Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


woensdag 15 juli 2020

Allemaal beestjes #14

Vandaag maar weer eens een nieuwe post. Het is al weer even geleden. Ik ben er vanwege de corona wat minder op uit geweest, vandaar dat het even geduurd heeft voor ik voldoende geschikt materiaal bij elkaar had. In deze post ga ik jullie wat harige beestjes laten zien. Rupsen dus......................

Eikenprocessierups
Ik hoor net op het nieuws vertellen dat het dit jaar meevalt met de overlast van de Eikenprocessierups. De verwachting was dat ook deze zomer er weer een van jeuk en kriebel zou worden, maar dat is dus niet het geval. Door de Corona zijn minder mensen in aanraking gekomen met de rups, maar de mindere overlast heeft waarschijnlijk meer te maken met een andere aanpak van bestrijdingsmiddelen en wat vooral van belang is, is dat men een beter inzicht heeft gekregen in wat natuurlijke vijanden als sluipwespen en sluipvliegen, roofkevers, weekschildkevers en rupsenaaskevers voor effect hebben. Ook vogels zijn een grote vijand van de eikenprocessierups. Die moeten we goed in ere houden.....
Niet alle vogels doen zich overigens te goed aan deze rupsen, maar er zijn een aantal soorten die er dol op zijn. Met name de koolmees en de pimpelmees. Alles beter in elk geval dan bestrijding met insecticiden.

Hoewel rond half juli de rupsen gaan verpoppen en daarna de vlinders uitvliegen, kunnen de brandharen in en rondom nesten nog lange tijd voor overlast zorgen. Dus blijf attent.

Eikenprocessierups
De beharing van de Eikenprocessierups bestaat uit zogenaamde brandharen. Deze worden gebruikt ter verdediging tegen vijanden zoals insecteneters. Als de rupsen of het nest waarin ze zich bevinden of bevonden worden verstoord, worden niet de zichtbare ongeveer 1 cm grote witte haren, maar de microscopisch kleine brandharen (hun lengte varieert van 0,1 tot 0,3 millimeter) afgegeven aan de lucht. Mocht je een close-up van zo'n harig monster willen maken,wacht dan in elk geval op windstil weer. De wind zorgt er namelijk voor dat de brandharen van de Eikenprocessierups dan massaal door de lucht zweven.

Bij een geïrriteerde huid of ogen is de belangrijkste tip: spoelen, spoelen en nog eens spoelen. Dus spring onder de douche als je vermoedt dat je de klos bent of als je bij thuiskomst al last hebt van een rode huid en irritatie. Een andere tip is plakband. Dat is een probaat middel om je huid te behandelen. De brandharen blijven namelijk aan het plakband kleven en worden zo uit de huid getrokken. Verder zijn er verkoelende zalfjes in de handel die zorgen voor verlichting. Krabben, hoe verleidelijk ook, helpt in ieder geval niet; het wekt alleen maar meer irritatie op.

Rups van de Plakker
We willen wel allemaal graag een tuin vol vlinders in de zomer, maar voor het zover is, moet elke vlinder echter eerst beginnen als rups. Hoewel de haren van een rups heel vervelend kunnen zijn voor de mens, zijn ze een goede verdediging tegen “vijanden”. Vanwege de Processierups lijkt elke rups met haren helaas voor veel mensen een rups te zijn waar je voor moet oppassen. Een zo'n rups die veel verward wordt met de processierups, is de rups van deze Plakker. De rupsen van deze nachtvlinder kunnen ook eind mei/begin juni in grote aantallen gevonden worden, maar zijn ongevaarlijk. Ze geven namelijk niet dezelfde reactie als de haren van de processierups. Je hoeft je om deze rupsen dan ook geen zorgen te maken.

Close-up van de rups van de Plakker
Zoals je hem hier op de foto van dichtbij kunt zien, vind je het misschien niet echt moeders mooiste, maar ik denk daar toch anders over. Ik vind haar schitterend....Het woord "mooi" is betrekkelijk.

