Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label levermelkzwam. Alle posts tonen
Posts tonen met het label levermelkzwam. Alle posts tonen

zaterdag 21 november 2020

Herfst 2020.......Paddenstoelentijd deel 4: van alles wat

Ik word altijd blij als ik weer eens een Myxomyceet (slijmzwam) vind. Van deze groep met wereldwijd bijna 1000 soorten, komen er maar liefst om en nabij 300 in Nederland voor. Populaire plekjes zijn rottende boomstronken, of composthopen en rottende bladeren. Afgaande op waar ik de meeste soorten vond, houden ze vooral van vochtige en schaduwrijke plekken. Veel soorten zijn vrij algemeen en sommigen waarschijnlijk zelfs zeer algemeen, maar ondanks hun vaak opvallende kleuren, worden ze meestal niet opgemerkt. We kijken er vanwege hun formaat en het voorkomen op onopvallende plaatsen, gewoon over heen. Dat is jammer, want ze zijn soms zó mooi. Pak er maar eens je loep bij, mocht je ze vinden. Je zult versteld staan van wat je ziet.

Kernzwamkopje

En dan komt de uitdaging; er een geslaagde foto van  maken. Het valt namelijk niet mee omdat de meeste zo klein zijn.  De doorsnede van deze Kernzwamkopjes  is bijvoorbeeld ca. 1 mm. De Kalknetjes hieronder zijn niet veel groter. 

close-up van het Kernzwamkopje

Ik maak daarom  altijd  de nodige foto’s en dan maar hopen dat er een paar bij zijn waar ik tevreden over ben. Vooralsnog lukt dat redelijk. Tot slot is het nog de kunst om er een naam bij te vinden en ook dat valt soms niet mee. Alleen al in ons land komen bijvoorbeeld minstens tien soorten Kalknetjes voor en om precies te kunnen vaststellen om welke soort het gaat, is speciaal onderzoek nodig.

Een Kalknetje, waarschijnlijk het Roodvoetkalknetje
Een Kalknetje, waarschijnlijk het Roodvoetkalknetje

Afgaande op de trosjes is dit het Troskalknetje

Loodkleurig netplaatje

Hoewel weer heel anders dan de eerste twee, ook dit LOODKLEURIG NETPLAATJE (Dictydiaethalium plumbeum) is een Myxomyceet. Bij deze soort is goed te zien dat dit organisme "groeit". Het  heeft een diameter van ongeveer 5 cm en komt vrij algemeen voor op recent gevelde stammen en snoeihout. Deze soort valt in het eerste stadium ( het plasmodium) op door zijn opvallende kleur. In het tweede stadium is hij bijna niet meer te vinden, omdat hij dan verandert in een vrij sterk afgeplatte bruin-beige "zwam" en niet meer opvalt op een donkere boomstam.

Hoewel Myxomyceten eigenlijk geen zwammen zijn, worden ze er wel voor aangezien en er bij gerekend. Ik heb al in 2017, 2018 en 2019 het een en ander over Myxomyceten verteld, dus wil je weten wat het dan wel zijn, dan kun je dat eens nalezen door op één (of allemaal) van de jaren  te klikken.

De soorten die je hieronder gaat zien, ga ik deze keer plaatsen zonder verdere toelichting. De meeste foto's zijn van soorten waar ik al eerder een foto mét toelichting van heb geplaatst. Vandaar.

Biefstukzwam na een stevige regenbui
Biefstukzwam aan de onderkant
Bruine satijnzwam
Grauwe amaniet
Grauwgroene hertenzwam
Echte honingzwam
Karbolchampignon
Levermelkzwam (zie je de melk?)
Vermiljoenhoutzwam bovenkant
Vermiljoenhoutzwam onderkant

zondag 11 november 2018

Herfst 2018.......Paddenstoelentijd deel 4: Van alles wat

Ik vind vooral de kleine zwammetjes intrigerend. Zo klein en toch helemaal af.... Soms moet je echter wat geluk hebben om ze te vinden. Dat geldt bijvoorbeeld zeker voor dit onopvallend zwammetje hieronder.

Vorige week startten we met de paddenstoelengroep op het voormalige Ambonezenkamp in de Tungelerwallen en vonden we enkele exemplaren. Toen ik er informatie over zocht op het internet, stond ik versteld hoe vernuftig dit zwammetje zich niet IN, maar UIT de nesten weet te werken……………….

Bleek nestzwammetje
Dit bijzonder zwammetje wordt het BLEEK NESTZWAMMETJE (Cyathus olla) genoemd. Het lijkt me duidelijk waarom het zo genoemd wordt. Het vruchtlichaam is al heel bijzonder, maar nog mooier zijn de details, die je waarneemt als je dit zwammetje van dichtbij bekijkt. Het vruchtlichaampje is slechts 1 tot 1,5 cm hoog en kan tot 1,3 cm breed worden.

