Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


Posts tonen met het label wijffelterbroek. Alle posts tonen
Posts tonen met het label wijffelterbroek. Alle posts tonen

zondag 16 maart 2014

Vernatting Wijffelterbroek

In eerdere blogs heb ik al iets verteld over het Wijffelterbroek, dat tot in het begin van de 20e eeuw een uitgestrekt en ontoegankelijk moerasgebied langs de Belgisch-Nederlandse grens (Altweerterheide) was, met een grootte van ongeveer 450 ha. Van het oorspronkelijke gebied is nu nog slechts ongeveer 56 ha. over.
Het gebied wordt sinds 1977 voor een groot deel beheerd door Natuurmonumenten.

De Raam zorgt voor een sterke ontwatering.
De Vetpeellossing zorgt voor veel afvang van kwelwater.

kwelwater stroomt in de Vetpeellossing
De ontginning van een groot deel van het "Brook" begon rond 1900. De in 1930 gegraven Raam zorgde voor de ontwatering van het gebied. In 1936 werd ook de bovenloop van de Lossing/ Emissaire op deze beek aangesloten. Toen de Raam ook nog eens in 1962 verdiept en verbreed werd, trad een nog sterkere draineren- de werking op. Niet alleen voor de omliggende landbouwgronden, maar ook voor het niet ont- gonnen deel van het Wijffelterbroek. Zo werd het natuurgebied ahw. omringd door 3 diepe afwateringssloten, want ook de Vetpeellossing droeg/draagt haar steentje bij. Bij deze lossing is duidelijk aan het water te zien, dat er niet al- leen oppervlaktewater wordt afgevoerd, maar ook veel kwel wordt afgevangen. Door de ont- watering zijn een groot deel van de natuurlijke sponswerking en de oorspronkelijke natuur- waarden van het gebied verloren gegaan.

Tegenwoordig denkt men heel anders over waterbeheer. Water vasthouden in de moerassen aan de bovenloop van beken wordt steeds belangrijker, om zo droogte enerzijds en hinderlijke overstromingen anderzijds te voor- komen. Omdat het consortium AHV (ARK Natuurontwikkeling, Habitura en Rentmeester Van Soest), de afgelopen jaren via kavelruil (en koop?) vele hectares landbouwgrond heeft verworven rondom het Wijffelterbroek, kwamen de "droogvallingseisen" van de agrariërs te vervallen en konden maatregelen genomen worden om de verdroging tegen te gaan en het gebied weer te vernatten.

 Er zijn o.a. stuwen aangelegd in de Raam om het waterpeil beter te kunnen beheersen, m.a.w. de grond- waterstand hoog te houden. Het zijn de zgn. boerenstuwtjes, die zorgen  dat niet alleen het gebiedseigen water en kwel  worden vastgehouden, maar ook voorkomen dat het water van de Raam, de Emissaire en Vetpeellossing (vanuit België verontreinigd met o.a. nitraat, fosfaat en sulfiet), in het gebied dringt.

Deze maatregelen zijn vooral in deze tijd van het jaar, ondanks een rustige herfst en een zachte winter (met weinig neerslag), heel goed merkbaar. Vanaf de Bocholterweg loopt een  nat, maar nog goed begaanbaar wandelpad door het gebied en vooral het laatste stukje van het pad, (op het kaartje aangegeven, omdat het voor velen onbekend is), geeft je enig idee hoe ontoegankelijk dit gebied door de hoge waterstand, de welig groeiende zwarte els en de rijke kruid- en struiklaag van o.a. hop, kamperfoelie en braam, vroeger is geweest.

Hoewel er op de iets hoger gelegen gedeeltes ook berken, eiken en gewone es groeit, is het toch vooral de zwarte els en wilg die domineren. In de oudere literatuur is te lezen dat tot na de Tweede Wereldoorlog het elzenbroekbos van het Wijffelterbroek nog gold als één van de meest indrukwekkende van ons land.