Rups van de Plakker
De tot maximaal 5 cm grote opvallende rups is herkenbaar aan de licht okerkleurig met zwartachtig grijze spikkels en 3 okerkleurige lengtestrepen over de rug, de bruin- en zwartachtige haarborstels die op kleine, roodachtig, “wratjes” staan ingeplant en op de rug zie je 5 rijen blauwe en 6 rijen rode wratten.
De naam Plakker is een al lang bestaande naam. Het wijfje spint een soort matje van haar eigen lichaamsharen en plakt dat vast op een boomstam. Daarop zet zij dan haar eitjes af. Hieraan dankt de soort zijn naam. Op enige afstand ziet het er uit als een zwammetje.

Rups en cocon van de Plakker
Deze foto heb ik half juni gemaakt langs het pad bij het Meerbaansblaak in de Groote Peel. De rups van de Plakker heeft zich de afgelopen weken goed volgevreten en gaat op zoek naar plekjes om zich te gaan verpoppen.  Ik zag ze de afgelopen week dan ook best veel over de weg(getjes) en paden lopen, op zoek naar een geschikt plekje.

    
Terwijl er nog overal rupsen rondliepen op het pad, waren er al op meerdere plekken poppen te zien in de planten langs de weg. Ik zag sommige rupsen nog bewegen in de pop. Nu medio juli zal het niet lang meer duren en zullen de eerste vlinders al tevoorschijn komen.
De Plakker uit de familie van de donsvlinders is een nachtvlinder. Het vrouwtje is volledig donzig wit en kan niet vliegen. Het mannetje kan haar echter van een afstand ruiken. Hij gebruikt zijn voelsprieten als "neus". De geveerde antennes zitten vol sensoren om de geurstoffen van het vrouwtje op te pikken. Zodra ze bevrucht is, kan ze meteen haar eitjes afzetten en dan begint de cyclus weer van voren af aan.

Rups van de Hageheld
De acht centimeter lange rupsen van de Hageheld zijn ook dichtbehaard en de brandharen kunnen na aanraking, bij mensen wel huidirritatie veroorzaken. Waardplanten van de rupsen zijn onder meer de larix, berk, wilg en braam. De grote rups verpopt zich in een stevige perkamentachtige cocon in de strooisellaag. Verse cocons zijn bruin, de lege exemplaren verkleuren door de zon en worden dan even wit als eieren van reptielen als zandhagedis of ringslang.Dat zorgt nogal eens voor verwarring.

Rups van de Hageheld
De ontwikkeling van de soort kan 1 of 2 jaar duren. In het geval dat de ontwikkeling 1 jaar duurt, overwintert de halfvolwassen rups. Bij een 2-jarige ontwikkeling overwintert de pop in het tweede jaar. Ook de Hageheld is evenals de Processievlinder en de Plakker een nachtvlinder, maar hij is ook overdag actief; een dagactieve nachtvlinder. Het zijn overigens alleen de mannelijke vlinders die je overdag bij zonneschijn zigzaggend ziet rondvliegen. De vrouwtjes gaan namelijk pas vliegen als het gaat schemeren.
Het is een zomersoort die zich vooral in juli-augustus laat opmerken. Ik zag ze in de Groote Peel. Je kan de Hageheld in tal van leefgebieden aantreffen. Vooral op de zandgronden: van heide en bossen, maar ook in tuinen.

Rups van de Grote beer
Beervlinders zijn een onderfamilie van de spinneruilen. Er zijn 2 subfamilies: de echte beervlinders en de korstmosvlinders. De naam van deze dagactieve vlinders verwijst naar het uiterlijk van de rups.
De Grote beer hoort bij de echte beervlinders. De sterk behaarde rupsen zijn met hun 5-6 cm grote formaat een opvallende verschijning. De haren veroorzaken in tegenstelling tot bijvoorbeeld de processierups, echter vrijwel nooit huidirritaties. Pas in juli of augustus verpoppen ze. Tegen de tijd van verpoppen zijn ze bijzonder actief en je komt ze op dit moment overal tegen.

