Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label Tungelroy. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Tungelroy. Alle posts tonen

zondag 18 augustus 2013

Linjer Brökske

Na de herinrichting en sanering van de Tungelroyse beek (1999 tot 2011), is een bezoekje aan de beek en de omringende natuurgebieden zeker de moeite waard. Prachtig te zien hoe de natuur zich ontwikkelt in en langs de rustig stromende beek, die zich al meanderend een weg baant door het Weerter landschap.

Beek tussen Heltenbosdijk en Maaseikerweg (bij het Savelveld in Stramproy)
Galloways, die voor de begrazing zorgen, zoeken verkoeling in de beek

valeriaan
citroenvlinder
Een ideale omgeving voor een wandelingetje langs het water. Daar zijn de dorpsraden van Tungelroy en Stramproy goed op ingesprongen. In Tungelroy heeft men zijn “Ommetje Romeinse brug”; een wandeling rond het dorp, waarin de beek met de Romeinse brug is opgenomen. En in Stramproy heeft men sinds de officiële opening op 13 mei 2012 zijn “Ommetje Linjer Brökske”.



Omstreeks 1850 lag over de beek al een bruggetje. Het was gebouwd door Perjan Peeters uit Tungelroy, een boer die een stukje grond had aan de Royer kant van de beek en er zo gemakkelijk kon komen. Het bruggetje werd in 1948 verwijderd, omdat het in verval was geraakt en oversteken niet meer verantwoord was.
Het is in 1953 weer herbouwd door Willem Bruynen uit Stramproy. Hij gebruikte dit bruggetje om het vee aan de overzijde van de Tungelroyse Beek sneller te kunnen bereiken en niet via de Heltenbosdijk of Maaseikerweg te hoeven gaan.

Willem was getrouwd met een kleindochter van Perjan, die in Stramproy “Linjer Toke” werd genoemd.(Linjer is afgeleid van Leonard). Daarom werd het bruggetje het "Linjer Brökske" genoemd. Het was een eenvoudig bruggetje, gemaakt van ijzeren tramrails van de in 1934 opgeheven tramlijn Weert-Maaseik en wat planken. Omdat de beek hier wat dieper was (vanwege een bom die daar in de Tweede Wereldoorlog was gevallen), was die plek toentertijd ook populair bij de royer jeugd om te zwemmen.
Het verloor zijn functie echter al weer na de ruilverkaveling in het midden van de zestiger jaren en men heeft het vanwege het rechttrekken van de beek afgebroken.

 
Reeds jaren waren er al plannen om tussen de Heltenbosdijk en de Maaseikerweg over de Tungelroyse beek een wandelbruggetje te maken. Een oversteek, om op die manier de Tungelerwallen beter en sneller toegankelijk te maken voor wandelaars vanuit Stramproy.
Na de herinrichting van de beek greep men zijn kans. Met medewerking van de familie Bruynen en financiële steun van o.a. ARK Natuurontwikkeling, provincie Limburg, IKL-Limburg, Gemeente Weert en Waterschap, heeft de Stramproyer dorpsraad het bruggetje in ere hersteld en opgenomen in de wandelroute "Ommetje Linjer Brökske".


De brug ligt op een wat hoger gedeelte langs de beek. Toen bij de ontginningen van de drassige omgeving (m.n. in het Wijffelterbroek), in de beginjaren van de vorige eeuw, de beek werd uitgediept voor een snellere afvoer van het water, werd het vrij gekomen zand namelijk op een perceel langs de beek gestort.
Het perceel was het eigendom van de familie Canoy uit Baexem die veel grond en boerderijen in Stramproy had. De nakomelingen van Jan Mathijs Canoy en Maria Elisabeth Donders uit Stramproy (mede-eigenaresse van de "Brookmeule") erfden rond 1930 onder andere deze molen.
Grond van rijken werd in de volksmond "Hieëregood” genoemd. Bij de herinrichting en sanering van de beek heeft men deze verhoging zo gelaten en heeft het plekje de naam "Hieëregood” behouden.



Het ommetje ‘Linjer Brökske’ van 6,5 km, start en eindigt op het Kerkplein in Stramproy. De route gaat langs kapellen, wegkruisen en molens via het Savelveld (zavel=sabulum=grof zand) naar de Tungelroyse beek met het Linjer Brökske. Bij het bruggetje, op 't "Hieëregood", is een rust- en picknickplaats onder de bomen.

De wandeling is gecombineerd met het “Ommetje Romeinse Brug” in Tungelroy.

maandag 14 januari 2013

Ommetje Romeinse brug

De meanderende beek vanaf de Heltenbosdijk
Het waterschap heeft sinds 2005 veel werk verricht aan de Tungelroyse Beek. In "Tungelroyse Beek; schoon water op voorraad" heb ik hier al een en ander over verteld.
De beek is op veel plaatsen heringericht en weer slingerend gemaakt, zodat de natuur weer haar vrije gang kan gaan.

