Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht Weerterbos. Sorteren op relevantieAlle posts tonen
Posts gesorteerd op datum tonen voor zoekopdracht Weerterbos. Sorteren op relevantieAlle posts tonen

dinsdag 8 juni 2021

Gewone dotterbloem

De Gewone dotterbloem (Cáltha palústris) is ook bekend als "Moerasgoudsbloem" en "Koningskop" (Engels: Kingscup). De naam Goudsbloem vind ik persoonlijk nogal verwarrend, aangezien er ook een echte Goudsbloem is, maar dat terzijde. Het is een kleine tot middelgrote overblijvende kruidachtige plant van de Ranonkel- of boterbloemenfamilie. Net zoals de boterbloem, zijn de bladeren en knoppen van de dotterbloem giftig. Je vindt ze in zonnige tot halfbeschaduwde moerassen, vennen , langs beekjes, sloten en in broekbossen. In een natte omgeving dus. Het is geen probleem als ze met de voeten in het water staan. Je treft ze daarom dan ook aan in het rivierengebied en in de laagveengebieden. In de rest van Nederland schijnt de Gewone dotterbloem zeldzaam tot zeer zeldzaam te zijn.  De foto’s die je in deze post ziet heb ik genomen in de Roukespeel in Swartbroek, in het Wijffelterbroek in Altweerterheide en in het Weerterbos.Aan het hele uiterlijk, of habitus, van de plant zie je al meteen dat ze wel op boterbloemen lijkt maar er toch ook wel weer behoorlijk van afwijkt.

De bloem ontleent zijn naam aan het Duitse "Dotter" en het verwante oude Middelnederlandse "doder" (dodre). Dit betekent "dooier", daarmee verwijzend naar zijn gele kleur. De naam "Goudsbloem" daarentegen verwijst niet zozeer naar de kleur van de bloem, maar naar het gebruik ervan in de middeleeuwse kerken met Pasen als eerbetoon aan de Maagd Maria,zoals in "Maria-goud". De Engelsen noemen haar "Marsh marigold bloom".
Zoals gebruikelijk bij de boterbloemfamilie staan er meestal veel meeldraden rondom de vruchtbeginsels. De soort bloeit tussen april en augustus. Afhankelijk van het weer en de standplaats, kun je ze echter ook al aantreffen medio maart. Omdat de bloemen zowel nectar als grote hoeveelheden stuifmeel produceren,is het een dankbare plant voor vroege insectenbezoekers. Ze worden meestal bestoven door zweefvliegen.
De bladeren zijn over het algemeen hart- of niervormig. Er zijn vier tot negen (meestal vijf) bloembladachtige, felgekleurde- dooiergele- en eivormige kelkbladeren. Na de bloei vallen de typische, een beetje peulvormige kokervruchten op. Ze hebben wel iets weg van een soort kroontje op een stengel. Zou dat de verklaring zijn voor de naam "koningskop"???? De rijpe zaden blijven drijven, waardoor de plant zich gemakkelijk langs de oevers van beken en sloten verspreidt.
Speenkruid

De dotterbloem wordt nogal eens verwisseld met een andere ranonkelachtige, namelijk het Speenkruid. In de post van april 2013 over het Speenkruid, heb ik hier ook al op gewezen. De Dotterbloem tref je, zoals ik al zei,  meestal aan in een natte omgeving, terwijl dat bij het speenkruid meestal niet het geval is. De meest opvallende verschillen zijn echter het aantal bloemblaadjes en de vorm ervan. Het speenkruid heeft meer bloemblaadjes en ze zijn puntiger van vorm dan die bij de Gewone dotterbloem. Ze zijn ook kleiner. Ook de bloeitijd is anders; speenkruid laat zich als eerste zien. Meestal al in begin maart, maar in zachte winters kun je ze zelfs al in februari aantreffen.

woensdag 28 december 2016

Karelke

De ontwikkeling en bewoning van Altweerterheide is vanwege zijn moerassen,vennen, hei, bossen en zand anders en later begonnen dan in de andere kerkdorpen en gehuchten. Pas toen de ontginningen eind 19e - begin 20e eeuw startten, begon Altweerterheide aan een nieuw tijdperk. Zonder de noeste werkers van ontginningen als Wijffelterbroek, Delbroek, Hollandia, Eigen Erf en Kettingdijk tekort te doen, mag je toch wel stellen dat de ontginning van Karelke het meest tot onze verbeelding spreekt. In "Altweerterheide, beej os in de hei-j" heb ik al het een en ander hier over verteld.

woensdag 18 mei 2016

Graaf van Hornepad, 5e druk.

