Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


zondag 21 december 2014

Zonsondergang op de Lozerheide

Op een kaart van 1850 die je kunt zien op de blog "Grazers op de Loozerheide", is te zien hoe groot de "Loozerheide" ooit is geweest. Ruwweg was het het gebied tussen Lozen, Hamont, Budelschoot, Weerter- en Boshoverheide en de Zuid-Willemsvaart.

Ook het Domeinbos Lozerheide, dat niet op die kaart staat, maakte hier oorspronkelijk deel van uit, want de natuur kent nou eenmaal geen grenzen. Het is het gebied tussen de weg van Lozen naar Hamont en Kanaal Bocholt-Herentals. Waarom het met één O wordt geschreven, heb ik (nog) niet kunnen achterhalen.
Over dit gebied wil ik een volgende keer iets vertellen, maar nu laat ik je alvast een aantal foto's zien van een mooie zonsondergang rond het Klotven. Deze zijn gemaakt tijdens een paar bezoekjes begin december. Het waren koude, maar ook zonnige dagen, die mooie foto's hebben opgeleverd. Althans dat is mijn mening.

dinsdag 9 december 2014

De enige echte "Weerter Kempen"

In de vorige blog over de “ Kempen” heb ik uitgebreid stilgestaan bij het gedeelte dat in het Belgische Lozen ligt en dat ik, om misverstanden te voorkomen, maar “Lozer Kempen” heb genoemd.
Hoe een en ander in elkaar zit wat betreft de naam Kempen, heb ik al verteld in de blog “Weerter Kempen”. Vandaag wil ik het hebben over de ca. 100 ha. grote Kempen op Weerter grondgebied.
De enige echte “Weerter Kempen” dus...........

Doorkijkje vanaf het bos op de akkers van de "Weerter Kempen". Foto van oktober 2014
Hoog gelegen akkers ten opzichte van het omringende gebied. Foto oktober 2014
Hoewel we het hebben over één gebied is er een groot niveauverschil van de “Lozer Kempen” (en Kettingdijk) met de “Weerter Kempen”. Op de blog over de Kettingdijk vind je de hoogtekaart, die dat goed laat zien. Ook op onderstaande foto's zie je duidelijk deze verschillen vanaf de Kempenstraat.

Het bos aan de Kettingdijk bij de splitsing met de Kempenstraat. Foto van oktober 2014
Hooggelegen akkers  op de "Weerter Kempen"  vanaf de Kempenstraat
Akkers op de "Lozer Kempen" vanaf de Kempenstraat (pal tegenover de akker op de vorige foto)
Terwijl het hoogste punt op de Kettingdijk en Lozer Kempen op 34-35 m. NAP ligt, is het hoogste punt in de Weerter Kempen 38–39 m. NAP. De Kempenstraat is dan ook in dubbel opzicht een grens.

Uitzicht op de "Weerter Kempen" vanaf de zandweg bij de Kettingdijk.
Aan Nederlandse kant vind je dan ook vanwege de hogere ligging voornamelijk akkers en sparrenbosjes. Langs het kanaal ligt een gemengd bos en richting Laurabossen liggen een paar lager gelegen weilanden.

De akkerlanden zijn voor het merendeel nog eigendom van de Belgische landbouwers uit de "Lozer Kempen". Het is eigenlijk geen goede landbouwgrond. Een 90 jarige bewoner van de Kempen vertelde me dat de opbrengt vroeger nog geen 2 ton graan per ha. was. (ter vergelijking: nu brengt goede grond bijna 10 ton op). De boeren gebruiken de grond nu vooral voor de verbouw van mais.

Limia koeien, met in het midden een Pajuna stier, zoeken een zonnig plekje op in het bos.
Het gemengd bos is afgerasterd en Ark/Freenature heeft er een kleine kudde taurossen geplaatst. Het zijn Limia’s, twee Pajuna stieren en enkele gekruiste Hooglanders.

De weilanden naast het bos worden ook door de taurossen begraasd.
Kalfje dat een kruising is tussen een Limia koe en een ????? stier
Er zijn ook een aantal jonge dieren bij. De jongste dieren zijn mogelijk nakomelingen van de Maremmana stier die je op het “Kwaoj Gaât” en “Wisseblök aantreft, want de Limia’s zijn in eerste instantie daar geplaatst.