Knuppelbruggetje op het eind van het pad
Het pad eindigt bij de Raam
brug bij de Pruiskesweg over de vroegere "Stinkbeek"....
pad door het gebied vanaf de Bocholterweg tot de Pruiskesweg
Het pad komt uiteindelijk uit bij de Raam en vandaar kun je richting brug gaan die aan de Pruiskesweg over de "Stinkbeek" (zo vroeger in de volksmond genoemd)loopt. Vanaf daar kun je je weg naar links of naar rechts vervolgen.

woensdag 26 juni 2013

TOP-gebieden in Weert e.o.

Als ik één woord bij natuurbeheer misleidend vind, dan is dat het woord "TOP-gebied". De gebieden waar het namelijk over gaat, staan niet (zoals je zou verwachten) positief aan de "top". Ze staan aan de top van de prioritaire gebieden t.a.v. aanpak verdroging.......

Top-lijst voor Weert en Nederweert
Het Rijk heeft al jaren geleden (2006) aan alle Nederlandse Provincies gevraagd een prioriteiten lijst, een zogenoemde 'TOP-lijst', voor de verdrogingsbestrij- ding op te stellen. Op die lijst staan natuurgebieden waar de Provincie tussen 2007 en 2015 met voorrang moet gaan inzetten op natuurherstel.
Het Rijk draagt via de ILG financieel 50% bij aan uitvoeringsmaatregelen in deze gebieden. Het ILG (Investeringsbudget Landelijk Gebied) is een subsidie- regeling om het landelijk gebied mooi en vitaal te houden. Met het ILG is een groot aantal subsidie- regelingen in één keer vervangen.

Gedeputeerde staten van Limburg heeft in 2008 een TOP-lijst met 48 gebieden vastgesteld. Zoals je op het (deel)kaartje kunt zien, zijn de Weerter (en Nederweerter) natuurgebieden helaas goed vertegenwoordigd. Je ziet dat er verdrogingsproblemen zijn in het Weerter Bos, de Kruispeel, Wijffelterbroek, Areven, Krang, Moeselpeel, Kootspeel, Roeventerpeel, Sarsven-de Banen, grote- en Kleine Moost, de Zoom en Kruisvennen. En niet te vergeten de 372 ha. grote Groote Peel.

Verdroging in het Weerterbos  door o.a. de aanleg van rabatten
Ooit bestond Nederland uit vlakten met beken en rivieren die vrij door het landschap slingerden. Dijken ontbraken nog. Ons land was een weelderige moerasrijke delta met broekbossen en omvangrijke hoog- en laagveengebieden. Maar Nederland is inmiddels verdroogd. In grote delen van Nederland is de natuur- lijke waterhuishouding gewijzigd door menselijke ingrepen. De grondwaterstand en kwel in natuurgebieden is veranderd en verdroging is een van de hardnekkigste milieuproblemen geworden.

Verdroging in de Hoort op de grens Weert - Dorplein
Al in de jaren zeventig verschenen studies (Grootjans, 1979; Gijsen, 1979; Beintema en Van den Berg, 1979; Molenaar, 1980) waarin gemeld werd, dat er “iets mis was met de grondwaterstanden in Nederland”.
En in 1994 werd circa 600.000 ha natuur- gebied als verdroogd gekenmerkt!!!!!

De belangrijkste oorzaken van verdroging  (aldus Beugelink en Claessen, 1995) zijn:
• ontwatering en versnelde afwatering ten behoeve van de landbouw (60%);
• grondwateronttrekkingen voor drink- en industriewater en beregening (30%);
• overige oorzaken zoals de toename van verhard oppervlak, bebossing (toename verdamping, met name door naaldbos) en zandwinning (10%).
Over de oorzaken en effecten kun je meer lezen op de site Compendium voor de Leefomgeving.

