Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


woensdag 13 april 2022

Gele lentebodes

Ieder seizoen heeft zo zijn eigen geuren, smaken en natuurlijk bloemen en in april en mei (of na zachte winters nog iets eerder) zijn het vooral goudgele bloemen. Bij geel denken we dan ook aan voorjaar. Dus nog heel even en we zien overal de vochtige en vaak schaduwrijke plekken, wegbermen en slootkanten felgeel opkleuren.  De winter is voorbij en alles wat nu de grond uit schiet, staat voor energiek, uitbundig, ontluikend, jong en fris. Daar wordt toch iedereen vrolijk van.

De meest wijdverspreide en veel voorkomende gele voorjaarsbloeiers in de vrije natuur zijn ongetwijfeld Gewoon speenkruid en Klein hoefblad, de Paardenbloem en Boterbloem, maar ook veel andere soorten laten zich nu op hun "paasbest" zien. 
In deze post laat ik jullie een aantal willekeurig gekozen soorten zien.

Koolzaad
Barbarakruid
Gele lis
Geel nagelkruid
Goudaardbei
Kruipende boterbloem
Gele ganzenbloem
Paardenbloem
Gulden sleutelbloem
Stinkende gouwe
Zilverschoon
Kruisbladwalstro
Loos blaasjeskruid
Gewone brem (nog even geduld hebben....)
Europese blazenstruik (zeldzaam en zo genoemd vanwege de peulvrucht)
Wilgenkatjes
Toverhazelaar


zaterdag 2 april 2022

Laagbroek

Onlangs heb ik deelgenomen aan een wandeling in het Laagbroek in Swartbroek (gem. Weert). Die was gepland door Natuurmonumenten. Laagbroek is ruwweg het gebied tussen de onverharde Laagbroekstraat en Hulsweg. Natuurmonumenten heeft concrete plannen voor het gebied en tijdens de wandeling werden de geplande herstelmaatregelen toegelicht. Het is de bedoeling dat die in de tweede helft van 2022 worden uitgevoerd.

Hoogtekaart van de Krang met Roukespeel en Laagbroek

Oorspronkelijk is het Laagbroek een broekbos geweest dat een overstromingsvlakte was van de naastgelegen Tungelroysebeek. Door drooglegging in de beginjaren van de 20e eeuw is het moeras verdwenen, maar de benaming is gebleven.

Ik heb die naam altijd vreemd gevonden. Het Oudnederlandse woord broek, betekent “vochtig laagland, moeras”. Een broek ligt altijd laag. Laag t.o.v. zijn omgeving. Dat is ook wat je op de hoogtekaart goed kunt zien. Het woord Laagbroek bestaat dus eigenlijk uit twee woorden van dezelfde woordsoort. Men noemt dit een pleonasme. Een pleonasme is dus een uitdrukking waarin het ene woord iets benoemt wat ook al in het andere woord besloten ligt. Vergelijk het bijvoorbeeld met een witte schimmel, een zwarte neger en een oude bejaarde. De toevoeging “laag” heeft hier volgens mij dan ook niet de betekenis van “laag gelegen” , maar van slecht of waardeloos. De grond was vroeger namelijk in de ogen van de mensen nergens voor te gebruiken. Ook bij de secundaire waterloop “Leegbroek”, moet je bij het woord “leeg” volgens mij denken aan het Limburgse "lieëg" in de betekenis van minderwaardig of slecht.

Foto genomen op de Laagbroekstraat. Let op het grote hoogteverschil met de zandrug.

