Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


vrijdag 24 november 2017

Herfst 2017.......Paddenstoelentijd deel 7

In de vorige post heb ik uitgebreid stilgestaan bij een algemeen voorkomende, maar desalniettemin een meestal onopgemerkte soort, namelijk de Rupsendoder.
Deze post wil ik beginnen met een zeker zo bijzonder exemplaar van de Opgeblazen knoopzwam (Ascocoryne inflata). Een zeer sporadisch voorkomende soort, dus het is een tref als je deze vindt.

Opgeblazen knoopzwam
Het leuk uitziend zwammetje vonden we op een dode beukenboomstronk. Net “gummi – snoepjes”......
Deze knoopzwammetjes hebben een doorsnede van maximaal 10 mm en zijn rood tot roodbruin van kleur. Hoewel dit zwammetje, om 100% zeker te zijn, microscopisch onderzocht zou moeten worden, ben ik er nagenoeg zeker van dat dit de Opgeblazen knoopzwam is. Zeer zeldzaam zoals ik zei, want in paddenstoelenkartering.nl wordt in 2014 vermeld dat er tot dan toe slechts 3 vindplaatsen in Nederland zijn waargenomen. Sindsdien is de soort blijkbaar toch toegenomen, want op de site van Loe Giesen worden in de omgeving van Reuver (Li.) alleen al 3 vindplaatsen genoemd......

zondag 19 november 2017

Vijf jaar Weert en natuur

Toen ik in 2012 begon met deze blog, was het mijn bedoeling om iets over alle natuurgebieden in Weert en omgeving te schrijven (ook enkele die net over de grens liggen en in Nederweert).
Vorig jaar was het zover, wat betekende dat ik op zoek moest gaan naar een nieuwe uitdaging.
Al eerder was ik begonnen met berichtjes over florafaunamossen en paddenstoelen in onze omgeving.
Daar wil ik sowieso mee doorgaan.

   

Vandaag 19 november 2017 is het precies 5 jaar geleden dat ik met de blog "Weert en natuur" ben begonnen. Mijn eerste lustrum dus en een goede reden om weer terug te kijken.

zondag 12 november 2017

Herfst 2017.......Deel 6, Rupsendoder.

Al langer was ik op zoek naar een zwammetje, dat Rupsendoder (Cordyceps militaris) wordt genoemd.
Niet alleen de knotsjes zijn leuk om te bekijken, maar het is vooral het verhaal achter deze "vleesetende" paddenstoel, dat het zo interessant maakt.

Het schijnt een algemeen voorkomende soort te zijn, maar ja, waar moet je ze zoeken en ze zijn zo klein!!!
Bij toeval vonden we afgelopen woensdag een paar exemplaren tussen  het natte haar-  en veenmos op een voormalig graslandje bij de Houtsberg in Nederweert-Eind.

vrijdag 10 november 2017

Fotowedstrijd Limburgs Landschap


Jaarlijks neem ik deel aan een fotowedstrijd van het Limburgs landschap. Dit jaar was het thema seizoenen.
Uit ruim 900 inzendingen heeft een vakjury 12 foto’s uitgekozen waarop het publiek vanaf nu kan gaan stemmen. Dit kan tot 26 november.


Tot mijn niet geringe verbazing ben ik ook een van die geselecteerden met bovenstaande foto.
Iets waar ik natuurlijk heel trots op ben. Het is een foto die ik in januari van dit jaar gemaakt heb van een eenzame schaatser in de Kwegt  (gemeente Nederweert).
Bij de aankondiging in Dagblad de Limburger hebben enkele foto’s uit die selectie in dagblad de Limburger gestaan. Helaas stond de foto van mij daar niet bij.

Iedereen kan dus tot 26 november zijn/haar stem uitbrengen op een favoriete foto.
Dat kun je doen op: https://www.fotowedstrijdlimburgslandschap.nl/
Na 26 november kun je de foto's van alle finalisten nog HIER bekijken.

Ik zou het natuurlijk leuk vinden als je een stem uitbrengt op mijn foto en wil je daarvoor alvast hartelijk danken. Mocht je een andere foto beter vinden, voel je dan tot niets verplicht en stem op die ander. Die zal dat zeker waarderen.

Groetjes Gerard

donderdag 2 november 2017

Herfst 2017.......Paddenstoelentijd deel 5

De afgelopen 2 maanden ben ik meerdere keren op pad geweest met de Paddenstoelengroep. Een leuke gezellige groep om met mee te gaan en ik steek er het nodige van op. Uiteraard ga ik ook alleen op pad. Mijn verzameling is dan ook flink uitgedijd de laatste tijd.
Gevolg van deze activiteiten is wel, dat ik even verstek heb laten gaan op mijn blog, maar hier volgt dan deel 5 met (al zeg ik het zelf) bijzondere soorten.

