Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


dinsdag 28 oktober 2014

Herfst 2014.........Paddenstoelentijd deel 2: Van alles wat

In de blog van 26 oktober heb ik al een aantal paddenstoelen geplaatst die ik dit jaar zoal gezien heb. Vandaag het vervolg.

In een bosje bij Dorplein vond ik deze paddenstoel aan de voet van een spar, vergroeid met een afhangende tak. Mooi om te zien met bijzondere kleuren en omdat hij viltig aanvoelt ook zo "aaibaar".
De dennenvoetzwam is echter een gevaarlijke parasiet, met een voorkeur voor levende sparren. Als deze sluipmoordenaar verschijnt is het lot van zijn gastheer al beslist: hij zal het loodje leggen.
Tijdens de groei zie je steeds veranderende kleuren.

De hanenkam, of cantharel, komt tegenwoordig veel minder voor dan in het verleden. Waarschijnlijk door overmatig verzamelen, want het is een geliefde paddenstoel door zijn pepersmaak en lange houdbaarheid. Om die reden staat hij tegenwoordig ook op de Rode Lijst als kwetsbaar. Op de zandgronden is hij nog vrij algemeen. Deze vond ik een loofbos, maar je vindt ‘m ook in dennenbossen.

De naam hanenkam is te danken aan zijn uiterlijk. De kleur van de grillige en trechtervormig gevormde hoed varieert van wittig tot dooiergeel en zelfs oranje. Ook opvallend zijn de lamellen aan de onderkant, die anders dan bij de meeste paddenstoelen doorlopen tot op de steel.

Dit is de geschubde inktzwam. Aan de vorm van de hoed, verkleuring en de zwarte randjes is te zien dat hij al aan het "aftakelen" is. Het is een algemeen voorkomende soort.
De naam inktzwam komt nog uit de tijd dat er met een ganzenveer geschreven werd en het zwarte goedje, na een bepaalde behandeling met bijvoorbeeld kruidnagels, als inkt gebruikt werd.

De grote kale inktzwam komt meestal voor in groepjes op stronken van loofbomen, op wortels of houtsnippers.
De kleur is lichtgrijs of lichtbruin. Jonge zwammen hebben een eivormige hoed, later gaat deze klokvormig open. De dicht bijeen staande lamellen van deze plaatjeszwam worden al na enkele dagen rijping zwart. Daarna krullen de hoedranden en veranderen de miljoenen sporen in een papperige zwarte massa.

Boomstronken die na kap in de bodem achterblijven, vormen de start voor veel schimmels. Veel daarvan kunnen zich alleen vestigen omdat het hout al dood is. Een enkele soort, zoals deze dennemoorder, is echter flexibeler. Deze soort kan een stronk als "uitvalsbasis" gebruiken om van daaruit naburige gezonde bomen te koloniseren. In levende dennen blijft zo’n "infectie" in eerste instantie beperkt tot de wortels, maar ze zullen uiteindelijk wel volledig verwoest worden. Hij is om die reden dan ook niet erg geliefd in de bosbouw.

Bijzonder om te weten is, dat er weer een zwam is die dat teniet kan doen, namelijk de Dennenharszwam of Kaarsvetzwam. Als de stronken worden geënt met een sporenpreparaat van deze zwam, valt er voor de dennemoorder niks meer te halen en verdwijnt hij vanzelf...... Een mooi biologisch bestrijdingsmiddel.

Ik hoorde onlangs iemand zeggen dat er zo weinig paddenstoelen zouden zijn. Daar heb ik eerlijk gezegd nog niet zo veel van gemerkt. Ik denk dat 't ook een kwestie van kijken is. Zo kwam ik uit bij deze groep "verborgen" vilten slijmkoppen in een slootje langs de weg, waar waarschijnlijk 99% aan voorbij is gelopen.

De stuifzwam is een paddenstoel uit de familie van de buikzwammen. De eerste twee zijn zwartwordende stuifzwammen en het stelletje daaronder is de parelstuifzwam.
Voordat de parelstuifzwam sporen vormt, verschijnt ie eerst in zuiver witte vorm en is hij bezet met duizenden kleine "pareltjes". Hier dankt hij zijn naam aan. Wanneer deze buikzwam rijp is komen de sporen vrij uit een centrale opening aan de bovenkant van het vruchtlichaam. Dat gebeurt als er bijvoorbeeld een dikke regendruppel op zijn bolle buik valt, of een mens of dier moet er boven op gaan staan. Naarmate de zwam ouder wordt wordt ie wat bruiner. Hij komt in de zomer en herfst voor op humusrijke grond in loof- en naaldbossen en is in Nederland en België een zeer algemeen voorkomende soort.

Ik heb dit jaar tal van mooie paddenstoelen gezien, maar deze staat toch met glans bovenaan.
Deze prachtige oranje bekerzwam zag ik al van grote afstand. Eerst dacht ik aan mandarijnenschillen, maar dichterbij gekomen leek hij net een roos. Hij kan meerdere vormen aannemen en lijkt wel van was.

Het is een zakjeszwam. Deze soort dankt zijn naam aan de karakteristieke sporenzakjes die te vinden zijn in het oppervlak aan de binnenkant. Je vindt ze met name in het zuiden en oosten van ons land bij “verstoorde” zanderige bodems. Deze vond ik bij de stronk van een begin dit jaar omgehakte beuk. Hier vond ik enige tijd geleden ook al de reuzenzwam, die ik in de vorige blog heb staan.
Omdat de buitenzijde lichtgeel tot witachtig is, vond ik het verstandiger om het bovenaanzicht te fotograferen. Zo komt ie beter tot zijn recht.

1 opmerking:

Blogarchief