Het Laagbroek (in het zuiden) maakt samen met de Roukespeel (in het noorden) deel uit van het 325 ha. grote  natuurgebied de "Krang". De twee gebieden zijn van elkaar gescheiden door een hoge zandrug. Al gauw een verschil van ca. 3 m. Dat is goed te zien op de hoogtekaart en deze foto. Op deze zandrug is  al in de loop van de 16e eeuw het buurtschap (en huidige kerkdorp)  Swartbroek ontstaan. Tussen Pelmersheideweg, dat is de verbindingsweg tussen Swartbroek en Tungelroy, en de Laagbroekstraat zijn al vroeg kleinschalige ontginningen geweest en vind je er enkele akkers en weilanden/hooilanden. Vanwege de onvruchtbare grond zijn er op de zandrug echter vooral bomen geplant. Voornamelijk dennen en lariksen die bedoeld zijn/waren als productiehout.

Om het laag gelegen gebied droog te leggen heeft men er de nodige greppels en afwateringssloten moeten graven die het water afvoerden. Als eerste werd de  al in 1917 dwars door het gebied gegraven Noodbeek gebruikt voor  waterafvoer naar de Leukerbeek, maar vooral via waterloop "Leegbroek" kwam vanaf 1931 het overtollige water terecht in de Kranglossing. Deze mondt uit in de Tungelroyse beek.  De talloze greppeltjes zijn goed zichtbaar op de kaart van het Waterschap Limburg.
Met het opgeworpen zand uit de greppels werden de daartussen gelegen ruggen opgehoogd. Men noemt zulke ophogingen rabatten. De humusrijkere grond werd op het hoger gelegen rabat geschept om het gehalte organische stof te verhogen. De hoeveelheid organische stof werd versterkt doordat de greppels regelmatig werden schoongemaakt en de bagger op de rabatten werd uitgespreid.

Bij voorkeur werd een klein aantal smalle greppels en brede rabatten gegraven om zoveel mogelijk productief land over te houden. Maar de breedte en diepte en het aantal greppels per hectare was sterk afhankelijk van de drassigheid van het perceel. Hoe natter het perceel, hoe meer greppels en hoe smaller de rabatten. De greppelbreedte liep uiteen van 1-2 meter bij een diepte van 60 -70 centimeter.
Op de opgeworpen droge stroken werden bomen als ruwe berk, zomereik en zwarte els geplant. Die bomen werden vroeger vooral gebruikt voor hakhout (eikengeriefhout). De handel in hakhout was toen namelijk nog zeer lonend, totdat rond 1950 andere brandstoffen op kwamen. Ook de wilgentenen  in de natste stukken, die gebruikt werden in de mandenmakerijen,  raakten uit de gratie. Gevolg was dat de rabatten niet echt meer werden onderhouden en ook de houtopzichter die toezicht hield werd overbodig. De greppeltjes verlandden.      
Door de overvloedige regen van de afgelopen tijd is het op een aantal plaatsen nog steeds erg nat

