In deze post ga ik het hebben over honingzwammen. De naam hebben ze te danken aan de honinggele kleur van de Echte honingzwam. Van jonge exemplaren dan, want later blijft van die kleur niet veel over.
De verschillende soorten zijn in het veld in een ouder stadium soms moeilijk van elkaar te onderscheiden.
Honingzwammen (Armillaria) zijn plaatjeszwammen (Agaricales). Het zijn de "terroristen" in het bos; ze vallen namelijk niet alleen zieke of verzwakte bomen aan, maar ook gezonde. Meestal groeien ze echter op de grond nabij geïnfecteerde wortels, stam of stronk, maar soms vind je ze ook nog enkele meters hoog in geïnfecteerde bomen. Omdat een infectie niet te stoppen of te "genezen" is, is preventie de enige manier om de gevolgen van de honingzwam te voorkomen. Ik denk bijvoorbeeld aan voorzichtig zijn bij gras maaien rond de boom.
|
Echte honingzwam |
|
Sombere honingzwam |
|
Knolhoningzwam |
In Nederland komen enkele zeldzame soorten voor: de Noordelijke honingzwam, de Moerashoningzwam en de Bleke honingzwam, maar ik ga het hebben over de 3 meest algemene: de Echte honingzwam (Armillaria mellea), de Sombere honingzwam (Armillaria ostoyae) en de Knolhoningzwam (Armillaria lutea).
Het organisme honingzwam bestaat uit een onzichtbaar deel in het hout (mycelium) en zichtbare vruchtlichamen; de paddestoelen dus. Deze vruchtlichamen bestaan maar een paar weken en hebben als doel sporen te verspreiden en zo voor vermeerdering te zorgen. Het is een parasiet welke levende bomen infecteert en daarbij houtrot (witrot) veroorzaakt. De boom zal hierdoor langzaam sterven en bovendien instabiel worden. Hoewel een boom vele jaren een infectie van de honingzwam kan compenseren is een infectie altijd dodelijk. Een infectie van de zwam is altijd het begin van het einde.
|
Rhizomorfen van de honingzwam |
Zwammen vermeerderen zich door te gaan 'bloeien' met paddenstoelen en zo hun sporen te verspreiden. Honingzwammen hebben echter nog een andere manier om zich te verspreiden, namelijk via rhizomorfen. Dit zijn bundels draden van de zwamvlok die met een zwart melaninelaagje zijn omhuld. Het uitgebreide netwerk van rhizomorfen kun je achter de schors van zo'n dode boom nog zien.
|
Rhizomorfen van de honingzwam |
Omdat die zwarte draden wel iets hebben van schoenveters, spreekt men in het Engels van “Shoestring fungus” (schoenveterzwam). Met behulp van de rhizomorfen kan een honingzwam grote afstanden overbruggen tussen verschillende bomen en zo steeds nieuwe bomen infecteren. Dat gaat met een snelheid van ongeveer één meter per jaar . Ze dringen tussen de bast en het kernhout van de stam (het zogenaamde cambium). Dit is het levende weefsel van de boom, waardoor het transport van water en voedingstoffen plaatsvindt. Hier breidt de zwam zich langzaam uit en doodt het levende weefsel. De boom redt het dan niet.
|
Rhyzomorfen van de honingzwam
|
Het mycelium van één enkele paddenstoel kan zich in de loop der tijd over een gebied van vele hectares uitstrekken en een ouderdom van vele honderden en zelfs duizenden jaren bereiken. In de Amerikaanse staat Oregon groeit een Sombere honingzwam die naar schatting 2400 jaar oud is en een ondergronds mycelium (zwamvlok) heeft met een omvang van maar liefst 890 hectare. Dat maakt deze schimmel het grootste levende wezen ter wereld.
|
Echte honingzwam |
De Echte Honingzwam ( Armillaria mellea ) is een zwam die meestal in bundels groeit, op zowel dood als levend loof- en naaldhout. Vooral aan de voet, maar ook wel op stronken of wortels. Deze soort komt vooral voor op voedselrijke grond. De hoed van de Echte Honingzwam is overwegend geel tot bruinig geel gekleurd en bevat donkere, vezelige schubjes, die verdwijnen naarmate de paddenstoel ouder wordt. De kleur van de hoed verbleekt bij het opdrogen.
