Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label baardige melkzwam. Alle posts tonen
Posts tonen met het label baardige melkzwam. Alle posts tonen

zondag 11 november 2018

Herfst 2018.......Paddenstoelentijd deel 4: Van alles wat

Ik vind vooral de kleine zwammetjes intrigerend. Zo klein en toch helemaal af.... Soms moet je echter wat geluk hebben om ze te vinden. Dat geldt bijvoorbeeld zeker voor dit onopvallend zwammetje hieronder.

Vorige week startten we met de paddenstoelengroep op het voormalige Ambonezenkamp in de Tungelerwallen en vonden we enkele exemplaren. Toen ik er informatie over zocht op het internet, stond ik versteld hoe vernuftig dit zwammetje zich niet IN, maar UIT de nesten weet te werken……………….

Bleek nestzwammetje
Dit bijzonder zwammetje wordt het BLEEK NESTZWAMMETJE (Cyathus olla) genoemd. Het lijkt me duidelijk waarom het zo genoemd wordt. Het vruchtlichaam is al heel bijzonder, maar nog mooier zijn de details, die je waarneemt als je dit zwammetje van dichtbij bekijkt. Het vruchtlichaampje is slechts 1 tot 1,5 cm hoog en kan tot 1,3 cm breed worden.

Bleek nestzwammetje
In eerste instantie is het bekertje geel vlokkerig en nog bedekt met een vliezig dekseltje. Daarna wordt het kaal en bruinachtig tot geelachtig grijsbruin. Als het openklapt vind je op de bodem zilvergrijze tot bruine eivormige lichaampjes (peridiolen) die als eitjes in een nestje liggen.

Deze “eitjes” zijn schijfjes van ongeveer 2,5 mm. Ze zitten eerst door middel van een wit draadje aan de bodem van het bekertje of aan elkaar vast. Later raken ze los en als het gaat regenen, worden ze er door regendruppels, die tijdens een regenbui in het bekertje terecht komen, als het ware uit geslingerd.
De eitjes met daarin de sporen hebben een stevig omhulsel. Die verstuiven later zoals bij stuifzwammen.

Bleek  nestzwammetje
Het is een vrij algemene verschijning die in groepjes, vaak in een groot aantal, op de grond in bossen en tuinen voor komt. Vanwege het geringe formaat (let eens op de grassprietjes!) heb ik ze nooit eerder opgemerkt, tot nou. Het is een echte saprofiet; hij zet organisch materiaal om in voedingsstoffen. Het is een echte opruimer dus.

Gewone Botercollybia

Gewone Botercollybia
Gewone Boterrcollybia
Dit jaar zagen we in verhouding met andere soorten  “dankzij” het droge weer niet zo veel plaatjeszwammen en die er nu nog zijn, verdwijnen zo stilletjesaan nu de nachten  kouder worden. Paddenstoelen  bestaan voor een groot deel uit water en kunnen daar niet zo goed tegen. De BOTERCOLLYBIA houdt het echter iets langer vol. Je vindt hem nu dan ook nog in zowel loof- als naaldbossen, meestal op zure, zanderige bodems. De soort is sterk hygrofaan, wat inhoudt dat de hoedkleur sterk kan verschillen in vochtige of droge toestand.

Roodbruine botercollybia
De kleur varieert van donkerbruin tot oranjebruin naar geelwit.  De variëteit asema (met een lichtere hoed) wordt ook wel aangeduid als GEWONE BOTERCOLLYBIA, de variëteit butyracea (met een donkerder hoed) als ROODBRUINE BOTERCOLLYBIA. De hoed is vaak ook tweekleurig, heeft een diameter tot 7 centimeter en is eerst gewelfd en vervolgens vlak. Er blijft een opvallende umbo (het bultje) in het midden aanwezig en het oppervlak voelt, als het niet te droog is, vettig (boterachtig) aan.