In een blog van april 2014 heb ik jullie al eens geattendeerd op de mooie wandelroute "Graaf van Hornepad". Dat was naar aanleiding van de uitgave van de 4e druk. Door allerlei aanpassingen in de natuurgebieden was het toen namelijk noodzakelijk een nieuwe herziene uitgave te maken.

Altweerterheide is omgeven door schitterende natuur
Al in 1999 en 2010 onderging het door Piet Hermans ontworpen Graaf van Hornepad, dat dateert uit 1993, een groot aantal wijzigingen vanwege aanpassingen in het landschap en het wegennet. En ook nu weer in 2016 was het blijkbaar nodig om vanwege de laatste ontwikkelingen in de ons omringende natuurgebieden de kwaliteit van het Graaf van Hornepad aan te passen en te verbeteren.

natuurherstel aan de Kettingdijk in Altweerterheide

In de diverse lokale media en op de site van weertdegekste, stond hierover onder andere het volgende vermeld:
“Zaterdag 23 april vond bij Fiets- en Wandelcafé Peerkesbos de feestelijke heropening plaats van het Graaf van Hornepad. Het Graaf van Hornepad is de langste aangesloten wandelroute rondom Weert. Het pad loopt ook een stukje door de gemeente Nederweert. Tijdens de bijeenkomst werd ook het eerste exemplaar van de vernieuwde wandelgids uitgereikt”.

Al eerder, op 1 april, zag ik op facebookpagina “Graaf van Hornepad” een bericht staan, waarin melding werd gemaakt van mijn blog:
"Op zoek naar foto's voor de nieuwe wandelgids kwamen we in contact met Gerard Stals. Hij beheert een prachtige website met heel veel foto's en informatie van de gebieden die wandelaars van het Graaf van Hornepad passeren. Bezoek zijn site weertnatuur.blogspot.nl eens.
Overigens was Gerard bereid enkele foto's beschikbaar te stellen, waarvoor onze hartelijke dank."


Het Rietven in het Weerterbos
De vernieuwde route wordt beschreven in de herziene 5e druk van de Wandelgids Graaf van Hornepad.   De samenstellers hebben, na contact met mij opgenomen te hebben, inderdaad verschillende foto’s uit mijn blog in de nieuwe wandelgids geplaatst. In al mijn bescheidenheid moet ik erkennen, dat ik daar toch best trots over ben. Als dank heb ik de schitterend verzorgde wandelgids cadeau gekregen. De foto’s die je op deze blog ziet, zie je ook in hun gids terug.

Retentiebekken 't "Krieëtje" achter de Daatjeshoeve in het Weerterbos
Het Graaf van Hornepad begint en eindigt bij het station in Weert en loopt met een grote boog rondom Weert door de mooie natuurgebieden in de kerkdorpen. Twee delen van de route gaan door België. Ook gaat het pad door de Weerterbossen, die in de gemeente Nederweert liggen. De samenstellers, Marcel Tinnemans, Otto Ahlers, Theo Beelen en Ad van Asten hebben het geheel opgesplitst in 16 etappes die variëren van 3,5 tot 9 km. Maar liefst negen grotere stukken van de route zijn gewijzigd. Bovendien kwam Peerkesbos als erg fraaie extra pleisterplaats voor de wandelaars beschikbaar. Ook aan de inwendige mens is gedacht, want bij de kaartbeschrijvingen staat regelmatig vermeld of en waar er horeca aanwezig is.

Rietven met het daarachter gelegen retentiebekken in het Weerterbos
Uiteraard is het niet de bedoeling om deze 92 km lange wandeling in één keer te lopen, hoewel het in principe natuurlijk kan (en ook gebeurd is). Waar en hoelang gewandeld wordt is uiteraard persoonlijk en is afhankelijk van je ervaring en je conditie. De verschillende etappes kunnen gemakkelijk gecombineerd worden. De beschrijving van de routes, voorzien van een kaartje vind je terug in de prachtig verzorgde en handzame wandelgids. Deze is verkrijgbaar voor €9,25 bij de Bruna in Weert en het Tourist Information Center "Land van Antje" aan de Stationsstraat, maar is ook te bestellen op de site van Olat.


