Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label kempen-broek. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kempen-broek. Alle posts tonen

vrijdag 23 november 2012

Sayaguese koe

zwart/grijs Tudanca rund
Om tot een rund te komen, wat lijkt op het oorspronkelijk oerrund, zal door de Stichting Taurus en Ark gebruik worden gemaakt van een nauwkeurig bijgehouden en gericht kruisings- en fokprogramma. Met runderrassen waarvan het DNA zoveel mogelijk op dat van het oerrund lijkt. Men noemt dit het TaurOs projekt.
De basis wordt gelegd door de Schotse Hooglander. Dat rund heeft zich al bewezen als natuurlijke jaarrond begrazer van natuurterreinen. Het is zelfredzaam. Daarnaast is het een publieksvriendelijk dier.
De Schotse Hooglander zal worden gekruist met afstammelingen van - de Tudanca,de Pajuna, de Sayaguesa en de Limia uit Spanje, en de Maremmana 'primitivo' en Podolica uit Italie.
Doel is om uiteindelijk tot een goede match te komen en een dier te scheppen waarvan uiterlijk en gedrag in de buurt van het oerrund komen.

zwart/bruin Sayaguesa koe met kalfje
Het Sayaguesa rund op de foto is een zeer zeldzaam ras dat in de regio Castilië en León(Spanje)voor komt. Er zijn nog maar 500 dieren over de hele wereld, dus de soort dreigt uit te sterven. De dieren zien er indrukwekkend uit met hun karakteristieke hoorns, maar zijn rustig en ongevaarlijk.Dit primitieve Spaanse ras is eeuwenlang als trekdier gebruikt. Ze hebben veel kenmerken van het oerrund in zich wat betreft kleuren en kleurstelling. Ze kunnen goed tegen kou en kunnen goed tegen warmte, staan hoog op de poten, hebben een slanke bouw en hebben een hoornvorm die past binnen het profiel van het oorspronkelijke oerrund. Karakterestiek is ook de zogenaamde "meelsnuit".
Je vindt de zwart/bruine Sayaguesa runderen (koeien) langs de A-beek in Stramproy (bekend als "d'n Oetslaag"). Aan de andere kant van de Grensweg ("Siëndonk" genoemd)bevinden zich de zwart/grijze gekruiste Tudanca's.

In het Wijffelterbroek op percelen met de naam "Kwaoj Gaât" en "Wisseblök", loopt een Sayaguese stier met (gekruiste) Schotse hooglanders. Hij zal voor nakomelingen gaan zorgen. Tenminste, dat is de bedoeling !!!

Sayaguese stier met een koe die een kruising is tussen een Tudanca en de Schotse Hooglander

Tauros in Wijffelterbroek

In het Wijffelterbroek en Stramproyer heide, in de gemeente Weert, is men met een uniek project bezig. Stichting Taurus en ARK Natuurontwikkeling maken zich vanaf 2009 sterk om op korte termijn een rund te fokken, dat zoveel mogelijk overeenkomsten vertoond met het sinds begin 17e eeuw uitgestorven oerrund.
Wetenschappers en kenners, zoals genetici en historici uit Italie, Spanje en Nederland werken mee aan deze ontwikkeling. In 2018 (!) moet er een kudde van 100 oerossen rondtrekken in het grensoverschrijdende Kempen~Broek.
Op langere termijn is deze oeros een wild dier, dat net als edelherten, wilde zwijnen, wolven en andere grote zoogdieren, vrij rond zwerft door natuurgebieden. Zonder menselijke bemoeienis.


Een veelbelovend resultaat van een kruising tussen een Hooglander - en een Heckrund, leek dit jonge stiertje met kenmerkende meelsnuit en bruine bles en streep over zijn nek en rug. Grootte en omvang van de hoorns zijn echter volgens de deskundigen (nog) niet optimaal.
http://www.freenature.nl/free/Dit beestje zal dus helaas tzt terechtkomen in het slachthuis van Free Nature. In 2007 is FREE Nature opgericht vanuit ARK Natuurontwikkeling en beheert in Kempen - Broek de kuddes runderen en paarden.
Wanneer een dier om de een of andere reden niet in het kruis- en fokprogramma van TaurOs past, of als er te weinig ruimte is voor de dieren in het gebied en het nergens anders geplaatst kan worden, biedt Free Nature het kwaliteitsvlees van de dieren aan als wildernisvlees. De opbrengst stroomt rechtstreeks terug naar het werk met de kuddes en de natuur.

woensdag 21 november 2012

De Grashut


In het noordwesten van het Weerterbos ligt een voormalige grote landbouwenclave omringd door bossen, die de Grashut wordt genoemd. Hier lag namelijk oorspronkelijk de Grashut, een boerderij waarvan de geschiedenis terug gaat tot de ontginningen in het begin van de negentiende eeuw.