Levermelkzwam
Nederland kent zo'n vijftig soorten melkzwammen. Ze worden zo genoemd omdat de lamellen een vloeistof afscheiden bij aanraking of beschadiging. Het lijkt bij de meeste melkzwammen op echte melk, omdat het wit melksap is. Soms zelfs grote witte druppels. Bij een aantal melkzwammen lijkt het op milkshake. Daar is, of wordt het melksap geel, oranje of zelfs paars. Wanneer het witte melksap van bijvoorbeeld deze LEVERMELKZWAM (Lactarius hepaticus) opdroogt wordt het geel. De smaak ervan is bitter en scherp.

De hoed van de Levermelkzwam heeft meestal een leverachtige kleur. Maar ook met een roze-, roodachtige kleur of een grijzig-kastanjebruine kleur kun je ze tegenkomen. Hij lijkt enigszins op de rossige melkzwam, maar bij de Rossige melkzwam verkleurt het melksap niet naar geel en deze paddenstoel is voornamelijk te vinden bij de berk. De Levermelkzwam tref je aan bij naaldbomen. Mooi om te weten bij het determineren. Ook de geur en smaak kunnen van belang zijn voor het bepalen van de soort.

Baardige melkzwam
De rand van de hoed van deze melkzwam is ingerold en is bedekt met een wollige en harige structuur. Leuk om te zien met behulp van een loepje of op een (uitvergrote) foto. Het is de Baardige melkzwam (Lactarius torminosus). Het is een soort die de voorkeur geeft aan zandgrond en loofbomen, met name berken en in zeldzame gevallen beuken.

Baardige melkzwam
De kleur van de hoed varieert van een bleke zalmkleurige gele kleur tot een bleek roze-oranjeactige kleur met hier en daar donkere vlekken. De diameter ligt tussen de vier en twaalf centimeter. De hoed is gewelfd tot vlak trechtervormig van vorm. Het melksap is wit en de smaak is scherp en bijtend. Een waarschuwing dus wat betreft giftigheid. De Latijnse naam voor deze melkzwam, Lactarius torminosus, betekent letterlijk vertaald: krampverwekkend!

Harslakzwam
Een spectaculaire zwam die je juist in de zomermaanden tegen komt is de WASLAKZWAM  (Ganoderma pfeifferi). Je moet deze niet verwarren met bovenstaande HARSLAKZWAM. Die vond ik op een Amerikaanse eik bij de Smeetshof in Bocholt. Je vindt hem voornamelijk op de stamvoet van levende Amerikaanse- en zomereiken en beuken, soms ook op andere loofbomen. 

Waslakzwam
Maar dit is dus een zeldzamere WASLAKZWAM. Jong is het een wit, bol kussentje dat wel wat op purschuim lijkt. Zodra het vruchtlichaam groter wordt, wordt hij platter en krijgt hij een roodbruine gladde bovenkant, met witte rand. Als hij niet blinkt moet je hem eens nat maken, dan glanst hij als een spiegel. Dat heb ik dus bij het exemplaar in Bocholt gedaan.
Ze kunnen zo'n 35 centimeter breed worden. De Waslakzwam is verder gemakkelijk te herkennen aan de harde bovenkant, die je niet kunt indrukken. Dit in tegenstelling tot de harslakzwam.

Harslakzwam?????
Deze heeft afwijkende kleuren, waardoor ik twijfel of het wel een Waslakzwam is. Zou het misschien toch een Harslakzwam zijn? Afgaande op de glans toen ik hem nat maakte en de bovenlaag die ingedrukt kon worden, lijkt het me toch de Harslakzwam. Misschien een oud exemplaar?
Denk je het te weten, dan hoor ik graag wat het dan wel is.

Weke aderzwam
De WEKE ADERZWAM (Leucogyrophana romellii) groeit als een rimpelige korst op dode takken of stronken. Meestal is alleen de rand oranje en de rest vleeskleurig of paarsbruin. Hij komt vrij veel voor en je kunt hem van september tot januari vinden. De aderzwam kan zo'n 10 centimeter groot worden en is ovaal of langwerpig van vorm. Hij groeit ook regelmatig over en door mos heen, want hij houdt van een vochtige ondergrond. Hij wordt nogal eens verward met de Oranje aderzwam, die je echter meestal op dood hout aantreft.