Rups van de Grote beer en van de Sint Jacobsvlinder
Vanaf het moment dat ze uit een eitje komen, is het eten en regelmatig vervellen, als ze uit hun huid dreigen te groeien. Een plant die ze graag bezoeken is het giftige Jacobskruiskruid. Ze raken het gif, dat ze met hun maaltijden van het Jakobskruiskruid binnenkrijgen, kwijt door dit in hun huid op te slaan. Als ze dan vervellen zijn ze het gif kwijt. Prachtig toch....

De andere rups op de foto is de Zebrarups. De rups van de Sint Jacobsvlinder, die ook het Jacobskruiskruid als waardplant heeft.

Rups van het Geel beertje
Zoals gezegd valt de familie beervlinders uiteen in twee zeer verschillende subfamilies: de grotere, kleurrijke en zwaar behaarde vlinders die tot de echte beervlinders (Arctiinae) worden gerekend en de kleinere, slanke en vaak grijzig gekleurde, minder behaarde soorten die tot de korstmosvlinders (Lithosiinae) worden gerekend. Korstmosvlinders vallen vooral op door hun vorm: ze zijn tamelijk langgerekt en schuiven in rust de vleugels vaak over elkaar heen of rollen ze zelfs op langs het lichaam.

Het Geel beertje is een soort die bij de korstmosvlinders wordt gerekend. De gele vlinder is in Nederland en België algemeen. Vooral op de zandgronden. Het nachtvlindertje heeft slechts een spanwijdte tussen de 27 en 30 millimeter. Hij valt op omdat hij vroeger vliegt dan de meeste andere korstmosvlinders, namelijk al vanaf eind april. De eitjes komen na ongeveer een maand uit. De rupsjes zijn tot in september actief. Volgroeide rupsen zijn slechts 18 tot 22 mm lang. Ze lijken veel op de andere beertjes: een zwarte rups met grijzige haren. Ze leven uitsluitend van op oude berken, eiken en meidoorns groeiende korstmossen. Daarna maken ze een heel dun coconnetje, waarin ze verpoppen en zo overwinteren. De cocon wordt opgehangen tussen mossen en korstmossen op boomstammen en struiken. De eerste vlinders verschijnen weer in april van het volgende jaar.

zondag 7 juni 2020

Boshoverheide

De Boshoverheide is een natuurgebied in de gemeente Weert tussen Weert en Budel. De heide is ruim 200 ha groot en ligt tussen de Loozerheide en de Weerter- en Budelerbergen. Een gedeelte van de heide wordt druk bezocht vanwege het grootste en uitgestrektste urnenveld van NW-Europa dat zich daar bevindt. Er is een kleine zandverstuiving en er lopen zandweggetjes door het hele gebied, zodat wandelaars vanaf het urnenveld naar de Loozerheide kunnen lopen. Fietsen is onmogelijk.

Panorama van de Boshoverheide vanaf de verhoogde vogeltelpost op de Loozerheide
De grote droogte doet het ergste vrezen voor dit heidegebied. En dan bedoel ik nog niet eens het gevaar van een brand, maar ook het niet tot groei en bloei komen van de heide. Dat zou al voor het derde jaar op rij zijn. De heide heeft het hier overigens sowieso al moeilijk, want het is hier “dankzij” de stikstofdepositie, afkomstig van boerenbedrijven, verkeer en industrie uit de omgeving dat de grond verzuurt en het pijpenstrootje hier het beeld steeds meer bepaalt.

Panorama van de Boshoverheide vanaf de verhoogde vogeltelpost op de Loozerheide
Dat gaat ten koste van de gevoeliger planten die in dit voedselarme milieu thuis horen zoals de heide, maar ook bijvoorbeeld zonnedauw, gagel, heidekartelblad, viooltjes en muizenoortje.