Dit jaar is er op 20 augustus een wandeldag. Deelnemers kunnen kiezen uit 28 km, 63 km of 92 km.
Meer informatie zul je te zijner tijd kunnen vinden op facebook.com/graafvanhornepad.

dinsdag 29 december 2015

Taurossen beej Baks 2015

Op het kaartje van de begrazingsgebieden, heb ik bij de Heltenboschdijk  (* hilsenbosch, heltenbosch of eltenbosch= hoog bos) de naam "beej Baks" gezet.  Op een militaire kaart van 1939 wordt de brug over de beek trouwens Beltenboschbrug (*belt=bult) genoemd. Wij noemen ze ook wel "Baksbrug".
Consortium AHV (ARK Natuurontwikkeling, Habitura en Rentmeester Van Soest), heeft dit perceel dat langs de Tungelroyse beek ligt via koop verworven. De aankopen in Kempen~Broek zijn er op gericht om een "ketting" van aaneengesloten natuurgebieden te krijgen. Dit heet Ecologische Hoofd Structuur.

Door deze aankoop, komt er aansluiting van het Wijffelterbroek met de Tungelerwallen en het functioneert tevens als bufferzone voor het achterliggende moerasgebied. Ark noemt dit perceel ook 't "Brook", maar ik noem het liever "beej Baks" of  "op Baks". Hoewel deze naam nergens officieel wordt vermeld, heb ik die plek zo genoemd, omdat de bewoner bij de lokale bevolking bekend was als  "Baks Sjang".

Op de achtergrond de Baksbrug. Links van de beek ligt het perceel "beej Baks".
Er zijn twee verklaringen voor het woord BAKS, namelijk varken/rug of welving/hoogte.
(bronnen o.a. www.taaltutor.nl en de Etymologiebank)

***"Baks" is afgeleid van het oud-Franse "Baco" en de vroeger in Zuid-Nederland en Duitsland gebruikte woorden "Baka", "Bake" en "Bax". Een "bake" was een varken, dat in het verleden in bossen werd gehoed of daar gehouden werd vanwege het aldaar aanwezige voedsel (m.n. eikels en beukennootjes).

***"Baka" of "Bake" (rug, welving, hoogte) is echter ook een toponiem, dat verwijst naar een geografisch hoger gelegen plek, waar varkens werden gehouden of gehoed. Mogelijk is het eerst ook Bake-bos genoemd en later verbasterd tot Baks. Je vindt die betekenis van bult, rug, welving of verhoging ook terug in plaatsen als Bakel (bake+lo), Bakenbos, Bakenberg, Baxbos en Baksheide (bij Beesel). Bake en de afgeleiden daarvan hebben, met uitzondering van Baksheide, een link met bos of heuvelrug.
En wat te denken van "achterbaks" in de betekenis van achter iemands rug om (= stiekem)?
De voormalige boerderij Bakewell aan de Eindhovenseweg heeft overigens niets met dit toponiem te maken.
de kaart van 1830-1850 laat zien hoe open en onbebost Altweerterheide toen was
De naam "Baks" heeft ook geen betrekking op de persoon Sjang Niessen. De boerderij is van omstreeks 1900 en toen Sjang die uit Tungelroy kwam (bijnaam Sjang van Stelders Driek) de boerderij eind jaren dertig, begin jaren 40 kocht, kreeg hij van het ene moment op het andere een andere bijnaam cadeau!! Ik neem dus aan dat de boerderij of het gebied toen al Baks werd genoemd.
Wie de vorige eigenaar was is mij niet bekend en ik weet ook niet sinds wanneer de boerderij of het gebied zo genoemd wordt.

Officiële áchternamen als Baks, Backs en Bax zijn afgeleid van het beroep varkensfokker. Dat zou dus ook kunnen gelden voor iemand die die bijnaam heeft. Ook dat is echter in het geval van Baks Sjang niet het geval.  Hij was zeker geen varkensfokker. Hij had, net zoals de meeste boeren in zijn omgeving, een klein gemengd bedrijf. Te klein om een groot gezin te onderhouden, zodat hij gedurende meerdere uren per week zijn geld elders ging verdienen.

Hoe logisch mijn uitleg over  "op baks" of "beej baks"  als een boerderij op een hoger gelegen plek, of het hoger gelegen gebied zelf misschien ook klinkt, ik kan dit dus niet hard maken.....
Wie het weet mag het zeggen......................