Prachtvlamhoed
Deze oranjegele PRACHTVLAMHOED (Gymnopilus junonius) groeit in bundels tot wel 10 exemplaren en meer. Je vindt ze op loofhout in bossen, parken en lanen. De Prachtvlamhoed wordt nogal eens verwisseld met de schubbige bundelzwam, maar we zien hem voornamelijk op boomvoeten of - stronken van beuk en eik. In werkelijkheid groeit het mycelium of zwamvlok echter op de wortels of houtrestanten in de bodem.

Prachtvlamhoed
De aanwezigheid van een ring of manchet is een ander kenmerk dat eigen is voor deze Prachtvlamhoed. Onder de ring is hij vaak bekleedt met bruine vezels en boven de ring is de steel dan weer zichtbaar glad en kaal.

Gele stekelzwam
De GELE STEKELZWAM (Hydnum repandum) is een bijzonder uitziende paddenstoel. Hij is eetbaar, maar staat in Nederland op de rode lijst. Je mag hem dus niet plukken. In Frankrijk bijvoorbeeld is hij veel minder zeldzaam en daar wordt hij dan ook volop geplukt. Hij is hier verkrijgbaar in specialiteitenwinkels en wordt daar "Pied-de-mouton" genoemd. Vertaald is dat "Schapenpootje" . Waarom hij zo wordt genoemd, kan ik niet verklaren. Pied-de-mouton klinkt in elk geval wel deftiger en smakelijker dan Gele stekelzwam, dat wel....

Gele stekelzwam
Hij heet zo omdat er zich onder de hoed geen lamellen of buisjes bevinden, maar stekeltjes, die een beetje aan de stekels van een stekelvarken doen denken. Die stekeltjes, die wel een 1/2 cm groot kunnen worden, produceren de sporen en zorgen voor een zo groot mogelijk oppervlak voor de verspreiding.

De hoed is soms vreemd onregelmatig van vorm, grillig, gewelfd en vaak naar één kant groeiend. Ook zijn de hoeden vaak met elkaar vergroeid. De hoed is roomkleurig tot dooiergeel, maar ook met bruine tinten. De paddenstoel heeft een vrij dikke steel. Je kunt hem vinden in loofbossen. Deze vond ik in het "Zwart Water", een natuurgebied ten noorden van Venlo. Het is een gevarieerd gebied rond de Venkoelen, een oude Maasmeander.

Goudgeel bundelzwammetje
Hoewel je het hier niet kunt zien, staat dit mooie groepje GOUDGELE BUNDELZWAMMETJES ( Pholiota flammans) op dood hout van naaldbomen. Hout dus dat hier onder de grond ligt; zogenaamd “verborgen” hout. In dit geval van een spar. Je vindt ze in bossen op droge tot matig vochtige zandgrond. Hij komt dus ook in onze streken voor, maar deze vond ik in het Duitse Meinweggebied in de buurt van de Dalheimer Mühle. Een prachtig natuur- en wandelgebied.

Goudgeel bundelzwammetje
De hoed is droog en evenals de steel en schubben geel, de schubben zijn afstaand en aan de rand uitstekend.
De soort wordt nogal eens verward met de Schubbige bundelzwam en de Goudvliesbundelzwam. Die hebben echter een slijmige hoed, schubben die donkerder zijn dan de hoed en ze smaken niet bitter.

dinsdag 25 oktober 2016

Herfst 2016....... Paddenstoelentijd deel 2

Zondagmiddag 11 oktober verzorgde het IVN Weert e.o. weer haar jaarlijkse paddenstoelendag rond het NMC de IJzeren Man, Weert. Ik ben met een drietal dames van de paddenstoelwerkgroep op pad gegaan. Aangenaam gezelschap, maar bovenal fijn om mee te gaan met kenners, die me weer een en ander hebben bijgebracht. We zijn eigenlijk niet verder gekomen dan de tuin en het pad achter het NMC.
Opvallend veel paddenstoelen waren niet in optimale staat, waren verdroogd en niet “okselfris”. De dames vonden het met 35 soorten een magere "oogst", maar ik ben er uitermate tevreden over en ben weer wat wijzer geworden.In deze blog laat ik jullie een aantal gevonden soorten zien.