Door de dichte matten die de wortels van het pijpenstrootje op de bodem vormen, krijgen de zaden van andere planten namelijk nauwelijks gelegenheid te ontkiemen en op te komen. Zo worden ze geleidelijk verdrongen. Een boeiend artikel over de stikstofdepositie op de heide vond ik “Van heide en boeren naar stikstof en wensnatuur

Pijpenstrootje kan ook slecht tegen droogte

Pijpenstrootje houdt van nattere bodems, die tenminste vochtig zijn en redelijk zuur. Dus ook het pijpenstrootje heeft het hier nu moeilijk door de droogte.

In een vochtigere omgeving gedijt het pijpenstrootje goed
Het klinkt misschien stom, maar een brand zou hier bijna welkom zijn om een verdere groei van het pijpenstrootje tot stand te brengen!!!! Ik zeg dat niet zo maar, want het wordt vaker bewust gedaan, zoals bijvoorbeeld op de Sallandse heuvelrug.

Het gecontroleerd afbranden, mits aangevuld met begrazing, blijkt namelijk effectief om de door anorganische stikstofdepositie veroorzaakte dominantie van pijpenstrootje in droge heide te doorbreken en struikhei en andere karakteristieke soorten van dit habitattype weer te laten toenemen. Een uitgebreid onderzoek van Robert Bobbink e.a. over periodiek gecontroleerd branden om de effecten van vermesting, verzuring en verdroging terug te dringen en de voor Nederland karakteristieke (natuur)waarden duurzaam te behouden, kun je lezen in "Branden als EGM-maatregel". EGM = Effect Gerichte Maatregelen.

Na het gericht branden komen mooie jonge heide en diverse kruiden terug. Er wordt overigens alleen gebrand bij vorst om het beheersbaar te houden en kleine dieren en insecten die dieper in de grond overwinteren, lopen dan geen gevaar. Maar als het gecontroleerd branden of een spontaan ontstane brand in de zomer vanwege de sterke droogte uit de hand loopt en overslaat gaat dat ten koste van veel meer. Dus nee, toch maar niet..................

Heideterreinen moeten vooral tijdig begraasd, geplagd en eventueel gemaaid worden om die vergrassing (pijpenstrootje) en dichtgroeien met bomen en struiken voor te blijven. Om heide in stand te kunnen houden, is dus beheer noodzakelijk, maar omdat daar lange tijd geen sprake van is geweest, is er veel verdwenen en is het nog maar een fractie van wat het ooit was.

Onze moderne "grasmaaiers" in de vorm van Schotse hooglanders, Galloway-runderen en Taurossen hebben het ook niet echt begrepen op deze grassoort. Misschien dat dit te maken heeft met het feit dat bloeiend pijpenstrootjesgras giftig is. Tijdens de bloei (dus niet tijdens de groei en in de winter) maakt het pijpenstrootje namelijk blauwzuur aan dat opgeslagen wordt in de stengels. Geen púúr blauwzuur, maar verbindingen waar blauwzuur in zit. Als er echter grote hoeveelheden worden gegeten, kan dat tot problemen leiden. Het is een afweermechanisme van veel planten, dat van nature wordt gevormd door verschillende bacteriën, algen, schimmels.

Niets opvallends, want 10% van onze planten schijnt deze blauwzuurverbindingen te bevatten. Het wordt onder andere aangetroffen in bonen (kikkererwten, limabonen), vruchten (zaden en pitten van appels, kersen, peren, abrikozen, perziken en pruimen), bittere amandelen, walnoten, beukennoten, cashewnoten, lijnzaad, koolsoorten (broccoli, witte kool, boerenkool, spruiten). Ons lichaam weet dat in de lever om te zetten in thiocyanaat dat in ons speeksel komt en niet alleen belangrijk is voor de vertering van zetmeel, maar ook een antibacteriële werking heeft. Het kan dus absoluut geen kwaad om pitten van appels op te eten, mits dat op een normale manier gebeurt (bv. eet afzonderlijk geen handenvol pitten).