Omdat Maremmana's van oorsprong uit de moerassen en bergachtige gebieden van Midden-Italië komen, weten ze goed om te gaan met schraal voedsel. Ze hebben het uitzonderlijk vermogen om zich goed aan te passen aan bijzonder moeilijke omgevingen, alsmede het buitengewone vermogen om voedselbronnen die anders niet zouden worden gebruikt, te gebruiken. Ze zijn vooral inzetbaar in met struiken bedekt grasland en ruige bushgebieden en passen daarom ook goed in het fokprogramma van het Taurosproject.

De Pajuna stier die ook een tijdje op "Lieëg hei" en 't "Kwaoj Gaât" is geweest.
Ook de jonge Pajuna stieren zijn enige tijd op 't Kwaoj Gaât geweest, dus een van hen zou ook zo maar de vader kunnen zijn, hoewel ik denk dat dat niet het geval is.

De taurossen moeten gaan zorgen voor een opener bos, met minder ruige onderbegroeiing
Deze dieren moeten er in elk geval voor gaan zorgen dat het bos in de "Weerter Kempen" een wat minder ruige onderbegroeiing krijgt en dat het opener wordt. Voor zo’n taak zijn deze grote dieren goed geschikt.
Ook de er naast gelegen weilanden worden door hen begraasd, hoewel dat natuurlijk ook met "gewone" koeien zou kunnen.

Weten hoe het zit met de Kempen op Belgisch grondgebied?  KLIK dan hier.

dinsdag 2 december 2014

De "Lozer Kempen".

In een van mijn vorige posts, vertelde ik al dat de "naam Weerter Kempen", die Natuurmonumenten voor een groot deel van haar Weerter natuurgebieden gekozen heeft, zowel historisch als geografisch niet juist is.
De echte "Weerter Kempen" is het landbouwgebied op de uiterste zuidpunt bij de Zuid-Willemsvaart op de grens Lozen -  Weert. Zowel in België als in Nederland. Ik wil in deze post iets vertellen over de "Kempen" aan Belgische kant en in een volgende post, ga ik het hebben over de enige echte "Weerter Kempen".

Bewegwijzerde wandelroutes door het Bocholterbroek
Aan Belgische zijde ligt "de Kempen" tussen het kanaal, de Kempenstraat, de Lossing en Lozerbroeksbeek. Tot ongeveer aan de voormalige voetbalvelden van SK Lozen. Een niet zo erg groot landbouwgebied dus. Om verwarring te voorkomen, noem ik het "de Lozer Kempen".
"Reg. Landschap Kempen en Maasland"  heeft in deze landelijke omgeving een drietal wandelingen bewegwijzerd.
De langste route gaat ook over Nederlands gebied, namelijk langs de "Kettingdijk" en via de Smeetshof weer terug naar het start- punt aan de Kempenstraat.
De wandelingen zijn trouwens ook goed te combineren met de wandelroutes in de Laurabossen.

Bij het startpunt aan de Zuid-Willemsvaart, heeft men op Belgisch grondgebied een mooi beeldje geplaatst met de naam "Helende Aarde".In een eerdere post heb ik daar al een en ander over verteld.

Je kunt tijdens zo'n wandeling volop genieten van een uitgestrekt en landelijk gebied. Het is dan ook met name aantrekkelijk voor liefhebbers van open landschappen, akkers, weilanden, boerderijen en bosperceeltjes.

Opvallend in dit landschap is het grote witte gebouw met de naam "Priorij Klaarland". Deze ligt trouwens net niet meer op de Kempen maar op Lozerbeemden (Veldhoven). Het is een gemeenschap van zusters Trappistinnen. Deze aan de Lozerbroeksbeek gelegen voormalige herenhoeve, is in 1975 voor zusters van de abdij Nazareth uit Brecht (B) omgebouwd tot een klooster.

In tegenstelling tot veel andere kloosters woont hier een groeiende gemeenschap: in 1995 woonden er 8 zusters, nu (december 2014) zijn dat er 15. De kapel en enkele andere delen zijn in 1979 erbij gebouwd; in 2010 kwam het groepsverblijf gereed.
Om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien, produceren en/of verkopen zij o.a. in hun kloosterwinkel biergisttabletten, liturgische gewaden, zelfgemaakte kaarsen en wenskaarten. Naast de priorij ligt een mooie aangelegde tuin met een kerkhof.