Tegelijkertijd zijn de beekbodem en oevers gesaneerd, die in het verleden ernstig vervuild waren geraakt met cadmium en zink. De oorzaak hiervan was het gedurende ongeveer 100 jaar continue lozen van vervuild water vanuit België en de zinkerts verwerkende industrie in Dorplein.

De meanderende beek met op de achtergrond de Romeinse brug

Tijdens werkzaamheden aan de beek tussen Maaseikerweg en Vlootmolenweg, werden resten blootgelegd van een houten brug uit de Romeinse tijd. Volgens deskundigen is het de eerste keer in Nederland dat een dergelijke brug uit het begin van onze jaartelling is gevonden. Jaarringonderzoek aan de eikenhouten resten heeft aangetoond, dat de bomen in 27 na Chr. zijn omgehakt. Ook is er een Keltische munt gevonden uit de eerste eeuw na Christus.
Deze vondst inspireerde archeologen en de dorpsraad van Tungelroy tot een reconstructie van de brug in 2008. Om de resten van de juiste vindplaats niet te beschadigen is de reconstructie op enige afstand van de oorspronkelijke plaats over de Beek geplaatst. Hoewel men natuurlijk nooit precies weet hoe de brug er uit gezien heeft, laat deze replica ons toch een mooi stukje geschiedenis zien van de Tungelroyse Beek in het verre verleden.



De Dorpsraad van Tungelroy heeft gezorgd voor een interessante wandeling van 3 of 4 km rondom het dorp, waar uiteraard ook de brug onderdeel van uit maakt; het “Ommetje Romeinse Brug” .
De directe omgeving van de brug wordt begraasd door galloway- runderen en ik heb er ook beversporen gevonden. Al met al de moeite waard om eens naar toe te gaan.

Dit ommetje kan eventueel ook gecombineerd worden met een ander ommetje vanuit het naburige Stramproy, nl. “Ommetje Linjer Brögske”.


In 2010 is het Ommetje Romeinse Brug genomineerd voor de Passie op het Platteland-prijs. Het is een van de elf genomineerde projecten, die in het kader van het Plattelandsontwikkelingsprogramma 2007-2013 (POP2) met financiële steun van de Europese Unie is uitgevoerd. Deze prijs wordt uitgereikt om de aandacht te vestigen op plattelandsprojecten, die met steun van de Europese Unie bijdragen aan een mooier, groener en vitaler platteland. Hier is een filmpje van gemaakt. Helaas heeft men niet gewonnen.




Grotere kaart weergeven

vrijdag 21 december 2012

Tungelderse Wel “Soevenier van hieël vreuger”

“Tungelderse Wel”….. Wie kent die niet?
De MoosHoofPaadZengers wisten het in 1976 zo treffend in het Rooys te zingen.
Het gebied bevindt zich ten westen van Tungelroy, maar ligt (in tegenstelling wat je zou verwachten), voor het grootste deel op grondgebied van Altweerterheide.
Hele generaties beleefden hier op en rond de enorme zandbak die de Tungelerwallen (Tungeler Wallen?) vanouds was, tijdens jeugdkampen, kinder - vakantiewerk, of gewoon met klasgenootjes en vriendjes, de nodige avonturen, zoals land veroveren, vossenjachten en speurtochten .
En op latere leeftijd op de plaid ☺..…..

De ‘Wel’ heeft dan ook een bijzondere plek in de harten en hoofden van veel bewoners van Weert en Stramproy. Het was juist de grote variatie, die het gebied zo aantrekkelijk maakte voor alle leeftijden.

De Tungelerwallen waren oorspronkelijk geen heide- en stuifzandgebied. Omstreeks 3000 v. Chr. bestond het gebied nog uit dekzandgrond. Er is verband tussen landbouwactiviteiten en zandverstuivingen:
Door ingrijpen van de mens rond 1600 voor Chr. (bronstijd) ontstond de eerste erosie in de dekzandgronden in Weert. De eerste boeren verwijderden namelijk de oorspronkelijke plantengroei (door afbranden) en bewerkten de grond. Nadat ze die enkele jaren achter elkaar hadden gebruikt, verarmde de grond en werden er andere percelen in gebruik genomen. Op de oude akkers groeide na enige tijd heide, of als de grond uitgeput was en er geen planten meer op groeiden, werd de bovenlaag van deze arme zandgronden door de wind weggeblazen en ontstonden de eerste stuifzandgebieden. Dat was met name in de Budelerbergen, Boshoverheide en ook de Tungelerwallen.