Jacobskruiskruid
Dieren voelen feilloos aan of ze iets kunnen eten of niet. Denk bijvoorbeeld maar eens aan het giftige Jacobskruiskruid dat de dieren laten staan en ook wordt er altijd in een boogje om de giftige boterbloem heen gelopen. Op het heideveld zullen ze dan ook in de zomer eerst aan andere planten beginnen en het pijpenstrooitje het liefst mijden. Anders is het natuurlijk als er niks anders voorhanden is. Vooral in de winter zit er vaak niks anders op.

  
Vaak is het zaad van dit gras ook geïnfecteerd met het zogeheten "pijpenstrootjesmoederkoren". Een giftig schimmel, dat vroeger ook in graan voorkwam. Vandaar de naam. Deze schimmel vormt een hard, purperzwart vruchtlichaam op het zaad. Ook in de winter is dit soms nog wel eens te zien als een zwarte verdikking, die dan tussen je vingers als poeder uit elkaar valt. Vroeger werd moederkoren gebruikt om bloedingen na de bevalling tegen te gaan, maar het was ook bekend als middel om abortus mee op te wekken. En bovendien bevat moederkoren ook nog eens een hallucinogeen stof, die nauw verwant is aan LSD en dan ook als grondstof voor dit spul wordt gebruikt.

Afgevreten pijpenstrootje op de Loozerheide
Urnenveld
Dus behalve dat het pijpenstrootje weinig voedingswaarde heeft, is het geen wonder dat de beesten liever geen pijpenstrootje willen vreten, maar als er in de winter niks anders is, moeten ze wel. De exmoor ponny’s schijnen er overigens geen probleem mee te hebben. Begrazing van het heideveld met taurossen en exmoors zou een overweging kunnen zijn, omdat ze op de ernaast gelegen Loozerheide grazen, maar hun betredingsdruk leent zich niet tot de heide en ze zullen de heidestruiken ook niet links laten liggen en door hun manier van grazen de heidestruiken onherstelbaar beschadigen.

Bovendien moet de Boshoverheide voor het publiek toegankelijk blijven en zulke grote beesten schrikken af. Je kunt daarom beter in de richting van schapen en geiten zoeken. Om die reden heeft het belgische Natuurpunt bijvoorbeeld op de Bolloheide (bij het Belgische Werchter) gekozen voor Ouessant schapen. Zij behoren tot een van de kleinste schapenrassen, maar zijn heel sterk omdat ze oorspronkelijk afkomstig zijn van barre streken. Ze vragen dan ook weinig verzorging en wat vooral belangrijk is, ze kunnen tegen het blauwzuur van het pijpenstrootje.

Herstel van de heide is alleen mogelijk als nog kiemkrachtig zaad aanwezig is, of als dat van elders aangevoerd wordt. Op de Boshoverheide wordt de heidegroei door middel van kleinschalig plaggen weer gestimuleerd en in stand gehouden. Men noemt dit plaggen chopperen. Dat wil zeggen dat er slechts een dun laagje aarde wordt verwijderd. Te zien aan de parallel lopende banen waar alle vegetatie wordt weggehaald. Op de eerste 2 foto's kun je die ook duidelijk zien.  Grootschalig plaggen levert misschien meer heide op, maar is vanuit het oogpunt van toename van de biodiversiteit ook weer niet altijd gunstig.

Bruin zandoogje
Een groot deel van de oorspronkelijke gevarieerde structuur gaat daarmee namelijk verloren, wat ook verlies van bijzondere plant- en diersoorten met zich mee kan brengen. Overwinterende rupsen van hooibeestjes, bruine zandoogjes en heivlinders vinden bijvoorbeeld een veilig winterverblijf in de graspollen en de kleine heivlinder leeft vooral op de overgang van open stuifzand naar heide en schraal open grasland,

woensdag 25 maart 2020

Landgoed de Advocaat

Na een periode van veel activiteit op Landgoed "Les Beaux Champs" , of   "Landgoed d'n Advekaot" in Altweerterheide, is de rust weergekeerd. Dankzij de verplaatsing van het straalbedrijf kon een start worden gemaakt met herinrichting van de locatie. Er is veel werk verricht en het ziet er compleet anders uit  (zie luchtfoto verderop), maar er moet toch nog veel gebeuren. Eigenlijk begint het nu pas....
In deze post wil ik iets over de verrichte werkzaamheden vertellen.