Gele korstzwam
De Gele korstzwam is een soort die het hele jaar te vinden is. Zoek bij loofhout wat vaak gestapeld ligt in de bossen. De leerachtige soms grote plakkaten, zijn oker-geel gekleurd.
Korstzwammen vind je op allerlei dood hout, dode bladeren maar soms ook op levend hout. Ze worden ook wel schorszwammen genoemd. De korstzwam lijkt als het ware vastgeplakt op het hout. Veel korstzwammen krullen om en vormen dan waaiers, dakjes of hoedjes. Met mooie kleuren als paars, geel, felblauw, roze, oranje of wit zijn ze veel te vinden tussen kreupelhout en op omgewaaide, langzaam vergane bomen.
Geschubde inktzwam
De Geschubde inktzwam en Grote kale inktzwam zijn de meest bekende en talrijkste van de 100 inktzwammen in ons land. In de "jeugd" is de 5-15 cm hoge hoed van de Geschubde inktzwam ei- tot klokvormig, wit met een lichtbruin, glad centrum en bedekt met licht omgekrulde schubben. De hoed scheurt later vanaf de rand in en vervloeit tot zwart. Ook de lamellen zijn wit in de jeugd, maar verkleuren later vanaf de rand via roze naar zwart. Als langs de randen scheurtjes ontstaan, komen er grote zwarte kleverige druppels uit. Elke druppel (inkt) bevat sporen en trekt vliegen aan, die voor de verspreiding zorgen.

Glimmerinktzwam
Als je de kenmerkende ietwat glimmende spikkeltjes op de hoed ziet, waar je dat we te maken hebben met de Glimmerinktzwam. Die spikkeltjes zijn de resten van het omhulsel (velum), die door de regen meestal al snel worden weggespoeld. Het is een veelvoorkomende inktzwam, met een voorkeur voor vochtige plaatsen en groeiend op dood hout van allerlei verschillende loofbomen.
Glimmerinktzwam
Ze staan vaak in bundels op stronken en bij vochtig liggend dood hout en als je die niet ziet, heb je te maken met zogenaamd “begraven” hout. Hout dus dat zich onder de grond bevindt.

Platte tonderzwam
Een Echte tonderzwam is bij iedereen wel bekend. Het is een zwakteparasiet; een paddenstoel die als parasiet een boom aantast bij een snoeiwond of afgebroken tak en daarna als de boom dood is, als saprofyt verder gaat. Minder bekend is deze Platte tonderzwam. De soort leeft dus ook eerst als parasiet op een levende boom, waar hij witrot kan veroorzaken en als de boom is gestorven leeft de zwam verder als saprofyt. De gegroefde knobbelige en indrukbare waaiervormige hoed kan wel 40 centimeter groot worden en is lichtbruin of kaneel- of grijsbruin tot zwart. Hij heeft een golvende, scherp wordende witte rand.
Platte tonderzwam
Aan de bovenzijde is de hoed vaak bedekt met een laag bruine sporen. Die verlaten het vruchtlichaam uiteraard via de buisjes aan de onderkant, maar luchtstromen die om de hoed heen buigen, voeren ze blijkbaar omhoog, waarna veel sporen op de hoed terechtkomen.

Gele aardappelbovist
De meest voorkomende paddenstoel bij de IJzerenman is waarschijnlijk de Gele aardappelbovist. Aardappelbovisten zijn buikzwammen. Dat zijn paddenstoelen die een bol, knol of zak vormen. De sporen zitten dus als het ware in een buik of maag. Vandaar de naam Buikzwammen.
Ze zijn algemeen in loof- en naaldbossen en je treft ze bij voorkeur aan op een zanderige bodem. Ze zijn vanaf de zomer tot diep in de winter door de aandachtige wandelaar te vinden.
Wortelende aardappelbovist
Ik trof er ook deze Wortelende aardappelbovist aan. Die heeft een stevige steel en stevige pseudowortels, geen pantervelletje en schubjes met opstaande randjes aan de zijkant en bovenop het vruchtlichaam. De kleurstelling is zeer variabel; geelbruin, grijsbruin, okerbruin. gelig tot bruin, met bruinige schubben. Er is daarin een enorme variatie.

