Korstmossen zijn een combinatie van schimmels en algen en zijn meer verwant aan paddenstoelen dan aan “gewone” mossen. Met het blote oog zijn de twee componenten niet apart herkenbaar. De algencellen leven vlak onder de opperhuid en veroorzaken de groenige kleur. Ze zorgen voor de fotosynthese, de aanmaak van suiker, waardoor de schimmel aan voedingsstoffen komt en de schimmels zorgen voor stevigheid en beschermen tegen uitdroging. Ze kunnen dus niet zonder elkaar. Ooit (1948) is er een vergeefse poging gedaan de naam in "morsen" te veranderen, om zo duidelijk te maken dat ze niets met mossen te maken hebben en ook lang niet allemaal korstvormig zijn. Er zijn namelijk ook soorten die blad-, struik- en haarvormig zijn. De deskundigen spreken dan ook liever van lichenen.
Korstmossen zijn erg gevoelig voor luchtverontreiniging. De aan- of afwezigheid van korstmossen wordt daarom wel gebruikt als een indicator voor luchtverontreiniging. Op de Nederlandse Rode Lijst Korstmossen van 2015 zijn 311 soorten vermeld. Dit is 46% van de 683 soorten die we in Nederland hebben!!!
Dat geeft toch aan dat het niet erg goed is gesteld met ons milieu.
In mei 2015 plaatste ik al eens een post over korstmossen. Deze kun je
HIER nog eens nalezen.
In deze post wil ik je laten kennis maken met epifyten; soorten, die je aantreft op boomschors.
|
Melig takmos |
Korstmossen hebben twee strategieën voor de voortplanting ontwikkeld: de eerste is geslachtelijke voortplanting met behulp van schimmelsporen en de andere manier van verspreiden is vegetatief. Dat is vergelijkbaar met het stekken van een plant. De meeste korstmossen produceren korrels (sorediën) of gemakkelijk afbrekende staafjes (isidiën). Hierin zijn zowel de schimmel als de alg aanwezig. Deze stukjes verspreiden zich door de wind of dieren en als ze op een geschikte plek terechtkomen, groeien ze daar uit tot een nieuwe plant.
|
Gewoon purperschaaltje |
In de zomerse overvloed aan flora vallen mossen en korstmossen niet zo op, maar dat is anders in de “kale” wintermaanden en het vroege koude voorjaar. Korstmossen zijn bestand tegen extreme temperaturen en groeien ook ‘s winters gewoon door. Ze vormen dan ook een belangrijk onderdeel van de flora van het Antarctisch gebied. Er is dus nu nog volop gelegenheid om buiten te genieten van deze anders zo onopvallende soorten. Neem dan wel een loep mee, want dan zie je pas hoe mooi ze vaak zijn.
|
Gewoon schildmos |
Omdat ze zo langzaam groeien (0,01 tot 2 cm per jaar) en om niet te hoeven concurreren om ruimte en zonlicht, vind je ze vooral daar waar ze niet door zaadplanten kunnen worden verdrongen. Bijna altijd zijn dat op droge plekken en op kale oppervlakten zoals stenen, dakpannen, klinkers, boomschors en heide.
Het is inmiddels voor iedereen wel duidelijk wat de nadelige effecten van te veel stikstof- en zwaveldioxide voor ons mensen zijn. Maar ook de natuur ondervindt veel schade door te veel stikstof (eutrofiëring). Korstmossen hebben vooral last van ammoniak, een gasvormige stikstofverbinding die vrijkomt uit mest, maar ook van fijnstof door met name autoverkeer en de industrie. Omdat korstmossen geen wortels hebben, nemen ze voedingsstoffen met het gehele oppervlak op. Ze leven dus letterlijk van de lucht. Daarom bepalen zwevend stof en vervuiling sterk of een soort ergens kan groeien. Of niet !!!!