22 Januari 2016 was voor Grenspark Kempen~Broek een gedenkwaardige dag. Op die dag werd namelijk in bijzijn van o.a. provincie Limburg, de gemeentes Weert en Cranendonck en vertegenwoordigers van Ark Natuur- ontwikkeling, Natuurmonumenten en andere belanghebbenden door Straalbedrijf Cuijpers getekend voor een kavelruil. Eindelijk..................Toch duurde het nog tot april 2018 voordat alles in kannen en kruiken was en men kon beginnen met de werkzaamheden.

Uitzicht vanaf de kijkheuvel op CZW  "het Blauwe meertje"
Toen Bèr Cuijpers, de oudste zoon van eigenaar Christ Cuijpers, in 1964 besloot om samen met 3 broers een straalbedrijf te beginnen op het landgoed, konden ze niet bevroeden dat het bedrijf sindsdien zo'n sterke uitbreiding zou ondergaan (het bedrijf heeft inmiddels 180 werknemers). Deze uitbreiding zorgde echter voor steeds grotere problemen, want het bedrijf lag midden in natuurgebied de Kruispeel.
De Kruispeel maakt deel uit van Natura 2000. Natura 2000 is de naam voor het grensoverschrijdende netwerk van natuurgebieden dat de Europese lidstaten begin jaren ’90 hebben afgebakend op basis van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Deze 2 richtlijnen vormen het hart van het Europese natuurbeleid en hebben als doel versnippering van natuurgebieden  tegen te gaan (zie: Ecologische Hoofdstructuur), de natuur te beschermen en de biodiversiteit te versterken.

Pogingen om het bedrijfscomplex te verhuizen mislukten steeds. "Wij zaten daar als bedrijf in principe op een prima plek", aldus directeur Chrit Cuijpers van Cuijpers BV. "Maar we snapten de wens van de provincie en gemeente en wilden dan ook meewerken aan een oplossing. Maar het moest financieel dan wel kunnen."
Na jaren van onderhandelen is men dan toch eindelijk tot ieders tevredenheid tot overeenstemming gekomen en heeft het straalbedrijf een nieuwe locatie gekregen op het industrieterrein aan de Lozerweg in Weert. Daardoor zijn niet alleen de 180 arbeidsplaatsen behouden gebleven voor Weert, maar belangrijker is, dat eindelijk de gewenste ruimte ontstond en de zo noodzakelijk geachte aanpassingen uitgevoerd konden worden voor de natuur in het Kruispeelgebied, dat tevens als waterbuffer kan gaan functioneren.

"Het water stroomt niet meer weg via diepe watergangen, maar blijft veel langer in het gebied. Deze zogenoemde klimaatbuffer zorgt dus voor droge voeten in natte tijden en aanvoer van water tijdens droogte. Dankzij het verplaatsen van het straalbedrijf kan het hoogveenbos zich weer herstellen", aldus ARK-projectmedewerker Nico de Koning.


Het Kempen~Broek is zo opeens dertig hectare (natte) natuur rijker geworden. Een belangrijke schakel tussen de omringende natuurgebieden in het Kempen~Broek. Door de kavelruil kan ook de afwerking van de CZW plaatsvinden. Ook de CZW is overigens een bedreiging voor het kwetsbare Kruispeelgebied, met name wat betreft de waterhuishouding. Overigens vraag ik mij af waarom de CZW bij dit project 4 ha. extra grond toegewezen kreeg!!!! Ter compensatie van.....of iets anders??? Hebben ze nou nog niet genoeg? Ze komen nu angstvallig dicht bij het Natura 2000 gebied.