|
Echte honingzwam |
De Echte honingzwam heeft een opvallende dikke witte ring, die niet vergankelijk is zoals die van de knolhoningzwam, heeft een gelige randzone aan de onderzijde en is fijn vlokkig. De steel loopt aan de basis taps toe en is meestal ook lichter gekleurd dan de hoed. Echte honingzwam geurt sterk onaangenaam. De sombere verspreidt een zwak fruitige geur die wat aangenamer is.
|
oudere exemplaren van de Echte honingzwam |
Deze kenmerken zijn te zien als het nog jonge exemplaren zijn. Bij oudere honingzwammen is dit alles minder goed, of helemaal niet meer te zien.
|
oudere exemplaren van de Sombere honingzwam |
|
oudere exemplaren van de Sombere honingzwam |
Bij oudere exemplaren kan de Echte Honingzwam verward worden met deze Sombere Honingzwam ( Armillaria ostoyae ) en met de Knolhoningzwam ( Armillaria lutea ). De Sombere Honingzwam heeft echter nooit duidelijke geeltinten in de hoed. De hoed is ook grover geschubd, de lamellen zijn donkerder van kleur en de steel bevat vaak donkere schubjes.
|
Jonge Sombere honingzwammen |
|
Echte honingzwam met opvallende ring |
Het belangrijkste verschil met de Sombere Honingzwam zit echter aan de onderkant van de ring. Hoewel het niet altijd goed te zien is, bevat deze bij de Echte honingzwam een gele randzone, terwijl deze ring bij de Sombere Honingzwam bezet is met donkere vlokjes.
|
Jonge Sombere honingzwam |
De steel van de Sombere en ook van de Knolhoningzwam zijn aan de basis even dik of knolvormig gezwollen.
|
Sombere honingzwam |
De Sombere honingzwam (Armillaria ostoyae) is een paddenstoelsoort die zowel op naald- als loofhout kan groeien. Soms zijn dat dode stobben, maar meestal zijn het levende bomen of beter, de wortels van die bomen.
|
Knolhoningzwam |
De knolhoningzwam is in tegenstelling tot de andere 2 géén parasiet, maar gaat een samenwerking aan met berken. Zo hebben beiden voordeel. Men noemt dat symbiose. De belangrijkste uiterlijke verschillen met de Knolhoningzwam zijn dat die gele velumresten op de steel en ring hebben zitten, hoewel dat niet altijd te zien is, en dan hebben we natuurlijk nog de knolvormige voet.
|
Knolhoningzwam |
Deze ring is wel vergankelijker dan bij de andere 2 Honingzwammen. De steel bij deze soort is ook vaak sterk verdikt, maar dit is soms ook het geval zijn bij andere Honingzwammen. De Knolhoningzwam dankt zijn naam aan de knolvormige voet. Deze zit meestal verdekt in de bodem of onder de vegetatie.
|
Schubbige bundelzwam |
Ook wordt de Sombere honingzwam nogal eens verward met de Schubbige Bundelzwam (Pholiota squarrosa). Als je let op de grootte, de kleur en structuur van de hoed, de steel en lamellen, dan zie je de verschillen.
|
Oudere Schubbige bundelzwam |
De hele paddenstoel is goudgeel van kleur met donkerder afstaande schubben die zowel op de hoed als op de steel zitten. Bij het ouder worden verkleurt ie meer naar bruin. Het is een in Nederland algemene paddenstoelensoort. Je vindt hem van september tot en met november in bundels op loofbomen in bossen en parken. De steel heeft een gladde top. Onder waar de ring is ingescheurd, is de steel roodbruin met bruine schubben. De lamellen zijn bleekgeel tot gelig bruin en staan dicht op elkaar. De sporen zijn roestbruin. De paddenstoel geurt naar radijsjes.
De zwam leeft net als de honingzwam als parasiet op de wortels en aan de voet van bomen en doodt deze. Het valt mij op dat vooral de Amerikaanse eik er gevoelig voor is. Nadat de boom is omgevallen, leeft de zwam verder in het hout als saprofiet.