Prachtvlamhoed
Deze prachtige zwam vond ik in een droge sloot aan de Voorhoeveweg (IJzerenmangebied). Dat maakte het gemakkelijk om hem uitgebreid van alle kanten te bekijken. De “vlammend” oranjegele PRACHTVLAMHOED (Gymnopilus junonius) groeit meestal in bundels tot 10 exemplaren en meer. De soortnaam "junonius" is een verwijzing naar Juno, de schone godin die de echtgenote was van de oppergod Jupiter.
De zwam heeft normaal gesproken een doorsnede van 6-12 cm, maar deze twee waren zo groot, dat er waarschijnlijk geen plaats meer was voor de andere exemplaren die onder hun hoeden zaten!!!!
De goudgeel tot oranje- of roestkleurig gele hoed is gewelfd en vlezig. De vezelige strepen of schubben zijn hier goed te zien.
Prachtvlamhoed
Je vindt hem op boomvoeten of stronken van loofbomen (vooral eiken en beuken).
In werkelijkheid groeit het mycelium of zwamvlok echter op de wortels of houtrestanten  in de bodem.
De steel is 7-15 cm hoog en 1,2 tot 3 cm dik, smaller taps aflopend naar de voet. Evenals de hoed is de steel onder de ring vezelig, erboven is die lichter en meer glad. Hier heeft de manchet losgelaten. De lamellen zijn bij jonge exemplaren nog geel, maar worden later roestkleurig. 
Grote parasolzwam
Ook deze GROTE PARASOLZWAM (Macrolepiota procera) valt natuurlijk al van ver op.
Het is een veelvoorkomende soort, die eigenlijk weinig uitleg behoeft.  Dit exemplaar, dat ik op de Smeetshof (Bocholt) vond, was wel heel groot. 
Roodbruin netpluimpje
Je valt soms van de ene in de andere verbazing. Zo groot als de Prachtvlamhoed en de Grote parasolzwam zijn, zo klein zijn deze DKP-tjes ( in het Weerter dialect: "die klein pöngelkes").
Ik zag ze bij toeval in de tuin van het NMC op een kletsnatte boomstronk, maar wist niet wat het was.
Te klein om er iets van te maken. "Even een foto maken om thuis eens te kijken wat dat is", zo was mijn gedachte.....

Het was nog een hele uitdaging om met mijn cameraatje een geslaagde foto te maken. Na tig pogingen, was ik redelijk tevreden. Pas toen ik die thuis op de pc. uitvergroot kon bekijken, zag ik dat dit ongeveer 7 mm. grote "dingetje" een zwammetje was. Een juweeltje ook, maar welk? 
Kaneelkleurig  netpluimpje
Omdat ik er een paar dagen later wat gerichter naar op zoek ging, vond ik iets buiten de tuin van het NMC weer zo'n groepje, maar dan "verser". In tegenstelling tot die van de keer daar voor, stonden deze op een kurkdroge omgevallen dennenboom. De omstandigheden om een foto te maken waren blijkbaar nu beter, want ik vind de laatste 2 foto's beter geslaagd.

Na enig zoekwerk op het internet ben ik er achter gekomen dat dit het KANEELKLEURIG NETPLUIMPJE  (Stemonitis axifera) is. Het bestaat uit een klein bundeltje van roodbruine rechtopstaande cilindrische sporendoosjes, elk staand op een haarfijn zwart steeltje. Vrij algemeen op o.a. kletsnatte naaldhoutstronken, maar er is toch wel enig geluk bij nodig om deze zwammetjes van 7-12 mm. te vinden. 
Kaneelkleurig  netpluimpje
Eigenlijk is dit Netpluimpje geen zwam. Het is een Myxomyceet. Ze worden echter ook wel slijmzwam genoemd. Een slijmzwam bestaat uit microscopisch kleine eencellige organismen die samensmelten en uitgroeien tot een kolonie (plasmodium). Het plasmodium voedt zich al "kruipend" met bacteriën, gisten, sporen en schimmels. Uiteindelijk vormen ze een vruchtlichaam, waarbij sporen worden gevormd die zich daarna door de lucht verspreiden om zich elders te vestigen waarna de cyclus wordt herhaald. Vergelijk het met hoe dat bij een bewegende amoebe gaat. Kleine organismen dus en de namen die ze dragen eindigen dan ook meestal op -je-, -tje of -pje, zoals Netwatje, Draadwatje, Netplaatje, Kroeskopje,Kalkschaaltje.
En Netpluimpje natuurlijk.

De metamorfose bij het Netpluimpje gaat vrij snel en alleen met enig geluk kunnen de tussenliggende stadia worden waargenomen. De vruchtlichamen ontwikkelen zich namelijk binnen 24 uur volledig en laten dan ook de sporen los!!!!