Ooit was natuurgebied Laagbroek dus een kletsnatte natuurparel. Het was een doorstroommoeras met natuurwaarden waar men zich toen echter niet mee bezig hield. Het was een laagte waar het altijd veel te nat was en waar het water maar langzaam richting nabijgelegen Tungelroyse Beek stroomde. Men zag het daarom als een waardeloos, onbruikbaar gebied, een gebied waar je niets mee kon doen...
Het Laagbroek en ook de Roukespeel staan al vele decennia op een lijst van  TOP-gebieden.  Helaas is dat de top van sterk VERDROOGDE gebieden in Limburg!!!!!! En dat allemaal door menselijk toedoen. De belangrijkste oorzaken zijn namelijk de versnelde afvoer van het kwel- en regenwater en soms ook het doorbreken van ondoorlatende lagen. Ook de beregening door de boeren en winning van water voor drinkwater speelden/spelen hierin een rol. De grondwaterstand is de afgelopen eeuw dan ook fors gedaald, soms wel met enkele meters, met alle gevolgen van dien. 
Nu in maart zie je na de regenval van de afgelopen maanden nog  steeds in de laagste delen water in de slootjes tussen de rabatten staan, maar binnen afzienbare tijd zullen die droog komen te staan omdat het water via de waterlopen versneld afgevoerd wordt. Tenminste als er niet ingegrepen wordt.......... 
Ook doet zich het probleem voor dat bij wateroverlast in het omringende landbouwgebied via sloten nutriëntrijk - en vervuild grond- en oppervlaktewater in het gebied terecht komt.
Door de verdroging komen meer voedingsstoffen vrij waardoor het bos verruigd met onder meer bramen en brandnetels. Daardoor komen de karakteristieke plantensoorten van vochtige bossen in de verdrukking en verdwijnen langzaam maar zeker. Door het gebied zoveel mogelijk terug te brengen naar hoe het oorspronkelijk was (een nat, afwisselend en robuust gebied), zullen bomen als populier, eik en es teruggedrongen worden en plaats maken voor soorten als wilg en els. 
Al eerder werd de Noodbeek afgesloten, maar dat had niet het gewenste effect.
Door klimaatveranderingen nu én vooral in de toekomst krijgen we steeds meer en vaker te maken met extreme droogte en/of extreme natheid. Men wil dit voormalige doorstroommoeras gaan herstellen, zodat het sterk van water afhankelijke en kwetsbare gebied hersteld wordt en kan gaan functioneren als een natuurlijke klimaatbuffer. Met een klimaatbuffer wordt een gebied bedoeld dat na extreme regenval water op kan vangen, kan vasthouden en ook weer los kan laten als dat nodig is in drogere tijden. 
Geplande herstelwerkzaamheden door Natuurmonumenten
Natuurmonumenten heeft gekozen voor een geleidelijke aanpak. Men gaat dus niet rigoureus te werk. De maatregelen die je op het kaartje van Natuurmonumenten kunt zien, beïnvloeden alleen het Laagbroek zelf en hebben dus ook geen effect op de omliggende percelen. Het zijn:
1. Het dempen van de grote ontwateringssloten.
2. het graven van nieuwe greppels om nutriëntrijk water van de landbouwgebieden weg te voeren van het Laagbroek.
3. Duikers en boerenstuwtjes moeten zorgen voor het vasthouden en de gecontroleerde afvoer van het water.
4. Op meerdere plaatsen wordt een voorde (doorwaadbare plaats met een verstevigde bodem) aangelegd.
• De grotere ontwateringssloten (groen gekleurd op de kaart) die nu haaks liggen op de richting waarin het water door het gebied stroomt en zorgen voor de snelle afvoer van het water, worden gedempt. Bij de secundaire waterloop "Leegbroek" zorgt een stuw voor een gecontroleerde afvoer van water naar de Kranglossing. Door het dempen van de ontwateringssloten blijft het water in de greppels tussen de rabatten staan en blijft het gebied nat. Aan de greppels tussen de rabatten zelf wordt niets gedaan. Die worden afgedicht met dammetjes zodat het water niet ongehinderd kan wegstromen. Ze zullen in de loop der tijd verlanden en dichtgroeien. Dat dempen zou ook onbegonnen werk zijn, als je kijkt naar de talloze greppeltjes die je eerder al goed op de kaart van Waterschap Limburg kon zien.
• Er worden ook nieuwe greppels aangelegd, zodat voedselrijk en vervuild grond- en oppervlaktewater uit de omringende omgeving niet naar het gebied stroomt, maar wordt afgevoerd naar de Tungelroyse beek. Dat gaat bijvoorbeeld gebeuren bij de sloot langs een akker bij de Hulsenweg. Het water in die greppel komt nu terecht in het Laagbroek, maar dat zal aangepast worden, zodat er in het vervolg wordt afgewaterd op de verderop gelegen Hulsweglossing, die haar weg naar de Tungelroyse beek vindt via de secundaire waterloop Grootven.
In de secundaire waterloop "Leegbroek" wordt het water vastgehouden mbv een stuw
• Door het aanleggen van duikers en boerenstuwtjes wordt bij een goed stuwbeheer het goede waterpeil onder controle gehouden en wordt voorkomen dat gebiedseigen water ongehinderd uit het gebied stroomt en nutriënt omgevingswater in het gebied terecht komt.
• De voorden die aangelegd worden in de tussenliggende laaggelegen en natte "hooilandjes" (!!) zorgen dat het gebied toegankelijk blijft ivm werkzaamheden.