|
Groot schildmos |
In de jaren 70 en 80 was de zwaveluitstoot door aardolie en steenkool van met name fabrieken dusdanig hoog dat er grote gebieden in Nederland waren, waar helemaal geen korstmossen meer werden aangetroffen. We hebben het over de zogenaamde "zure regen" en men noemde die gebieden epifytenwoestijnen. Epifyten zijn korstmossen die je op bomen aantreft.
|
IJslands mos in de Tungelroyse wallen |
Een ander voorbeeld van zo’n bedreigde soort in die tijd was/is het zeer zeldzame IJslands mos. Het wordt nog maar op 6 plaatsen in Nederland waargenomen. Dit korstmos kwam vroeger veel voor in bijvoorbeeld de Tungelroyse wallen, maar het wordt nu nog maar op slechts enkele plekjes aangetroffen. Dit is overigens geen epyfyt. Over het IJslands mos heb ik ook iets in de post van mei 2015 geschreven. Dat kun je
HIER dus lezen.
|
Gewoon schorsmos |
Aan korstmossen is dus te merken dat maatregelen nodig zijn om de hoeveelheid stikstof uit de landbouw af te laten nemen. Ze hebben nu vooral te lijden onder de uitstoot van ammoniak in de intensieve veehouderij (varkenshouderij, pluimveehouderij en de melkveehouderij). Het gasvormige ammoniak komt vrij uit dierlijke mest en lost goed op in water. Vooral hier in het noordwestelijk deel van Limburg,is dat een probleem. De veehouderij is dan wel van groot economisch belang, maar heeft ook zijn keerzijde voor zowel mens als natuur.
|
Eikenmos |
Momenteel blijft het aantal bedreigde soorten korstmossen dan wel stabiel, maar de vervuiling met stikstof is nog dusdanig, dat het hard nodig blijft om de uitstoot van stikstof-verbindingen verder terug te dringen. Enkele soorten die gevoelig zijn voor ammoniak en daardoor dreigen te verdwijnen, zijn bijvoorbeeld Bleek baardmos, Gewoon schorsmos, Eikenmos en Kopjesbekermos. Een overzicht van verdwenen-, ernstig bedreigde-, bedreigde- en kwetsbare soorten vind je
HIER. Het is schrikken als je die lijst ziet....................
|
Kapjesvingermos |
|
Heksenvingermos en Groot dooiermos |
De slogan “hoe meer soorten korstmossen, hoe minder luchtvervuiling” gaat helaas niet op, want er zijn ook soorten die net goed gedijen dankzij de intensieve landbouw. Echte amoniakminnaars (er zijn er 22 in Nederland) zijn bijvoorbeeld het Kapjesvingermos of Grof kroesmos en Heksenvingermos.
|
Poedergeelkorst |
|
Groot dooiermos |
Het zijn echter vooral de gele korstmossen, die dankzij de mestlucht oprukken. De bekendste is het Groot dooiermos. Gele korstmossen duiden op vervuilde gebieden. Dus: groeien er veel gele korstmossen, dan geeft dat aan dat er vervuilingsbronnen in de buurt zijn.
Korstmossen zijn dus een goede graadmeter voor stikstof afkomstig uit landbouw, autoverkeer en industrie. Dit is te merken aan een áfname van bepaalde soorten, of juist een tóename van andere soorten.
|
Muurschotelkorst |
Hoewel we ons zorgen moeten maken over het signaal dat korstmossen afgeven, kunnen we gelukkig overal nog volop van prachtige soorten genieten. Gewoon op de stoep, in het park of langs de weg. En op bomen in je directe omgeving.
Hier volgen een aantal voorbeelden, die ik de afgelopen jaren gevonden heb. Ze zijn voor een leek vaak lastig te determineren. Mocht iemand een foute determinatie ontdekken, dan hoor ik dat graag.
|
Gebogen schildmos |
|
Gestippeld schildmos |
|
Gewone poederkorst |
|
Grauw rijpmos |
|
Verstopt schildmos |
|
Lichtvlekje |
|
Groot takmos |
|
Vals dooiermos |
|
Gelobt stippelschildmos |
|
Gelobde poederkorst |