In de vroege middeleeuwen en laat-middeleeuwen traden ook zandverstuivingen op, omdat de Weerter boerenbevolking plaggen stak, die ze in de stal gebruikte. Het mest uit deze zogenaamde potstallen werd gebruikt voor de bemesting van de arme zandgronden. De akkers die op deze wijze zijn bemest, noemt men vanwege de vorm bolakker. Deze vanuit het midden glooiende akkers, zijn kunstmatig ontstaan door de manier van ploegen in die periode. Zo'n bolakker vind je nu nog o.a. aan de rand van het bos,waar vroeger het ambonezenkamp lag.
Met behulp van pollenanalyse is aangetoond, dat de stuifzanden van de Tungelerwallen op het eind van de middeleeuwen vooral zijn ontstaan door het afsteken van heideplaggen voor de plaggenbemesting.
(bron: J.M. van Mourik, Zandverstuivingen en plaggenlandbouw; het bodemarchief van Tungelroy, 1993).

Stichting Natuurmonumenten heeft 22 ha. van het 180 ha. grote gebied in eigendom. Het merendeel van de (kleine) percelen dat in particulier eigendom is, is bebouwd met naaldbomen en verder gebeurt er eigenlijk niks meer. Het karakteristieke open stuifzandgebied dreigt steeds meer dicht te groeien met bomen en struiken (zoals de Amerikaanse vogelkers) wanneer er niet snel ingegrepen wordt. Hierdoor verdwijnen ook de warme en open plekjes of het lekkere warme zand voor onder andere de veldkrekel en worden zeldzame korstmossen, zoals bijvoorbeeld ijslandsmos, verdrongen. Ook soorten als de levendbarende hagedis, boompieper,nacht- zwaluw en boomleeuwerik kunnen hier niet meer leven, als er niet snel iets gebeurt.

Om het gebied te redden moeten bomen en struiken gekapt en gezaagd worden. Daarom is Natuurmonumenten bezig de openheid in de Tungelerwallen weer te herstellen. In de buurt waar de veldkrekel voorkomt, verdwijnen stukken bos zodat de krekel weer kan "zonnebaden" op zonnige plekjes of in lekker warm zand en de kans krijgt zijn leefgebied uit te breiden. De nieuwe bosranden krijgen een golvende natuurlijke vorm. Er zal echter nog veel moeten gebeuren om de Tungelerwallen weer het kenmerkende afwisselende gebied met heide, stuifzand en bos te laten worden.

rigoureuze ingrepen zijn nodig om zo open plekken te creëren
Het is dan wel niet de mooiste tijd van het jaar, maar toen ik er van de week liep, was het “soevenier van hieël vreuger” toch heel ver te zoeken; het ziet er momenteel, vanwege de kap, op sommige plaatsen (o.a. aan de Telheideweg) uit of er een bom is gevallen en je hoort of ziet niets en niemand. Dat komt, zo verwacht men, weer goed.

Ik ben benieuwd hoe lang het natuurherstel op zich laat wachten en we weer overal het “kri-kri-kri” geluid van de tjirpende veldkrekelmannetjes horen. En wellicht profiteren andere dieren zoals de boomleeuwerik, boompieper, nachtzwaluw, hagedis, sprinkhaan en vlindersoorten hier ook van. Dat zou in elk geval een prachtige ontwikkeling zijn in het ooit zo mooie stiltegebied.

Tot die tijd kan de plaid in de auto blijven liggen!!! en zullen we het nog moeten doen met
de “Tungelderse Wel” van de MoosHoofPaadZengers……..

LAATSTE NIEUWS:
Bij een bezoek aan de open kapvlakte op 26 juni waren her en der al krekels te horen. Ze hebben dus niet lang op zich laten wachten. Alsof ze er op zaten te wachten. Zo snel had ik het niet verwacht...
Op 23 augustus stond tevens in de krant dat er zelfs enkele nachtzwaluwen zijn waargenomen. Ook de nachtzwaluw heeft openheid in het landschap nodig om te kunnen jagen op insecten en heeft die plek in de Tungelerwallen dus ook al ontdekt. Een positieve ontwikkeling en een initiatief dat navolging verdient.

 
Op bovenstaande foto's, die dus op 26 juni zijn genomen, is heel goed te zien hoe snel het natuurherstel aan de Telheideweg plaatsvindt. Je ziet overal jonge heiplantjes verschijnen, maar ook de grove den, berk, vogelkers, braam en grassen steken de kop op. Zonder beheer zal het gebied weer in korte tijd dichtgroeien.

Gelukkig zijn er ook vrijwilligers, die dit op meerdere plaatsen door hun inzet weten te voorkomen. Vooral de Ecologische Werkgroep Weert Zuid en de lokale scouting van Tungelroy zetten zich in door kleinschalig beheer op enkele privépercelen zoals "bie René", "bie Toos", het "Armenbos" en de "Böskes" op de Kleine Wel.
Deze werkgroep gaat ook tijdens de jaarlijkse Nationale Natuurwerkdag in de "Wel" aan de slag.


Grotere kaart weergeven

Blogarchief