Baardige melkzwam
Ook melkzwammen zijn veel voorkomende paddenstoelen in de IJzeren Man. Het mooie van een melkzwam is, dat er bij beschadiging "melk" wordt afgegeven. Je weet dan zeker dat het een melkzwam is. Bij een kneuzing of beschadiging gaan ze dus niet bloeden, maar geven melksap. Soms zelfs grote witte druppels.
Het lijkt op echte melk. Bij een aantal melkzwammen lijkt het op een milkshake. Daar is het dikkere melksap oranje, paars of geel. De kleur van melksap, kan iemand al een stuk verder brengen om de melkzwam de goede naam te geven. Oranje is mogelijk de Smakelijke melkzwam, geel de Zwavelmelkzwam, en paars de Peenrode melkzwam. Bij melkzwammen geldt als regel: alle mild smakende paddenstoelen zijn eetbaar. Weet echter wel wat je doet; de meeste soorten zijn giftig, of zijn zo bitter van smaak dat ze oneetbaar zijn. Meerdere soorten lijken ook op elkaar.Zo kan deze Baardige melkzwam worden verwisseld met de Donzige melkzwam. Dus "bezint eer ge begint".........
Baardige melkzwam
Een zo'n oneetbare melkzwam is de Baardige melkzwam (Lactarius torminosus). De Latijnse soortnaam torminosus betekent "kramp verwekkend" en dat is niet voor niks. De kleur van de hoed varieert van een bleke zalmkleurige gele kleur tot een bleek roze-oranjeachtige kleur. De diameter ligt tussen de vier en twaalf centimeter. De hoed is gewelfd tot vlak trechtervormig van vorm. De rand van de hoed krult naar binnen en is afgezet met een wollige en harige structuur. De lamellen zijn wanneer de baardige melkzwam jong is wit. Gedurende de levensloop verandert die kleur en worden ze wijnrood (of wijnrood met een crèmetint) tot oranje en uiteindelijk verbleken ze.Je vindt ze bijna altijd bij berken en in zeldzame gevallen op beuken.

Bruine ringboleet
Een boleet met een ring heet natuurlijk ringboleet! Deze Bruine ringboleet tref je aan op grazige plekken uitsluitend onder dennen. Het is een algemeen voorkomende soort. Hij heeft een halfbolvormige, donker- of chocolabruine tot oranjebruine hoed, die bij volgroeide exemplaren zo’n 12 cm breed kan worden. Bij vocht wordt de hoed vettig en kleverig. De Engelsen noemen hem niet voor niets “Slippery Jack” Oudere exemplaren zijn nogal sponzig en zitten vaak vol met larven.
Bruine ringboleet
Er zijn maar weinig buisjeszwammen met een ring. De Bruine ringboleet is één van de weinige. Die is eerst witachtig en wordt later bruinpaars. Met die prachtig bruinkleurende ring is de naam Bruine ringboleet gauw verklaard. De steel is boven de ring geelachtig.

Eikelbekertje
Als je dit kleine paddenstoeltje aantreft, weet je ook meteen waar het zijn naam aan dankt; je vindt het namelijk op oude, rottende en zwart geworden eikels op droge, zandige bodems. Het Eikelbekertje is een bekerzwammetje. Het vruchtlichaam is schotelvormig tot afgeplat en heeft een doorsnee van 0,5-1,5 cm. Het is op deze foto niet te zien, maar het staat op een donkerbruin steeltje.

