Weert en omgeving

Introductie Natuur in Weert en omgeving.
Op onderstaande tabel zie je een overzicht van de door mij bezochte natuurgebieden. Deze kun je aanklikken.
Woorden in de berichten die rood gekleurd zijn, verwijzen naar een onderwerp. Als je daar op klikt kom je in dat bericht terecht. Door links bovenaan het scherm op het pijltje te klikken, ga je weer terug naar het vorige bericht.

"De huidige gemeente Weert en omgeving was in oude tijden voor ¾ omringd door woeste gronden, plassen en moerasgebieden. Het "eiland van Weert" kon toen ook alleen maar bereikt worden via hoger gelegen zandruggen (een overblijfsel uit de ijstijd), die in de moerassige gebieden lagen." (Bron: Stan Smeets, in "Andermaal Altweert").
Volledige tekst >>

Select language

Volgers


dinsdag 11 september 2018

Allemaal beestjes #10

Het is herfst en menig echtgenoot zal de komende tijd opschrikken vanwege een ijselijke gil vanuit de slaapkamer: “Een spin !!!!!!” Vreemd eigenlijk dat een spin ons zo de stuipen op het lijf kan jagen, want een huisspin is volstrekt ongevaarlijk. Voer voor psychologen dus…..

Gewone huisspin (mnl.)
Er zijn meerdere soorten huisspin, zoals de Grote huisspin, de Gewone huisspin en de Grijze huisspin. Als ik het goed heb, moet dit de meest voorkomende zijn, namelijk de Gewone huisspin (Tegenaria atrica). In tegenstelling tot wat gedacht wordt, is deze spin bruin in plaats van zwart. Dat zie je pas als je ze van dichtbij bekijkt. Maar wie neemt ooit de moeite, of durft dat?
Het vrouwtje van deze huisspin heeft (éxclusief de poten) een lichaamslengte van ongeveer 7-11 mm. Vanwege die poten krijgt ze haar imposant uiterlijk. Het mannetje is iets kleiner en is te herkennen aan een langwerpiger achterlijf en langere poten.

Gewone huisspin
Ze kunnen agressief over komen als ze worden uitgedaagd, of in het nauw worden gedreven, maar hun gifkaken kunnen onze huid niet doorboren.Toch is men uit een soort aangeboren angst geneigd zo’n spin te doden. Eigenlijk jammer, want voor ons is het (als puntje bij paaltje komt), een nuttig dier. Deze spin eet voornamelijk insecten en in haar trechtervormig web wordt menig prooidier gevangen. Mocht het vangen in het web niet lukken en is zij erg hongerig, dan zal de spin meestal ’s avonds het web verlaten om zelf op jacht te gaan naar een prooidier. En dan kunnen we haar wel eens tegen komen in de gang of slaapkamer.

Gewone huisspin
Nu het herfst is en de paartijd voor deze spinnensoort begint, gaan de mannetjes massaal op zoek naar een partner, waardoor wij ze nu vaker zien. Hun aanwezigheid is echter niet seizoensgebonden en zolang in het leefgebied iets te halen valt, loop je de kans er een aan te treffen.

Hoewel deze spin ook een loopspin is, zul je die niet binnen aantreffen. Het is de Gewone wolfspin.

Gewone wolfspin
Het viel niet mee voor haar om er op het kurkdroge gras snel vandoor te gaan met dat witte bolletje onder haar lijf. Het is dan wel een loopspin, maar met een eicocon ( want dat is het), tussen je poten valt dat even niet mee.

Gewone wolfspin
Moeder Wolfspin is een toegewijde moeder. Als ze de eitjes in haar zelf gesponnen eierzakje heeft gestopt, neemt ze dit zakje, dat bevestigd is aan haar spintepels, gedurende 2 tot 3 weken overal mee naar toe. Na het uitkomen houdt de zorg nog niet op, want de jonge spinnetjes klimmen meteen op de rug van hun moeder, die ze vervolgens tot aan de eerste vervelling mee draagt.

Gewone wolfspin
Gewone wolfspin
Deze spinnen wachten niet tot een prooi in hun buurt komt, maar gaan er zeer actief naar op zoek. Met hun forse poten en scherpe kaken zijn het gevreesde jagers. Deze lichtgrijze tot geelachtige, donkerbruine spinnen doen hun naam dus eer aan.

De naam Wolfspin komt echter niet vanwege de ruige beharing, of de wolfachtige wijze waarop ze hun prooi besluipen, of de snelheid waarmee ze aanvallen, maar is afgeleid van het feit dat het dier andere spinnen binnen haar territorium accepteert. Bij een roedel wolven mag dat gewoon zijn, maar binnen de orde der spinnen is dat iets unieks.

Kraamwebspin
In Nederland en België komen meerdere (voor mensen weliswaar onschuldige) soorten wolfspinnen voor. Deze wordt Grote wolfspin of Kraamwebspin genoemd. De spin is de ene keer wat lichter van kleur dan de andere keer, maar het ovale achterlijf en het streepje dat van de kop naar het achterlichaam loopt is er altijd. Ze houdt het cocon in tegenstelling tot de Gewone wolfspin vast met haar kaken. Ook hier kun je aan de grote poten zien dat we te maken hebben met een loopspin.