Als het betrekking heeft op de hoger gelegen plek, is het hier in elk geval niet in combinatie met bos, want dat zou niet kloppen met wat je op bovenstaande kaart ziet en wat W. Lenaers in 1948 schreef in "veldnamen in en rond Stramproy":  Volgens de overlevering behoeven we maar enkele eeuwen terug te gaan om vanaf “het Indj” (* bij het Nûnkske kruûs op Bergerroth) met het blote oog het Heihuis bij de tegenwoordige Diesterbaan te kunnen zien.  Zo troosteloos en onbebost was destijds Altweert!”........

Wil je de volledige tekst van deze verklaring lezen, klik dan op deze link.

"Op Baks" wordt begraasd door Maremmana runderen en Exmoor paarden.  De Exmoors  lopen ook op de Loozerheide en in het Weerterbos. 

De kudde Exmoors is in een jaar tijd flink uitgebreid. Er lopen momenteel 11 dieren. Een prachtig oud ras.

Hoewel er al lange tijd een Maremmana stier op o.a. Siëndonk en Kwaoj Gaât voor nakomelingen heeft gezorgd en er Maremmana koeien op de Loozerheide lopen, zijn de Maremmana's op Baks pas één jaar hier. Eind oktober 2014 heeft Stichting Taurus namelijk 15 koeien van dit ras vanuit Toscane over laten komen. De dieren zijn afkomstig van een vijftal boeren, waarvan één zelfs had aangegeven er helemaal mee te stoppen. Precies een jaar geleden schreef ik al over deze pas geïmporteerde koeien. Klik HIER als je dat wil nalezen.

Drie dieren werden "op Baks" geplaatst en begrazen samen met de Exmoors het grote perceel. Waarom er niet meer dieren worden geplaatst is mij niet duidelijk.

Twee koeien hebben inmiddels wel een kalf. Dankzij de Pajuna stier, die er nadien geplaatst is. Dus de kalfjes zijn Maremmana X Pajuna kruisingen. Het is mij niet duidelijk of deze Pajuna nog raszuiver is.

Maremmana's zijn koeien van een oud ras dat niet meer past in de moderne veeteelt. Omdat dit dier in zijn zuivere vorm steeds minder voorkomt en zonder tegenmaatregelen mogelijk zelfs zou kunnen verdwijnen, heeft de Stichting deze dieren over laten komen om hier in het TaurOs project in te passen en over enkele jaren ook weer dieren terug te kunnen zetten in Italiaanse natuurgebieden.

Het Maremmana ras is tegenwoordig een niet veel voorkomend rund uit de Podolische langhoornvee groep. Het ras zou afstammen van runderen die met de Hunnen uit Mongolië, via de Oekraïense steppe, in Italië kwamen in 452 voor Christus. Het rund werd vooral gebruikt als trekdier en pas in tweede instantie voor rundvlees en zuivelproducten.

Bij de koeien zie je veel variatie in de kleur van de vacht, die kan variëren van wit tot donkergrijs. Een ander kenmerk is hun halskwab en een lichtgewicht skelet met slanke benen en sterke poten. De hoorns kunnen wel tot 100 cm lang worden. Bij de stieren is dat in een typische halve maan vorm en de koeien hebben liervormige horens.

maandag 9 februari 2015

Moeselpeel #2

In mijn vorige blog heb ik al het nodige verteld over de Moeselpeel. In deze blog laat ik er nog wat meer van zien. Ik ben op de Schans geweest en laat wat foto's zien van beversporen. Ook nog wat foto's van het rietmoeras, zodat je een idee hebt hoe "ruig" dat deel is.

De Moeselschans is tegenwoordig weiland
De vroegere Schans in de Moeselpeel is niet meer als zodanig te herkennen. Dit hoger gelegen deel van de peel is nu in gebruik als weiland met vooral eiken en populieren er omheen. Je kon er voorheen komen via de Moeselschansweg, die begon bij de Maaseikerweg. Tegenwoordig ligt die echter binnen de Ringbaan op de Graswinkel. De Moeselschans is nu bereikbaar via een modderig pad vanaf de Moeselpeelweg.

 

Gebleekte steeg
Via de Gebleekte Steeg kun je gemakkelijk bij de Moeselpeel komen. Meerdere verklaringen voor "gebleekte" zijn mogelijk. Zoals "blinkend" of "schitterend", (vanwege het helderwitte zand op het zandpad in vroeger tijden),of van het Middelnederlandse woord "blec" dat de betekenis heeft van "land dat even boven het water uitkomt". Persoonlijk denk ik echter dat het is afgeleid van het Vroeg-Middelnederlands woord 'blecken' = ontschorsen of hout schillen.
Dit "blecken" gebeurde in mei/juni, als de sapstroom van de eiken in volle gang was.
De schors van armdik hakhout van 12-15 jaar oude eikenbomen werd vroeger namelijk geschild met een blekbijl en vervolgens gedroogd en in een zogenaamde runmolen vermalen om gebruikt te worden in leerlooierijen. Die waren er in vroeger tijden 4 of 5 in Weert, dus er was zeker een markt voor.

