Ik krijg wel eens te horen: "dat je die gevonden hebt", maar het heeft er veel mee te maken hóe je kijkt!
Als je doelgericht kijkt, zie je veel meer en daar hoef je nog niet eens per se de paden voor te verlaten.
In deze post wil ik jullie weer een bijzondere soort laten zien, waar we vaak aan voorbij lopen, omdat ze zo onopvallend zijn (vooral als de exemplaren al wat ouder zijn) en ze meest in de verborgenste schuilhoeken van bossen te vinden zijn.
Grote aardster |
Jac. P. Thijsse, een bekende Nederlands onderwijzer, leraar en natuurbeschermer, schreef in het Verkade- album “Winter” (1909) niet voor niks: “ze lijken niet op paddenstoelen, maar veeleer op de voortbrengselen van een kunstnijveraar”.
De Aardster is een buikzwam. Buikzwammen hebben een ronde tot eivormige zak en soms een steel. Andere bekende buikzwammen zijn stuifzwammen en bovisten. In tegenstelling tot veel andere zwammen en paddenstoelen vormen buikzwammen hun sporen binnenin die "buik" ('t bolletje). Als de zwam rijp is, scheurt dat bolletje open en worden de sporen bij aanraking naar buiten geblazen.
In Nederland zijn er een twintigtal soorten van het geslacht Geastrum. De meesten zijn (zeer) zeldzaam. Het heeft te maken met de veranderende omstandigheden in hun biotoop. Aardsterren zijn niet giftig, maar eetbaar zijn ze ook niet. Ze blijven trouwens lang staan.
Grote aardster |
In eerste instantie zit de zwam nog verzonken in de grond, maar al na korte tijd krullen de 5 tot 10 slippen naar binnen en drukken zich zo van de ondergrond los. Op die manier komt het bolletje, waar de sporen in zitten, ook op een dusdanige hoogte, dat het zijn sporen kan verspreiden.
De Grote Aardster is herkenbaar aan de geplooid-gevoord mondzone (zie foto's helemaal beneden), de trechtervormige uitzakking van het bolletje en de lange steel, die wel 1 cm lang kan worden. De onderzijde heeft vastgegroeide aarde.
Als een duveltje uit een doosje duwt ze met haar slippen het hoofdje omhoog. Daarna zakt de slippenkrans naar de grond en blijft achter als een soort nestje.
oude Gekraagde aardster |
oude en jongere Gekraagde aardster |
ouder exemplaar van de Gekraagde aardster |
De kraag ontstaat doordat een deel van de buitenwand losscheurt als de slippen van de slippenkrans naar binnen omkrullen bij het ouder worden. Door dat omkrullen steekt de aardster iets boven de vegetatie uit. Dit is van belang voor de verspreiding van de sporen. De slippenkrans ziet er bij de oudere exemplaren vlezig uit en is vaak gebarsten. Dat is vooral op de volgende foto goed te zien.
Gekraagde aardsterren vormen vaak een heksenkring |
Om die reden wordt hij vaak verwisseld met de Gewimperde aardster.
Het is lastig om dat achteraf, aan de hand van foto's, te herkennen. Dit moet je dus eigenlijk in het veld doen, of in geval van twijfel, ook een foto van de onderkant van de slippenkrans maken.
De Gekraagde heeft als kenmerk dat er aan de onderzijde van de slippenkrans géén vastgegroeide aarde zit (ligt dus los op de bodem) én de mondzone is geplooid-gevoord. (Zie helemaal onderaan voor dit kenmerk). Bij de gewimperde is dat niet zo. Ook de heksenkring, die de Gekraagde vaak vormt, is iets om op te letten.
Gewimperde aardster |
Na de Gekraagde Aardster (Geastrum triplex) is het wel onze algemeenste aardster.
Gewimperde aardster |
Gewimperde aardster |
Gewimperde aardster |
Sommige Aardsterren herken je dus snel, maar bij anderen is dat vaak moeilijker omdat ze zo op elkaar lijken. Er is ook veel variatie binnen de soorten zelf en er zijn groeistadia waarin ze veel op elkaar lijken. Toch zijn er enkele onderscheidende kenmerken. Dat zijn met name de mondzone, de slipkromming en de plooi onder het bolletje.
Gewimperde aardster met een duidelijk gewimperde mondzone |