Kraamwebspin
Net zoals bij de Gewone Wolfspin is ook de broedzorg van een Kraamwebspin opvallend. Ook zij loopt namelijk een hele tijd met haar eicocon rond. In tegenstelling tot de Gewone Wolfspin, legt ze het eicocon in een tentvormig spinsel van zijde dat zij kort voordat de spinnetjes geboren worden, weeft. Als een soort kraamkamer. Het web dat ze maakt is dus niet bedoeld om een prooi mee te vangen, maar dient als bescherming voor haar kroost. Hieraan dankt zij ook haar naam. Als de spinnetjes uit de eicocon kruipen, blijven ze nog tot hun eerste vervelling in dat beschermende spinsel. Moeder blijft al die tijd in de buurt om een oogje in het zeil te houden.

Groot populierenhaantje
Bladhaantjes zijn prachtig gekleurd, maar smaken vies en zijn meestal giftig. Vooral de rode soorten vallen erg op. Dit is het Groot Populierenhaantje (10-12 mm). Het lijkt bijna in alles op het Kleine Populierenhaantje (6-10mm), maar heeft een zwart vlekje op het einde van de dekschildnaad (op zijn "kontje") en is zo goed herkenbaar. Ze hebben een voorkeur voor ratelpopulieren en wilgen, hoewel het meestal de larven zijn die je daar op vindt. Als je het kevertje een beetje "pest" door bijvoorbeeld zachtjes op hem te drukken, produceert hij een gele vloeistof. Dit gedrag heet "reflexbloeden". De vloeistof die tevoorschijn komt bij het gewricht van de pootjes, heeft een kwalijk geurtje en smaakt erg bitter. Vogels die een zo’n beestje oppakken, proeven dit ‘bloed” en laten hem dan meestal snel vallen. Het rood moet je dan ook beschouwen als een waarschuwing.

Elzenhaantje
Dat geldt ook voor het oneetbare Elzenhaantje. Dit slechts 6 tot 7 mm lange kevertje heeft een blauw tot blauwzwarte kleur met een mooie glans. Het overwintert in de bodem onder bladeren en afgestorven plantenresten en komt in de periode april- juni tevoorschijn. Als het vrouwtje na de bevruchting wel 900 oranje eitjes aan de onderkant van het elzenblad heeft afgezet, sterft ze.

larven van het Elzenhaantje
Binnen 2 weken komen uit de eitjes olijfgroene later zwart wordende larven tevoorschijn. Ze lijken sterk op rupsjes met 2 rijen behaarde wratten.

larve van het Elzenhaantje na vervelling
Na ca. drie weken (vanaf juli) verpoppen ze zich onder afgestorven plantenresten en na 8 tot 11 dagen komt al weer de nieuwe generatie kevertjes tevoorschijn. Zowel het kevertje als de larve vreten gaten in het blad van els, populier en wilg, maar echt schadelijk zijn ze eigenlijk niet. Als de aantasting massaal is kunnen de bomen zeker in conditie achteruit gaan, maar ze zullen zelden hiervan afsterven.

Blauwe muntgoudhaan
De soort die je hier ziet is een onderfamilie van de bladhaantjes. Ze zijn herkenbaar aan hun mooie glanzende kleur en worden Goudhaantjes genoemd. Ze vormen een van de grootste keverfamilies. In ons land komen bijna driehonderd soorten voor. Alle Goudhanen zijn gebonden aan een of één of een paar plantensoorten; de waardplant. Daar zijn ze meestal ook naar genoemd.

Wil je deze Blauwe muntgoudhaan vinden, dan is het zaak op zoek te gaan naar Watermunt. Die vind je vooral aan de waterkant. Voor de Blauwe muntgoudhaan is de waardplant dus de Watermunt. Daar vind je ook de larven. Er zijn niet veel dieren die de menthol in de Watermunt kunnen verdragen, maar het Blauwe muntgoudhaantje is er ongevoelig voor. Door de grote hoeveelheden menthol die het al etende in het lichaam krijgt, is dit kevertje oneetbaar voor vogels.
Mochten wij echter ooit nog eens vertrouwd raken met het eten van insecten, dan zal het Blauwe muntgoudhaantje ongetwijfeld het pepermuntje na de maaltijd vervangen……………………
Hoewel ze er hier in close-up groot uit zien, zijn ze slechts 6,5 tot 9 millimeter. Kenmerkend voor deze soort zijn de putjes op hun schild. Ze bewegen zich langzaam voort, zodat je meestal alle kans krijgt ze te fotograferen . Dat geldt zeker voor deze 2, want die bewogen helemaal niet (|-;)..............
Ook leuk om uitvergroot die blauwe pootjes te zien trouwens.

Hennepnetelgoudhaantje
Het Hennepnetelgoudhaantje slaat alles wat betreft de kleur. De sterk glanzende dekschilden zijn metaalachtig blauw, groen, rood en goudkleurig. De kleur verschilt per kever, maar de meeste kevers hebben blauwe lengtestrepen op de dekschilden en blauwe vlekken op het borststuk. Er wordt wel eens beweerd, dat vogels de weerspiegeling gebruiken om hun veren te fatsoeneren…..........
Je loopt er gauw aan voorbij, want het kevertje wordt slechts 5 tot 7 mm lang. Maar als je ziet dat de Hennepnetel bloeit, is de kans dat je dit Hennepnetelgoudhaantje ontdekt groot. Dat is namelijk zijn waardplant. Wees wel voorzichtig, want als het blad maar ietsje trilt, laat ie zich meteen vallen en ben je hem kwijt. Deze twee hadden het gelukkig zo druk met elkaar dat ze zich nergens iets van aantrokken....

Blogarchief