Geelbruine spleetvezelkop
De naam "spleetvezelkop" heeft betrekking op het feit dat de hoedhuid tussen de radiaal lopende vezels gaat splijten bij het ouder worden. Dat is hier nog niet het geval. Deze Geelbruine spleetvezelkop is een van de variabelste wat betreft kleur, hoedvorm en grootte. De okergele, geelbruine tot donkerbruine hoed is 3 tot 7 cm breed en heeft een straalsgewijze, vezelige structuur. Bij veroudering spreidt hij zich vlakker uit. Hij is te vinden aan bosranden, langs bospaden, in laanbermen en in beschaduwde parken en tuinen, meestal bij loofbomen.

Gewone krulzoom
Ik vind het vaak moeilijk om een soort te benoemen. Op de kleur kun je in elk geval vaak niet te werk gaan. Ook niet op grootte, want die is erg variabel bij veel soorten. Dat geldt ook voor de Gewone krulzoom, met een doorsnede van 5 tot wel 11 cm. De hoed is wel altijd gewelfd.
Gewone krulzoom
Eé ding hebben al die verschillend uitziende krulzomen wel, namelijk de gekrulde zoom. Op de foto kun je deze ingerolde rand goed zien. Deze was omgevallen, zodat dat goed te zien was. Als je twijfelt kun je het beste met behulp van een spiegeltje even onder het randje kijken. Dan hoef je hem ook niet te plukken......

Kleine bruine bekerzwam (links) en Bruine bekerzwam (rechts)
Soms zie je vormen waarvan je denkt, is dit wel een paddenstoel? Als je dat denkt, is het heel vaak een zakjeszwam. Zakjeszwammen danken hun naam aan de manier van voortplanten. De sporen zitten namelijk in zakjes. Als de top van het sporenzakje open scheurt,worden de rijpe sporen met duizenden tegelijk weggeschoten en door de wind verspreid. Ik heb al eerder zakjeszwammen geplaatst. Denk bijvoorbeeld aan Oranje bekerzwam, Judasoor, Wimperzwammetje, Dodemansvinger, Geweizwam.

Op deze foto zie je 2 soorten naast elkaar. Bruine bekerzwammetjes (rechts) en de Kleine bruine bekerzwam (links). De Kleine bruine bekerzwam, met een doorsnee van ca. 2 cm, heeft veel weg van de Gekartelde bekerzwam. Hij heeft echter geen geen kartels, maar is donkerbruin behaard aan de rand. De binnenzijde is waterig grijsblauw tot crèmewit en de buitenzijde is geelbruin. Je vindt hem van de zomer tot de herfst in loof- en naaldbossenbossen en gemengde bossen tussen bladstrooisel of op kale humeuze grond. De Kleine bruine bekerzwam komt algemeen voor, maar is zo klein dat ie niet vaak opgemerkt wordt.

Kogelhoutskoolzwam of Vergroeide kogelzwam??????????
Ook dit is een zakjeszwam, maar ik heb bij deze soort mijn twijfels. Ik twijfel tussen een Kogelhoutskoolzwam en de Vergroeide kogelzwam. Deze zwam vond ik op een dode boomstronk. Het lijkt wel alsof er brand is geweest. Zoals zo veel zwammen maken ook Kogelhoutskoolzwammen verschillende stadia door. De Kogelhoutskoolzwam begint met een hard bruinrood vruchtlichaam en eindigt als broos "houtskool". Ook de Vergroeide kogelzwam wordt bij rijpheid zwart. Maar deze is kussenvormig omdat de zwammen aan elkaar zijn gegroeid en het oppervlak is knobbelig. Ik neig naar de Vergroeide kogelzwam, maar wie het zeker weet mag het zeggen.
Reuzenzwam
Tot slot nog deze Reuzenzwam, die ik zag op het grasveldje voor het zwembad. Zoals de naam al aangeeft, kan deze zwam heel groot worden. Als hij volledig is uitgegroeid, kan hij wel een meter in doorsnee bereiken. De paddenstoel heeft een sterke voorkeur voor beukenbomen, maar hoewel die aan de Kazernelaan groeien, kon dat hier niet nagaan, omdat hij groeide op een zgn. "begraven" boomstronk. Die onder de grond zit dus. De zwam kan zowel verschijnen op een levende boom (het is dan een parasiet), als op dood organisch materiaal. Dan is het een saprofyt.

Blogarchief