te ruiken en te zien, langs het spoor in Limburg bij Weert in de wijk Boschhoven. (Vragen naar de Schaapsdijk!)"

Ook het aan de zuidkant aangelegd retentiebekken is een verrijking voor het gebied

 De Schaapsdijk mag, wat mij betreft, nog steeds het meest soortenrijke stukje spoorberm van Nederland genoemd worden. Het is een eldorado voor allerlei planten en insecten. De laatste zes jaar zijn hier ook nog eens 114 soorten paddenstoelen waargenomen, waarvan 21 soorten op de Rode lijst (2008) staan. Vanwege de vele verschillende deelbiotopen kunnen ook bryologen (mosdeskundigen) hier hun hart ophalen.

Afgelopen weekend ben ik er geweest en heb uiteraard niet de alle door Gina genoemde planten gevonden. Ik vond er wel, om er een aantal te noemen, het Rapunzelklokje, de Kattenstaart, Kraailook, Knoopkruid, Wilgenroosje, Wilde marjolein, de Grote waterweegbree, Waterviolier, Boslathyrus, Dopheide, Stekelbrem, Grote ratelaar, Waterviolier en Wateraardbei.

Grote waterweegbree

Waterviolier

Grote ratelaar

Boslathyrus

Stekelbrem
wateraardbei
Brede orchis tussen de Rolklaver
Ook vond ik er enkele mooie exemplaren van de Brede orchis, de Bosorchis (li.) en de Rietorchis (re.)

gevlekte orchis
Ik ging echter vooral voor hét paradepaardje van de Schaapsdijk; de GEVLEKTE ORCHIS.

Op dit moment vind je er vele honderden bloeiende gevlekte orchissen. De werkgroep heeft het er zelfs over, dat het er naar verwachting duizenden zullen worden….. Zoveel waren het er (nog) niet, maar in elk geval zag ik bij dit ene bezoekje meer orchissen dan ik in mijn hele leven bij elkaar heb gezien. Een spectaculair resultaat, waar de Venel-groep, terecht, supertrots op mag zijn.

De gevlekte orchis (Dactylorhiza maculata subsp. maculata ) is een vaste plant die behoort tot de orchideeënfamilie (Orchidaceae). Zijn bladen zijn gevlekt, net als bij de brede orchis. De kleur van de bloemen varieert van donkerpaars tot bijna wit. De gevlekte orchis komt in heel Nederland voor, maar is overal zeldzaam. De plant staat dan ook op de Nederlandse Rode lijst van planten als vrij zeldzaam en sterk afgenomen. Hij is wettelijk beschermd.

Gevlekte orchis
 
 ***  Aanvulling december 2020: nieuwe standaard voor ecologisch bermbeheer. 
Het moge duidelijk zijn: beter bermbeheer zorgt voor meer bloemen, en een grotere overlevingskans van insecten als vlinders en bijen. De Vlinderstichting en Stichting Groenkeur hebben in 2019 KLEURKEUR ontwikkeld. Kleurkeur staat voor goed maaibeheer van bermen en andere groenstroken. Op 1 december 2020 is een belangrijke stap gezet in het verduurzamen van onze leefomgeving. Sinds die dag zijn er namelijk duidelijke en officiële richtlijnen om biodiversiteit in Nederlandse bermen en groenstroken te bevorderen. Dankzij Kleurkeur weten opdrachtgevers en aannemers nu wat de nieuwe standaard voor insectenvriendelijk bermbeheer is.  Meer hierover kun je lezen op de site van Nature Today en op de site van Kleurkeur.
 
Locatie Schaapsdijk:
 

Blogarchief