Allerlei broekbosplanten, waaronder o.a. zeggensoorten, en diersoorten die van oudsher in het gebied te vinden en te horen waren, zullen door de “groene sponswerking” weer een impuls krijgen en een bijdrage gaan leveren aan een afwisselend, biodivers en robuust gebied, zoals  dat ooit moet zijn geweest.
Dat is niet alleen aantrekkelijk voor wandelaars en natuurliefhebbers, maar is ook vooral van levensbelang voor kwetsbare planten- en diersoorten.

woensdag 16 maart 2022

Stoepplantjes

Elke maandag krijg ik stipt om 9:00 uur per mail de Nieuwsbrief van Nature Today.
“Nature Today”, (tot 2015 nog “Natuurbericht” genoemd), houdt je via een nieuwsbrief  op de hoogte van de actuele gebeurtenissen in de natuur in Nederland. En soms ook daarbuiten. En voor wie meer wil, kan in  de gratis te downloaden Nature Today app zelfs iedere dag via "Ontdek" –> "Natuur" een snel inkijkje krijgen welke vogels, zoogdieren, planten, vlinders en libellen je op die dag tegen kan komen. 
Wat altijd interessant is om te lezen, is hun wekelijks onderwerp: “STOEPPLANTJE VAN DE WEEK” 

Als je op onderstaande foto's klikt, kom je op de site van Nature Today met daar goede informatie over het betreffende plantje.
Madeliefje
Het Stoepplantjesproject is een initiatief van de Leidse Hortus Botanicus. Hiermee willen ze onderzoeken welke planten er op en langs de stoep groeien en waarom net daar.  
Heel veel mensen hebben geen oog voor de wilde plantjes om ons heen en zeker als ze tussen tegels en in hoekjes groeien, worden ze als onkruid bestempeld en bestreden... Er is sprake van een vorm van  "plantenblindheid". Sinds 2016 spuiten gemeentes echter geen gif meer en is er steeds meer ‘onkruid’ tussen de stoeptegels te vinden. Vies en lelijk? Soms wel, maar heel vaak ook niet, want ze zijn als je de moeite neemt ze eens te bekijken, vaak verrassend mooi.
Gewone melkdistel
Het meestal ongewenste grut verdient dan ook de nodige credits, aldus de Hortus: “Hoewel je het niet zou verwachten, zijn stoepplantjes namelijk goed voor de biodiversiteit in dorp of stad, ze nemen CO2 op en geven zuurstof af, zorgen voor verkoeling, houden fijnstof vast en zorgen ervoor dat water sneller wegloopt als het regent, omdat ze de grond luchtig houden. “
Herderstasje
Om een mentaliteitsverandering op gang te brengen en de bescheiden plantjes in kaart te brengen, wil de Leidse Hortus dit samen met zoveel mogelijk mensen in heel Nederland doen en deelt dus sinds vorig jaar het stoepplantjesnieuws ook via de sociale media zoals facebook, de website Stoepplantjes.nl én sinds augustus 2021 zijn ze dus ook te vinden in de wekelijkse Nieuwsbrief van Nature Today, waar ze één plantje uitgebreid toelichten.
Klein kruiskruid
Op hun site kun je nog een fraaie poster downloaden met 52 plantjes die hier algemeen voorkomen. Eén per week dus. Wil je actief deelnemen aan het project, dan kun je met behulp van onder andere de poster uitzoeken welk plantje het is en op hun website invoeren welke je waar hebt gevonden. Je kunt heel makkelijk meedoen en je hoeft echt geen tuin te hebben. Maak gewoon eens een wandelingetje in je omgeving en ongetwijfeld vind je meerdere soorten.
Kleine veldkers
Een korte wandeling van ongeveer 100 meter in de omgeving van mijn appartement  leverde 12 waarnemingen op. De foto's ervan vind je op deze post. Als je er (zoals ik in het begin van de post al schreef) op klikt, kom je op de site van Nature Today met daar goede informatie over het betreffende plantje.
Klimop-ereprijs
Deze week wordt in de nieuwsbrief het Klimopereprijs (Veronica hederifolia) genoemd. De foto die ik van dit plantje heb kunnen nemen, is helaas nog zonder de onopvallende maar oh zo mooie bloempjes.
.
Jammer genoeg vinden de meeste mensen het erg slordig staan, al dat “onkruid” , dat zomaar ineens tevoorschijn komt en bijna niet weg te krijgen is. Het zijn  nl. echte "die hards". Omdat “onkruid” zo negatief klinkt, heeft de Hortus het neutralere woord “stoepplantje” geïntroduceerd. Waar ze hinderlijk zijn, bijvoorbeeld op je mooi aangelegd pad in je tuin of op je oprit, is het natuurlijk geen probleem als ze worden weggewied, maar staan ze niet in de weg, laat ze dan gewoon staan.
Harig knopkruid
Hoe vaak lopen we niet achteloos langs die stoepplantjes? Planten op je eigen stoep en in je eigen buurt, we gaan er aan voorbij en stappen er overheen of op zonder dat we ze zelfs opmerken. Hoewel ze een onopvallend bestaan leiden, helpen ze echter mee de stad te verkoelen en dragen ze bij aan de biodiversiteit. Hoogste tijd dus om eens nader kennis te maken met deze taaie rakkers.
Paarse dovenetel
Juist omdat ze spontaan gekomen zijn, zijn stoepplantjes duurzaam. Ze zijn met weinig tevreden, kunnen goed tegen het stadsklimaat, blijven ondanks alles groeien en bloeien. Ze kunnen goed tegen zowel veel regen als grote droogte en hitte of vorst en meestal zijn ze ook goed bestand tegen ongedierte. Vogels, vlinders, bijen en andere insecten zijn er dol op; ze bieden voedsel en een schuilplaats aan bestuivers en andere insecten en nestmateriaal en zaadjes voor vogels.

