't Hasselterbroek is onderdeel van het Grootbroek en maakt deel uit van het grensoverschrijdende natuurpark Kempen-Broek en heeft overigens niets met de stad Hasselt te maken. Het is het landbouw- en natuurgebied dat deel uitmaakt van ’t Hasselt, een gehucht van ca. 300 inwoners in de gemeente Bree. Het woord (h)asselt is mogelijk afgeleid van de Germaanse woorden *aski- 'es' en *lauχa- 'bos'. Dus: het essenbos. Het Hasselterbroek maakt deel uit van het voormalige Grootboek
In het westen sluit het Hasselterbroek aan bij de Luysen en de Sint-Maartensheide, in het noorden bij Domeinbos Grootbroek en Stramprooierbroek en in het oosten bij de Zig. Het is een gebied van bijna 190 hectare dat wordt beheerd door de vereniging Limburgs Landschap vzw. Het was oorspronkelijk een heidegebied met natuurlijke poelen en moerassen in de natuurlijke laagtes, maar het werd na 1870, na het graven van de Lossing, grotendeels omgezet in weiland. Talloze sloten en slootjes zorgden voor de drainage.
Breeërstadsbeek
De Nieuwbeek, Breeërstadsbeek, Horstgaterbeek, en grotere sloten als Verwielensloot en Asdonksloot zorgden voor de afvoer van het water naar de Abeek. Sinds 1970 werd het landbouwgebied geleidelijk steeds meer voor maisteelt gebruikt, waardoor o.a. de weidevogels sterk in aantal afnamen.Van oorsprong is de boomkikker te vinden in kleine, natuurlijke poelen in rivierdalen. Van daaruit heeft hij een plaats gevonden in het kleinschalige agrarische landschap waarin struwelen en drinkpoelen voor vee als secundair leefmilieu geschikt bleken te zijn. Door de veranderingen in het Hasselterbroek verdween niet alleen de weidevogel steeds meer uit het gebied, maar legde ook de boomkikker al in de jaren '50 het loodje.
Gelukkig kocht Limburgs Landschap vzw. het gebied in 1992 aan. Er werd een reservaat voor weidevogels ingericht met een oppervlakte van meer dan 25 hectare en samen met de aanwezige landbouwers werden beheersmaatregelen uitgevoerd. Door het leefgebied te vergroten en te verbeteren door moerasherstel en doelgericht beheer wil men een terugkeer van de boomkikker mogelijk maken.
Door middel van de extensieve begrazing met Galloways en Konikpaarden hoopt Limburgs Landschap vzw dichtgroeien te voorkomen en een geschikt zomerbiotoop te creëren voor de boomkikker.
Zo’n biotoop bestaat uit een gevarieerd landschap van afwisselend natte hooilanden met drinkpoelen en overgangen tussen open gebieden en bos door zonnige ruigtes (met name braamstruwelen). Door ondiepe poelen te graven, zullen die bij langdurige droogte af en toe droogvallen en daardoor vrij blijven van (roof)vis. Dit is van groot belang tijdens de voortplantingsfase van de boomkikker.
De aangeplante sparren- populieren en Amerikaanse eiken worden geleidelijk vervangen door eikenberkenbossen en wilgenstruweel op de nattere delen.
Door de ontsnippering van de gebieden en het huidige beheer, blijken in 2009 de kikkertjes na een halve eeuw weer in het Hasselterbroek te zijn teruggekeerd. De herkomst is niet geheel duidelijk. Mogelijk via kolonisatie vanuit de Brand en Jagersborg (Itterbeekvallei).
De bedoeling van de avondwandeling was om op zoek te gaan naar het exotisch ogend boomkikkertje. Mijn intentie was dus niet om ze te zien, maar om ze te horen en er zo achter te komen waar ze zaten. Overdag hoor je ze namelijk niet, maar na het invallen van de duisternis (zo rond half 10) begint het “krék-krék-krék-krék-achtig" geluid. Alsof het ene territorium tegen het andere aan het “strijden” is wie het hardste kan. Prachtig om te horen.
Door de plaatsen goed in mijn oren te knopen, wilde ik daar bij een volgend bezoek naar toe te gaan om te proberen dit kikkertje te vinden en te zien…. Dat mislukte helaas, want op de plaatsen die ik later bezocht heb, heb ik geen kikker kunnen vinden. Mogelijk dat het bij een volgend bezoek alsnog lukt.....
Om je toch enig idee van dit prachtige kikkertje te geven, plaats ik enkele foto’s, die ik onlangs in natuurgebied De Doort (tussen Dieteren en Echt) heb gemaakt.
De kleine kikker, met zuignapjes aan de poten, houdt zich vooral op in de braamstruiken, waar hij voedsel zoekt of een zonnebad neemt. Het zijn echte zonaanbidders, die ook nog eens niet van wind houden.
Hoewel de grasgroene boomkikker op de foto groot lijkt, is hij vrij klein; hij bereikt slechts een lengte van ongeveer vier centimeter. Om ze te vinden moet je dus 't goede weer, een portie geluk en vooral geduld hebben. Ze vertrouwen blijkbaar op hun camouflage, want ze verstoppen zich gelukkig niet en blijven doodstil op hun plekje zitten. De soort is in Nederland en België zeer zeldzaam.
Ondanks dat ik dus ze niet in het Hasselterbroek heb gezien, heb ik genoten van de wandelingetjes die ik er maakte. Het gebied kenmerkt zich door een afwisseling van terreintypes: naast weilanden zijn er bos- en heidegebieden. Er zijn ook wandelroutes uitgezet voor degenen die het gebied niet zo goed kennen.
Het mozaïek van grasland, ruigte en bos dat het Limburgs Landschap vzw nastreeft komt niet alleen de boomkikker ten goede. Men verwacht namelijk dat ook de grauwe klauwier en andere zeldzamere soorten hiervan zullen profiteren, Deze zeldzame en in Vlaanderen met uitsterven bedreigde vogel heeft een landschap nodig met hoge bomen, laag struweel, grasland, ruigtes, pioniersvegetaties (zandweggetjes, bloemenrijke akkers) en poelen.
Als het biotoop geschikt is voor de klauwier, zullen ook weidevogels en soorten als bijvoorbeeld geelgors, boompieper, roodborsttapuit en de diverse libellensoorten daar van profiteren. Zo vond ik o.a. dit jonge kievitkuikentje tussen de maisplantjes. Kort nadat de jongen uit het ei gekropen zijn, verlaten zij het nest. Het duurt dan nog ongeveer vijf weken voor ze kunnen vliegen, maar ze blijven dankzij hun goede schutkleur nagenoeg onzichtbaar voor vijanden en mochten ze gezien worden, dan lopen ze er "als een kievit” op hun kleine rappe pootjes vandoor. Vandaar dat die waarschijnlijk zo opvallend groot zijn......