Waterhuishouding in het Bocholterbroek rond 1870
De Lozer Kempen maakt deel uit van het Bocholterbroek; een waterrijk gebied, waar maar liefst 4 beken stromen: de Lozerbeek, Lozerbroeksbeek, Veldhoverbeek en Lechter Rietbeek. De afstroom van het Bocholterbroek en Wijffelterbroek ging vroeger via de Tungelroysche beek, die in de doorstroommoerassen van Kruispeel, Kalverpeel, Spekke en Wijffelterbroek haar oorsprong kende.

Waterstaatskaart 1877
De Lozerbroeksbeek ontspringt ergens op de grens van Kaulille en Bocholt. Daar wordt ze Balkerbeek genoemd. De Balkerbeek is dus de oorspronkelijke bovenloop van de Lozerbroeksbeek. Toen van 1804-1810 een deel van het Grand Canal du Nord (nu Kempens Kanaal) werd gegraven, mondde ze uit in dat kanaal. De benedenloop (de Lozerbroeksbeek dus), werd zo afgesneden. Hierdoor kwam er minder water in het Bocholterbroek, wat zeker in tijden van droogte nadelig was voor het achterliggende landbouwgebied, omdat er geen/ te weinig water kon worden ingelaten...... Daarom werd in 1845 een waterinlaat op de Zuid-Willemsvaart geplaatst, zodat de beek weer voldoende water kreeg indien dat nodig was.

In 1870 ging men het Bocholterbroek en het Grootbroek droogleggen.
Van Nederlandse zijde kreeg men geen medewerking, zodat het afwateringskanaal niet op de grens, maar helemaal op Belgische bodem moest worden gegraven: de Émissaire of Lossing....
De Lozerbroeksbeek (mét kalkrijk Maaswater) waterde voortaan in de Lossing af. De andere beken, zoals Broetisbeek??? (Veldhoverbeek) en Rietbeek (Lechterrietbeek) voerden hun water af op het Wijffelterbroek. Dit gebeurde via een zogenaamde Ringgracht, die onder de Weerterbeek werd geleid via een duiker en dan over de Lossing in het broek het water loosde. Iets wat zeer tegen de zin van de gemeente Weert was en die daarom tijdens de eerste ontginningen van het Wijffelterbroek in 1901 een waterscheiding (met pad) door Waterschap Land van Weert liet aanleggen. Hoewel het de bedoeling was dat alleen de Lozerbroeksbeek afwaterde op de Lossing, bleek al snel dat bij hoge waterstand de andere beken overliepen en de lager gelegen Lossing overbelastten. Toen in de jaren '30 de Raam werd gegraven en de Lossing er op mocht worden aangesloten, was dit probleem nagenoeg opgelost.

De Lossing stroomt hier door het Lozerbroek. Foto van oktober 2014
De Lozerbroeksbeek (re.)  en de omgeleide kleine Maatbeek (li.) monden  uit in de Lossing,
Aangezien ik niet iemand ben die alleen de gebaande paden volgt, heb ik een stukje door de mooie streek gefietst, maar ben daarna al snel de directe omgeving langs de Lossing en Lozerbroeksbeek te voet gaan verkennen. Dat is toch wat ik liever doe; zien wat ik tegenkom en waar ik uitkom.

De diep ingesneden Lozerbroeksbeek, voordat die uitmondt in de Lossing
Ik ging op zoek naar de plaats waar de Lozerbroeksbeek in de Lossing stroomt. De diep ingesneden beken, waar ik (soms met wat moeite) langs ben gelopen, stromen daar door het Lozerbroek en langs de Lozerbeemden.

De afvoer van water wordt hier momenteel, vanwege het nieuwe beleid, op meerdere plaatsen vertraagd. Niet alleen in het broek, maar ook op de weilanden, die hier en daar met kleine ruigtes worden afgewisseld, is de vernatting goed te zien. Het grasland functioneert als een soort van bufferzone tussen het natte gebied en het akkerland.

Tegengestelde belangen tussen natuurbeheer en landbouw maakt overleg noodzakelijk
Aan de roodbruine kleur van het water is te zien, dat de beken en afwateringsslootjes vooral het kwelwater afvoeren. Kwel ontstaat door een ondergrondse waterstroom van een hoger gelegen gebied naar een lager gelegen gebied. In dit geval is dat hoger gelegen gebied het Kempisch Plateau.

Kwelstroom kan zich dus afspelen over afstanden van enkele meters tot vele kilometers. Vooral diepe kwel- stromen die eeuwenlang door de bodem hebben gestroomd, zijn zuurstof- en voedselarm en vaak ijzerhoudend.