Bleek nestzwammetje
In eerste instantie is het bekertje geel vlokkerig en nog bedekt met een vliezig dekseltje. Daarna wordt het kaal en bruinachtig tot geelachtig grijsbruin. Als het openklapt vind je op de bodem zilvergrijze tot bruine eivormige lichaampjes (peridiolen) die als eitjes in een nestje liggen.

Deze “eitjes” zijn schijfjes van ongeveer 2,5 mm. Ze zitten eerst door middel van een wit draadje aan de bodem van het bekertje of aan elkaar vast. Later raken ze los en als het gaat regenen, worden ze er door regendruppels, die tijdens een regenbui in het bekertje terecht komen, als het ware uit geslingerd.
De eitjes met daarin de sporen hebben een stevig omhulsel. Die verstuiven later zoals bij stuifzwammen.

Bleek  nestzwammetje
Het is een vrij algemene verschijning die in groepjes, vaak in een groot aantal, op de grond in bossen en tuinen voor komt. Vanwege het geringe formaat (let eens op de grassprietjes!) heb ik ze nooit eerder opgemerkt, tot nou. Het is een echte saprofiet; hij zet organisch materiaal om in voedingsstoffen. Het is een echte opruimer dus.

Gewone Botercollybia

Gewone Botercollybia
Gewone Boterrcollybia
Dit jaar zagen we in verhouding met andere soorten  “dankzij” het droge weer niet zo veel plaatjeszwammen en die er nu nog zijn, verdwijnen zo stilletjesaan nu de nachten  kouder worden. Paddenstoelen  bestaan voor een groot deel uit water en kunnen daar niet zo goed tegen. De BOTERCOLLYBIA houdt het echter iets langer vol. Je vindt hem nu dan ook nog in zowel loof- als naaldbossen, meestal op zure, zanderige bodems. De soort is sterk hygrofaan, wat inhoudt dat de hoedkleur sterk kan verschillen in vochtige of droge toestand.

Roodbruine botercollybia
De kleur varieert van donkerbruin tot oranjebruin naar geelwit.  De variëteit asema (met een lichtere hoed) wordt ook wel aangeduid als GEWONE BOTERCOLLYBIA, de variëteit butyracea (met een donkerder hoed) als ROODBRUINE BOTERCOLLYBIA. De hoed is vaak ook tweekleurig, heeft een diameter tot 7 centimeter en is eerst gewelfd en vervolgens vlak. Er blijft een opvallende umbo (het bultje) in het midden aanwezig en het oppervlak voelt, als het niet te droog is, vettig (boterachtig) aan.

Levermelkzwam
Nederland kent zo'n vijftig soorten melkzwammen. Ze worden zo genoemd omdat de lamellen een vloeistof afscheiden bij aanraking of beschadiging. Het lijkt bij de meeste melkzwammen op echte melk, omdat het wit melksap is. Soms zelfs grote witte druppels. Bij een aantal melkzwammen lijkt het op milkshake. Daar is, of wordt het melksap geel, oranje of zelfs paars. Wanneer het witte melksap van bijvoorbeeld deze LEVERMELKZWAM (Lactarius hepaticus) opdroogt wordt het geel. De smaak ervan is bitter en scherp.

De hoed van de Levermelkzwam heeft meestal een leverachtige kleur. Maar ook met een roze-, roodachtige kleur of een grijzig-kastanjebruine kleur kun je ze tegenkomen. Hij lijkt enigszins op de rossige melkzwam, maar bij de Rossige melkzwam verkleurt het melksap niet naar geel en deze paddenstoel is voornamelijk te vinden bij de berk. De Levermelkzwam tref je aan bij naaldbomen. Mooi om te weten bij het determineren. Ook de geur en smaak kunnen van belang zijn voor het bepalen van de soort.

Baardige melkzwam
De rand van de hoed van deze melkzwam is ingerold en is bedekt met een wollige en harige structuur. Leuk om te zien met behulp van een loepje of op een (uitvergrote) foto. Het is de Baardige melkzwam (Lactarius torminosus). Het is een soort die de voorkeur geeft aan zandgrond en loofbomen, met name berken en in zeldzame gevallen beuken.

Baardige melkzwam
De kleur van de hoed varieert van een bleke zalmkleurige gele kleur tot een bleek roze-oranjeactige kleur met hier en daar donkere vlekken. De diameter ligt tussen de vier en twaalf centimeter. De hoed is gewelfd tot vlak trechtervormig van vorm. Het melksap is wit en de smaak is scherp en bijtend. Een waarschuwing dus wat betreft giftigheid. De Latijnse naam voor deze melkzwam, Lactarius torminosus, betekent letterlijk vertaald: krampverwekkend!

Harslakzwam
Een spectaculaire zwam die je juist in de zomermaanden tegen komt is de WASLAKZWAM  (Ganoderma pfeifferi). Je moet deze niet verwarren met bovenstaande HARSLAKZWAM. Die vond ik op een Amerikaanse eik bij de Smeetshof in Bocholt. Je vindt hem voornamelijk op de stamvoet van levende Amerikaanse- en zomereiken en beuken, soms ook op andere loofbomen. 