Nadat de Grashut door Het Limburgs Landschap was aangekocht, werd die in 2006 gesloopt. Daarvoor in de plaats kwam een uitkijktoren, die in april 2008 officieel werd geopend. Het is het centrum van een omrasterd (tijdelijk?) leefgebied voor edelherten. In september en oktober zijn er tijdens de bronst doordeweekse avondexcursies en in het weekend ook nog in de vroege ochtenden. Vanaf o.a. deze uitkijktoren is het mogelijk om edelherten te spotten.

Historische kaart van 1898 met de voormalige landbouw-enclave Grashut

Grashut vanaf de uitkijktoren in februari 2010

In een groot gedeelte van de "Grashut" is de afgelopen 2 jaar de voedselrijke bovenlaag afgegraven en afgevoerd. Door het afgraven van de voedselrijke grond ontstaan weer schrale bodems die zich ontwikkelen tot een natuurlijk landschap van vennen, moeras en heischrale velden. De ontginning in de 19e en 20e eeuw heeft geleid tot een sterke ontwatering, waardoor het Weerterbos verdroogde.

Grashut vanaf de uitkijktoren in september 2012

Door Stichting het Limburgse Landschap en een aantal andere instanties zoals Waterschap, wordt weer getracht terug te keren naar het oorspronkelijke natuurgebied. Door herstel van de vennen en het verkleinen van de drainerende werking en afvoersnelheid van hoofdwateringen, zoals de Oude Graaf, wordt weer gezorgd voor een sponswerking en daardoor ook bufferende werking. Het waterbergend vermogen van het Weerterbos wordt zo hersteld en een natuurlijker bos komt tot ontwikkeling. Een gebied waar onder andere het edelhert zich thuis moet gaan voelen. In april volgend jaar zal er ook een kleine kudde Exmoorpony’s losgelaten worden.

Dorplein

Het Brabantse Budel-Dorplein past helemaal in het plaatje van natuur rond Weert. Ruim honderd jaar geleden bestond het dorp niet eens en was het een onvruchtbaar gebied, met moeras, heide en vennen.In het Kempen~Broekgebied, waar het deel van gaat uitmaken, ligt het tussen de Hoort, de Boshover- en Loozerheide en de Laurabossen aan de andere kant van de Zuid-Willemsvaart.

Landgoed de "Warande" gebouwd in 1926 door André Dor, is nu een rijksmonument
Budel-Dorplein is pas ontstaan nadat de fabrikantenfamilie Dor en Francois Sepulchre een zinkfabriek bouwden in het vennengebied tussen Budel en Weert. Ze wilden een zinkfabriek stichten in de omgeving van Luik,maar kregen daar geen toestemming voor en zochten toen hun heil in Nederland.

Woonhuis van Dor in Weert. Het latere Hotel Juliana, nu Hostellerie Munten
In eerste instantie vestigde de familie Dor zich in Weert. Ze woonden in het voormalige pand van de burgemeestersfamilie Coenen aan de toenmalige Wilhelminawal (nu hostellerie Munten). Maar ook in Weert kregen ze geen toestemming om een  fabriek te bouwen.  In juli 1892 kochten zij daarom van de gemeente Budel (toen nog een agrarische gemeenschap met weinig economisch perspectief), ongeveer 628 hectare grond. Later is dat terrein uitgebreid tot ruim 900 ha..


Het uitgestrekte gebied werd in de volksmond de "Aauw Heij" genoemd. Zo'n locatie was gunstig, want men had in die tijd een groot "uitwaaigebied" nodig, omdat de zinkproductie met veel rook gepaard ging.  Een ander argument  voor "La Société Anonyme des Zincs de la Campine Dorplein",  was de nabijheid van de spoorverbinding  Antwerpen - Duits Ruhrgebied (IJzeren Rijn) en de Zuid-Willemsvaart. Deze spoor- en waterweg vormden een onmisbare schakel voor de aanvoer van bouwmateriaal, zinkerts en kolen en de afvoer van grondstoffen het zink. Een derde argument was de aanwezigheid van goedkope grond en arbeiders. En tot slot (en niet de minst belangrijke), was er de aanwezigheid van veel water. Voor een zinkfabriek is namelijk voldoende koelwater van wezenlijk belang en  het Ringselven kon hier prima in voorzien. De aanvoer van dat water, dat indirect via de Hamonterbeek van de Maas komt, vindt grotendeels plaats via het zogenaamde "Luuëpke" vanuit natuurgebied de Hoort.