Wat betreft de locatie wordt onderscheid gemaakt in:
- het voormalige bedrijfsterrein van het straalbedrijf.
- het Beauchampsterrein, bestaande uit de bebouwing, bosgebied en weilanden (eigendom van I. Cuijpers)
- de landbouwgrond ten oosten en zuidoosten van het bedrijfsterrein.

Het terrein van straalbedrijf Cuijpers vóór de verplaatsing (Bron: FlyingEye.nl)
Het terrein van straalbedrijf Cuijpers ná de sanering (Bron: ARK Natuurontwikkeling)

Nadat het straalbedrijf na voorbereidende werkzaamheden in 2018 naar het voormalige VBI-terrein op Lozerweg 74 was verhuisd, kon op vrijdag 13 april van dat jaar dan eindelijk de aftrap worden gegeven voor de herinrichting van het voormalige straalbedrijf. Dat ging niet allemaal zo vanzelfsprekend, want nadat de gebouwen (m.u.v. de machineloods) waren gesloopt, moest er behoorlijk wat vervuilde grond worden gesaneerd en uitgaande van de standaard aanpak moest die allemaal worden afgevoerd.


bron: Saneringsplan Cuijpers Weert ontwikkeld door Miltop, Optimale milieutechniek te "s Hertogenbosch.


Aangelegde uitkijkheuvel in september 2018
 herschikte verontreinigde grond op het bedrijfsterrein met een aangebrachte leeflaag
 herschikte verontreinigde grond op het bedrijfsterrein met een aangebrachte leeflaag
herschikte vervuilde grond met een aangebrachte leeflaag op het Beauchampsterrein
herschikte vervuilde grond met een aangebrachte leeflaag op het Beauchampsterrein
Een kostbare zaak, want het ging hier over gigantische aantallen kubieke meters: het Bedrijfsterrein-33.000 m3, het Beauchampsterrein- 23.000 m3 en de omliggende terreinen nog eens 30.000 m3. Geen sinecure, maar toch vond men een (betaalbare) oplossing.

De herschikte grond van het Beauchampsterrein en omliggende landbouwpercelen werd op het bedrijfsterrein aangebracht en geïsoleerd door er een leeflaag van 1 meter op aan te brengen. Tussen de herschikte grond en de leeflaag werd nog een signaaldoek aangebracht. Op de herschikte grond op het Beauchampsterrein en de landbouwpercelen werd een leeflaag van 0,5 meter aangebracht. Deze grond was afkomstig van de Q-percelen en Kwaoj  Gaât. Niet herbruikbaar materiaal werd afgevoerd en de met minerale olie verontreinigde grond werd ontgraven en naar een erkend verwerker afgevoerd.


Voor het resterende deel van de herschikte grond werd een bestemming gevonden door vlakbij een ongeveer 11 m. hoge  "belevingsheuvel" te realiseren, waarbij de verontreinigde grond werd afgedekt met grond uit herinrichtingsprojecten in Kempen~Broek (Q-percelen en Kwaoj Gaât). 

Belevingsheuvel op de achtergrond gezien vanaf de CZW (maart 2020)
Belevingsheuvel op de achtergrond (maart 2020)
"Ik vond het een uitdaging om voor ARK te kijken of het niet goedkoper kon en kwam uiteindelijk met het idee van een uitkijkheuvel. Deze aanpak bracht de kosten van de sanering met meer dan 80 procent naar beneden. Zo werd de deal betaalbaar, werd de grond goed en veilig gesaneerd, werd de natuurontwikkeling op de percelen in de omgeving mogelijk en kwam er ook nog een mooie kijkheuvel met uitzicht op het nieuwe natuurgebied." Aldus bodemonderzoeker en milieukundige Willem Kerkhof van Miltop BV. 

Zie ook: Nature today van 21 september 2019).