Waslakzwam
Maar dit is dus een zeldzamere WASLAKZWAM. Jong is het een wit, bol kussentje dat wel wat op purschuim lijkt. Zodra het vruchtlichaam groter wordt, wordt hij platter en krijgt hij een roodbruine gladde bovenkant, met witte rand. Als hij niet blinkt moet je hem eens nat maken, dan glanst hij als een spiegel. Dat heb ik dus bij het exemplaar in Bocholt gedaan.
Ze kunnen zo'n 35 centimeter breed worden. De Waslakzwam is verder gemakkelijk te herkennen aan de harde bovenkant, die je niet kunt indrukken. Dit in tegenstelling tot de harslakzwam.

Harslakzwam?????
Deze heeft afwijkende kleuren, waardoor ik twijfel of het wel een Waslakzwam is. Zou het misschien toch een Harslakzwam zijn? Afgaande op de glans toen ik hem nat maakte en de bovenlaag die ingedrukt kon worden, lijkt het me toch de Harslakzwam. Misschien een oud exemplaar?
Denk je het te weten, dan hoor ik graag wat het dan wel is.

Weke aderzwam
De WEKE ADERZWAM (Leucogyrophana romellii) groeit als een rimpelige korst op dode takken of stronken. Meestal is alleen de rand oranje en de rest vleeskleurig of paarsbruin. Hij komt vrij veel voor en je kunt hem van september tot januari vinden. De aderzwam kan zo'n 10 centimeter groot worden en is ovaal of langwerpig van vorm. Hij groeit ook regelmatig over en door mos heen, want hij houdt van een vochtige ondergrond. Hij wordt nogal eens verward met de Oranje aderzwam, die je echter meestal op dood hout aantreft.

Prachtvlamhoed
Deze oranjegele PRACHTVLAMHOED (Gymnopilus junonius) groeit in bundels tot wel 10 exemplaren en meer. Je vindt ze op loofhout in bossen, parken en lanen. De Prachtvlamhoed wordt nogal eens verwisseld met de schubbige bundelzwam, maar we zien hem voornamelijk op boomvoeten of - stronken van beuk en eik. In werkelijkheid groeit het mycelium of zwamvlok echter op de wortels of houtrestanten in de bodem.

Prachtvlamhoed
De aanwezigheid van een ring of manchet is een ander kenmerk dat eigen is voor deze Prachtvlamhoed. Onder de ring is hij vaak bekleedt met bruine vezels en boven de ring is de steel dan weer zichtbaar glad en kaal.

Gele stekelzwam
De GELE STEKELZWAM (Hydnum repandum) is een bijzonder uitziende paddenstoel. Hij is eetbaar, maar staat in Nederland op de rode lijst. Je mag hem dus niet plukken. In Frankrijk bijvoorbeeld is hij veel minder zeldzaam en daar wordt hij dan ook volop geplukt. Hij is hier verkrijgbaar in specialiteitenwinkels en wordt daar "Pied-de-mouton" genoemd. Vertaald is dat "Schapenpootje" . Waarom hij zo wordt genoemd, kan ik niet verklaren. Pied-de-mouton klinkt in elk geval wel deftiger en smakelijker dan Gele stekelzwam, dat wel....

Gele stekelzwam
Hij heet zo omdat er zich onder de hoed geen lamellen of buisjes bevinden, maar stekeltjes, die een beetje aan de stekels van een stekelvarken doen denken. Die stekeltjes, die wel een 1/2 cm groot kunnen worden, produceren de sporen en zorgen voor een zo groot mogelijk oppervlak voor de verspreiding.

De hoed is soms vreemd onregelmatig van vorm, grillig, gewelfd en vaak naar één kant groeiend. Ook zijn de hoeden vaak met elkaar vergroeid. De hoed is roomkleurig tot dooiergeel, maar ook met bruine tinten. De paddenstoel heeft een vrij dikke steel. Je kunt hem vinden in loofbossen. Deze vond ik in het "Zwart Water", een natuurgebied ten noorden van Venlo. Het is een gevarieerd gebied rond de Venkoelen, een oude Maasmeander.

Goudgeel bundelzwammetje
Hoewel je het hier niet kunt zien, staat dit mooie groepje GOUDGELE BUNDELZWAMMETJES ( Pholiota flammans) op dood hout van naaldbomen. Hout dus dat hier onder de grond ligt; zogenaamd “verborgen” hout. In dit geval van een spar. Je vindt ze in bossen op droge tot matig vochtige zandgrond. Hij komt dus ook in onze streken voor, maar deze vond ik in het Duitse Meinweggebied in de buurt van de Dalheimer Mühle. Een prachtig natuur- en wandelgebied.

Goudgeel bundelzwammetje
De hoed is droog en evenals de steel en schubben geel, de schubben zijn afstaand en aan de rand uitstekend.
De soort wordt nogal eens verward met de Schubbige bundelzwam en de Goudvliesbundelzwam. Die hebben echter een slijmige hoed, schubben die donkerder zijn dan de hoed en ze smaken niet bitter.

Blogarchief