Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


dinsdag 10 augustus 2021

Wilde peen

In juli schreef ik in Allemaal beestjes#18 dat vooral ** schermbloemigen  (Umbelliferae of Apiaceae), zoals Wilde peen, Fluitekruid, Gevlekte scheerling, Engelwortel en Pastinaak veelvuldig bezocht worden door onze insecten. Nu soorten als Fluitekruid en Engelwortel zo stilaan uitgebloeid raken en zaden gaan vormen, zien we nu vooral de inheemse Berenklauw, de invasieve  Reuzenberenklauw en de Wilde peen in bloei staan.
Duizendblad = géén schermbloemige...............
Duizendblad = géén schermbloemige....................
Wilde peen = wél een schermbloemige
** De naam schermbloemige verwijst naar de bloeiwijze, waarbij alle bloemstelen uit één punt ontspringen en de vorm van een scherm aannemen. De schermvorm kan variëren van boven ongeveer plat tot helemaal bol. Aan de voet van de bloemsteel zit meestal nog een krans met schutblaadjes. Het eerste jaar vormt zich een wortelstok. In het tweede jaar (of soms ook pas in het 3e jaar) komt dan de bloem tot ontwikkeling. **
Ook het Duizendblad staat nu volop in bloei, maar dat is een plant uit de composietenfamilie. Geen schermbloemige dus. De bloemstelen ontspringen namelijk niet uit één punt. De naam Duizendblad verwijst overigens naar het dubbel veerdelige blad, waardoor het lijkt of het uit zeer veel kleine blaadjes bestaat.
Wilde peen (Daucus carota), ook wel vogelnestje genoemd, is zoals gezegd dus een plant uit de schermbloemenfamilie. De plant komt algemeen voor in de Nederland en België. Met deze plant is onze overbekende peen gekweekt.
We kennen vele verschillende (gekweekte) soorten wortels: de grote winterpeen, de kleinere en wat zoetere bospeen en waspeen (als bospeentjes gewassen en zonder loof verkocht worden, heten ze waspeen), de ronde Parijse worteltjes. Bovendien heb je dan ook nog eens allerlei andere kleuren; naast de gewone oranje peentjes is er ook nog gele wortel, rode wortel, paarse wortel en zelfs een zwarte wortel. Van oorsprong is een wortel helemaal niet oranje, maar wit of paars, al werden gele of rode wortelen al vroeg in Turkije en Spanje gecultiveerd. In de 17e eeuw bracht de V.O.C. de wortel vanuit Iran naar ons land. Toen pas heeft de wortel zijn kenmerkende oranje kleur gekregen.

 Nederland werd een van de belangrijkste wortelproducenten ter wereld en het leek kwekers een aardig idee om een zoete oranje wortel te creëren ter ere van Willem van Oranje, de aartsvader van onze koninklijke familie. Door kruisingen ontwikkelden ze de wortel die uiteindelijk zo populair werd dat “we” daarmee de wereld veroverden. De plant is rijk aan caroteen en vitamine B.Hoewel van de Wilde peen de veervormige bladeren, smaak en geur onmiskenbaar hetzelfde zijn, zijn er toch enkele verschillen met de gekweekte soort. De Wilde peen heeft namelijk een witte penwortel, die vertakt is en minder vlezig is dan de gekweekte soorten, Een ander verschil is dat de Wilde peen een tweejarige plant is. De soort heeft koude nodig voor ze kan bloeien (dit heet stratificatie). In het tweede jaar, na de winter dus, gebruikt de plant de opgeslagen voedingsstoffen uit de wortel voor de verdere groei, bloei en ontwikkeling. Bij de gekweekte soort krijg je de bloem niet te zien, want de wortel wordt in het eerste jaar gerooid, dus vóór de plant tot bloei kan komen.De soort bloeit vanaf juli tot de herfst met schermen. Het scherm bestaat uit vele stralen, waarvan de buitenste bij rijping in de vorm van een "vogelnestje" naar binnen zijn gebogen. De elliptische splitvrucht is 2-3 mm lang, die met vier rijen lange aan de top hakige stekels bezet is. Het aromatische zaad wordt soms nog gebruikt als smaakstof in bijvoorbeeld stoofschotels en soepen.De hoge stengel is stijf behaard en de bladeren zijn twee- tot drievoudig geveerd. De stekelige vrucht en behaarde stengel kunnen bij overgevoelige personen huidirritatie of een allergische reactie veroorzaken. Hoewel ik het soms moeilijk vind om te zeggen welke schermbloemige ik zie, vormt de Wilde peen daarop een uitzondering. De veervormige bladen zijn namelijk een duidelijk kenmerk en net buiten het midden van het scherm zit bijna altijd tussen de witte bloemetjes een zwart-purperachtig bloempje. Je vindt er altijd wel een paar, maar je moet wel even goed kijken, want dat bloempje is meestal minuscuul klein.

Dat donkere bloempje heeft waarschijnlijk een functie, maar er is tot nu toe nog niemand die het juiste antwoord heeft kunnen geven. Heel lang werd aangenomen (veel plantkundigen gaan daar trouwens nog steeds van uit), dat het enkel om een genetische afwijking zou gaan en dat het dus geen nut heeft. Maar er zijn ook andere geluiden.
Volgens sommige geleerden bootst de wilde peen met dat donkere bloemetje een insect na, om daarmee aan passerende insecten de boodschap te geven: "hier is iets te halen, kom erbij"! Dat zou dan de bestuiving bevorderen. Probleem is dat niemand tot nu toe aan heeft kunnen tonen dat de zaadproductie van wilde penen mét donker bloemetje groter is dan die van wilde penen zónder…
Volgens andere geleerden bootst het donkere bloemetje inderdaad een insect na, maar dan zou dat dienen als lokaas voor hongerige roofinsecten, die de bloemschermen dan als jachtgebied beschouwen en schadelijke insecten opeten of weghouden. Tja, bewijs maar eens dat het dat is. Ik betwijfel dat in elk geval. Zeker als je bedenkt dat het donkere bloemetje meestal vrij snel verwelkt en afvalt, is dat te betwijfelen. De discussie daarover is in elk geval nog steeds niet afgerond. En zolang niemand het bewijs heeft gevonden voor welke stelling dan ook, blijven we met een raadseltje zitten.
In Engeland wordt de Wilde peen ook wel "Queen Anne’s Lace" (Koninginnenkant) genoemd. Die naam vindt zijn oorsprong in een verhaal over de Engelse koningin Anna Stuart (1665-1714), die een ervaren kantmaakster was. Zij had op zekere dag haar hofdames uitgedaagd voor een wedstrijdje wie het witte bloemenscherm van de Wilde peen het beste na kon maken in een kantwerk.
Natuurlijk won Anna, maar tijdens het kantwerk had zij zich per ongeluk in een vinger geprikt, waardoor een druppeltje bloed op haar kantwerk (lace) terecht was gekomen. Het fijne, scharlakenrode bloempje, zou dan symbool staan voor het druppeltje bloed. Het fabeltje heeft in elk geval voor een aantrekkelijkere naam gezorgd dan die van onze Wilde peen.......

Blogarchief