De vermalen schors (run) bevat looizuur (tanine), dat werd gebruikt om het leer soepel en houdbaar te maken. De geschilde stammen konden daarna als hakhout gebruikt worden en de stobben liepen dan weer uit. Na 12-15 jaar kon het blecken dan weer herhaald worden. Het is bekend dat de eiken in het Weerterbos hiervoor vroeger werden gebruikt en aangezien er met name in de nabije omgeving van de Schans en de Gebleekte steeg nu nog oude eiken en eikenstoven te vinden zijn, is deze verklaring voor die naam een mogelijkheid.

Rondom de weilanden op de schans is het erg nat en vind je er behalve eiken vooral elzen, wilgen en berken. Er is vanaf de schans naar het rietmoeras geen doorkomen aan vanwege de afwateringsslootjes en verruiging door braam en brandnetel. De foto's spreken voor zich......

De beverdam in de Houtstraatlossing met links de Moeselpeel en rechts de Kievitpeel
In de vorige blog vertelde ik al dat de bever de Moeselpeel ook "gevonden" heeft. Hij is er erg actief en probeert steeds weer een dam in de Houtstraatlossing aan te leggen, die echter ook steeds weer na verloop van tijd verwijderd wordt!!!! Eigenlijk vreemd dat de dam steeds wordt weggehaald, terwijl het beheer uitnodigt tot de komst van dit dier. Blijkbaar spelen er nog andere belangen......

 
Voor de bever is een hoge waterstand in de Houtstraatlossing van belang, omdat zo de ingang naar zijn hol onder water ligt en niet zichtbaar (dus veilig) is. Door de lagere waterstand komt die te voorschijn.

 
Deze bever geeft echter zo te zien (nog) niet op. Vooral de jonge berken, eiken en hazelaars in het ca. 12 ha. grote "Landgoed Knapesbert" moeten er aan geloven. Dit in 2008/2009 aangelegd nieuwe bos is door de eigenaar voor vijftig jaar verhuurd aan Nationaal Groenfonds, dat de huursom kan betalen met geld uit het Bosklimaatfonds. Hoewel besloten is dat de natuur op termijn haar eigen gang kan gaan, zodat een volwassen bos-ecosysteem kan ontstaan, ben ik benieuwd hoe de instanties over deze "natuurarchitect" denken. Ik zou 'm trouwens graag eens willen zien, maar dat gaat me waarschijnlijk niet lukken.

 
Niet alleen jonge boompjes worden geveld, maar ook het grotere werk in de Moeselpeel schuwt hij niet. Afgaande op de (knaag)sporen denk ik dat we hier met een groot volwassen dier te maken hebben.


In mijn vorige blog vertelde ik al dat het bijna onmogelijk is om tot bij het rietmoeras te geraken. Deze foto's laten je ook zien waarom. Op de achtergrond zie je al iets van het rietmoeras.

Er ligt een vlot, dat door rietsnijders wordt gebruikt en mogelijk ook door medewerkers van Staatsbosbeheer en/of 't Waterschap om tot bij de meetpunten te geraken.

Het centrale deel van de Moeselpeel bestaat uit rietmoeras
Hoewel ik er even aan dacht het vlot te gebruiken om wat dichter bij het rietmoeras te komen, heb ik dat toch maar niet gedaan. Ik ben er met enige moeite toch best dicht bij kunnen komen, zodat je ook een idee hebt hoe het er daar uit ziet.

 
Het is wel duidelijk dat als hier niet regelmatig onderhoud wordt gepleegd, dit gedeelte zeker zal dichtgroeien en verlanden. Een voortschrijdende verlanding heeft een negatieve invloed op de toch al matige (grond)waterkwaliteit van de Moeselpeel. In het OGOR meetnet rapport van 2012 was die trouwens nog slecht(vooral een te hoog sulfaat- en chloridegehalte)...... Wat dat betreft gaat het dus de goede kant op.

In de blog "Moeselpeel#3" laat ik je kennismaken met de westkant van de Moeselpeel en vertel of het me vanaf die kant wél gelukt is om tot bij het rietmoeras te geraken.........

Blogarchief