Vogelmuur
Vroegeling
Schijfkamille
Gehoornde klaverzuring
De Gehoornde klaverzuring is een plantje dat je  jaarrond in de stedelijke omgeving aantreft. Deze overlever is een echte stadsplant aan het worden. Soms zelfs tot bij je voordeur zie je de soort groeien tussen de stoeptegels of tussen stenen in je tuin. En als je hem hebt, ben je hem nog niet 1-2-3 kwijt, want het is een taaie rakker!. De plant is klein, kruipend en heeft groene bladeren, die echter ook vaak bruin tot paars gekleurd zijn. De plant bloeit van mei tot oktober, dus heeft nu in maart nog geen bloemen. 

Bloempjes van de Gehoornde klaverzuring. Foto  is van september 2021

De gele bloemen zijn toch prachtig om te zien en bestaan zoals je ziet  uit vijf kroonbladen. Die zijn 4–7 mm groot. Doodzonde eigenlijk als je zoiets moois verwijdert, maar het plantje staat vaak op een ongewenste plek en wordt dus zonder pardon weggehaald. De kans is groot dat ie dan toch weer iets verderop opduikt. Als je 'm eenmaal hebt, ben je hem nog niet kwijt.

Gehoornde klaverzuring met meerdere  doosvruchten.

De zaden groeien in een doosvrucht, die als een hoorntje op een steel omhoog staat en waarvan er gaandeweg de bloei talloze worden gevormd. Als de zaadjes rijp zijn worden ze bij de minste beroering verschillende kanten opgeschoten. Een regendruppel is al genoeg..... Als je wil voorkomen dat ie gaat woekeren, moet je ze dus niet tot zaadvorming laten komen. 

Blogarchief