De verdrogingsproblematiek heeft ook (vooral) grote gevolgen voor veelal zeldzame planten- en diersoorten. Verdroging bedreigt circa 40% van onze inheemse planten. Ook dieren, die voor hun voortplanting zijn aangewezen op specifieke grondwater- en/of kwel- afhankelijke plantensoorten (bijvoorbeeld insecten) worden in hun voortbestaan bedreigd. De bijzondere natuur mag niet verdwijnen en men dient er voor te zorgen dat het gebied zo sterk mogelijk wordt gemaakt. Het beheer moet snel verbeterd worden en er moeten weer sterke, aaneengesloten natuurgebieden komen door de watersituatie optimaal te maken.

afvoer van kwelwater aan de rand van  het Stramproyerbroek
Afwateringssloot in het Weerterbos

Er is de afgelopen jaren al veel werk verzet in de Weerter natuurgebieden. Over de behaalde resultaten heb ik in mijn blogs al een en ander verteld, maar men is er nog lang niet.....
In een van de genoemde gebieden, namelijk de Krang, is men momenteel bezig met de laatste fase bij en om de Leukerbeek. De werkzaamheden in het deelgebied Roukespeel zijn van groot belang voor het oplossen van de verdrogingsproblematiek aldaar. In een volgende blog zal ik hier wat meer over vertellen.

zondag 7 april 2013

Limia runderen

In het Nederlandse deel van Kempen-Broek (Stramprooise heide, Wijffelterbroek en Loozerheide), vallen vooral de lokale Zuid-Europese runderrassen, zoals de Spaanse pajuna, tudanca en sayaguesa, en de Italiaanse podolica en maremmana primitivo op. Imposante dieren die niet alleen qua uiterlijk, maar ook genetisch en qua gedrag geschikt zijn voor het TaurOs fok- en kruisprogramma. Voortdurend wordt gemeten en geobserveerd of elke (nieuwe) generatie de gewenste kenmerken vertoont. Onlangs is de prachtige sayuaguese stier Machiel bij ’t Brook weggehaald, omdat hij soms te agressief gedrag vertoonde. Gedrag dat wel kan in ontoegankelijke gebieden, maar niet getolereerd wordt in voor publiek toegankelijke gebieden.

Eind januari zijn weer een aantal nieuwe runderen uit het TaurOs programma geplaatst in ’t Kwaoj Gaât. Het zijn 3 limia koeien, een stierkalfje en een limia stier. Prachtige en, voorzover ik heb gemerkt, rustige, maar attente dieren, die me steeds nauwlettend in de gaten hielden. En terecht. Alle koeien hebben inmiddels kalfjes. Het oudste stierkalfje is zo te zien een kruising. Dat is misschien ook het geval bij de andere twee kalfjes. Ik vraag me af, of, en met welke stier, ze gekruist zijn. Wie het weet mag het zeggen…..

Het Limia rund of Limiana is een Spaans ras uit de provincie Galicië, dat qua kenmerken, gehardheid en robuustheid dicht bij het oerrund staat. Bij de Limia zie je, net zoals bij andere runderrassen, variatie.

Stieren bereiken een gemiddelde schouderhoogte van 150 cm en koeien 140 cm. Ten opzichte van het oerrund is het dier eigenlijk klein te noemen, want het oerrund was namelijk veel groter; de schofthoogte van een stier bedroeg waarschijnlijk 200 cm, van een koe rond 180 cm. Toch maken de anatomie en het vermogen tot aanpassing aan de natuuromstandigheden hen geschikt voor het Taurus Project. Vooral de hoornpartij is opvallend naar voren gericht en naar binnen gekromd. Dit is, net als de opvallend kleine en nauwelijks zichtbare uier van de koe, een kenmerk dat je ook bij het oerrund had. Ook de kleur van de vacht van de koe is net als bij het oerrund, lichtbruin, donkerder op het hoofd, de nek en benen. Stieren hebben een donkere huid waarvan de kleur varieert van zwart, bruinzwart naar een lichtere rug. Beide geslachten hebben een heldere meelsnuit.