Op YouTube staan schitterende filmpjes die dit proces versneld weergeven.
Kijk HIER eens naar  (even op klikken.) 
Onrijpe sporangia van het Roodbruin netpluimpje
Op de site van Loegiesen kwam ik er bij toeval achter dat dit een foto is van de onrijpe sporangia.
Ik heb de foto al enige tijd geleden gemaakt en ze altijd aangezien voor slakkeneitjes, maar omdat ze zo klein waren en allemaal dezelfde vorm hadden, had ik mijn twijfels. Slakkeneitjes zijn allemaal verschillend van vorm. Nu blijken het dus de vruchtlichaampjes van het Netpluimpje te zijn. 
Onrijpe sporangia van het Roodbruin netpluimpje
Zolang ze nog melkwit zijn, vormen ze wel soms voedsel voor bepaalde naakslakkensoorten (geslacht Phylomycus) die echter alleen op de onrijpe witte vorm af komen. 
Groot kalkschuim
Voorheen werden slijmzwammen nog tot het rijk schimmels gerekend. Later werden ze vaak in de groep Amoebozoa geplaatst, maar tegenwoordig beschouwt men ze als een apart rijk, naast onder andere planten, dieren en schimmels; myxomyceten dus.
Vorming en verspreiding  van de sporen bij Groot kalkschuim.
GROOT KALKSCHUIM heeft wel wat weg van Heksenboter. In  Herfst 2015.......Paddenstoelentijd deel 1 vind je daar meer over. Daar kun je ook lezen hoe het nou zit met die amoebes.
Boompuist
Ook dit is een myxomyceet: de BOOMPUIST (Enteridium lycoperdon). Er zijn 2 stadia: de anamorfe=ongeslachtelijke of imperfecte vorm en de teleomorfe=geslachtelijke of perfecte vorm. 
De teleomorfe vorm is veel zeldzamer en werd vroeger zelfs tot een andere soort gerekend. Bij deze vorm moet je aan de onderkant kunnen zien dat het een gaatjeszwam is.  

Ik laat hieronder verschillende stadia van de anamorfe vorm zien: van jong naar oud. De foto's zijn van verschillende exemplaren, dus niet van een en dezelfde.
Eerst is de boompuist zacht en wit, als hij openbarst gaat ie zich verspreiden. Daarna krijgt het een aluminiumkleurig vel en verandert de inhoud in roodbruine sporen. De rijpe sporen komen vrij als de huid openbarst en kiemen bij een bepaalde vochtigheids- en zuurgraad en omgevingstemperatuur. 
Boompuist met "kruipend" plasmodium
Boompuist met "kruipend" plasmodium

Laatste stadium Boompuist

Judasoor
Het JUDASOOR (Hirneola auricula-judae) komt best veel voor, maar valt vanwege de kleur en de grootte niet zo op. Hij varieert nogal in grootte, namelijk van zo'n 2 tot maximaal 10 cm. Hoewel hij op de foto's groot lijkt, is dat niet het geval. Deze is zo'n 3 à 4 cm. in doorsnee. Dus je kijkt er gauw over heen. Het vreemde aan deze Judasoor is, dat ik hem niet, zoals normaal schijnt te zijn, aantrof op een vlier, maar op een (als ik het goed heb) stam van een den in de tuin van het NMC te Weert.

Over de Judasoor heb ik in 2015 en 2016 al het een en ander verteld. Eigenlijk hoef ik er nu dus niets meer aan toe te voegen. Je kunt het nog eens nalezen in deze post en in Herfst 2015.......Paddenstoelentijd deel 1. Daar kun je ook o.a. lezen hoe hij aan die naam komt.
Judasoor
Ik vind het zo'n bijzondere soort, dat ik deze 2 toch even wil laten zien. Het is een en de zelfde zwam, maar van beide kanten gefotografeerd. Vooral deze waar het licht zo door schijnt, is toch prachtig om te zien. 
Zwarte kluifzwam
Nooit eerder had ik een kluifzwam gezien, maar dit jaar heb ik ze tijdens mijn bezoekjes aan meerdere natuurgebieden allebei gevonden. Over de Witte kluifzwam heb ik al geschreven in Herfst 2017.........deel 2.

Ook deze ZWARTE KLUIFZWAM (Helvella lacunosa) is een redelijk algemene paddenstoel, die je kunt vinden op open plekken in loof- en naaldbossen, houtopslagplaatsen en in wegbermen. Bij voorkeur op een zanderige, arme bodem tussen het gras. 
De soorten van het geslacht Helvella, waar ook o.a. de Witte kluifzwam en de Nonnekap bij horen, leven van de afbraak van dood plantaardig materiaal. De Nederlandse naam heeft vooral betrekking op de steel, die met wat fantasie, wel iets weg heeft van een hondenkluif. 
Zwarte kluifzwam
De hoed ziet er meestal uit als een "slordig opgevouwen doek", maar kan ook zadelvormig zijn, met scherpe kanten. Het oppervlak is glad en grijs tot zwartgrijs, roetgrijs of bruinzwart van kleur. Nooit echt diepzwart in elk geval. Hoewel hij misschien wat lijkt op de Nonnekapkluifzwam aantreft, is er een duidelijk verschil. Die heeft namelijk een witte steel. De Duitsers noemen hem daarom dan ook "Weißstielige Morchel". 
Zwarte kluifzwam
De holle steel heeft scherpe ribben en langgerekte ovale groeven. De soortnaam ” lacunosa” betekent "met gaten". Die steel is lichtgrijs tot grijsbruin, dus lichter van tint dan de hoed. De paddenstoel kan een hoogte van 12 cm bereiken, maar blijft meestal kleiner. Deze is ca. 7 cm. 

Blogarchief