Zodra het zuurstofarme, ijzerhoudende kwelwater aan de oppervlakte komt en zuurstof uit de lucht opneemt, zal het opgeloste ijzer oxideren tot onoplosbare ijzeroxiden.

Het blauwachtig laagje dat je vaak ziet, is geen olievervuiling, maar wordt veroorzaakt door   bacteriën, die meewerken aan de oxidatie. Hoewel het bruine en olievlek-achtig water een wat vieze indruk geeft, hebben we te maken met schoon water.                                  

Verdroging van het Lozerbroek. Foto van januari 2013
In een gebied zoals de Kempen, wordt dit kwelwater, voordat het in het maaiveld aan de oppervlakte treedt, nog steeds “weggevangen” in de sloten en beken. Dit is één van de oorzaken van verdroging in de natuur.

Gevolgen van vernatting in het gebied zijn vooral funest voor sparren. Foto van januari 2013
Aan verhoogde waterstanden in het gebied zijn “risico’s” verbonden. Je ziet dan ook momenteel op meerdere plaatsen populieren die afsterven en veel omgevallen sparrenbomen, want de dikkere wortels die constant in het water staan sterven af, de bodem wordt slapper en dan is er niet veel nodig om ze te doen omvallen. Voor wie als doelstelling heeft de ontwikkeling van een natuurlijk bos te bewerkstelligen, is dit natuurlijk geen probleem.

Ook oude eiken en berken hebben het niet gemakkelijk. Foto van januari 2013
Niet alleen naaldbomen gaan verdwijnen, maar ook oude eikenbomen en berken lopen een verhoogde kans het loodje te leggen en te “verdrinken”. De vochtige grond komt de groeikracht van de bomen namelijk niet ten goede. Ze hebben decennialang moeten wennen aan droge grond. De wortels zitten diep in de grond om aan water te komen. Bij vernatting moeten ze zich weer opnieuw "aanpassen" en dit zal ongetwijfeld bij een groot aantal niet lukken.

Vernatting  zorgt voor "opleving" van het Lozerbroek. Foto van oktober 2014.
De vernatting is daarentegen weer wel weer goed voor bijvoorbeeld elzen en andere vochtminnende bomen. Om jonge elzen, ratelpopulieren, wilgen en essen aan de veranderende situatie aan te laten passen, de vrije ruimte te geven en een nieuwe generatie bos te starten, zijn de percelen gedund.

Dit is wat je bij een broek voor ogen hebt....... Foto van oktober 2014

donderdag 27 november 2014

Herfst 2014.......Paddenstoelentijd deel 4: Geweizwam

Ik wil het vandaag voor de afwisseling eens hebben over één paddenstoel, namelijk de geweizwam.
Ik was eigenlijk niet meer van plan om dit jaar nog iets over paddenstoelen te vertellen, maar toevallig kwam ik tijdens een bezoekje aan Mariahof/ de Luysen uit bij deze bijzondere soort. Onopvallend, maar oh zo mooi, als je tenminste de moeite neemt hem wat beter te bekijken. Dat wil ik jullie dus nu ook laten zien.

De geweizwam is verre van zeldzaam en komt zeer algemeen voor gedurende het hele jaar, maar omdat hij onopvallend en slechts 2 tot 5 cm. groot is, zullen de meeste mensen hem niet zien tijdens een wandeling.

Hij is echter prachtig als je de moeite neemt hem eens wat beter te bekijken. De geweizwam is een grillig gevormde zakjeszwam in de vorm van een knots of zodanig vertakt dat hij lijkt op een hertengewei.
De zwam is te vinden op dode takken en stronken, vrijwel uitsluitend van loofbomen.

Het eerste jaar is de zwarte steel bedekt met een wit poeder. Dit zijn de sporen die in de ongeslachtelijke fase worden voortgebracht (conidiën). In het tweede jaar zijn de vruchtlichamen geheel zwart en onvertakt en ontstaan er sporen die in zakjes langs geslachtelijke weg worden gevormd.
Een moeilijk verhaal, maar het is niet anders....

Met noemt dit houtig taai zwammetje ook wel "Napoleonsbroek", omdat we Napoleon op foto's en schilderijen zien met een witte broek en daaronder zwarte laarzen. Vooral de kleinere exemplaren zijn met wat fantasie als een witte broek met zwarte laarzen te herkennen.

Blogarchief