De limia’s op ’t Kwaoj Gaât teren zichtbaar in op hun opgebouwde reserves en zijn vermagerd, maar een gewichtsverlies tot 30% schijnt geen probleem te zijn. De kleintjes zien er in elk geval goed uit en zijn actief. Een genot om naar te kijken.
Het limia rund eet bij gebrek aan gras graag bladeren, knoppen en jonge scheuten van bomen en struiken. Wat dat betreft is het Kwaoj Gaat, waar alleen gras groeit, eigenlijk minder geschikt.
Hoewel de runderen in Kempen-Broek "koude- en vochtbestendig" zijn, hebben ze het momenteel niet gemakkelijk. Vanwege de kou en de droogte is er op een aantal plaatsen gewoon niet voldoende voedsel (gras) aanwezig. Om die reden zijn de sterk vermagerde runderen bij d’n Oetslaâg waarschijnlijk voor een tijdje weggehaald en ook op Siëndonk is men genoodzaakt om toch weer bij te voeren. Men heeft er sleuven gegraven van bijna 2 meter diep en op de bodem staat slechts een bodempje water!
Het wordt dus hoog tijd dat het weer gaat veranderen. Hoog tijd, dat het niet alleen warmer wordt, maar vooral natter, zodat er weer snel voldoende gras voor de dieren is en ze aan kunnen sterken….


Omdat enkele stieren van de Graus en een stiertje uit het Luuëke binnenkort naar Asturië ( Noord-Spanje) gaan, komen weer wat plekjes vrij voor andere stieren uit het TaurOs programma. Ook komt er binnenkort een groep Maronesa runderen. Maronesa is een runderras uit Portugal, dat ook in meerdere opzichten lijkt op het uitgestorven oerrund.

Ik ben reuze benieuwd wat dat weer zal brengen. Ik blijf het volgen….






dinsdag 5 februari 2013

Ontstaan van Kempen-Broek

Kempen~Broek, de naam van het 25.000 ha. grote natuurpark, is een verzonnen naam voor het gebied dat zich uitstrekt over de grens van Belgisch- en Nederlands Limburg en Noord-Brabant. Het ligt grotendeels in de zogenaamde "Vlakte van Bocholt" aan de voet van het Kempisch Plateau en gaat in het noorden over in de dekzanden van de Kempen in N.-Brabant.

De Hoge Kempen, of het Kempens Plateau, is eigenlijk een grote puinkegel, gevormd door keien en stenen uit de Ardennen, die tijdens de IJstijd door de Rijn en later de Maas zijn afgezet in het zuidoosten van de Limburgse Kempen, en later is bedekt met zand. Het grondwater en verschillende beken stromen vanaf het plateau samen in de “Vlakte van Bocholt”, waardoor één nat en moerassig gebied ontstaat en grote delen blank komen te staan. Deze natte gebieden noemt men broeken. Vandaar de naam Kempen – Broek.

De aarde lijkt voor ons redelijk stabiel en onveranderlijk, maar van tijd tot tijd merken we toch dat de aarde wel degelijk in beweging is. Bijvoorbeeld door aardbevingen. Je kunt de aarde voorstellen als een appel, waarbij de aardkorst in feite de dunne schil is welke drijft op een vloeibare kern (het vruchtvlees). Door het "drijven" breekt de aardkorst in afzonderlijke delen, platen genoemd, die ten opzicht van elkaar bewegen. Dat kan op drie manieren: uit elkaar, langs elkaar, of onder en over elkaar. Al die bewegingen leveren nogal wat spanning op in de aardkorst. Als die spanning ergens te groot wordt, zal de korst van de aarde op die plekken breken (er ontstaan breuken). Door het uitrekken van de korst ontstaan dus breuken, zones waarlangs delen van de aardkorst ten opzichte van elkaar bewegen. De belangrijkste “afschuivingsbreuken” in onze regio zijn de Feldbissbreuk, de Peelrandbreuk en de Krefeldbreuk.

Sommige delen van de korst zullen als gevolg van het uitrekken van de korst dalen (slenken) en andere delen zullen omhoog komen (horsten).