De eerste bewoners waren Waalse arbeiders, die vakkennis en ervaring meebrachten en daarom vooral functies in het middenkader kregen. Tot in de jaren 50 was Frans ook de voertaal onder de notabelen en directie. De arbeiders hadden het aanvankelijk niet gemakkelijk, aangezien de meeste voorzieningen nog gebouwd moesten worden en ze de taal niet spraken. Geleidelijk aan werden er voorzieningen gebouwd. De arbeiderskolonie was in alle opzichten afhankelijk van de Budelse zinkfabriek. Het bedrijf was paternalistisch (het bepaalde wat er in het dorp gebeurde), wat zijn goede en slechte kanten had, en de nederzetting lag afgelegen.



Het oude "Prisonneke"
De stijl en architectuur van de gebouwen is sterk geïnspireerd op architectuur zoals die voorkomt in de Belgische Borinage. Alles gebouwd in rode baksteen volgens de Waalse stijl en met zijn typisch wijze waarop de dakpannen zijn gelegd.

De huizen voor de arbeiders en voorzieningen, zoals kerk en school werden in de nabije omgeving van de fabriek gebouwd. Het dorp had zijn eigen veldwachter ("de Gard") en er was zelfs een gevangenis; het "Prisonneke". Binnenkort begint men met de restauratie van dit bijzonder gebouwtje, dat aan de Theo Stevenslaan ligt. Theo Stevens was een jonge verzetsstrijder uit Dorplein, die op het eind van de Tweede Wereldoorlog met nog een paar andere jongemannen werd gefusilleerd door de Duitsers. Een bijzonder overblijfsel uit de tijd van de Dors is de doorlopende huisnummering. Iets unieks in Nederland. In april 2011 is deze fabrieksnederzetting met de natuurlijke omgeving aangewezen als beschermd dorpsgezicht.Op de site www.historiekzm.nl kun je meer over de historie van de zinkfabriek vinden.

Bij Budel-Dorplein ligt de Loozerheide. Een deel van dat natuurgebied aan Limburgse kant, is onlangs door Nyrstar (sinds 2007 de eigenaar van de zinkfabriek),  aan Ark en Natuurmonumenten overgedragen. Een paar akkers, weilanden en bospercelen (eigendom van particulieren), moet door grondaankoop of grondruil nog eigendom worden.  Het gebied wordt begraasd door Maremmana runderen en Exmoor ponys. Inclusief het Ringselven en de Hoort, maakt de Loozerheide deel uit van het grensoverschrijdende natuurpark Kempen-Broek.

Er zijn een paar mooie wandelroutes uitgezet, die starten bij gemeenschapscentrum "de Schakel".

Er is een "natuurwandeling" (3,5 km.) en een "cultuurwandeling" (7 km.) die gecombineerd kunnen worden tot één wandeling van ongeveer 10 km.

Augustus 2014: De restauratie van het Prisonneke is voltooid.
Alles ziet er keurig verzorgd uit, maar het nostalgische effect, het authentieke van het Prisonneke zoals op de andere foto, ontbreekt in mijn ogen. Het heeft mogelijk ook met de aankleding van de directe omgeving te maken, die saai is ingericht.

Een bord bij het gebouwtje geeft meer duidelijkheid in de historie van het Prisonneke.

dinsdag 20 november 2012

Nyrstar gronden


Aan de Limburgse kant van de natuurgronden van zinkfabriek Nyrstar in Budel-Dorplein, ligt een grotendeels uit heide, bossen en graslanden bestaand gebied, dat in 2012 aan Ark en Natuurmonumenten is overgedragen. Het betreft de Loozerheide.
Nyrstar is een multinational die de zinkfabriek in 2007 overnam. Zij hebben voor de ontwikkeling van het Duurzaam Industrieterrein Cranendonck (DIC) een natuurcompensatieverplichting opgelegd gekregen. Doelstelling is namelijk dat het DIC een industriepark wordt dat toekomstbestendig is voor natuur, mens en milieu. De gronden werden dus zeker niet zomaar door Nyrstar overgedragen.

Het is een gebied waar ik nog nooit geweest ben, omdat het grootste deel altijd verboden terrein is geweest en dat ik nu eindelijk na ruim 60 jaar eens kan bezoeken. Het is een genot om daar rond te kunnen struinen. Hoe zal het er over een aantal jaren uit zien? Men wil daar het waterpeil herstellen en een waterbuffer creëren dat de omgeving ten dienste kan zijn tijdens droge zomers. Zodoende vernatten de gebieden en krijgt bosgroei minder kans.

Behalve naaldbossen vind je er heidegebied en landbouwgronden die (nog deels) in particulier bezit zijn. Inmiddels waren er al enkele landbouwpercelen aangekocht en zie je wat er gebeurt als men de natuur zijn gang laat gaan; de akkers veranderen in kruidenrijke landschappen.
Op het moment dat ik er was, groeiden en bloeiden er vooral Jacobskruiskruid en verschillende cypresgrassen zoals bies, zegge en galigaan.
Vooral de galigaan (Cladium mariscus) is interessant voor dit gebied, want de soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als vrij zeldzaam vermeld.

Blogarchief