Al meteen bij de spoorwegovergang aan de Roermondseweg zie ik dat het dier nog steeds actief is in dit gebied. Blijkbaar voelt hij zich er zodanig thuis, dat hij zich er heeft gevestigd. Op de achtergrond zie je de stuw in de oude afgesloten Leukerbeek, met links de nieuwe Leukerbeek, die om de Roeventerpeel geleid is. Op de voorgrond materiaal, dat door de bever is aangevoerd, zodat er een dammetje is ontstaan.
De bever heeft een zeer uitgebreid menu. 's Zomers eet hij kruiden, bloemen, jonge scheuten van waterplanten, grassen en wortels. Daarnaast eet hij ook alle delen van bomen en struiken (stam, takken, bladeren en wortels).
De schors van de stam knaagt hij af met zijn vlijmscherpe tanden. Zijn tanden groeien almaar door, omdat ze slijten door de tanden te gebruiken als gereedschap voor het doorknagen van de boomstammen, de bouw van hun burcht en een dam.
Bij de bever denken we altijd aan een burcht in het water, maar als het mogelijk is, bouwen ze een nest in een ondergronds hol naast de oever. Ze zitten dan verscholen in de oever en de ingang onder de waterspiegel is niet te zien. Je kunt over zo'n beverhol lopen zonder iets in de gaten te hebben.
Soms worden die holen pas zichtbaar als bijvoorbeeld de aarde door een hogere waterstand week wordt en een deel van de gang instort. Soms gebeurt het ook dat een deel van de gang instort, als mensen of dieren zoals paard of koe er doorheen zakken. Pas dan wordt duidelijk hoeveel grondverplaatsing voor het graven van het hol er heeft plaatsgevonden. Dat is te zien op bovenstaande foto waar de bever een hol heeft gemaakt dat een stuk boven de normale waterspiegel ligt. Waarom dat gat is ontstaan is niet duidelijk. Door het grote gat was voor de bever waarschijnlijk geen eer meer te behalen. Hoewel hij het hier zelfs bij hoogwater een tijdje droog heeft kunnen houden, is het nu onbruikbaar.
De aanwezigheid van bevers wordt niet alleen verraden door de aanwezigheid van omgevallen bomen, bomen waarvan de schors is afgeschild, dammetjes en looppaadjes , maar ook soms een burcht in het water.
Dat is ook het geval in de Roeventerpeel. Bevers bouwen minder snel een burcht dan hun Canadese verwant, en de burchten van bevers in ons land zijn ook minder groot.
De bever heeft afgelopen jaar een burcht gebouwd in de plas die in het gebied ligt. Vlak bij de nu oude afgesloten Leuker- en Einderbeek die voorheen door het gebied liep en nu dus om het gebied heen is geleid.
Uitwerpselen van het ree |
Van de vos en eekhoorn heb ik geen sporen aangetroffen. Wel echter van het ree.
Dit is een plekje waar de bok de grond heeft losgewoeld met zijn voorpoten om zijn territorium af te bakenen. Meestal is deze krabplaats driehoekig van vorm en ongeveer 60 cm lang.
De reebok veegt en krabt in de loop van het voortplantseizoen in zijn territorium aan bodem, struiken en bomen. Tijdens het lopen en krabben in de grond wordt een geurstof uit de geurklieren aan de poten naar buiten geperst, waardoor een reukspoor wordt gevormd waaraan elk ree individueel te herkennen is. Zowel het vegen (met het gewei langs bijv. bomen wrijven of met het gewei langs takken slaan), als het krabben met de poten zijn een vorm van markeren van het territorium.
Een kleine kale plek omzoomd met dode bladeren doet dienst als lig- en slaapplaats. De ligplaats is meestal ovaal van vorm (60cm lang) en je kan er plukjes haar vinden.
Het ree ligt graag op droge, meestal wat hogere plaatsen, te herkauwen. Naar mate deze vaker gebruikt wordt, is deze ligplaats beter te herkennen. Voor dat het dier gaat liggen krabt het in de bodem. Op den duur ontstaat zo een plek waar de planten weg zijn. De humus en de bladeren liggen meer aan de rand. En in het midden is soms zelfs de harde bodem te zien. Uit de grootte en diepte zijn het gewicht en de grootte van de reeën ten opzichte van elkaar af te leiden.
Ook het legsel van de grauwe gans is niet veilig voor de rovers, zoals je bij dit lege nest ziet. Iets verderop lagen leeggegeten eieren. De uitwerpselen duiden mogelijk op een marterachtige. Hun uitwerpselen lopen altijd uit in een punt. Soms zijn ze gevlochten of gedraaid. De kleur hangt af van het gegeten voedsel en kan zwart, bruin-oranjebruin of grijs-wit zijn. Het is echter voor mij niet duidelijk van welk dier deze drol is, want ook de vos rooft eieren.