Het gebied dat voor ons het meest van belang is, is de Roerdalslenk, die is genoemd naar de rivier de Roer die in Roermond in de Maas uitmondt. (wordt ook Centrale Slenk genoemd).


Dit is een ongeveer 140 km lange en gemiddeld 23 km brede verzakking. Hij wordt begrensd door de Feldbissbreuk (Z.W.) en de Peelrandbreuk (N.O.) Een ander gebied wat daalt is de Venloslenk. Daartussen ligt de Peel Horst, een smal gebied bij de Peelrandbreuk wat weer hoog ligt. Ten zuidwesten van de Roerdal- slenk ligt het “Kempisch Plateau”, een gebied dat de laatste 2 miljoen jaar licht is gedaald. Ten opzichte van de Roerdal-slenk heeft het Kempisch Plateau altijd relatief weinig bewogen.

Gevolg van activiteit van de Feldbissbreuk tussen Bree en Opitter
Gevolg van activiteit van de Feldbissbreuk tussen Bree en Opitter
De activiteit van breuken heeft veel invloed op het landschap. Actieve breuken kunnen hellingen vormen tussen opgeheven en gedaalde gebieden. Dit is bijvoorbeeld te zien aan de helling die in o.a. Bree (B) ligt en die veroorzaakt is door de Feldbiss breuk. De Feldbiss is een breuk die uit de richting van Aken bij Kerkrade Limburg binnenkomt en dan door Landgraaf, Brunssum, Onderbanken, Sittard en Born via België richting Eindhoven, Tilburg, Breda , Hoekse waard, Voorne-Putten naar de Noordzee loopt.

Omgeving Puth - Sweikhuizen (gemeente Schinnen) met op de achtergrond Sittard
Heuvellandschap in de omgeving Puth - Sweikhuizen (gemeente Schinnen).

Ook het landschap in Zuid Limburg is 'gemaakt' door de actieve breuken. Het opgeheven deel, doorsneden door meerdere riviertjes, vormt het Limburgse heuvellandschap.

Onderzoek heeft laten zien dat breuken een sterke invloed hebben op de ondergrondse stroming van water. In een systeem van grondwaterstroming door de ondergrond onderscheiden we zogenaamde infiltratie- en afvoergebieden.
Infiltratiegebieden zien we wat hoger in het landschap; het grondwater komt hier relatief diep voor. Water kan in deze gebieden gemakkelijk de grond in stromen.
Afvoergebieden vinden we in lager gelegen gedeelten van het landschap, hier komt grondwater ondieper onder het oppervlak (maaiveld) voor. In die gedeelten van afvoergebieden waar het grondwater helemaal tot aan het maaiveld staat, ontstaan natte ‘kwel’-zones. In kwelzones treedt water aan de oppervlakte en stroomt zo het systeem uit. Dit water kan vervolgens afgevoerd worden via een beek of opgenomen worden door vegetatie. Of, wat nu het beleid in Kempen-Broek is: een klimaatbuffer creëren door het zo lang als nodig is, vast te houden.
Het water van de beken zoekt zich een weg in de “Vlakte van Bocholt” en wordt vanwege waterondoorlaat- bare kleilagen (kleiversmering) in de Peelrand “gedwongen” af te buigen en zijn weg te zoeken richting Maas, die wel een weg heeft gevonden door de Peelhorst (in een periode dat die nog lager lag) en door de Venloslenk verder zeewaarts stroomt.

