Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label Leuken. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Leuken. Alle posts tonen

zondag 16 december 2012

Roeventerpeel 1

Enige tijd geleden heb een bezoekje gebracht aan een nieuw ontwikkeld natuurgebied, waar ik nog niet was geweest: het 21 ha grote Roeventerpeel. Het gebied ligt in een laag moerassig deel, dat wordt omringd door hogere zandgronden.

In de Roeventerpeel, vroeger ook wel Boevenderpeel genoemd, ligt een onlangs hersteld ven te pronken. Het was oorspronkelijk een lang en smal ven, dat doorstroomd werd door de Leukerbeek. Deze ontstond als een samenvloeiing van o.a. de Roevenlossing, Kraanlossing, Schoorlossing en vooral de Einderbeek. Via een nieuw aangelegde loop van de Einderbeek wordt nu het voedselrijke(landbouw)water langs de westkant van de Roeventerpeel geleid. De andere lossingen zijn afgekoppeld, zodat ze stilstaand in de Roeventerpeel achterblijven. Stroomafwaarts sluiten de Kootspeel , Moeselpeel en Roukespeel hier op aan.

De Roeventerpeel, sinds 1971 eigendom van Stichting het Limburgs Landschap, vormde vroeger een belangrijke schakel in de reeks Limburgse - en Brabantse Peelvenen. Het was toen één groot moerasgebied (zoals je op een oude kaart van 1892 kunt zien), waar alleen de Schoordijk(weg) door heen liep.

oude historische kaart van 1892
Roeven komt oorspronkelijk van Roederven. Letterlijk betekent dit: rood ven. Het verwijst naar het bruine, ijzerhoudende water.
Het gebied lag in het beekdal van de Einder- beek. Omdat dit dal een langgerekte ondiepe laagte was, stroomde het water langzaam over een grote oppervlakte weg en ontstonden grote vennen. Omdat de afvoer traag verliep, kun je eigenlijk beter spreken van een doorstroommoeras, waarbij het water van ven naar ven stroomde.

Enkele vennen in het Roeventerpeelgebied waren Schoorkuilen, Kwegt en Roeventerpeelven. Deze sloten aan op de andere Peelvennen zoals Sarsven, de Banen, Vlakwater en de Zoom.

Bij de aanleg van Kanaal Wessem - Nederweert (1929) werd de vrijkomende grond gebruikt om de ernaast gelegen natte laagtes op te hogen. Zo werd nagenoeg de hele noordkant en een gedeelte van de zuidkant van het moerasgebied gedempt. Op sommige plaatsen werd wel 3 meter zand op de veenbodem gestort, waardoor het oorspronkelijke karakter helemaal verloren ging. Het zand bedolf de unieke vegetatie die toen in de Roeventerpeel groeide (b.v. waterlobelia en biesvaren). Het was meteen ook het einde van de Schoorkuilen en de Kwegt. Het Roeventerpeelven kwam helemaal geïsoleerd te liggen tussen het kanaal, het spoor (aangelegd in 1879 als Nederlands deel van de IJzeren Rijn), de Roermondseweg en de later in 1970 aangelegde A2 tussen Nederweert en Kelpen-Oler. Van het oorspronkelijke grote moerasgebied met een unieke flora en fauna, bleef dus nagenoeg niets meer over.

Vroeger had het afgesplitste gebied met het ven nog een "functie" als leverancier van bijvoorbeeld, turf, hout en vis, maar in naoorlogse jaren werd het als “overbodig” en onrendabel gezien en gebruikt als stortplaats van huisvuil en deels dicht gegooid met zand om als landbouwgrond te dienen. Het ven is uiteindelijk nagenoeg geheel verland en dicht gegroeid met riet en struikgewas. De stortplaats werd in 1957 verplaatst naar de Kootspeel, die vanwege de aansluiting van de riolering sinds de jaren 30 van de vorige eeuw bekend stond als "Stroontpieël".

De moeilijk begaanbare noord-westkant
In 2010 is door een natuur- en landschapsherstelproject van het Limburgs Landschap, het vuil en opgebracht zand verwijderd en een ven van zo’n 11 hectare ontstaan.

Hoewel het vanwege rabatten met afwateringsslootjes aan de zuidwesten- en westenkant niet echt nat is, is het er vanwege de ruige begroeiing en het ontbreken van paadjes niet goed toegankelijk. Ik ben desondanks deels om het ven heen kunnen lopen, totdat ik halverwege bij de oude en afgesloten Leukerbeek (die midden in het gebied ligt), kwam en noodgedwongen rechtsomkeert moest maken. Je kunt er volop genieten van de mooie typische venplanten en de natuurlijke afwisselende venoevers die weer nieuw leefgebied zijn voor libellen, amfibieën en talloze watervogels.

Ik heb er aan de westkant zowaar beversporen aangetroffen. Een teken dat het goed gaat met het huidige waterbeleid en een mooie impuls voor een aantrekkelijk en soortenrijk landschap.
In mijn volgende blog zal ik het ven vanaf de oostkant bekijken.




LAATSTE NIEUWS:

Op 18 februari van dit jaar heeft Anthony vd. Loo met behulp van een cameraval bij de Leukerbeek (vlak bij de Roermondse weg),een foto van een (jongere?) bever kunnen maken. Mogelijk dat dit dier van de Roukes- peel af komt. Het ziet er naar uit dat het dier (of dieren?) zich hier langer gaat vestigen. TOP......




Grotere kaart weergeven

Roeventerpeel 2

In mijn blog Roeventerpeel 1, heb ik al een en ander over de Roeventerpeel verteld. Ik had toen een bezoek gebracht aan de noord-westkant. Vandaag ben ik aan het natte grasland aan de oostkant geweest, waar je een goed, of zo je wil beter, overzicht op het nieuw ontwikkelde 11 ha. grote ven en het daar achter, zuid-westelijk en westelijk gelegen, elzenbroek- en droger eikenberkenbos met rabattenhebt. De graslandpercelen aan de oostkant heeft men geplagd en afgegraven. Vooral vanwege kwelstroompjes is het daar nu erg nat.Deze kwelstroompjes komen uit in het open water van het ven. Vegetatie is vooral (nog) pitrus. Door de verruiging van het grasland is dat gedeelte rijk aan insecten en amfibiën.


Hoewel het westelijk gelegen deel het droogste stuk van het peelgebied is, is het moeilijk begaanbaar. Dit vanwege de rabatten en de bodembegroeiing die vooral uit bramen en vuilboom (het zgn. "pinnekeshout") bestaat. Rabatten zijn langwerpige ophogingen die gelegen zijn tussen greppels. Rabatten werden aangelegd op zeer natte, moerasachtige bodems.

Tijdens de economische crisis in de jaren '30 van de 20e eeuw werden, in het kader van ontginningsprojecten, in dit gebied werklozen ingezet om de rabatten aan te leggen. De grond die uit de greppels afkomstig was, werd gebruikt om het rabat mee op te hogen. De methode wordt in de bosbouw toegepast om droge stroken te verkrijgen, waarop dan de bomen geplant worden. De greppels dienen ter ontwatering.

Door een meer natuurlijk beheer van het gebied zijn de rabatten met de afwateringsslootjes nu overbodig geworden en verdwijnen langzaam door niet meer te ontwateren en de natuur daar zijn gang te laten gaan. Te vernatten dus....


Het weiland aan de oostkant van het ven is op veel plaatsen moeilijk begaanbaar

In zo'n nat grasland voelt de bruine kikker zich goed op zijn gemak

Door de vernatting zie je al snel verruiging van de oostelijk gelegen weilanden

Blogarchief