Het afgraven van de  landbouwgrond op de Q-percelen zorgt voor verarming en vernatting
Het afgraven van de  landbouwgrond op de Q-percelen zorgt voor verarming en vernatting
Het afgraven van de landbouwgrond op de Q-percelen zorgt voor verarming en vernatting
Het afgraven van de landbouwgrond op de Q-percelen zorgt voor verarming en vernatting
De percelen waar Willem Kerkhof het over heeft zijn het aan de rand van het Wijffelterbroek gelegen "Kwaoj Gaât" en "Weerter Kempen" (de kadastrale Q-percelen). Vanuit het Besluit bodemkwaliteit van de Gemeente Weert, was er namelijk geen bezwaar tegen het toepassen van grond afkomstig van deze percelen als aanvulgrond, leeflaag en inrichtingsgrond. De gebiedsontwikkeling werd uitgevoerd door Omniverde B.V. uit Echt. Hopelijk dat het niet mis gaat, want het gaat hier over vervuilde grond. Hopelijk dat die goed geïsoleerd is en gemonitord blijft, want dit kan het kwetsbare Kruispeelgebied er niet nog bij hebben.

Uitzicht op het landgoed vanaf de kijkheuvel
Hoewel deze heuvel niet van nature in een vlak moerassig gebied thuishoort, voegt het toch wel iets extra's toe. De landschapsheuvel ligt namelijk aan het fietsknopennetwerk en kan bezocht worden. Het is de bedoeling dat op korte termijn nog een 10 meter hoge uitkijktoren op de heuvel geplaatst wordt, zodat er een mooi panoramisch uitzicht op de omgeving is. Zoals gezegd moet er echter nog het nodige gebeuren.
Aangezien de woning en directe omgeving (Beauchampsterrein) eigendom blijft van Ingrid Cuijpers, een kleindochter van Christ Cuijpers, is vanwege hun privacy gezorgd voor aanplant tussen hun eigendom en de heuvel. 


Hoewel er ook e.e.a. is misgegaan  (ik denk bijvoorbeeld aan het verwijderen van een houtwal ten dienste van de heuvel, het ophogen van een nat weiland met vervuilde grond en  het rooien van meer bomen aan de westkant van de woning dan was afgesproken)  kan het  eigenlijk na het vertrek van het straalbedrijf alleen maar beter gaan met de natuur. De grootste klus is nu nog de renovatie van de boerderij en het bakhuisje. Dat is een hele klus waar de eigenaresse de handen aan vol zal hebben..

Het vervallen landgoed "d'n Advekaot".
Landgoed "d'n Advekaot"
Achterzijde landgoed
restanten van het "monumentale" bakhuisje

Omdat er al tientallen jaren niets aan onderhoud is gedaan en het monumentale pand al jaren niet meer bewoond wordt, is het steeds verder in verval geraakt. Dat geldt ook voor het bakhuis, dat net als de woning op de monumentenlijst staat. Het is de bedoeling dat het bakhuisje op een andere plek wordt herbouwd, zodat de oude eik kan blijven staan.

In een volgende post ga ik dieper in op de geschiedenis van "d'n Advekaot". 
Dan moet je HIER even op klikken.



Ingrid Cuijpers, dochter van Tjeu, heeft grote plannen om het karakteristieke gebouw een toeristische invulling te geven.
Zij gaat het pand opknappen en heeft in juni 2017 via Advies- en Projectbureau Engelen een principeverzoek ingediend.  

“Het is geen kleine klus”, zegt ze. “Maar ik wil er graag een Bed en Breakfast (B&B) van maken. En dat concept eventueel uitbreiden met andere faciliteiten zoals horeca. Het is een charmant pand en in combinatie met de aangrenzende natuur zie ik veel mogelijkheden. Het Blauwe Meertje ligt bovendien op steenworp afstand".
(in: Weert is veranderd, 13 april 2018).



**** Aanvulling:
De gemeente Weert is in juni 2019 grotendeels akkoord gegaan met het voorstel. In 2021 is men voorzichtig begonnen met de renovatie

Blogarchief