Kaartje met natuurgebieden met behulp van Google maps.
Het huidige landschap van Kempen- Broek is is niet alleen het resultaat van de geschetste natuurverschijn- selen, maar is vooral het resultaat van inmenging door de mens op zijn omgeving. Zo zijn zandverstuivingen voor een groot deel door menselijk ingrijpen veroorzaakt;door het afplaggen van de heidevelden of door overbeweiding kreeg de wind vat op het zand en stoof dit op tot heuveltjes. In het landschap zijn voortdurend sporen van menselijke activiteit “gewist” en weer nieuwe toegevoegd. Bewoners in en nabij het broek ontgonnen de meer toeganke- lijke randzones voor hun levensonderhoud; ophogen en afgraven, kappen en planten, halen en brengen, verschralen en bemesten. Gevolg: een gevarieerd landschap dat nat afwisselt met droog, open met gesloten, natuur met cultuur.
Gelukkig bleken de natste delen van het vroegere moeras niet geschikt voor ontginning en bleven ze bewaard als natuurgebieden. Onder andere Smeetshof, Mariahof-de Luysen, Stramprooierbroek, Kettingdijk en Wijffelterbroek vormen nu een soort “parelsnoer” van grensoverschrijdende natuur. 
Op de kaart Kempen-Broek heb ik ook een aantal natuurgebieden in Weert en Nederweert gezet, die niet bij het Kempen-Broek horen.

Waar het Kempen- Broekgebied eeuwenlang uit economische overwegingen werd gemanipuleerd door de mens, wordt haar nu en in de toekomst de ruimte gegund om zich weer te plooien naar haar eigen wensen. Deze gunstige ontwikkeling is overal in de natuurgebieden van Weert en omgeving, ook grensoverschrijdend, duidelijk zichtbaar aan het worden door de inspanningen van Stichting Ark en andere actieve natuurverenigingen. Ook het rijk, provincie, gemeenten, Natuurmonumenten, Limburgs Landschap en Waterschap dragen hun (financiële) steentje bij. Bij de inhoudsopgave van deze blog bovenaan het startscherm vind je de gebieden waar ik iets over schrijf terug.

Natuurgebieden Kempen~Broek.                                         Natuurorganisaties Kempen~Broek

Bronnen o.a.:
Ronald van Balen. Onderzoek naar breuken in Zuid Nederland,. VU.Amsterdam
Paul Capals e.a. De Abeek, Levensader van beide Limburgen.

maandag 28 januari 2013

Struintocht naar kadavers.

In mijn blog “dood doet leven” van dinsdag 18 december, heb ik al verteld over de belangrijke functie van kadavers in de natuur. Daar hoef ik dus verder niets meer aan toe te voegen, ware het niet dat er helaas amper grote kadavers te vinden zijn in onze natuurgebieden. Meer regels, het opruimen van wilde aangereden dieren, vrees voor het ontstaan van ziekten en onze afkeer van “dood” hebben geleid tot een kwijnend bestaan van de “opruimploegen in de natuur”. Op de poster, die ik op de blog van 18 december heb geplaatst, kun je zien hoeveel dieren profiteren van kadavers en er zelfs van afhankelijk zijn.


Met het project “dood doet leven" laten Ark Natuurontwikkeling en andere natuurinstanties (ook Belgische) ons dit belang zien en ze doen er dan ook alles aan om dit tij te keren en dode dieren in de natuur tot de gewoonste zaak van de wereld te maken. Zo worden regelmatig in grote natuurgebieden, dus ook in Kempen-Broek, aangereden wilde dieren terug gebracht.
Struintochten en media-aandacht, zoals het vastleggen met camera zodat iedereen op internet mee kan kijken, zorgen ervoor dat het interessante verhaal van "recycling in de natuur" verteld wordt.

Gisteren heeft Ark over dit thema een excursie gehouden in Kempen-Broek. Om precies te zijn: bij de Graus en Stramprooierbroek. Interessant genoeg voor mij en ca. 20 anderen om hier aan deel te nemen. Dat gisteren ook nog eens de dooi inzette was eigenlijk wel gunstig, want de kadavers waren de afgelopen weken vanwege de vorst en de sneeuw niet te zien (en te ruiken). Ook niet voor de aaseters. Het was even doorbijten, maar uiteindelijk deerde de regen en modder niet, want “slecht weer bestaat niet, slechte kleding wel” (zoals een Ark-medewerker altijd zegt). Dus dik gekleed en met de laarzen aan gingen we om half 2 op pad onder leiding van Bart en Gaby. Deze twee wisten veel interessants en boeiends te vertellen. Een goed initiatief van Ark.

Als eerste gingen we naar de Graus, waar de das (die ik op 18 december op de blog heb geplaatst!!) er nog zo goed als onaangetast lag. Ook al wilden ze, wat kunnen de (kleinere) aaseters met zo’n diepvriesproduct… Daar zal na het doorzetten van de dooi wel snel verandering in komen. Een stukje verder lag een boommarter, die wel al gevonden was door een dier; hij miste namelijk een oog. Waarschijnlijk volgens Bart een bezoekje van een kraai of buizerd, want deze weke delen worden altijd het eerst aangevreten/uitgepikt.



Daarna gingen we naar het Stramprooierbroek, naar een plek waar men vorige week (?) een ree heeft neergelegd. Dit was echter (nog steeds) niet aangevreten. Een stuk verder (in de Houtbroek), lag een ree dat daar al voor de vorst en sneeuw was neergelegd en daar was nagenoeg niets meer van over. Op de foto's is dat maar al te goed te zien. Bart en Gaby wisten hier weer veel boeiends over te vertellen en wezen verder o.a. op sporen van bezoekende aaseters.
Bij dit dier is een camera opgesteld, waar binnenkort beelden van op de site Dooddoetleven worden geplaatst. Daar zijn ook archiefbeelden op te vinden.

Na afloop werd in brasserie het Vosseven een kop koffie aangeboden en Gaby had, voor wie wilde, voor wat gevriesdroogde meelwormen gezorgd.
Deze boeiende, interessante en leerzame middag werd afgesloten om 16:30 uur. Een bedankje aan Bart en Gaby is wel op zijn plaats; dit waren medewerkers van Ark en Natuurmonumenten die wisten waar ze het over hadden.








Voor degenen die dit ook eens van dichtbij willen bekijken, plaats ik er dit plattegrondje bij.
De witte kruisjes geven aan waar de dieren liggen.
En denk er aan: NIET AANRAKEN....

vrijdag 18 januari 2013

TaurOssen krijgen hapje extra

Op 't Luuëke, d'n Oetslaâg en Siëndonk (in de omgeving van het Vosseven), krijgen de TaurOssen deze week extra hooi. Gewoonlijk kunnen deze runderen prima zelf de winter doorkomen, ook bij vorst en sneeuwval. Dit kan vanwege de reserves die ze opgebouwd hebben; ze teren in de winter in op hun vetlaag, die ze in de zomer hebben opgebouwd. De dieren worden in deze periode uiteraard nog beter in de gaten gehouden om te zien, of hun conditie goed blijft en het was al snel duidelijk dat ze te weinig voer binnen kregen.

Ecolanders op 't Luuëke

Vanwege het barre weer (de vele sneeuwval van de afgelopen dagen, de vorst en de grote wateroverlast bij d'n Oetslaâg), is er binnen de omrasterde percelen gewoon te weinig voedsel te vinden, of de dieren kunnen er vanwege de sneeuw niet bij. Hoewel normaal gesproken dus niet bijgevoerd wordt, hebben de beheerder van de dieren - FREE Nature - en natuurorganisatie ARK, nu besloten de TaurOssen, voor zolang dat nodig is, met hooi bij te voeren. Als de sneeuw verdwenen is, zal dit niet meer nodig zijn. Zoals je ziet maken deze Ecolanders op 't Luuëke hier dankbaar gebruik van.

Zolang de gebieden versnipperd liggen en de dieren binnen afgerasterde percelen lopen, is de kans dat ze niet voldoende voedsel kunnen vinden, groter. In sommige gedeelten, zoals 't "Kwaoj Gaât", dat vorig jaar onttrokken is aan de landbouw en van de toplaag is ontdaan om natuurontwikkeling mogelijk te maken, staat op dit moment waarschijnlijk ook (te) weinig vegetatie, want daar lopen al een tijdje geen runderen. Deze dieren zijn al een tijd geleden overgebracht naar 't "Brook".



Maremmana primitivo stier op Siëndonk

Sayaguese kruising op Siëndonk

Blogarchief